Uitvoeringsbeleid ontheffingverlening voetgangersgebieden

Geldend van 10-11-2015 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsbeleid ontheffingverlening voetgangersgebieden

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

gelet op:

  • -

    artikel 149 van de Wegenverkeerswet en artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990;

  • -

    artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

  • I.

    Het uitvoeringsbeleid vast te stellen, dat als bijlage bij het onderhavige voorstel is gevoegd.

  • II.

    Dat dit uitvoeringsbeleid op 10 november 2015 in werking treedt.

  • III.

    Het Uitvoeringsbeleid Ontheffingverlening Voetgangersgebieden, dat op 12 juni 2012 in werking is getreden (RIS 250214), in te trekken.

  • IV.

    Dat dit besluit wordt gepubliceerd in het gemeenteblad van week 46 van 2015 en met ingang van 12 november 2015, inclusief bijlagen, terug te vinden zal zijn op de site

    www.denhaag.nl/bestuurlijkestukken, onder risnummer 288222.

Den Haag, 10 november 2015

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris, de burgemeester,

mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen

BIJLAGE

Uitvoeringsbeleid Ontheffingverlening Voetgangersgebieden

1.Inleiding

Op 12 juni 2012 is het “Uitvoeringsbeleid ontheffingverlening voetgangersgebieden” in werking getreden (RIS 250214). Met deze beleidsregel is een eenduidig beleid voor ontheffingverlening vastgesteld voor alle met pollerinstallaties afgesloten voetgangersgebieden in Den Haag.

Gezien het specifieke karakter van de diverse voetgangersgebieden en de diversiteit aan gebruikers bevat het uitvoeringsbeleid het nodige maatwerk.

Inmiddels blijkt het uitvoeringsbeleid, voor zover geformuleerd, te voldoen. Wel zijn vanuit de actualiteit en ervaringen in de praktijk enkele aanvullingen nodig. Het huidige beleid (RIS 250214) is tegen het licht gehouden en geactualiseerd.

Den Haag kent een aantal voetgangersgebieden. Deze gebieden worden aangeduid met zogenaamdeG7 borden, zoals opgenomen in het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV).

Dergelijke gebieden mogen worden gebruikt door voetgangers, fietsers (alleen als een onderbord dit aangeeft) en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen. Daarbij staat het veilig gebruik kunnen maken van het voetgangersgebied door de voetganger (en overige gebruikers van het gebied) voorop. Om ervoor te zorgen dat een aantal voetgangersgebieden aan hun bestemming voldoen, zijn er verkeersondersteunende maatregelen genomen door het plaatsen van pollers.

Verspreid over heel Den Haag zijn er tot nu circa 80 pollerinstallaties in gebruik. Een aantal daarvan, in totaal 13, heeft enkel tot doel om sluipverkeer tegen te gaan en is uitsluitend te passeren door nood- en hulpdiensten of het openbaar vervoer. Hiervoor wordt geen ontheffing verleend aan andere partijen.

Deze pollers worden in de beleidsregel verder buiten beschouwing gelaten.

Daarnaast zijn er pollers geplaatst in de openbare ruimte die de veiligheid van een gebouw moeten waarborgen (b.v. Ambassades en Ministeries). Ook deze worden hier buiten beschouwing gelaten.

Voor de binnenstad is expliciet een toegangsbeleid vastgesteld.

Gezien het specifieke karakter van de diverse voetgangersgebieden en de diverse gebruikers, is

maatwerk gewenst. Een aantal gebruikers kent een zodanig specifieke taak dan wel positie dat zijspecifieke voorwaarden tot toelating kennen, te weten:

  • -

    de nood- en hulpdiensten hebben te allen tijde toegang;

  • -

    bewoners, bedrijven, andere gerechtigden, deze allen voor zover zij beschikken over een parkeerplaats op eigen terrein binnen een voetgangersgebied;

  • -

    taxi’s in de zin van artikel 1.1 Regeling voertuigen, of daarmee vergelijkbare voertuigen hebben in het voetgangersgebied Binnenstad (cluster A t/m I) tussen 21.00 uur en 11.30 uur toegang. Tussen 11.30 uur en 21.00 uur is er voor hen beperkte toegang op de daarvoor bestemde hoofdroutes (Grote Markt-Luthserse Burgwal, Kalvermarkt-Spui, Spui-Hofweg);

  • -

    gemeentediensten of bedrijven die zich namens de gemeente bezighouden met het verrichten van herstel- of onderhoudswerkzaamheden hebben toegang tot de voetgangersgebieden.

Een tweetal gebruikersgroepen kennen een bijzondere positie in de stad. Op basis van afspraken met de gemeente regelen deze gebruikersgroepen zelf de toegang en geven alleen toegang aan bestemmingsverkeer dat betrekking heeft op het bedrijf of instelling.

