Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening voorzieningen raadsleden 2014

Geldend van 23-12-2014 t/m 31-12-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2014

Intitulé

Verordening voorzieningen raadsleden 2014

HOOFDSTUK I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden:

het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;

b.

Regeling rechtspositie wethouders:

de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;

c.

raadslid:

lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;

d.

griffier:

de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

HOOFDSTUK II Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 9 vastgestelde bedrag.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

  • 1. De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag als genoemd in artikel 2, lid 3 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. De hoogte van de onkostenvergoeding zoals die gold voor inwerkingtreding van artikel 2, lid 3 van het Besluit van 20 juni 2014 (Stb. 2014 nr. 230) blijft gehandhaafd tot de gemeenteraadsverkiezingen van 2018.

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1. Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 2. De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 5 Reis- en verblijfkosten

  • 1. Op grond van artikel 97 van de Gemeentewet wordt aan het raadslid de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.

  • 2. De vergoeding voor reis- en verblijfkosten bedoeld in lid 1 is gelijk aan de vergoeding bedoeld in artikel 4, van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 6 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia, die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd, komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. Het raadslid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing waaronder een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij de fractie. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. Als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap komen de kosten voor rekening van de fractie. Aan het budget fractieondersteuning is een budget voor cursussen en congressen toegevoegd.

  • 3. Aan een raadslid die in verband met de uitoefening van het raadslidmaatschap lid is van een beroepsvereniging, vergoedt de gemeente de contributie van die beroepsvereniging.

Artikel 7 ICT voorziening

  • 1. Op aanvraag wordt ten laste van de gemeente aan het raadslid voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een door de gemeente aangeboden ICT voorziening, bijbehorende software en een voorziening voor draadloos internet in bruikleen ter beschikking gesteld, die door hem geheel of nagenoeg geheel zakelijk dient te worden gebruikt.

  • 2. Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 3. De raad stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 8 Fietsregeling

  • 1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Van het raadslid wordt de raadsvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.

  • 2. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat er geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 8a Overgangsregeling levensloopregeling

  • 1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 2. Deelname aan de levensloopregeling is alleen mogelijk als voldaan is aan de voorwaarde dat het raadslid op 31 december 2011 een spaartegoed had dat gelijk is of groter dan € 3.000,00.

  • 3. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 9 Voorziening bij overlijden

  • 1. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van een raadslid wordt aan de nabestaande met wie het raadslid één huishouden vormde, een bedrag ineens uitgekeerd, gelijk aan de vergoeding voor de werkzaamheden voor raadsleden over een tijdvak van drie maanden.

  • 2. Indien de overledene geen nabestaande nalaat, geschiedt de uitkering ten behoeve van de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen dan wel pleegkinderen. Ontbreken ook deze, dan geschiedt de uitkering, indien de overledene kostwinner was voor ouders, meerderjarige kinderen, broers of zusters, ten behoeve van deze betrekkingen.

  • 3. Onder de nabestaande van een raadslid wordt verstaan: degene met wie het raadslid was gehuwd c.q. een geregistreerd partnerschap was aangegaan, dan wel zijn/haar levenspartner, indien de niet-huwelijkse samenlevingsvorm blijkt uit een bij een notaris opgemaakt samenlevingscontract.

Artikel 10 Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte

  • 1. De artikelen 2 tot en met 4 en 7 tot en met 9 en 14 blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is.

  • 2. De artikelen 1 tot en met 7 van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.

HOOFDSTUK III De procedure van declaratie

Artikel 11 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door:

  • a.

    betaling uit eigen middelen; of

  • b.

    rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

Artikel 12 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1. Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in artikel 5 en 6 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door de raad is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend en binnen 2 maanden bij de griffier of een door hem aangewezen ambtenaar ingediend, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Artikel 13 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1. De vergoeding van kosten, bedoeld in artikel 5en 6 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.

  • 2. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het presidium is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 3. Het raadslid dient het begeleidingsformulier en de factuur binnen 2 maanden in bij de griffier of de door hem aangewezen ambtenaar.

HOOFDSTUK lV Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 14 Intrekking oude verordening

De Verordening voorzieningen raadsleden 2013 wordt ingetrokken.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na de dag van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2014.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening voorzieningen raadsleden 2014.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 18 december 2014.
De griffie, mr. H.L.G. Seuren en de voorzitter, J.J. van Aartsen.