Regeling vervallen per 19-12-2014

Controleverordening gemeente Den Haag

Geldend van 24-04-2009 t/m 18-12-2014

Intitulé

Controleverordening gemeente Den Haag

Artikel 1 Definities

a.

Accountant:

de Gemeentelijke Accountantsdienst Den Haag.

b.

Accountantscontrole (algemeen):

het onderzoek door een accountant inzake de getrouwheid en/of de rechtmatigheid van een verantwoording.

c.

Accountantscontrole (jaarstukken):

de controle door de Gemeentelijke Accountantsdienst van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening, met inachtneming van de bepalingen van artikel 213 gemeentewet en de overige relevante beroepsreglementering voor Registeraccountants.

d.

Rechtmatigheid in het kader van accountantscontrole:

het overeenstemmen van financiële beheerhandelingen en de vastlegging daarvan met de relevante wet- en regelgeving, zoals bedoeld in het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten (BAPG).

e.

Concernrekening:

de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening van de Gemeente Den Haag.

f.

Dienstrekening:

de jaarrekening van de diensten die bij besluit van het college zijn ingesteld.

Artikel 2 Onafhankelijkheid en Opdrachtverlening accountantscontrole

  • 1. De accountantscontrole als bedoeld in artikel 213, 2e lid GW van de concernrekening met inbegrip van de jaarrekening van de Raadsorganisatie alsmede van de dienstrekeningen, de jaarrekening van het gemeentelijk bedrijf Intern Dienstencentrum en van de rekening van de Centrale Treasury is opgedragen aan de Gemeentelijke Accountantsdienst.

  • 2. Het college stelt binnen de kaders van deze verordening in een uitvoeringsbesluit nadere regels omtrent de accountantscontrole van de dienstrekeningen, van de rekening van de Centrale Treasury en van de rekening van het gemeentelijk bedrijf het Intern Dienstencentrum.

  • 3. Binnen de kaders van de Controleverordening gemeente Den Haag kan de raad, in casu via de Rekeningencommissie, in overleg met de accountant aanvullende onderwerpen vaststellen voor de accountantscontrole.

  • 4. Aan het hoofd van de Gemeentelijke Accountantsdienst Den Haag staat een directeur als deskundige bedoeld in artikel 393, 1e lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, die belast is met de leiding van de dienst en met de regeling van alle door de dienst uit te voeren werkzaamheden.

  • 5. Conform artikel 213, 7e lid van de Gemeentewet wordt de accountant als bedoeld in artikel 393, 1e lid van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek door de Gemeenteraad benoemd, geschorst en ontslagen. Hij regelt zijn vervanging bij afwezigheid.

  • 6. De directeur en de medewerkers van de Gemeentelijke Accountantsdienst zijn in de uitoefening van hun werkzaamheden onafhankelijk van hun opdrachtgevers en van degenen omtrent wiens aangelegenheden verklaringen worden afgegeven.

  • 7. De directeur en de medewerkers van de Gemeentelijke Accountantsdienst zijn bij de uitvoering van opdrachten gebonden aan de voorschriften inzake geheimhouding conform de voor Registeraccountants geldende beroepsregels.

Artikel 3 Inhoud accountantscontrole

Bij de accountantscontrole zijn met inachtneming van het Besluit accountantscontrole gemeenten de volgende uitgangspunten van toepassing:

  • a.

    de toe te passen goedkeuringstolerantie bij de controle van de concernrekening is voor onjuistheden 1% en voor onzekerheden niet meer dan 3% van het totaal van de lasten;

  • b.

    de toe te passen rapporteringstolerantie bij de rapportering van de bevindingen van de con-trole van de concernrekening bedraagt 100.000 Euro;

  • c.

    de controle van onkostenvergoedingen van bestuurders vindt met een hoge mate van nauwkeurigheid plaats;

  • d.

    het verslag van de bevindingen van accountant besteedt in ieder geval aandacht aan de volgende onderwerpen:

    • *

      de accountantsverklaring

    • *

      beleidsrelevante onderwerpen

    • *

      planning en control

    • *

      rechtmatigheid

    • *

      resultaat-analyse en analyse financiële positie

    • *

      bevindingen ten aanzien van balansposten en baten en lasten.

