Regeling vervallen per 01-03-2023

Regeling Cliëntenraad Sociaal Domein Den Haag 2015

Geldend van 27-10-2015 t/m 28-02-2023

Intitulé

Regeling Cliëntenraad Sociaal Domein Den Haag 2015

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE DEN HAAG,

  • 1.

    gezien de notitie ‘Naar een Cliëntenraad Sociaal Domein’ (RIS 281034);

  • 2.

    gelet op het voorstel van het college inzake de Cliëntenraad Sociaal Domein, vastgesteld door de raad op 26 maart 2015 (rv18, 2015).

Besluit:

Vast te stellen de navolgende Regeling Cliëntenraad Sociaal Domein en de deelraden Participatie, Wmo en Jeugd Den Haag 2015 (Regeling Cliëntenraad Sociaal Domein Den Haag 2015).

Den Haag, 27 oktober 2015

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

mw. A.W.H. Bertram

de locoburgemeester,

S. Baldewsingh

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    agendacommissie: een commissie die de agendapunten voor overleg met de gemeente verdeelt over de CSD en deelraden;

  • -

    algemeen directeur: de algemeen directeur van de dienst OCW of de dienst SZW;

  • -

    ambtelijk secretaris: ambtenaar die door de gemeente als secretaris aan de CSD en deelraden is toegevoegd;

  • -

    Bbz: Besluit bijstandsverlening zelfstandigen;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

  • -

    cliënten: gebruikers van de in deze regeling in artikel 4 genoemde wetten;

  • -

    cliëntengroepen: groepen van gebruikers van de in deze regeling in artikel 4 genoemde wetten;

  • -

    cliëntenparticipatie: deelname van cliënten of vertegenwoordigers van cliënten in een deelraad of CSD;

  • -

    CSD: Cliëntenraad Sociaal Domein. Deze raad is overkoepelend aan de deelraden;

  • -

    deelraad: deelraad Participatie, deelraad WMO of de deelraad Jeugd;

  • -

    deskundigheidsbevordering: de leden van de CSD of deelraden kunnen (extern) advies inwinnen om hun taken, waaronder de advisering, te kunnen uitoefenen;

  • -

    dienst OCW: de dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn;

  • -

    dienst SZW: de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten;

  • -

    directeur: een directeur van de dienst OCW of de dienst SZW;

  • -

    gemeente: gemeente Den Haag;

  • -

    IOAW: Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werknemers;

  • -

    IOAZ: Wet Inkomensvoorziening Oudere of gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen;

  • -

    Jeugdwet 2015: Wet inzake regels over de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor preventie, ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen;

  • -

    Organisatie: georganiseerd verband; formeel (bijvoorbeeld een stichting) of informeel (bijvoorbeeld een platform of zelforganisatie);

  • -

    Participatiewet c.s.: Participatiewet, Bbz, IOAW, IOAZ, Wet Inburgering, Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, Wet Sociale Werkvoorziening en de Wet op de Lijkbezorging;

  • -

    platform: individuen, al dan niet een organisatie vertegenwoordigend, die bijeenkomen voor overleg rondom een bepaald thema;

  • -

    Wmo 2015: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

  • -

    Zelforganisatie: groepen mensen die bijeenkomen in een georganiseerd verband zonder dit formeel te hebben vastgelegd.

Artikel 2 Doel van de Cliëntenraad Sociaal Domein en de deelraden

De CSD en de deelraden dienen te waarborgen dat de belangen van cliënten uitdrukkelijk worden meegewogen in beleidsvoorstellen van de gemeente ten aanzien van de volgende wetten: Participatiewet c.s., de Wmo 2015 en de Jeugdwet.

Artikel 3 Taken van de CSD en de deelraden

  • 1.

    De CSD en de drie deelraden hebben daartoe de volgende taken:

    • a.

      het college gevraagd en ongevraagd adviseren, in het bijzonder vanuit het perspectief van cliënten ten aanzien van de uitvoering van de in artikel 2 genoemde wetten door de gemeente; onder meer over voorstellen met betrekking tot verordeningen, voorgenomen beleid en evaluatie van beleid.

    • b.

      knelpunten in de uitvoering van het beleid of van lacunes in het beleid signaleren en voorleggen aan de dienst OCW of de dienst SZW.

    • c.

      anderszins de belangen van cliënten en/of cliëntengroepen vertegenwoordigen in de CSD of deelraden.

  • 2.

