UITVOERINGSBESLUIT APV ARTIKEL 2:8

Geldend van 26-02-2009 t/m heden

Intitulé

UITVOERINGSBESLUIT APV ARTIKEL 2:8

UITVOERINGSBESLUIT

ARTIKEL 2:8 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING VOOR DE GEMEENTE

DEN HAAG

AANWIJZING VAN PLAATSEN EN TIJDEN WAAR ZONDER VERGUNNING BEPAALDE DIENSTEN MOGEN WORDEN AANGEBODEN

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

gelet op:

  • -

    het besluit van 31 maart 1998 waarbij op basis van artikel 31 van de Algemene Politieverordening voor ’s-Gravenhage 1982 diverse plaatsen en tijden zijn aangewezen als een plaats en tijd waar zonder ergunning bepaalde diensten mogen worden aangeboden, en

  • -

    de wijziging van de APV, waardoor artikel 31 van de Algemene Politieverordening voor ’s-Gravenhage 1982 is vervangen door artikel 2:8 van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag, en

  • -

    artikel 2:8, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag.

Besluit:

I.

te bepalen dat onder het begrip dienst in ieder geval wordt verstaan:

  • a.

    fotograferen;

  • b.

    haarvlechten;

  • c.

    bestellen, gidsen of bewaken van voertuigen;

  • d.

    schoenpoetsen;

  • e.

    waarzeggen;

  • f.

    portrettekenen en portretschilderen;

II.

te bepalen dat, het in artikel 2:8, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag genoemde verbod, niet geldt voor de navolgende diensten:

  • a.

    haarvlechten;

  • b.

    schoenpoetsen;

  • c.

    waarzeggen;

  • d.

    portrettekenen en portretschilderen;

III.

te bepalen dat de uitzondering van het verbod voor de diensten als genoemd onder II. van dit besluit, slechts geldt indien de volgende voorschriften in acht worden genomen;

  • 1.

    de dienst mag slechts door één persoon worden aangeboden;

  • 2.

    de diensten mogen slechts worden aangeboden gedurende de periode vanaf tweede Paasdag t/m 30 september, dagelijks tussen 8.00 en 21.00 uur, op zondag tussen 13.00 en 21.00 uur;

  • 3.

    geen diensten mogen worden aangeboden:

    • a.

      op het Binnenhof, in de Spuistraat, in de Vlamingstraat en in de passages;

    • b.

      op erkende Christelijke feestdagen alsmede in tijden van openbare rouw;

    • c.

      voor de in- en uitgangen van percelen, alsmede binnen een afstand van drie meter tot die percelen;

    • d.

      in de nabijheid van scholen, gebedshuizen op het moment dat daar bijeenkomsten plaatsvinden of begraafplaatsen;

    • e.

      bij gebouwen, waar door of vanwege de gebruiker aan de uitvoerders te kennen wordt gegeven dat het aanbieden van de diensten aldaar niet op prijs wordt gesteld;

    • f.

      binnen een afstand van 50 meter tot een andere staplaats, waar een dienst wordt aangeboden en/of activiteiten worden verricht zoals bedoeld in artikel 2:9 van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag;

  • 4.

    bij het aanbieden van de diensten mogen geen elektrische en/of mechanische hulpmiddelen worden gebruikt ter versterking van het geluid;

  • 5.

    op een punt mag ten hoogste 30 minuten een plaats worden ingenomen;

  • 6.

    onder het publiek mag niet worden gecollecteerd noch mag het op andere wijze worden lastig gevallen;

  • 7.

    geen gemeente- of particuliere eigendommen mogen worden beschadigd dan wel verontreinigd;

  • 8.

    indien de diensten die worden aangeboden naar het oordeel van Politie Haaglanden dan wel van de ambtenaren in dienst van de gemeente Den Haag (Dienst Stadsbeheer) hinder veroorzaken in welke vorm dan ook en/of als gevolg van het aanbieden van de diensten wanordelijkheden ontstaan, moet het aanbieden van de diensten op de eerste aanzegging van de politie en/of de ambtenaren van de gemeente Den Haag (Dienst Stadsbeheer) worden gestaakt;

IV.

de aandacht erop te vestigen:

dat degenen, die voornemens zijn de diensten aan te bieden, verplicht zijn voor elke feitelijke aanvang daarvan naam en adres op te geven bij het politiebureau waar de plaats van uitvoering onder ressorteert en een exemplaar van dit besluit in ontvangst te nemen; dat, indien het vorenvermelde aanbieden van diensten niet voldoet aan de in III. van dit besluit vermelde voorschriften, een vergunning vereist blijft;

V.

te bepalen, dat ten aanzien van de Strandweg-Boulevard (vanaf het Noorderhavenhoofd tot aan de keerlus Noord) alsmede de Gevers Deynootweg (vanaf Scheveningse slag tot aan het Zwartepad) alsmede het Gevers Deynootplein en het Palaceplein in het stadsdeel Scheveningen de uitzondering van het verbod voor de diensten als genoemd onder II. van dit besluit, slechts geldt, indien degenen die voornemens zijn diensten aan te bieden, naast alle genoemde voorwaarden in artikel 2:8 van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag en onder III. van dit besluit dienen te voldoen aan de volgende aanvullende voor waarden:

  • a.

    men is verplicht zich aan te melden bij het politiebureau gelegen aan de Nieuwe Parklaan 250.

  • b.

    de mogelijkheid tot aanmelden bij het politiebureau aan de Nieuwe Parklaan 250 wordt geboden elke 2e en 4e maandag van de maand tussen 8.00 en 10.00 uur en Tweede Paasdag voor zover deze dag niet gelijk valt met een 2e of 4e maandag van de maand. Buiten deze tijdstippen is aanmelding niet mogelijk;

VI.

dat dit besluit in werking treedt met ingang van 26 februari 2009;

VII.

in te trekken het besluit van 31 maart 1998 waarbij op basis van artikel 31 van de Algemene Politieverordening voor ’s-Gravenhage 1982 diverse plaatsen en tijden zijn aangewezen als een plaats en tijd waar zonder vergunning bepaalde diensten mogen worden aangeboden;

VIII.

te bepalen dat dit besluit wordt gepubliceerd in de Posthoorn van week 9 van 2009, m.i.v. 26 februari 2009 terug te vinden zal zijn op de site http://zbs.denhaag.nl/internet onder risnummer 161571.

Ondertekening

Den Haag, 17 februari 2009
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, mw. A.W.H. Bertram,
de burgemeester, J.J. van Aartsen