Regeling vervallen per 01-01-2019

Subsidieregeling Stimulering cultureel ondernemerschap Den Haag 2017

Geldend van 24-02-2017 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Subsidieregeling Stimulering cultureel ondernemerschap Den Haag 2017

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

overwegende dat:

  • -

    de Commissie Samenleving op 17 januari 2017 per brief (RIS 296114) is geïnformeerd over de bereikte voortgang rond de Subsidieregeling Stimulering cultureel ondernemerschap 2015-2016;

  • -

    in 2015 en 2016 dermate veel aanvragen in het kader van de Subsidieregeling Stimulering cultureel ondernemerschap 2015-2016 zijn gedaan dat geconcludeerd kan worden dat de regeling in een behoefte voorziet;

  • -

    de verleende subsidies bijdragen aan het versterken van het cultureel ondernemerschap van betrokken instellingen en zorgen voor vormen van samenwerking, versterking en vernieuwing;

  • -

    een Subsidieregeling Stimulering cultureel ondernemerschap voor de periode 2017-2018 opnieuw een impuls kan geven aan het ondernemerschap van culturele instellingen.

gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014,

Besluit :

I.Vast te stellen navolgende Subsidieregeling Stimulering cultureel ondernemerschap Den Haag 2017.

II.Dat dit besluit in werking treedt op de dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

Den Haag, 21 februari 2017

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris, de burgemeester,

mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen

Toelichting

De Subsidieregeling Stimulering cultureel ondernemerschap Den Haag 2017 is bestemd voor initiatieven die bijdragen aan duurzaam cultureel ondernemerschap binnen de culturele sector. De bedoeling is dat culturele instellingen met een eenmalige subsidie initiatieven kunnen ontplooien die hun (cultureel) ondernemerschap blijvend versterken. Leidend voor de beoordeling van een subsidieaanvraag is de mate waarin een initiatief voldoet aan de doelen ‘verbinding’, ‘versterking’ en ‘vernieuwing’ van de subsidieregeling.

Subsidieregeling Stimulering cultureel ondernemerschap Den Haag 2017

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1. Begripsomschrijvingen In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van Den Haag.

  • -

    gemeentelijk vastgoed: bebouwde en onbebouwde onroerende zaken in eigendom van of in gebruik door de Gemeente Den Haag.

  • -

    makersklimaat: omstandigheden zoals tijd, begeleiding en ondersteuning binnen het kunstklimaat met oog en plaats voor vernieuwing en talentontwikkeling.

Artikel 1:2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 2:1 bedoelde activiteiten.

§ 2 De activiteiten en de doelgroep

Artikel 2:1. Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die erop gericht zijn het cultureel ondernemerschap van de aanvrager(s) blijvend te versterken.

  • 2.

    De activiteiten dienen te voldoen aan de volgende doelen:

    • a.

      verbinding: een duurzame verbinding tussen de cultuursector en andere sectoren in de stad bewerkstelligen;

    • b.

      versterking: door onderlinge samenwerking de cultuursector als geheel of delen ervan, waaronder ook collectieven van ZZP‘ers, duurzaam versterken;

    • c.

      vernieuwing: het makersklimaat in de stad versterken waardoor kunst en cultuur vernieuwend en onderscheidend blijven.

Artikel 2:2. Doelgroep

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan culturele instellingen die actief zijn in Den Haag.

  • 2.

    Subsidieaanvragers kunnen ook in samenwerkingsverband een aanvraag om subsidie indienen.

§ 3 De kosten

Artikel 3:1. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor het blijvend versterken van het cultureel ondernemerschap van de aanvrager(s).

  • 2.

    Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van de activiteit(en) als bedoeld in artikel 2.1.

  • 3.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten die door de subsidieontvanger zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag.

§ 4 Subsidieplafond en verdeling

Artikel 4:1 Subsidieplafond

1.Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor de periode 1 januari 2017 tot en met 31 december 2018 per kalenderjaar een subsidieplafond van € 200.000,-.

