Regeling vervallen per 01-04-2011

Regeling Adviescommissie bezwaarschriften 2002.

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-03-2011

Intitulé

Regeling Adviescommissie bezwaarschriften 2002.

HOOFDSTUK I Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.

de wet:

de Algemene wet bestuursrecht

b.

de commissie:

de Adviescommissie bezwaarschriften

HOOFDSTUK II Behandeling van de bezwaarschriften

§ 1 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling

De Adviescommissie bezwaarschriften is een vaste commissie van advies ter voorbereiding van de beslissing op alle tegen besluiten van gemeentelijke bestuursorganen ingediende bezwaarschriften als bedoeld in artikel 1:5 van de wet.

Artikel 3 Werkterrein van de commissie

De commissie is niet bevoegd ten aanzien van:

  • 1.

    De aangelegenheden betreffende de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen en de Wet waardering onroerende zaken.

  • 2.

    De bezwaarschriften ingediend tegen besluiten en andere handelingen als bedoeld in artikel 6:1 van de wet genomen op grond van het ambtenarenreglement 's-Gravenhage, de Arbeidsovereenkomstenverordening, het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel en andere rechtspositionele regelingen.

  • 3.

    Vervallen.

  • 4.

    de bezwaarschriften ingevolge:

    • a.

      de Wet werk en bijstand, met uitzondering van bezwaarschriften van werkgevers tegen subsidie- en terugvorderingsbesluiten”, en de Algemene bijstandswet, inclusief de op genoemde wetten gebaseerde verordeningen;

    • b.

      de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeelteijke arbeidsongeschikte werkloze

      werknemers;

    • c.

      de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen

      zelfstandigen;

    • d.

      de Wet voorziening gehandicapten en de Verordening voorzieningen gehandicapten

      1994;

    • e.

      de Wet inschakeling werkzoekenden, voor zover betrekking hebbend op individuele aanspraken op premies voor scholing en werkaanvaarding;

    • f.

      de Regeling opvang asielzoekers;

    • g.

      de Vangnetregeling huursubsidie;

    • h.

      de Wet inburgering nieuwkomers;

    • i.

      de Wet Inkomensvoorziening kunstenaars;

    • j.

      het fonds voor ouderen/de Ooievaarspas;

    • k.

      de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening individuele voorzie- ningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag voor zover betrekking hebbend op individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning;

    • l.

      de Wet inburgering inclusief de op de genoemde wet gebaseerde verordeningen;

    • m.

      de Wet Bibob, zolang de commissie niet bevoegd is om inhoudelijk kennis te nemen van het advies van het LBB.

  • 5.

    de bezwaarschriften ingediend tegen besluiten op grond van de Onderwijswetgeving, voorzover het besluiten betreft tot schorsing, tot de verwijdering van school of de uitsluiting van verdere deelname aan een examen.

Artikel 4 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter, ten hoogste vijftien vice-voorzitters en overige leden. Daarnaast kunnen er plaatsvervangende leden zijn, als bedoeld in het vijfde lid.

  • 2. De voorzitter, vice-voorzitters en overige leden worden door de raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester benoemd uit degenen die door één of meer fracties uit de raad daartoe worden voorgedragen.

  • 3. De voorzitter wordt benoemd uit de leden van de raad dan wel uit personen die in de periode van tien jaar voorafgaande aan de benoeming lid waren van de gemeenteraad.

  • 4. De vice-voorzitters worden benoemd uit de leden van de raad, alsmede uit personen die in de periode van tien jaar voorafgaande aan de benoeming lid waren van de gemeenteraad dan wel in de periode van vier jaar voorafgaande aan de benoeming lid waren van de Adviescommissie bezwaarschriften.

  • 5. Het hoofd van de afdeling Juridische Zaken van de Bestuursdienst kan medewerkers van zijn afdeling tot plaatsvervangend lid van de commissie benoemen.

Artikel 5 Verdeling van de werkzaamheden

  • 1. De voorzitter kan kamers instellen, die belast worden met de behandeling van een deel van de bezwaarschriften.

  • 2. De voorzitter stelt het aantal kamers vast, en bepaalt wie van hen danwel welke vice-voorzitter als voorzitter van een kamer optreedt.

  • 3. In afwijking van het eerste lid kan de voorzitter van de betrokken kamers in incidentele gevallen bepalen door welke kamer een bezwaarschrift wordt behandeld.

  • 4. Elke kamer bestaat uit ten minste drie leden, waaronder in elk geval de voorzitter of een vice-voorzitter.

  • 5. Elke kamer treedt voor de haar toegewezen zaken op als commissie.

Artikel 6 Secretaris

  • 1. Het hoofd van de afdeling Juridische Zaken van de Bestuursdienst is algemeen secretaris van de commissie.

  • 2. De algemeen secretaris kan medewerkers werkzaam bij de afdeling Juridische Zaken van de Bestuursdienst als secretaris aanwijzen.

