Regeling vervallen per 01-01-2017

Straathandelsverordening Den Haag

Geldend van 23-09-2016 t/m 31-12-2016

Intitulé

Straathandelsverordening Den Haag

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

straathandel:

het vanuit een verkoopinrichting te koop aanbieden en/of verkopen van goederen uit welke hoofde dan ook, waarbij ten minste een der partijen zich op of aan de weg bevindt, tenzij de Verordening Warenmarkten daarop van toepassing is;

vaste standplaats:

de voor een dag of voor een bepaalde periode met een verkoopinrichting ten behoeve van de uitoefening van de straathandel ingenomen grond op de weg;

venten:

het te koop aanbieden en/of verkopen van goederen uit welke hoofde dan ook aan willekeurige gegadigden op de weg anders dan op een vaste standplaats, tenzij de Verordening Warenmarkten daarop van toepassing is;

weg:

hetgeen in artikel 1:1 van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag onder weg wordt verstaan.

Artikel 2 Straathandel

Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders in de uitoefening van straathandel andere waren te verkopen, dan die welke onder de bescherming van artikel 7, eerste en derde lid van de Grondwet vallen.

Artikel 3 Vaste standplaatsen

Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een vaste standplaats in te nemen.

Artikel 4

  • 1. Een vergunning als bedoeld in artikel 3 wordt geweigerd, indien de verlening in strijd is met de bepalingen van een geldend bestemmingsplan of tegen de verlening overwegend bezwaar bestaat uit een oogpunt van:

    • -

      openbare orde;

    • -

      bescherming van het uiterlijk aanzien van de gemeente;

    • -

      bescherming van de belangen van het rij- en voetgangersverkeer;

    • -

      verdeling van de gebruiksmogelijkheden van de weg, of;

    • -

      te verwachten hinder voor de omgeving als gevolg van de straathandel, tenzij daarop de Wet milieubeheer of het bepaalde in de artikelen 2:27 tot en met 2:29 en artikel 2:33A. van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag van toepassing is.

  • 2. Een aanvraag om een vergunning wordt gepubliceerd, waarbij burgemeester en wethouders belanghebbenden de gelegenheid bieden om zienswijzen naar voren te brengen.

Artikel 5 Venten

Het is verboden te venten op dagen of gedeelten van dagen en op wegen of gedeelten van wegen, die door burgemeester en wethouders in verband met de bescherming van de belangen van het rij- en voetgangersverkeer, de gebruiksmogelijkheden van de weg of de te verwachten hinder voor de omgeving als gevolg van de straathandel bij besluit zijn aangewezen. De Algemene inspraakverordening is van toepassing op het nemen van dit besluit en het wijzigen of intrekken daarvan.

Artikel 6 Overige bepalingen

Burgemeester en wethouders kunnen regels geven voor het aanvragen en verlenen van een vergunning.

Artikel 7

Voor het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2 en 3 komt in aanmerking de natuurlijke persoon, die persoonlijk voldoet aan de publiekrechtelijke voorschriften, die ten aanzien van de ambulante handel in de door hem te verkopen waren zijn gesteld.

Artikel 8

Een vergunning als bedoeld in de artikelen 2 en 3 is niet overdraagbaar.

Artikel 9

Iedere verkoper in de uitoefening van de straathandel voor zover hij ingevolge de artikelen 2 en 3 in het bezit dient te zijn van een vergunning, is verplicht deze te tonen of ter inzage te geven op de eerste vordering van degenen, die belast zijn met de zorg op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Artikel 10

Overtreding van de in de artikelen 2, 3 en 5 van deze verordening bepaalde wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 11 Lex silencio positivo

Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is van toepassing voor artikelen 2 en 3 van deze verordening.

Artikel 12 Toezicht op de naleving

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de Inspecteurs Openbare Ruimte en de Boswachters werkzaam bij de Dienst Stadsbeheer.

  • 2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van het college dan wel de burgemeester aan te wijzen personen.

Artikel 12a

Een ieder is verplicht om de door de in artikel 12 bedoelde toezichthouder gegeven aanwijzingen na te leven.

Artikel 13 Binnentreding

Zij die op grond van artikel 12 belast zijn met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn op grond van artikel 149a van de Gemeentewet, bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de be-woner, een en ander met inachtneming van de Algemene wet op het binnentreden (Stb. 1994, 572).

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de Straathandelsverordening Den Haag.