    De CSD en deelraden zijn niet bevoegd te adviseren over:

    • a.

      privaatrechtelijke rechtshandelingen door de gemeente als rechtspersoon verricht.

    • b.

      zaken aangaande het werkgeverschap van de gemeente.

    • c.

      zaken die betrekking hebben op individuele cliënten.

Artikel 4: Domein van de CSD en deelraden

  • 1.

    Elke deelraad bestrijkt een afgebakend terrein:

    • a.

      de deelraad Participatie adviseert en signaleert over de uitvoering van de Participatiewet c.s.

    • b.

      de deelraad Wmo adviseert en signaleert over de uitvoering van de Wmo 2015.

    • c.

      de deelraad Jeugd adviseert en signaleert over de uitvoering van de Jeugdwet.

  • 2.

    De CSD is een overkoepelend orgaan dat adviseert en signaleert over beleid dat meer dan één deelraad betreft. De CSD zal onderwerpen die reeds in een deelraad zijn besproken, in beginsel niet aan de orde stellen.

Hoofdstuk 2 Organisatie van de CSD en deelraden

Artikel 5 De agendacommissie

  • 1.

    De agendacommissie heeft als doel een bijdrage te leveren aan het effectief en efficiënt verloop van de communicatie tussen de CSD en deelraden enerzijds en tussen de CSD of deelraden en de gemeente anderzijds.

  • 2.

    De agendacommissie voert de volgende taken uit:

    • a.

      de samenhang tussen de CSD en de deelraden realiseren;

    • b.

      de voorbereiding van de vergaderingen van de CSD en deelraden;

    • c.

      het bewaken taakverdeling tussen CSD en de verschillende deelraden;

    • d.

      signalen met betrekking tot knelpunten in het gemeentelijk beleid of in de uitvoering van dat beleid via de ambtelijk secretaris voorleggen aan de betrokken dienst en de signalen en reacties daarop doorgeleiden naar de CSD of de betrokken deelraad.

  • 3.

    De agendacommissie bestaat uit de voorzitter en secretaris van de CSD, de voorzitters van de deelraden en de ambtelijk secretaris.

Artikel 6 Functievereisten leden

  • 1.

    Aan de leden en plaatsvervangend leden van de CSD en de deelraden worden de volgende eisen gesteld. De leden en plaatsvervangend leden:

    • a.

      vertegenwoordigen een (belangen)organisatie die gezien haar doelstelling en werkwijze betrokken is bij de belangen van de cliënten.

    • b.

      beschikken over voldoende kennis van de in artikel 4, eerste lid, bij de betreffende deelraad genoemde wetgeving.

    • c.

      zijn representatief voor een deel van de cliënten.

    • d.

      kunnen adviseren vanuit het perspectief van cliënten als ook vanuit de populatie in bredere zin.

    • e.

      beschikken over advies- en uitdrukkingsvaardigheid om de belangen van cliënten in het algemeen te kunnen verwoorden en te vertegenwoordigen.

    • f.

      beschikken over een relevant netwerk van cliënten en weten dit netwerk effectief te gebruiken om signalen te inventariseren.

    • g.

      zijn in staat om signalen te verwerken in beleidsvragen en beleidsadvies.

    • h.

      zijn in staat beleids- en uitvoeringsvoorstellen te beoordelen op de gevolgen voor de cliënten.

  • 2.

    Aan de leden en plaatsvervangend leden die zitting nemen in de CSD worden de volgende aanvullende eisen gesteld. De leden en plaatsvervangend leden:

    • a.

      hebben kennis van alle genoemde beleidsterreinen in artikel 4, eerste lid.

    • b.

      overzien de onderlinge samenhang tussen onderwerpen op al deze beleidsterreinen.

  • 3.

    Een lid van de CSD kan tevens deelnemen aan één van de drie deelraden.

  • 4.

    Bij voorkeur is de CSD samengesteld uit leden van de drie deelraden en leden die uitsluitend deelnemen aan de CSD.

  • 5.

    Het lidmaatschap van CSD of deelraad is onverenigbaar met:

    • a.

      het lidmaatschap van de gemeenteraad van Den Haag, van een raadscommissie of adviesorganen ten behoeve van de gemeenteraad van Den Haag.

    • b.

      het verrichten van werkzaamheden in tijdelijke of vaste dienst als ambtenaar van de gemeente.

Artikel 7 Taken en functievereisten voorzitters

  • 1.