2. Het college kan de hoogte van het subsidieplafond binnen de in het eerste lid genoemde periode wijzigen.

Artikel 4:2. Wijze van verdeling

1.Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt. 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

3. Indien het college op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt, meer dan één aanvraag ontvangt, stelt het de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

§ 5 Besluitvorming subsidie

Artikel 5:1. Aanvraag

  • 1.

    In aanvulling van de op grond van artikel 8, tweede en derde lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 over te leggen gegevens, legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    • a.

      een inhoudelijk plan dat getuigt van goed ondernemerschap en waaruit blijkt dat de aanvrager een beroep doet op meerdere financieringsbronnen en dat het initiatief duurzaam bijdraagt aan de versterking van het ondernemerschap zoals het genereren van andere inkomstenbronnen dan gemeentelijke subsidies;

    • b.

      een toelichting op de te ondernemen activiteiten uit het plan, waaruit blijkt dat de te subsidiëren activiteiten bijdragen aan de doelen zoals genoemd in artikel 2.1. van de subsidieregeling;

    • c.

      een meerjarenbegroting of een financieel perspectief van twee of drie jaar waarin het effect van het plan zichtbaar is;

    • d.

      indien de aanvrager voor de eerste keer bij de gemeente Den Haag een subsidieaanvraag indient: een kopie van een recent rekeningafschrift, waarop bedragen onleesbaar mogen zijn gemaakt, of andere correspondentie van de bank, waaruit de tenaamstelling en adressering van de aanvrager blijkt.

  • 2.

    De aanvraag en de bijbehorende bijlagen worden zoveel mogelijk op een voor openbaarmaking geschikte manier en op een voor het algemeen publiek toegankelijke wijze opgesteld.

§ 6. Verplichtingen, verantwoording, vaststelling en voorschot

Artikel 6:1. Verplichtingen

Onverminderd de artikelen 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 15 tot en met 18 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a.

    indien de subsidieontvanger voor het uitoefenen van zijn activiteiten huisvesting behoeft en de huisvestingslasten onderdeel uit maken van de te verstrekken subsidie, kan aan de beschikking tot subsidieverlening de verplichting worden verbonden om de activiteiten van de subsidieontvanger te laten plaatsvinden in of op gemeentelijk vastgoed, voor zover het gemeentelijk vastgoed geschikt is om deze activiteiten uit te oefenen, dan wel daartoe redelijkerwijs geschikt te maken is;

  • b.

    indien aan een beschikking tot subsidieverlening de verplichting is verbonden dat de activiteiten van de subsidieontvanger plaatsvinden in of op gemeentelijk vastgoed, kunnen daarbij verplichtingen worden opgelegd inzake meervoudig of gezamenlijk gebruik van het betreffende gemeentelijke vastgoed;

  • c.

    indien de uitoefening van de activiteiten van de subsidieontvanger niet plaatsvindt in of op gemeentelijk vastgoed kan aan de beschikking tot subsidieverlening de verplichting worden verbonden dat de subsidieontvanger de huisvesting waarin de activiteiten plaatsvinden, in medegebruik geeft of verhuurt aan andere subsidieontvangers van de gemeente teneinde meervoudig of gezamenlijk gebruik van het betreffende vastgoed te realiseren;

  • d.

    de aanvrager stelt informatie over het plan waarvoor subsidie wordt aangevraagd beschikbaar voor kennisdeling.

Artikel 6:2 Verantwoording

Indien de aanvrager tevens een subsidie ontvangt op grond van het Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2017-2020 dient de krachtens deze regeling verleende subsidie separaat verantwoord te worden in de betrokken jaarrekening en jaarverslag.

§ 7. Slotbepalingen

Artikel 7:1 Hardheidsclausule

Het college kan een artikel of artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zo ver toepassing gelet op het belang van de (doel van de regeling) leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 7:2. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van het Gemeenteblad waarin zij is geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2017.

  • 2.

    Deze subsidieregeling vervalt met ingang van 1 januari 2019.

  • 3.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Stimulering cultureel ondernemerschap Den Haag 2017.