Regeling vervallen per 25-02-2010

Verordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen (adressen)

Geldend van 15-07-2004 t/m 24-02-2010

Intitulé

Verordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen (adressen)

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

College:

het college van burgemeester en wethouders.

b.

Openbare ruimte:

alle voor het openbaar rijverkeer of ander verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen, stranden, plantsoenen, bruggen, viaducten, knooppunten of daarmee vergelijkbare plaatsen of constructies en alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede daarin begrepen alle bouwwerken die daar deel van uitmaken.

c.

Woonplaats:

een door het college aangewezen gebied waaraan een woonplaatsnaam is toegekend.

d.

Bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld is om ter plaatse te functioneren.

e.

Gebouw:

elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

f.

Afgebakend terrein:

een terrein met afsluitbare toegang, waarop zich geen bouwwerken bevinden.

g.

Ligplaats:

een deel van het openbare water dat is bestemd voor het permanent afmeren van een (woon)schip of een (woon)ark.

h.

Standplaats:

een kavel, die is bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop (nuts)voorzieningen aanwezig zijn.

i.

Nummer:

een nummer dat bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van (een) letter(s) of cijfer(s).

j.

Object:

een gebouw, afgebakend terrein, ligplaats of standplaats.

k.

Rechthebbende:

een ieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht de beschikking heeft over een onroerende zaak, alsmede de beheerder.

HOOFDSTUK 2 Naamgeving van woonplaatsen en delen van de openbare ruimte en nummering van objecten

Artikel 2 Naamgeving van woonplaatsen en van delen van de openbare ruimte

  • 1. Het college stelt voor het totale grondgebied van de gemeente ten minste een woonplaats vast en kan een woonplaats in wijken of buurten verdelen, en zonodig daaraan namen, letters of nummers toekennen.

  • 2. Het college is het bevoegde bestuursorgaan dat voor het totale grondgebied van de gemeente namen kan toekennen aan te onderscheiden delen van de openbare ruimte en zonodig aan bouwwerken.

  • 3. Onder vaststellen, verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de vaststelling, verdeling en toekenning.

Artikel 3 Nummering van objecten

  • 1. Het college is het bevoegde bestuursorgaan dat aan een object of een te onderscheiden deel daarvan een nummer kan toekennen.

  • 2. Aan een object dat een nummer heeft gekregen, moet het nummer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht.

  • 3. De straatnaamgrens is altijd bepalend voor het toekennen van een nummer aan een object of aan een onderscheiden deel daarvan.

  • 4. Onder toekennen, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de toekenning.

HOOFDSTUK 3 Aanbrengen van naam- en nummerborden

Artikel 4 Namenborden aanbrengen

  • 1. De door het college aan delen van de openbare ruimte toegekende namen worden zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

  • 2. Het is een ieder die daartoe niet bevoegd is verboden om naamborden aan te brengen.

Artikel 5 Gedoogplicht naamborden

  • 1. Indien het college het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met straatnamen en verwijsborden aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden overeenkomstig de aanwijzingen van het college worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2. De rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat de in het eerste lid genoemde borden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6 Nummerborden aanbrengen

  • 1. De rechthebbende is verplicht het nummer, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van het college aan te brengen.

  • 2. Tenzij door het college anders is besloten, is de rechthebbende van een object verplicht het in het eerste lid genoemde nummer, alsmede daarmee verband houdende verwijs- en verzamelborden aan te brengen op een wijze zoals krachtens artikel 7 is bepaald.

  • 3. Indien een object nog niet is voltooid, wordt het nummer binnen vier weken na voltooiing aangebracht.

  • 4. Het college kan de in het eerste en derde lid genoemde termijn verlengen.

  • 5. Het is een ieder die daartoe niet bevoegd is verboden om nummerborden aan te brengen.

HOOFDSTUK 4 Uitvoeringsvoorschriften

Artikel 7 Uitvoeringsvoorschriften

Het college is bevoegd om nadere uitvoeringsvoorschriften te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

HOOFDSTUK 5 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 8 Strafbepaling

  • 1. Overtreding van artikel 4, tweede lid, of het niet voldoen aan de bepalingen in artikel 5 en 6, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze regeling zijn de medewerkers belast die binnen de Dienst Stedelijke Ontwikkeling van de gemeente Den Haag op grond van de Woningwet zijn aangewezen als toezichthouder.

Artikel 9 Overgangsbepalingen

  • 1. Namen en nummers die in het verleden aan delen van de openbare ruimte en objecten zijn toegekend, blijven na het in werking treden van deze verordening bestaan.

  • 2. Het college kan in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte namen en nummers binnen een door hem te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

  • 3. Bij het wijzigen van een naam of nummer, als bedoeld in het tweede lid, zullen zowel de oude en de nieuwe naam als het oude en het nieuwe nummer gedurende een half jaar mogen worden gebruikt op de wijze die bepaald is in artikel 7.

Artikel 10 Inwerkingtreding

De verordening treedt, ingevolge artikel 22 lid 2 van de Tijdelijke referendumwet, in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de bekendmaking.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening naamgeving en nummering (adressen)”.