Ook hier geldt dat toestemming wordt verleend aan de hand van de gestelde voorwaarden inhoofdstuk 2. Het betreft hier:

  • 1.

    hotels gelegen in de voetgangersgebieden;

  • 2.

    de Tweede Kamer (vanwege de veiligheid die geboden moet worden voor de hoogwaardigheidsbekleders die op de bestemming moeten zijn).

Ontheffing

De ontheffing bestaat uit drie delen, namelijk de ontheffingsbrief, de ontheffingskaart met het kenteken van het voertuig en de geldigheidsduur van de ontheffingskaart en het toegangsmiddel.

Verder bevat de ontheffing de volgende gegevens: de periode en tijdvakken waarvoor de ontheffing geldig is, het cluster waarvoor de ontheffing geldig is, de naam van de ontheffinghouder, een omschrijving van de verboden waarvoor de ontheffing van kracht is en de datum van afgifte.

Het college voorziet met dit besluit in de uitvoering van de incidentele ontheffingen. Om te zorgen dat de voetgangersgebieden alleen door daartoe gerechtigde verkeersdeelnemers worden gebruikt en de voorschriften verbonden aan de ontheffingen worden nageleefd, is handhaving noodzakelijk.

De Dienst Stadsbeheer zal dit namens het college verzorgen samen met de politie.

De handhaving richt zich op het illegaal geparkeerd staan in het voetgangersgebied. Daarnaast heeft

het college te allen tijde de mogelijkheid om de ontheffing in te trekken op basis van artikel 7.

Nieuwe ontwikkelingen

De gemeente heeft in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) een contract afgesloten met een vervoersbedrijf om mensen met een beperking te vervoeren.

Dit betreft het sociaal-recreatieve vervoer voor mensen met een beperking. Op basis van het huidige beleid wordt aan WMO vervoer een permanente pollerontheffing verleend voor het centrumgebied.

Hiermee wordt mogelijk gemaakt dat de groep mensen met een beperking zowel kan worden opgehaald in als toegang kan worden verleend tot de voetgangersgebieden.

De druk op de beschikbare capaciteit in het WMO vervoer neemt toe vanwege de groter wordende doelgroep. Daarom bestaat de wens om op termijn samenwerking in het bestaande vervoersaanbod te realiseren. Dat biedt kansen voor de wijkbus. De wijkbus is een voorliggende voorziening op het WMO vervoer. Met aangepaste personenbussen vervoeren vrijwilligers collectief ouderen en mindervaliden in hun wijk. De gemeente Den Haag subsidieert de wijkbussen voor het grootste deel. Wijkbussen kwamen voorheen niet in aanmerking voor een pollerontheffing. Gelet op het voorgaande komt de stadsdeelgebonden wijkbus nu wel in aanmerking voor een permanente pollerontheffing.

Het betreft hier uitsluitend bestemmingsverkeer in de voetgangersgebieden en winkelcentra in de stad.

In deze gevallen is er geen sprake van doorgaand verkeer. De wijkbus levert een te verwaarlozen bijdrage aan het verkeer in de voetgangersgebieden.

Op 1 mei 2014 is een aantal taxistandplaatsen met een pollerinstallatie alleen toegankelijk gemaakt voor taxi’s die zijn aangesloten bij een zogeheten Toegelaten Taxi Organisatie (TTO). De toegang tot de

standplaatsen wordt niet verkregen op grond van het Uitvoeringsbeleid ontheffingverlening voetgangersgebieden en de pollerpas maar op grond van de Taxiverordening Den Haag 2014 en een afzonderlijke ‘groengele’ toegangspas.

Hoewel de pollerpas en de groengele toegangspas voor taxi’s gebruik maken van dezelfde techniek staan zij verder geheel los van elkaar. WMO vervoer en wijkbussen maken geen gebruik van de taxistandplaatsen.

Versimpeling procedure aanvraagpollerontheffing

De administratieve lasten voor houders van een ontheffing verdienen bijzondere aandacht. Dit mede naar aanleiding van de vraag van een bewoner waarom jaarlijks steeds dezelfde gegevens bij de gemeente moeten worden ingediend. Om aan dit bezwaar al op korte termijn tegemoet te komen wordt voor bewoners, die hebben aangetoond een parkeerplaats op eigen terrein te beschikken, de geldigheid van de ontheffingskaarten verlengd van 1 naar 5 jaar. Met dien verstande dat wijzigingen in gegevens per direct gemeld dienen te worden. Met het nemen van deze maatregel wordt tegemoet gekomen aan de bestuurlijke wens om de administratieve lasten voor ontheffinghouders te verlagen.