Artikel 4 Reikwijdte van de rechtmatigheidscontrole

  • 1. De accountant onderzoekt de rechtmatigheid aan de hand van de toetsingscriteria zoals voor-geschreven in het Besluit accountantscontrole gemeenten.

  • 2. De accountant onderzoekt of met betrekking tot beheershandelingen de in de administratieve organisatie van de Gemeente Den Haag opgenomen maatregelen ter naleving van relevante wet en regelgeving in opzet, bestaan en werking toereikend zijn voor het door de accountant te geven oordeel zoals bedoeld in het Besluit accountantscontrole gemeenten.

  • 3. Het onderzoek van de rechtmatigheid door de accountant heeft ook betrekking op de naleving door de Gemeente Den Haag van de voorschriften ten aanzien van specifieke uitkeringen die andere overheden aan de Gemeente Den Haag ter beschikking stellen.

  • 4. De bij de beheershandelingen door de Gemeente Den Haag te onderkennen relevante wet en regelgeving wordt in een bijlage bij deze verordening omschreven en voorzover nodig steeds aangepast aan de van toepassing zijnde wijzigingen in de wet- en regelgeving.

Artikel 5 Informatieverstrekking

  • 1. Het college is verantwoordelijk voor het opstellen van de concernrekening conform de geldende wet en regelgeving en overlegt deze concernrekening aan de accountant voor controle.

  • 2. Alle aan de concernrekening ten grondslag liggende verordeningen, notulen van raad- en commissievergaderingen, nota's, notulen van collegevergaderingen, collegebesluiten, dienstrekeningen, administraties, plannen, overeenkomsten, berekeningen e.d. liggen voor de accountant ter inzage en zijn voor hem onbelemmerd toegankelijk.

  • 3. Bij de concernrekening draagt het college er zorg voor dat alle besluitvorming en hem beken-de informatie, van belang voor een oordeel door de accountant over het getrouwe beeld en de recht-matigheid van de concernrekening, aan de accountant wordt verstrekt.

  • 4. Alle informatie, die na het opstellen van de concernrekening en voor behandeling van de concernrekening in de raad beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de concernrekening geeft, wordt terstond door het college aan de raad en de accountant gemeld. Indien dit voor het weergave van het getrouwe beeld noodzakelijk is stelt het college een aangepaste concernrekening op, die aan de accountant ter controle wordt aangeboden.

  • 5. De voorgaande leden van dit artikel zijn hierbij van toepassing voor de jaarrekening van de Raadsorganisatie, met dien verstande dat hetgeen in de voorgaande leden is geregeld onder de verantwoordelijkheid van het presidium van de raad valt.

Artikel 6 Inrichting accountantscontrole

  • 1. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening en de voor Registeraccountants geldende beroepsregels de wijze, waarop de accountantscontrole wordt ingericht alsmede de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden.

  • 2. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van de uit te voeren controles. De accountant kan de controlewerkzaamheden zonder voorafgaande kennisgeving uitvoeren.

  • 3. Ter bevordering van een doelmatige en doeltreffende uitvoering van de accountantscontrole vindt periodiek (afstemming-)overleg plaats tussen de directeur van de Gemeentelijke Accountantsdienst en de voorzitter van de Rekeningencommissie, de portefeuillehouder Financiën, de gemeentesecretaris en de directeur Financiën.

Artikel 7 Toegang tot informatie

  • 1. De accountant is zonder meer en zonder nadere aankondiging bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden en het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en overige informatiedragers, waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt. Het college draagt er zorg voor dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde en onverwijlde toegang heeft tot alle kantoren, magazijnen, archieven, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de gemeente.