    De voorzitters van de CSD en de deelraden hebben tot taak de interne vergaderingen en de vergaderingen met de gemeente te leiden. Daarnaast hebben zij zitting in de agendacommissie.

  • 2.

    Aan de voorzitters worden de volgende eisen gesteld. De voorzitters:

    • a.

      zijn in staat een vergadering voor te zitten.

    • b.

      kunnen belangen afwegen en laten meewegen in een standpunt en een advies.

    • c.

      houden rekening met gevoeligheden en zijn diplomatiek.

Artikel 8 Selectie van organisaties die vertegenwoordigd zijn in CSD of deelraden

  • 1.

    Het college stelt in ieder geval eens per vier jaar een lijst vast van organisaties die de belangen van cliënten in Den Haag kunnen behartigen. Bij wijzigingen in de samenstelling van de CSD of deelraden, kan de lijst ook tussentijds worden aangepast. Daarbij worden de volgende selectiecriteria gehanteerd. De op de lijst geplaatste organisaties:

    • a.

      zijn op basis van hun doelstelling en werkwijze betrokken bij de belangen van Haagse burgers die gebruik maken van de in artikel 4 genoemde wetten;

    • b.

      beschikken over voldoende kennis op het gebied van de genoemde wetten en regelingen en kunnen iemand afvaardigen die aan bovengenoemde eisen voor de leden voldoet;

    • c.

      zijn representatief voor tenminste een deel van de gebruikers van genoemde wetten;

    • d.

      zijn bereid om een persoon voor te dragen die zelf cliënt is, dan wel een persoon die toegang heeft tot ervaringsdeskundigheid.

  • 2.

    Als meer organisaties eenzelfde cliëntengroep representeren, wordt bij een keuze uitgegaan van de volgende afwegingen:

    • a.

      belangenorganisaties van cliënten hebben de voorkeur boven professionele organisaties;

    • b.

      stedelijke of regionaal opererende organisaties hebben de voorkeur boven landelijk georiënteerde organisaties;

    • c.

      stedelijk opererende organisaties hebben de voorkeur boven organisaties die zich op een specifiek deel van de gemeente richten.

  • 3.

    Organisaties kunnen niet op de lijst geplaatst worden als zij voor de uit te voeren taken gemeentelijke subsidie ontvangen tenzij:

    • a.

      de ontvangen subsidie niet is bedoeld voor de wetten en onderwerpen waarover de CSD of deelraden adviseren;

    • b.

      de subsidie bedoeld is voor het behartigen van de belangen van cliënten op de wetten en onderwerpen waarover de CSD of deelraad adviseren;

    • c.

      cliëntengroepen en –belangen anders niet vertegenwoordigd kunnen worden in de CSD of deelraden;

  • 4.

    De vastgestelde lijst zal na besluitvorming door het college als bijlage worden toegevoegd aan deze regeling.

  • 5.

    Elke organisatie zal in de CSD of deelraden vertegenwoordigd worden door maximaal één lid of één plaatsvervangend lid. Uitgezonderd is de deelraad jeugd waarbij de voorzitter kan kiezen om meerdere ouders en/of jongeren van één organisatie uit te nodigen. Zie ook artikel 9, lid 2.

Hoofdstuk 3 Benoeming, ontslag en zittingsduur

Artikel 9 Benoeming leden

  • 1.

    De CSD en de deelraden Participatie en Wmo bestaan elk minimaal uit 6 leden en 6 plaatsvervangend leden, en maximaal uit 12 leden en 12 plaatsvervangend leden.

  • 2.

    De deelraad Jeugd bestaat uit twee platforms, één voor ouders en één voor jeugd. Hier worden geen leden voor benoemd, maar worden per bijeenkomst vertegenwoordigers van cliëntenraden, ouderraden en belangenverenigingen uitgenodigd. Een platformbijeenkomst bestaat uit minimaal 10 aanwezigen. Per keer wordt een afvaardiging voor de CSD georganiseerd van minimaal 2 en maximaal 4.

  • 3.

    De leden en plaatsvervangend leden worden op voordracht van de geselecteerde organisaties namens het college benoemd door de algemeen directeur voor een periode van drie jaar.

  • 4.

    Dit geschiedt nadat de voorzitter van de CSD of betrokken deelraad en een vertegenwoordiger van de gemeente in een entreegesprek met de voorgedragen persoon, de geschiktheid hebben vastgesteld.

