Verordening betreffende vaststelling van canons bij vernieuwing van erfpachtsovereenkomsten

Geldend van 05-12-1930 t/m heden

Intitulé

Verordening betreffende vaststelling van canons bij vernieuwing van erfpachtsovereenkomsten

Artikel 1

Ten aanzien van erfpachtsovereenkomsten betreffende gemeentegrond, op welke van toepassing zijn hetzij de “Algemene Voorwaarden voor de uitgifte in erfpacht van gronden der gemeente ’s-Gravenhage” (Verz. 1923, no. 19), hetzij de algemene “Voorwaarden, waarop de uitgifte in erfpacht van gronden der gemeente ’s-Gravenhage zal geschieden” (Verz. 1911, no. 18, brengen Burgemeester en Wethouders uiterlijk twee jaar vóór het verstrijken van de erfpachtstermijn de erfpachter schriftelijk de datum van beëindiging van het erfpachtsrecht in herinnering, zo mogelijk met vermelding of zij termen aanwezig achten het aangaan van een nieuwe overeenkomst na afloop van de bestaande te bevorderen.

Indien de erfpachter voornemens is een nieuwe overeenkomst aan te gaan, doet hij hiervan blijken door inzending (bij aangetekend schrijven) van een verklaring aan Burgemeester en Wethouders, uiterlijk binnen twee maanden na de datum van verzending van de in lid 1 bedoelde brief.

Artikel 2

Indien er voor de gemeente aanleiding bestaat tot het aangaan van een nieuwe overeenkomst, als in artikel 1 bedoeld, mede te werken en ten aanzien van de canon geen overeenstemming wordt bereikt, zullen, indien de erfpachter de wens daartoe aan Burgemeester en Wethouders schriftelijk kenbaar maakt, drie deskundigen worden benoemd - op de wijze, als in artikel 23, 2de lid, van de Algemene Voorwaarden (Verz. 1923, no. 19) is aangegeven - die aan burgemeester en wethouders advies omtrent het bedrag van de nieuwe canon zullen uitbrengen.

Met de inhoud van bedoeld advies wordt de erfpachter door Burgemeester en Wethouders, bij aangetekende brief, in kennis gesteld. Binnen een maand, nadat bedoelde brief is verzonden, zal de erfpachter, eveneens bij aangetekende brief, aan Burgemeester en Wethouders mededelen of hij al dan niet met de door deskundigen voorgestelde canon akkoord gaat. Indien hij hiermede in gebreke mocht blijven, zal hij geacht worden van het aangaan der nieuwe overeenkomst te hebben afgezien. Bij hun voorstel aan de Gemeenteraad tot hernieuwde uitgifte van de grond, leggen Burgemeester en Wethouders het advies der deskundigen aan die Raad over; indien Burgemeester en Wethouders bij hun voorstel van dit advies afwijken, wordt deze afwijking met redenen omkleed.

De kosten van het deskundigenadvies zullen door beide partijen, elk voor de helft, worden gedragen.