Bij het verlengen van de ontheffingskaart wordt vastgesteld of de ontheffinghouder nog recht heeft op de ontheffing. Dit om te voorkomen dat er steeds meer bestuurders zonder ontheffing in het gebied komen. Met een termijn van 5 jaar wordt verwacht dat de hoeveelheid verkeer dat zonder geldige reden in het voetgangersgebied rijdt binnen een aanvaardbare grens blijft. Wij zijn onder meer bezig met een haalbaarheidsonderzoek tot het vervangen van pollers door camera’s. U wordt hier te zijner tijd over geïnformeerd.

Vernieuwing van de ontheffingskaarten kan op de gemeentelijke website worden aangevraagd.

Na doorontwikkeling van het gebruik van Digi-D en E-herkenning wordt een verdere vereenvoudiging in de manier van aanvragen op de website voorzien.

2. Ontheffingenbeleid voetgangersgebieden Den Haag

Begripsomschrijvingen

Artikel 1

a) Voetgangersgebied: een zone in Den Haag met G7 borden als bedoeld in het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV).

b) Motorvoertuig: alle gemotoriseerde voertuigen behalve bromfietsen, fietsen met trapondersteuning en gehandicaptenvoertuigen, bestemd om anders dan langs rails te worden voortbewogen.

c) Cluster: het voetgangersgebied, of een deel daarvan, zoals aangegeven op bij deze regeling behorende overzichtskaarten.

d) Ontheffinghouder: natuurlijke persoon of rechtspersoon die het op grond van deze regeling is toegestaan om in een aangewezen voetgangersgebied te rijden met een motorvoertuig.

e) Venstertijden: de tijdvakken, zijnde maandag tot en met vrijdag van 05.00 uur tot 11.30 uur en zaterdag en zondag van 06.00 uur tot 11.30 uur, waarin een cluster voor iedereen bereikbaar is en de aldaar gevestigde bedrijven/winkels bevoorraad kunnen worden.

f) Permanente ontheffing: een door het college afgegeven ontheffing voor onbepaalde tijd op grond waarvan het is toegestaan om met een motorvoertuig het voetgangersgebied binnen te gaan, met één of meerdere bijbehorende ontheffingskaarten en toegangsmiddel(en).

g) Incidentele ontheffing: een door het college afgegeven ontheffing voor een bepaalde tijdsduur op grond waarvan welke het is toegestaan om met een motorvoertuig het voetgangersgebied binnen te gaan, met één of meerdere bijbehorende ontheffingskaarten en toegangsmiddel(en).

Ontheffingen/Venstertijden

Artikel 2

  • 1.

    Dit ontheffingenbeleid is van toepassing op de afgifte van ontheffingen voor het rijden in voetgangersgebieden.

  • 2.

    Ontheffingen worden afgegeven voor het passeren met voertuigen van afsluitingen en het berijden met motorvoertuigen van de afgesloten voetgangersgebieden teneinde gelegenheid te geven goederen te laden of te lossen, werkzaamheden uit te voeren of andere (spoedeisende) zaken te doen die niet binnen de gestelde venstertijden passen.

  • 3.

    De venstertijden zijn van toepassing op de voetgangersgebieden: cluster A t/m S – U.

  • 4.

    Voor cluster B / J / R (installatienummers: 170 / 601 / 205) gelden op marktdagen en de

    dag vóór de marktdag venstertijden van 17.00 uur tot 19.00 uur.

Permanente ontheffingen

Artikel 3

  • 1.

    Een permanente ontheffing wordt verleend aan:

    • a.

      nood- en hulpdiensten, openbaar vervoer;

    • b.

      bewoners, bedrijven, andere gerechtigden, deze allen voor zover zij beschikken over een parkeerplaats op eigen terrein binnen een voetgangersgebied;

    • c.

      bewoners die niet beschikken over een parkeerplaats op eigen terrein binnen voetgangersgebied van maandag tot en met woensdag en van vrijdag tot en met zondag van 18.00 uur en 20.00 uur en op donderdagavond van 21.00 uur tot 22.00 uur;

    • d.

      bedrijfsafvalinzameling - waarvan de voertuigen elektrisch worden aangedreven van maandag tot en met woensdag en vrijdag tot en met zondag van 18.30 uur tot 22.00 uur;

    • e.

      taxi’s in de zin van artikel 1.1 Regeling voertuigen of daarmee vergelijkbare voertuigen.