  • 2. Alle ambtenaren en collegeleden zijn verplicht de verlangde informatie te verstrekken, die de accountant voor de uitvoering van zijn opdrachten nodig acht. Het college draagt er zorg voor, dat collegeleden en de desbetreffende ambtenaren hieraan hun medewerking verlenen.

  • 3. De voorgaande leden van dit artikel zijn eveneens van toepassing voor de informatie over de jaarrekening van de Raadsorganisatie, met dien verstande dat de toegang tot de informatie hierbij onder de verantwoordelijkheid van het presidium van de raad valt.

Artikel 8 Overige controles en opdrachten

  • 1. De controle van de overige verantwoordingen waaronder die van de specifieke uitkeringen is aan de Gemeentelijke Accountantsdienst opgedragen.

  • 2. Het college kan de Gemeentelijke Accountantsdienst opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden indien de onafhankelijkheid van de Gemeentelijke Accountantsdienst conform de vigerende beroepsvoorschriften voor registeraccountants daarmee niet wordt aangetast.

  • 3. Het college kan de Gemeentelijke Accountantsdienst opdragen om, aanvullend op de con-trole van de concernrekening en/of de dienstrekeningen en andere (interne) rapportages, bepaalde posten of aandachtsvelden met meer nauwkeurigheid te onderzoeken dan op grond van de in artikel 3 genoemde toleranties.

  • 4. De controle op de betrouwbaarheid van de bestuurlijk relevante kengetallen, die zijn opgeno-men in de programmarekeningen als onderdeel van de concernrekening, is opgedragen aan de Gemeentelijke Accountantsdienst.

Artikel 9 Rapportering

  • 1. De accountant verstrekt de accountantsverklaring met het verslag van bevindingen met betrekking tot de door het college opgemaakte concernrekening uiterlijk de derde dinsdag van de maand april van het jaar volgend op het verslagjaar aan de raad.

  • 2. De accountantsverklaring en het verslag van bevindingen omtrent het onderzoek van de concernrekening worden voor verzending aan de raad door de accountant aan het college voorgelegd met de mogelijkheid om op deze documenten te reageren.

  • 3. De accountantsverklaring en het rapport van bevindingen omtrent het onderzoek van de jaar-rekening van de Raadsorganisatie wordt voordat deze aan de raad wordt toegezonden, zowel aan het presidium van de raad als de griffier voorgelegd met de mogelijkheid op deze documenten te reageren.

  • 4. De accountant rapporteert tussentijds omtrent uitkomsten van het onderzoek naar de concernrekening indien naar de mening van de accountant bijzondere omstandigheden dit noodzakelijk maken. Deze rapportering kan onderdeel uitmaken van het overleg als bedoeld in artikel 6 lid 3.

  • 5. De accountant bespreekt voorafgaand aan de raadsbehandeling van de concernrekening de verslagen van de bevindingen en de strekking van de accountantsverklaringen met de leden van de Rekeningencommissie.

  • 6. In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen brengt de accountant over de door hem uitgevoerde (deel)controles verslag uit van zijn bevindingen van niet bestuurlijk belang aan de daarvoor in aanmerking komende functionaris(sen) van de gemeente. Hierbij past de accountant (zo nodig) het beginsel toe van hoor en wederhoor.

  • 7. De wijze van rapportering van de overige controles en opdrachten zoals bedoeld in artikel 8 wordt geregeld bij de opdrachtverlening door het college aan de Gemeentelijke Accountantsdienst .

Artikel 10 Inwerkingtreding

Het raadsbesluit 448 van 2000 (opdracht accountantscontrole) blijft geldig voor de accountantscontrole van de concernrekening en de dienstrekeningen tot en met het verslagjaar 2003. Deze verordening is van toepassing op de accountantscontrole van de concernrekening en de dienstrekeningen vanaf het verslagjaar 2004.

Artikel 11 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam 'Controleverordening gemeente Den Haag'.