  • 5.

    Na het verstrijken van de drie jaar wordt de benoeming van rechtswege met drie jaar verlengd, tenzij de organisatie die het lid heeft voorgedragen voor dat tijdstip een andere kandidaat voordraagt.

Artikel 10 Ontslag leden

  • 1.

    Een lid van de CSD of een deelraad kan tussentijds ontslag nemen. Hij doet hiervan melding aan de CSD of betrokken deelraad en de betrokken directeur.

  • 2.

    Een lid van de CSD of een deelraad kan tussentijds door de algemeen directeur worden ontslagen op verzoek van de organisatie die hem voor benoeming heeft voorgedragen.

  • 3.

    Een lid van de CSD of een deelraad kan tussentijds door de algemeen directeur worden ontslagen als de organisatie niet meer is opgenomen in de lijst die is vastgesteld door het college.

  • 4.

    Een lid van de CSD of een deelraad kan tussentijds door de algemeen directeur worden geschorst of ontslagen bij disfunctioneren, als de overige leden van de CSD of deelraad en de betrokken directeur daartoe gezamenlijk en unaniem hebben besloten.

Artikel 11 Benoeming en ontslag voorzitters

  • 1.

    De CSD en de deelraden dragen uit hun midden voorzitters voor aan de algemeen directeur. Deze benoemt degenen die voorgedragen zijn, voor drie jaar. De algemeen directeur kan alleen gemotiveerd van de voordrachten afwijken.

  • 2.

    Als de CSD of betrokken deelraad geen voordracht doet, kan de directeur één van de leden met diens instemming aanwijzen als voorzitter.

  • 3.

    Indien vanuit de CSD of de betrokken deelraad geen lid als voorzitter beschikbaar is, benoemt de algemeen directeur een persoon van buiten de raad in die functie, nadat de CSD respectievelijk de betrokken deelraad met een daartoe strekkende voordracht van de algemeen directeur heeft ingestemd.

  • 4.

    De benoeming tot voorzitter geldt voor een periode van maximaal drie jaar. Herbenoeming kan voor een nieuwe periode van drie jaar plaatsvinden, indien de CSD of de betrokken deelraad en de betrokken directeur hierover overeenstemming hebben bereikt.

  • 5.

    Indien de voorzitter van CSD of de betrokken deelraad tussentijds ontslag wenst te nemen, doet hij hiervan schriftelijk mededeling aan de CSD, respectievelijk de betrokken deelraad en de algemeen directeur.

  • 6.

    De algemeen directeur kan de voorzitter van CSD of een deelraad tussentijds ontslag verlenen als de betrokken directeur en de CSD of deelraad hierover overeenstemming hebben bereikt.

  • 7.

    Een voorzitter van de CSD of deelraad kan tussentijds door de algemeen directeur worden geschorst of ontslagen bij disfunctioneren, als de overige leden van de CSD of deelraad en de betrokken directeur daartoe gezamenlijk en unaniem hebben besloten.

Artikel 12 Aanstelling secretarissen

De CSD en deelraden benoemen uit hun midden secretarissen. Hiervan doen zij melding aan de algemeen directeur.

Hoofdstuk 4 Procesregels rondom advisering

Artikel 13 De overlegvergadering

  • 1.

    Tussen de directeuren of hun plaatsvervangers en de CSD of de deelraden vindt regelmatig overleg plaats:

    • a.

      de CSD vergadert minimaal 3 en maximaal 5 keer per jaar met een algemeen directeur van de dienst OCW of SZW;

    • b.

      de deelraden vergaderen minimaal 2 en maximaal 10 keer per jaar met een directeur of diens plaatsvervanger van de diensten OCW of SZW.

  • 2.

    Een extra overleg kan op verzoek van zowel CSD of deelraad als de betrokken directeur worden gehouden.

  • 3.

    Deze overleggen zijn niet openbaar.

  • 4.

    Het overleg wordt voorgezeten door de voorzitter van de CSD of deelraad.

  • 5.

    Desgewenst kan de betrokken directeur zich in het overleg laten bijstaan door ambtenaren van de gemeente.

Artikel 14 Advisering

  • 1.

    De gemeente draagt zorg voor een goede en tijdige informatieverstrekking, zowel schriftelijk als mondeling, aan de CSD of de deelraden opdat deze organen hun adviserende functie op toereikende wijze en efficiënt kunnen uitvoeren.

  • 2.