      Zij hebben in het voetgangersgebied Binnenstad (cluster A t/m I) tijdens 21.00 en 11.30 uur toegang. Tijdens 11.30 en 21.00 uur is er voor hen beperkte toegang op de daarvoor bestemde

      hoofdroutes (Grote Markt-Lutherse Burgwal, Kalvermarkt-Spui, Spui-Hofweg);

    • f.

      gemeentediensten die zich bezighouden met het verrichten van herstel- of onderhoudswerkzaamheden in de voetgangersgebieden dan wel in de onmiddellijke omgeving daarvan aanwezig dienen te zijn, motorvoertuigen van de HTM om bij calamiteiten werkzaamheden te verrichten voor de in/uitgangen van de tramtunnel en haltes Spui, Grote Marktstraat en Gravenstraat;

    • g.

      waardetransporten met daartoe ingerichte voertuigen dan wel juweliers; huisartsen, verloskundigen, dierenambulances die een (huis)bezoek dienen te plegen in het voetgangersgebied, contractvervoer in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de stadsdeelgebonden wijkbus;

    • h.

      de Staat der Nederlanden, ten behoeve van de leden van de regering, Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging, Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst, Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en andere opsporings- en veiligheidsdiensten, voor de uitoefening van hun publiekrechtelijke taken en bevoegdheden in het voetgangersgebied.

  • 2.

    De ontheffingen zoals bedoeld in het eerste lid worden verleend voor het cluster waarop de ontheffing van toepassing is.

Incidentele ontheffing

Artikel 4

  • 1.

    Een incidentele ontheffing wordt verleend aan een bewoner of een eigenaar of houder van een voertuig die zich voor de uitoefening van zijn beroep of bedrijf dient te begeven in het voetgangersgebied zoals bij:

    • a.

      werkzaamheden die worden uitgevoerd aan nutsvoorzieningen;.

    • b.

      trouwstoeten;

    • c.

      bouw- installatie-, reparatie- of storingsdiensten;

    • d.

      verhuizingen die plaatsvinden;

    • e.

      pers of media;

    • f.

      evenementen;

    • g.

      bedrijven die zich namens de gemeente bezighouden met het verrichten van herstel- of onderhoudswerkzaamheden;

    • h.

      rouwstoeten.

  • 2.

    De ontheffing zoals bedoeld in het eerste lid wordt verleend voor de duur dat aan de ontheffing behoefte bestaat en voor het cluster waarop de ontheffing van toepassing is.

Aanvragen ontheffing

Artikel 5

  • 1.

    De aanvrager van een ontheffing is verplicht om gebruik te maken van het door of namens

    het college van b. en w. vastgestelde aanvraagformulier ontheffing flexibele afsluiting,

    dat verkrijgbaar is via de website www.denhaag.nl.

  • 2.

    Voor het in aanmerking komen van een ontheffing dienen door een bewoner/bedrijf

    de volgende bescheiden te worden overlegd, voor zover van toepassing op de aanvraag:

    • a.

      kopie geldig kentekenbewijs motorvoertuig deel II;

    • b.

      kopie huurovereenkomst parkeerplaats of eigendomsbewijs of kopie laatste betalingsbewijs.

  • 3.

    Voor het in aanmerking komen van een ontheffing dienen door een taxi ondernemer de volgende bescheiden te worden overlegd:

    • a.

      kopie geldig kentekenbewijs motorvoertuig deel II;

    • b.

      kopie achterzijde oude inrijpas;

    • c.

      kopie vergunning taxivervoer.

Voorschriften ontheffing

Artikel 6

Aan de ontheffing worden in ieder geval de volgende voorschriften verbonden:

  • a.

    het cluster dient via de daartoe bestemde inrit(ten) te worden binnengegaan en via de daartoe bestemde uitrit(ten) te worden verlaten;

  • b.

    voetgangers en overige verkeersdeelnemers mogen niet in gevaar worden gebracht;

  • c.

    er mag slechts stapvoets worden gereden;

  • d.

    de geldige ontheffingskaart met daarop het kenteken van het motorvoertuig dient zichtbaar achter

    de voorruit van het motorvoertuig aanwezig te zijn;

  • e.

    voor het vernieuwen van de ontheffingskaart dient uiterlijk binnen één maand voor de op de ontheffingskaart aangegeven datum van geldigheid, een aanvraag te worden ingediend.

Intrekken ontheffing

Artikel 7

De ontheffing wordt ingetrokken:

  • a.

    op verzoek van de ontheffinghouder;

  • b.

    wanneer het belang waarvoor de ontheffing is verleend is komen te vervallen;

  • c.

    wanneer de voorwaarden zoals omschreven in artikel 3 en 4 niet meer aanwezig zijn;

  • d.

    wanneer de ontheffinghouder in strijd handelt met de ontheffing dan wel aan de ontheffing verbonden voorschriften;

  • e.

    om redenen van openbaar belang.