Verordening op de incidentele private markten voor de gemeente Den Haag 2017

Geldend van 17-06-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de incidentele private markten voor de gemeente Den Haag 2017

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

BIZ:

een Bedrijven Investerings Zone, die bij verordening is ingesteld;

college:

college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

grondplaats/standplaats/-

kraam/verkoopwagen:

de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

incidentele private markt:

een door het college op basis van artikel 160, eerste lid, onder h., van de Gemeentewet aangewezen gedeelte van de openbare weg, bestemd voor het, binnen een door het college te bepalen tijdvak, uitoefenen van de markthandel door minimaal 7 kramen, verkoopwagens, grond- of standplaatsen, georganiseerd door één natuurlijke of rechtspersoon als bedoeld in boek 2 van het Burgerlijk wetboek, niet zijnde de gemeente Den Haag;

markthandel:

bedrijfsmatige ambulante handel gericht op de verkoop van waren;

openbare weg:

de weg in de zin van artikel 1:1 van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag;

vergunning:

een organisatievergunning tot het organiseren van een incidentele private markt;

vergunninghouder:

de aanvrager waaraan het college een vergunning heeft verleend.

Artikel 2. Toepassingsbereik

  • 1. Deze verordening is van toepassing op incidentele private markten.

  • 2. Deze verordening is niet van toepassing op een evenement zoals bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag.

Artikel 3. Locatie en frequentie van incidentele private markten

  • 1. Het college bepaalt ten aanzien van de incidentele private markten:

    • a.

      op welke locaties incidentele private markten kunnen worden gehouden;

    • b.

      per locatie de frequentie van de incidentele private markt.

  • 2. Een incidentele private markt kan in de maand december maximaal 30 dagen duren, in de overige maanden maximaal 5 dagen.

  • 3. Het college is bevoegd geheel of gedeeltelijk over een aangewezen marktterrein te beschikken zo dikwijls en zolang het college dat in het algemeen belang of ter uitvoering van werken nodig acht.

Artikel 4. Nadere regels

Het college kan op grond van deze verordening nadere regels stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

HOOFDSTUK 2. VERGUNNINGEN

Artikel 5. Vergunning tot het organiseren van een incidentele private markt

  • 1. Het is verboden zonder een vergunning van het college een incidentele private markt te organiseren.

  • 2. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

  • 3. Een aanvrager mag maximaal 12 incidentele private markten per kalenderjaar organiseren. Indien dezelfde rechts- of natuurlijke personen verschillende handelsnamen gebruikt, wordt deze beschouwd als dezelfde organisator.

Artikel 6. Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning, ter bescherming van de belangen van openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast, regulering van het woon- en leefklimaat en de (verkeers)veiligheid binnen de gemeente.

  • 2. De vergunninghouder waaraan krachtens deze verordening een vergunning is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Artikel 7. Aanvraag vergunning

  • 1. Een aanvraag wordt ingediend via een door het college beschikbaar gesteld formulier.

  • 2. Een aanvraag voor een vergunning bevat een plan dat waarborgt dat de incidentele private markt op een ordentelijke en veilige wijze wordt georganiseerd. Het plan beschrijft in ieder geval:

    • a.

      een omschrijving van het karakter en uitstraling van de incidentele private markt en de aard van de producten, waarbij geldt dat de uitstraling passend moet zijn bij de omgeving waar de incidentele private markt wordt gehouden;

    • b.

      de wijze waarop de organisatie van de incidentele private markt is geregeld;

    • c.

      de naam van de persoon die verantwoordelijk is voor een ordentelijk verloop van de incidentele private markt, waarbij geldt dat deze persoon gedurende de tijdsduur van de incidentele private markt aanwezig dient te zijn;

    • d.

      de locatie, het aantal grondplaatsen, standplaatsen, kramen en verkoopwagens en de inrichting van het marktterrein, inclusief tekening, waarbij geldt dat bereikbaarheid en toegankelijkheid van de bestaande winkels, woningen en andere objecten niet door de incidentele private markt mogen worden belemmerd;

    • e.

      de dagen en uren waarop de incidentele private markt wordt gehouden;

    • f.

      het aantal verwachte bezoekers;

    • g.

      de maatregelen die worden genomen waaruit blijkt hoe toezicht op de veiligheid van de bezoekers aan de incidentele private markt is geregeld en waarbij zo nodig afspraken met de hulpdiensten moeten worden gemaakt;

    • h.

      welke maatregelen ten aanzien van de op- en afbouw worden getroffen, waarbij geldt dat de opbouw niet eerder dan twee uur voor aanvang van de incidentele private markt mag aanvangen, en de afbouw binnen 2 uur na afloop van de incidentele private markt moet zijn voltooid;

    • i.

      welke maatregelen ten aanzien van de schoonmaak van de openbare weg worden getroffen en welke maatregelen ter voorkoming van schade aan de openbare weg;

    • j.

      de wijze waarop de informatievoorziening aan omwonenden en omliggende bedrijven/instellingen is geregeld.