    Daartoe zal de betrokken directeur de CSD of deelraden tijdig informeren over voorgenomen wijzigingen in het beleid en over nieuw beleid ten aanzien van alle onderwerpen waarover de CSD of deelraden bevoegd zijn te adviseren.

  • 3.

    Als overleg door omstandigheden niet mogelijk is, draagt de betrokken directeur zorg voor een adequate informatievoorziening en stelt hij de CSD respectievelijk betrokken deelraad in staat om op basis daarvan tijdig te adviseren.

  • 4.

    Adviezen van de CSD of deelraden die betrekking hebben op een voorstel aan het college, worden tegelijk met dat voorstel en het advies van de wethouder aan het college voorgelegd.

  • 5.

    Het college geeft in de toelichting op een raadsvoorstel weer op welke wijze het advies van de CSD of deelraden betrokken is in de voorbereiding van de besluitvorming.

Hoofdstuk 6 Faciliteiten

Artikel 15 Ondersteuning

  • 1.

    De gemeente draagt zorg voor de organisatie van de overlegvergadering van de CSD en deelraden met de gemeente.

  • 2.

    Het secretariaat van dit overleg wordt verzorgd door de gemeente. Voorafgaand aan het overleg stelt de ambtelijk secretaris, gehoord de voorzitter van de CSD respectievelijk deelraad en de betrokken directeur, de agenda op.

  • 3.

    De ambtelijk secretaris draagt zorg voor vergaderfaciliteiten voor de overlegvergadering.

  • 4.

    De ambtelijk secretaris draagt zorg voor een verslag van de overlegvergaderingen en bijeenkomsten van de CSD en deelraden met de gemeente.

Artikel 16 Vergoedingen

  • 1.

    Het college stelt per kalenderjaar een vast bedrag beschikbaar dat voor de CSD en deelraden op declaratiebasis bestemd is voor administratieve ondersteuning, deskundigheidsbevordering, de vergoeding als bedoeld in lid 4 en vergaderkosten anders dan bedoeld in artikel 15.

  • 2.

    Indien de CSD of deelraden voornemens zijn activiteiten te ontplooien die niet passen binnen het in eerste lid bedoelde budget, dan kan de CSD een gemotiveerd verzoek tot een eenmalige verhoging van dit budget indienen bij de algemeen directeur.

  • 3.

    Indien de algemeen directeur van de dienst OCW of SZW besluit om het verzoek af te wijzen, wordt dit besluit, met redenen omkleed, zo spoedig mogelijk aan de CSD medegedeeld.

  • 4.

    De benoemde leden van de CSD en de deelraden Participatie en Wmo ontvangen per kalenderjaar een vergoeding waarvan de hoogte afhankelijk is van het aantal bijgewoonde vergaderingen met de betrokken directeur. De hoogte van de vergoeding per vergadering is gelijk aan die van leden van de commissies vermeld in lijst 1 in de Verordening regelende de vergoeding aan leden van commissies die geen raadslid zijn.

  • 5.

    De deelnemers aan de deelraad Jeugd ontvangen geen vaste vergoeding per vergadering, maar worden jaarlijks beloond in de vorm van een training en/of passende activiteit gericht op educatie of persoonlijke ontwikkeling.

Hoofdstuk 7 Verslaglegging

Artikel 17 Verslaglegging

De CSD brengt jaarlijks vóór 1 april aan het college verslag uit van de activiteiten in het daaraan voorafgaande kalenderjaar. Het college zendt dit verslag, voorzien van een reactie, ter kennisneming aan de gemeenteraad.

Hoofdstuk 14 Invoeringsbepalingen

Artikel 18 Kwartiermaker

Voor de invoering van de CSD en de deelraden wordt een kwartiermaker aangesteld. Deze fungeert als voorzitter a.i. van de CSD totdat een reguliere voorzitter is benoemd. Aan de kwartiermaker worden de eisen zoals genoemd in artikel 7 niet gesteld.

Artikel 19 Evaluatie

Een jaar na de inwerkingtreding van de Regeling Cliëntenraad Sociaal Domein Den Haag 2015, evalueren de CSD en de deelraden in samenwerking met de gemeente, de werking en structuur, zoals beschreven in deze regeling. Een verslag van de evaluatie zal worden voorgelegd aan het college.

Hoofdstuk 15 Slotbepalingen

Artikel 20 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Cliëntenraad Sociaal Domein Den Haag 2015.