Subsidieregeling kleine verbouwingen, tijdelijke huisvesting en inrichting lokalen voorschoolpeuterspeelzalen Den Haag 2016

Geldend van 05-09-2016 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling kleine verbouwingen, tijdelijke huisvesting en inrichting lokalen voorschoolpeuterspeelzalen Den Haag 2016

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

overwegende dat:

  • -

    in de Haagse Educatieve Agenda “Kwaliteit als kompas” het belang van voor- en vroegschoolse educatie wordt benadrukt;

  • -

    lokalen en buitenruimten waar voor- en vroegschoolse educatie wordt verzorgd, moeten voldoen aan de eisen uit het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie en de Verordening peuterspeelzalen 2013;

gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 en artikel 13 van de Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014.

Besluit:

vast te stellen de:

Subsidieregeling kleine verbouwingen, tijdelijke huisvesting en inrichting lokalen voorschoolpeuterspeelzalen Den Haag 2016

§ 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    houder: houder als bedoeld in artikel 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

  • -

    locatie: het adres waarop een of meer voorschoolpeuterspeelzalen van dezelfde houder zijn gevestigd;

  • -

    onderwijsloket: het onderwijsloket als bedoeld in artikel 1 van de Verordening personele en

    materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014; - peuterspeelzaal: een peuterspeelzaal als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

  • -

    voorschoolpeuterspeelzaal: een peuterspeelzaal waarvoor burgemeester en wethouders op grond vande Subsidieregeling integrale plannen primair onderwijs en voorscholen Den Haag 2016 subsidie hebben verleend.

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 2:1 bedoelde activiteiten.

§ 2 De activiteiten en de doelgroep

Artikel 2:1 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor een kleine verbouwing of aanpassing van:

    • a.

      een lokaal of buitenruimte ten behoeve van:

      • -

        een nieuw op te richten locatie;

      • -

        uitbreiding van een bestaande locatie;

      • -

        verhuizing van een bestaande locatie;

    • b.

      een tijdelijke locatie, niet zijnde een portocabin, in afwachting van verhuizing naar de definitieve locatie.

  • 2.

    Subsidie kan voorts worden verstrekt voor de inrichting van:

    • a.

      een lokaal voor een nieuw op te richten voorschoolpeuterspeelzaalgroep;

    • b.

      een bestaande voorschoolpeuterspeelzaal (bij verhuizing).

  • 3.

    Subsidie voor activiteiten genoemd in het eerste en tweede lid wordt uitsluitend verstrekt indien:

    • a.

      de aanvrager niet in aanmerking komt voor subsidie op grond van hoofdstuk 2C van de Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014;

    • b.

      de verbouwing, aanpassing of inrichting erop is gericht dat een lokaal, buitenruimte of locatie voldoet aan het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie en

      de Verordening peuterspeelzalen 2013.

  • 4.

    Subsidie voor activiteiten genoemd in het tweede lid wordt uitsluitend verstrekt indien de aanvragerreeds tien jaar houder is van een voorschoolpeuterspeelzaal en hij in de afgelopen tien jaar geen subsidie voor deze activiteiten heeft ontvangen.

Artikel 2:2 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan houders van een voorschoolpeuterspeelzaal.

§ 3 De kosten en de subsidie

Artikel 3:1 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De subsidie is een bijdrage in de kosten die direct verbonden zijn aan de uitvoering van activiteiten als bedoeld in artikel 2:1, eerste en tweede lid.

Artikel 3:2 Hoogte van de subsidie

Een subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2:1, eerste of tweede lid, bedraagt voor de activiteiten gezamenlijk maximaal € 15.480,00 per lokaal.

§ 4 Subsidieplafond en verdeling

Artikel 4:1 Subsidieplafond

1.Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt per kalenderjaar een subsidieplafond van € 175.000,00.

2. Burgemeester en wethouders kunnen de hoogte van het subsidieplafond binnen de in het eerste lidgenoemde periode wijzigen.

Artikel 4:2 Wijze van verdeling

1.Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd,geschiedt in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde plafond is bereikt.

2.Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehadde aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

3.Indien burgemeester en wethouders op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt,meer dan één aanvraag ontvangen, stellen zij de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

§ 5 Besluitvorming subsidie

Artikel 5:1 Aanvraag

1.Een subsidieaanvraag kan uitsluitend elektronisch via het onderwijsloket worden ingediend.

2. De aanvraag is ondertekend met een elektronische handtekening namens de aanvrager als bedoeld inartikel 2:16 van de Algemene wet bestuursrecht, dan wel op een andere door burgemeester en wethouders toegestane wijze van elektronische indiening waarbij geen twijfel bestaat over de authenticiteit van de aanvraag.

3.In afwijking van artikel 6, tweede lid en artikel 21b, derde lid van de Verordening personele enmateriële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014 en in afwijking van de op grond van artikel 8, tweede en derde lid van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 over te leggen gegevens, legt de aanvrager de volgende gegevens over:

  • a.

    aanduiding welke van de in artikel 2:1, eerste en tweede lid genoemde activiteit(en) het betreft;

  • b.

    het adres van de voorschool waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

  • c.

    de offerte(s) waarop de aanvraag is gebaseerd;

  • d.

    bij inrichting: de leeftijd van het meubilair dat de aanvrager wil vervangen.