Artikel 8. Behandeling aanvraag vergunning en weigeringsgronden

  • 1. De aanvragen worden behandeld en verleend in volgorde van binnenkomst.

  • 2. Bepalend voor de datum van binnenkomst is de datum waarop de aanvraag volledig door het college is ontvangen.

  • 3. Indien voor een locatie en tijd twee of meer aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen, waarbij één aanvraag afkomstig is van een BIZ, dan komt de aanvraag afkomstig van de BIZ als eerste voor vergunningverlening in aanmerking.

  • 4. Een aanvraag om een vergunning wordt uiterlijk acht weken voor de datum van de incidentele private markt ingediend.

  • 5. In bijzondere gevallen kan het college bij een aanvraag om een vergunning ontheffing verlenen van de eis dat de aanvraag voor de in het vierde lid gestelde termijn ingediend moet zijn.

  • 6. Het college weigert een aanvraag die meer dan een jaar voorafgaand aan de gewenste datum van de incidentele private markt wordt ingediend.

  • 7. Het college kan de aanvrager verzoeken een verklaring omtrent het gedrag te overleggen, of indien het een buitenlandse aanvrager betreft, een document dat ten minste gelijkwaardig is. Indien een verklaring omtrent het gedrag dan wel een vergelijkbaar document niet kan worden overgelegd, kan het college besluiten de vergunning niet te verlenen.

  • 8. Indien naar het oordeel van het college uit de aanvraag onvoldoende waarborgen blijken voor de belangen die deze verordening beoogt te beschermen dan kan het college besluiten de vergunning niet te verlenen.

  • 9. Indien voor een aangewezen locatie voor de gewenste periode reeds een vergunning is verleend aan een ander dan de aanvrager en de duur van deze vergunning nog niet is verstreken, dan weigert het college de vergunningaanvraag.

  • 10. Indien voor de gevraagde periode de gewenste locatie niet beschikbaar is, dan weigert het college de vergunningaanvraag voor het niet beschikbare gedeelte.

Artikel 9. Intrekking vergunning

  • 1. Het college trekt een vergunning in op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder.

  • 2. Het college kan een vergunning intrekken:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien de vergunninghouder niet of niet meer voldoet aan de in artikel 6 genoemde voorschriften en beperkingen;

    • c.

      indien op grond van verandering van omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning, intrekking of wijziging van de vergunning gerechtvaardigd is in het belang van een goede organisatie van de markt.

Artikel 10. Algemene voorwaarden

  • 1. De te plaatsen objecten dienen in deugdelijke staat te zijn.

  • 2. Voor hulpdiensten als brandweer, politie en ambulance moet in voetgangersgebieden een vrije doorgang van tenminste 3,50 meter in een rechte lijn gegarandeerd zijn. In straten met een verkeersfunctie wordt voor de trottoirs altijd een minimale obstakelvrije doorloopruimte van 1,50 meter in een rechte lijn gehanteerd.

  • 3. De organisator dient de openbare weg na afloop van de incidentele private markt opgeruimd en in de oorspronkelijke staat terug te brengen.

HOOFDSTUK 3. STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 11. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 11A Boetebepaling bestuurlijke boete

Vervallen

Artikel 12. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 12A Aanwijzingen toezichthouder

Een ieder is verplicht om de door de in artikel 12 bedoelde toezichthouder gegeven aanwijzingen na te leven.

Artikel 13. Inwerkingtreding en overige wijzigingen

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

  • 2. Artikel 2:24, tweede lid sub b (braderie) van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag vervalt.

Artikel 14. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening incidentele private markten gemeente Den Haag 2017.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 17 november 2016.
De griffier, mr. H.L.G. Seuren en de plv. voorzitter, mr. R. Guernaoui.