Artikel 7 Zittingsduur

  • 1. De zittingsduur van de commissie is gelijk aan die van de gemeenteraad.

  • 2. De leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad. Zij blijven hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 3. De benoeming van de nieuwe commissie geschiedt zo spoedig mogelijk na het tijdstip waarop de nieuwe gemeenteraad is aangetreden.

  • 4. De leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen. In de vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

  • 5. Dit artikel is niet van toepassing op de ingevolge artikel 4, tweede lid benoemde plaatsvervangende leden van de commissie.

Artikel 8 Overdracht bevoegdheden

  • 1. De bevoegdheden ingevolge de artikelen

    • -

      2:1, tweede lid,

    • -

      6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld,

    • -

      6:10, tweede lid

    • -

      6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie,

    • -

      7:4, tweede lid,

    • -

      7:6, vierde lid,

    • -

      7:10, derde lid,

    • -

      7:18, tweede en zesde lid, en

    • -

      7:20, vierde lid,

    • -

      7:24, vijfde lid

    van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

  • 2. De voorzitter kan zijn taak en bevoegdheden overdragen aan een vice-voorzitter.

§ 2 Procedure

Artikel 9 Ontvangst bezwaarschrift

  • 1. Een bezwaarschrift wordt na ontvangst onmiddellijk naar de commissie gezonden.

  • 2. Zo spoedig mogelijk bevestigt de commissie, namens het betreffende bestuursorgaan, de ontvangst van het bezwaarschrift.

Artikel 10 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter draagt er zorg voor, dat al het noodzakelijke wordt gedaan om de behandeling van het bezwaarschrift genoegzaam voor te bereiden. De voorzitter is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen.

  • 2. Alle gemeentelijke organen, bestuurders, commissies en ambtenaren zijn verplicht aan een verzoek van of namens de voorzitter om inlichtingen binnen een door hem te bepalen termijn te voldoen.

Artikel 11 Hoorzittingen van de commissie

  • 1. Per zitting van de commissie hebben drie leden van de commissie zitting, waaronder tenminste de voorzitter of een vice-voorzitter. Deze leden treden voor de aan hen toegewezen zaken op als voorzitter.

  • 2. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend bestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie danwel door de voorzitter of een ander lid ervan te doen horen.

  • 3. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 4. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 5. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen de openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 12 Advies deskundigen

De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie het advies van deskundigen inwinnen en hen daartoe uitnodigen in de hoorzitting te verschijnen.

Artikel 13 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de hoorzitting naar het oordeel van de commissie een nader onderzoek wenselijk is, geschiedt dit onderzoek door of onder leiding van de voorzitter.

  • 2. Artikel 10, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14 Advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist met gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. Voor de beraadslagingen en de beslissing is het noodzakelijk dat ten minste drie leden aanwezig zijn.

  • 3. Het advies wordt vastgesteld bij meerderheid van stemmen. Van een minderheidsstandpunt wordt in het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

Artikel 15 Ondertekening

Het advies en het verslag van de hoorzitting worden ondertekend door de voorzitter alsmede de algemeen secretaris of een secretaris.

HOOFDSTUK III Overige bepalingen

Artikel 16

De kosten voor het behandelen van een bezwaarschrift worden in rekening gebracht bij de dienst die het bestreden besluit heeft genomen.

Artikel 17 Inlichtingen en verslag

  • 1. De commissie verstrekt op verzoek van de raad, burgemeester en wethouders danwel de burgemeester alle inlichtingen.

  • 2. De commissie brengt periodiek aan de gemeenteraad, burgemeester en wethouders alsmede de burgemeester schriftelijk verslag uit van de werkzaamheden met betrekking tot de aan haar opgelegde taak.

  • 3. De commissie is bevoegd aan de gemeenteraad, burgemeester en wethouders alsmede de burgemeester alle door haar nodig geachte voorstellen te doen.

Artikel 18

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist de voorzitter.

HOOFDSTUK IV Slotbepalingen

Artikel 19 Overgangsrecht

  • 1. De leden van de Adviescommissie bezwaarschriften, die zijn benoemd op grond van artikel 4, tweede lid van de Verordening Adviescommissie bezwaarschriften, blijven hun functie vervullen totdat benoeming van een nieuwe commissie op grond van artikel 4, tweede lid van de Regeling Adviescommissie bezwaarschriften 2002 heeft plaatsgevonden.

  • 2. De ambtenaren bij de Bestuursdienst die krachtens artikel 19 van de Verordening Adviescommissie bezwaarschriften plaatsvervangend lid van de commissie zijn dan wel op basis van deze verordening in deze functie zijn benoemd, blijven als zodanig fungeren.

  • 3. De ambtenaren bij de Bestuursdienst die krachtens artikel 19 van de Verordening Adviescommissie bezwaarschriften algemeen secretaris en secretarissen van de commissie zijn dan wel op basis van deze verordening in deze functies zijn benoemd, blijven als zodanig fungeren.

Artikel 20 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling Adviescommissie bezwaarschriften 2002"