Artikel 5:2 Aanvraagtermijn

In afwijking van artikel 9 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 en in afwijking van artikel 21d, eerste lid van de Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente

Den Haag 2014, kan een aanvraag om subsidie gedurende het gehele kalenderjaar worden ingediend.

Artikel 5:3 Beslistermijn

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 7, eerste lid van de Verordening personele en materiele voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014, beslissen burgemeester en wethouders binnen twaalf weken na de indieningsdatum van de aanvraag.

§ 6 Verplichtingen, vaststelling en voorschot

Artikel 6:1 Verplichtingen

1.Het bepaalde in de artikelen 15 en 16 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, is van overeenkomstige toepassing op subsidieverstrekking aan schoolbesturen.

2. De subsidieontvanger leeft de kwaliteitseisen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen, de op deze wet gebaseerde regelgeving en de Verordening nadere kwaliteitseisen peuterspeelzalen 2013 na.

Artikel 6:2 Eindverantwoording subsidies

In aanvulling van de op grond van artikel 20, tweede , van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 en in aanvulling op artikel 14 van de Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014, legt de aanvrager van een vaststellingsbeschikking de facturen van de daadwerkelijk gemaakte kosten over.

Artikel 6:3 Bevoorschotting

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 14, tweede lid van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, vermeldt het besluit tot subsidieverlening de hoogte en de termijnen van de voorschotten, indien tot bevoorschotting is besloten.

§ 7 Slotbepalingen

Artikel 7:1 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in deze regeling voor zover toepassing ervan gelet op het belang van aanbod van vroeg- en voorschoolse educatie in daarvoor geschikte ruimten, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 7:2 Overgangs- en slotbepalingen

1.Deze subsidieregeling treedt in werking op 5 september 2016.

2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling kleine verbouwingen, tijdelijke huisvesting en inrichting lokalen voorschoolpeuterspeelzalen Den Haag 2016.

Den Haag, 30 augustus 2016

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris, de locoburgemeester,

mw. A.W.H. Bertram mw. I.K. van Engelshoven

Toelichting

Algemeen

Doel van deze subsidieregeling is ervoor te zorgen rechtmatig subsidie verstrekt kan worden voor kleine aanpassingen aan (school)gebouwen voor een voorschoolpeuterspeel en (her)inrichting of tijdelijke huisvesting van voorschoolpeuterspeelzalen. Benadrukt wordt, dat het uitsluitend om kleine aanpassingen tussendoor gaat, waarvan de noodzaak niet altijd kan worden voorzien. De subsidie bedraagt maximaal € 15.480,00 per lokaal en kan gedurende het gehele kalenderjaar aangevraagd worden.

Voor huisvesting en inrichting van voorschoolpeuterspeelzalen waarmee grotere bedragen zijn gemoeid, dient subsidie aangevraagd te worden op grond van hoofdstuk 2C “Tijdelijke regeling ter voorziening in huisvesting van voorschoolpeuterspeelzalen in lesgebouwen voor basisonderwijs” van de Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014. Deze aanvragen kunnen worden ingediend tot uiterlijk 1 februari van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft. Gehonoreerde aanvragen worden opgenomen in het jaarlijks door burgemeester en wethouders vast te stellen Programma huisvesting voorschoolpeuterspeelzalen.

In de Subsidieregeling kleine verbouwingen, tijdelijke huisvesting en inrichting lokalen voorschooolpeuterspeelzalen Den Haag 2016 wordt in artikel 2:1, derde lid sub a expliciet uitgesloten dat de aanvrager die in aanmerking komt voor subsidie op grond van voornoemd hoofdstuk 2C, ook nog eens subsidie op grond van onderhavige regeling zou kunnen krijgen voor dezelfde activiteiten.

Alleen houders van voorschoolpeuterspeelzalen kunnen voor subsidie in aanmerking komen

(zie artikel 2:2). Dat kunnen schoolbesturen zijn, maar ook andere organisaties. Subsidiëring aan scholen kan en mag vanwege de onderwijswetgeving uitsluitend plaatsvinden op grond van de Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014. Daarom is de juridische basis van de regeling zowel in laatstgenoemde verordening (voor de scholen) als in de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 (voor de overige organisaties) te vinden.

Artikel 1:1

In de begripsomschrijving van voorschoolpeuterspeelzaal wordt verwezen naar de Subsidieregeling integrale plannen primair onderwijs en voorscholen Den Haag 2016. Alleen houders van voorschoolpeuterspeelzalen die op grond van laatstgenoemde regeling subsidie ontvangen, kunnen in aanmerking komen voor een subsidie. Op die wijze wordt bewerkstelligd dat de eisen waaraan voorschoolpeuterspeelzalen op grond van de Subsidieregeling integrale plannen primair onderwijs en voorscholen Den Haag 2016 moeten voldoen, ook hier (indirect) gelden.

Artikel 4:1

Voor de jaren 2016 en 2017 is voor subsidieverstrekking op grond van de regeling een bedrag van € 175.000,00 beschikbaar. Dit is steeds het voor dat jaar geldende subsidieplafond. Op grond van artikel 4:25 , tweede lid, Algemene wet bestuursrecht, moet een subsidie worden geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Artikel 5:1

Net als alle andere subsidies op het gebied van onderwijs(beleid), dient ook hier de subsidie elektronisch via het onderwijsloket te worden aangevraagd.

Artikel 6:2

Vaststelling van de subsidie geschiedt op basis van de facturen die de aanvrager overlegt.