Verordening Rechtspositie wethouders 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening Rechtspositie wethouders 2015

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

Rechtspositiebesluit wethouders:

het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;

b.

Regeling rechtspositie wethouders:

de ministeriële regeling van 20 februari 2004, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;

c.

Gedragscode voor het college:

Gedragscode voor het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag 2012;

d.

gemeentesecretaris:

de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor wethouders

Artikel 2 Reiskosten woon-werkverkeer

  • 1. Wethouders hebben recht op een vergoeding van de kosten voor woon-werkverkeer, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2. Er bestaat maximaal twee keer per dag recht op een enkele reis vergoeding woon-werkverkeer.

  • 3. De reiskosten als bedoeld in het eerste lid worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.

Artikel 3 Zakelijke reiskosten

  • 1. Wethouders hebben recht op een vergoeding voor reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2. De reiskosten en verblijfkosten als bedoeld in het eerste lid worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.

Artikel 4 Dienstauto

  • 1. Wethouders kunnen voor reizen ten behoeve van de gemeente gebruik maken van een dienstauto met chauffeur. Onder dienstauto wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan een door de gemeente ingehuurde auto.

  • 2. De dienstauto met chauffeur kan door de wethouders ook worden gebruikt voor het woon-werkverkeer en voor reizen ten behoeve van nevenfuncties die de wethouders vervullen uit hoofde van het ambt. Indien het efficiënt en doelmatig is met betrekking tot de beschikbaarheid en de doelmatigheid van de wethouder, is het kort inlassen van bepaalde activiteiten toegestaan.

  • 3. Als de wethouders gebruikmaken van een dienstauto dan hebben zij voor die reizen geen recht op een tegemoetkoming voor de reiskosten.

  • 4. Als de wethouders voor reizen ten behoeve van in het tweede lid bedoelde nevenfuncties gebruikmaken van de dienstauto en daarvoor een vergoeding van reiskosten ontvangen wordt die vergoeding in de gemeentelijke kas gestort.

Artikel 5 Buitenlandse dienstreis

  • 1. Als de wethouders in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maken worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.

  • 2. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar Brussel zonder overnachting, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

  • 3. Het is toegestaan bij vliegreizen met een duur langer dan ongeveer twee en een half uur businessclass te vliegen. Ingeval de duur korter is dan ongeveer twee en een half uur, wordt economyclass gevlogen.

  • 4. De wethouder die het voornemen heeft een buitenlandse dienstreis te maken, meldt dit voornemen (onder andere reisbestemming- en doel) vooraf in de collegevergadering, conform de regels die zijn vastgelegd in de Gedragscode voor het college.

Artikel 6 Computer en internetverbinding

De wethouders aan wie een computer, bijbehorende apparatuur, software en faciliteit voor internetverbinding in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, die door hen geheel of nagenoeg geheel zakelijk dienen te worden gebruikt, tekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 7 Communicatieapparatuur

  • 1. De wethouders aan wie communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld tekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2. Op de bezoldiging van de wethouders die de communicatieapparatuur mede gebruiken voor privédoeleinden wordt voor dit privégebruik een nader door het college te bepalen bedrag ingehouden.

Artikel 8 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming

De wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

  • a.

    reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositiewethouders, en;

  • b.

    verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 9 Outplacement

  • 1. In dit artikel wordt verstaan onder:

    • a.

      belanghebbende: degene die opgehouden is wethouder te zijn vóór 27 april 2010 en in het genot is van een uitkering op grond van artikel 131 tot en met 136 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers;

    • b.

      outplacementbureau: bureau of organisatie bij voorkeur aangesloten bij een brancheorganisatie voor outplacement en loopbaanbegeleiding.

  • 2. Het college besluit op aanvraag omtrent de toekenning van outplacementfaciliteiten. De kosten van de outplacementfaciliteiten komen voor rekening van de gemeente. Het college sluit daartoe een schriftelijke overeenkomst met het outplacementbureau. Eventuele reis-, verblijf- en verwervingskosten komen voor rekening van belanghebbende.

  • 3. De outplacementfaciliteiten worden toegekend voor de periode van ten hoogste één jaar.

  • 4. In de gevallen waarin dit artikel niet of niet in redelijkheid voorziet is het college bevoegd een voorziening te treffen.

Artikel 10 Werkkostenregeling

Gezien de Wet op de loonbelasting 1964 wijst de gemeente als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van die wet aan de vergoedingen en verstrekkingen als bedoeld in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders voorzover deze vergoedingen en verstrekkingen plaatsvinden.

Hoofdstuk III De procedure van declaratie

Artikel 11 Betaling vaste vergoedingen

De bezoldiging voor wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoeding en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis tenzij het Rechtspositiebesluit wethouders of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.

Artikel 12 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1. Wethouders dragen ten behoeve van het vergoeden van kosten zorg voor rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

  • 2. Verantwoording van de kosten door de wethouder vindt plaats door de functionaliteit van de gemaakte kosten te vermelden op de originele factuur.

  • 3. Betaling van de factuur ten laste van de gemeente vindt plaats als voldaan wordt aan de bepalingen in deze verordening.

  • 4. De factuur wordt ter goedkeuring ingediend bij de gemeentesecretaris of een daartoe aangewezen ambtenaar.

Artikel 13 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1. De declaratie van de kosten die uit eigen middelen vooruit zijn betaald vindt plaats door de betreffende bon voorzien van toelichting binnen één maand na de betaling ter goedkeuring in te dienen bij de gemeentesecretaris of een daartoe aangewezen ambtenaar.

  • 2. Voor vergoeding van kosten bij buitenlandse dienstreizen wordt gebruik gemaakt van formulieren die gelden voor gemeenteambtenaren. Bij het invullen worden de bij de formulieren geldende voorschriften gevolgd.

    Het formulier voor de afrekening van een verstrekt voorschot (daggeldvergoeding) of het declaratieformulier daggeldvergoeding wordt binnen één maand na afloop van de buitenlandse dienstreis, volledig ingevuld en ondertekend door de wethouder en ter goedkeuring ingediend bij de gemeentesecretaris of een daartoe aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de bewijsstukken.

Hoofdstuk Vl Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 14 Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie wethouders 2012 wordt ingetrokken met ingang van de dag waarop deze verordening in werking treedt.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders 2015.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 27 november 2014.
De griffier, mr. H.L.G. Seuren en de voorzitter, J.J. van Aartsen