Regeling vervallen per 23-10-2017

Gedragscode 2008

Geldend van 01-04-2008 t/m 22-10-2017

Intitulé

Gedragscode 2008

College van burgemeester en wethouders van Den Haag,

  • -

    gelet op het bepaalde in de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Den Haag (ARG) en de Algemene wet bestuursrecht,

  • -

    mede gelet op het gestelde in artikel 125 Ambtenarenwet juncto artikel 160 Gemeentewet,

  • -

    met instemming van de in de Commissie voor Georganiseerd Overleg vertegenwoordigde centrales van overheidspersoneel;

BESLUIT

Met ingang van 1 april 2008 vast te stellen de navolgende Gedragscode 2008.

Met de inwerkingtreding van deze Gedragscode komt de Beroepscode 2004 te vervallen.

Gedragscode gemeente Den Haag 2008

Inleiding

Als gemeente zijn we voortdurend bezig met het verbeteren van onze producten en onze dienstverlening. Niet alleen omdat de Hagenaar steeds meer kwaliteit verwacht, maar ook omdat hij er op moet kunnen vertrouwen dat we zorgvuldig en dus integer te werk gaan. Maar wat is dat, integriteit? De Van Dale geeft als betekenis: onkreukbaarheid, rechtschapenheid. Mooie woorden, maar zij geven nog steeds niet duidelijk aan wat integriteit precies inhoudt. Eén ding staat wel vast: als organisatie zijn we pas integer als iedereen zich van zijn eigen integriteit bewust is. Als we wat dat betreft op dezelfde lijn zitten, als we van elkaar weten wat onze normen en waarden zijn, kunnen we niet alleen elkaar vertrouwen, maar groeit ook het vertrouwen van de burger in onze organisatie. Integer werken is niet alleen een kwestie van regels, van geboden en verboden. Integriteit is vooral een kwestie van mentaliteit. De gedragscode is daarom in de eerste plaats een stimulans je daarvan bewust te zijn en je eigen verantwoordelijkheid te nemen.

De samenleving wordt steeds complexer en daarmee ook ons werk. Bovendien komen verantwoordelijkheden steeds lager in de organisatie te liggen. Het risico dat integriteit daardoor onder druk komt te staan wordt groter. Dat maakt het extra belangrijk dat iedereen zich bewust is van zijn positie binnen het grote geheel van de organisatie. Met andere woorden: je doet wat je weet en je weet wat je doet. Dat is ook van belang omdat we als overheid verantwoording afleggen voor wat we doen, en hoe. De media en de burgers stellen onregelmatigheden aan de kaak. Maatschappelijke organisaties en bedrijven in de stad kijken over onze schouder mee. Verantwoordelijkheden moeten integer zijn verdeeld. Dat betekent bijvoorbeeld dat je bepaalde taken niet binnen één functie kunt uitoefenen, zoals controlerende en uitvoerende werkzaamheden. Functiescheiding is essentieel en wordt daarom nauwlettend in de gaten gehouden. De organisatie moet heldere procedures hanteren. Als u weet waaraan u zich moet houden, snijdt het mes aan twee kanten: voor iedereen is duidelijk wat integriteit inhoudt en het werkt positief op de cultuur van onze organisatie. Het begrip integriteit wordt vaak omschreven met een negatieve lading: niet frauderen, geen beroepsgeheimen naar buiten brengen. Veel beter is het de 'integriteit' positiever te definiëren en het te koppelen aan de notie van kwaliteit, waardoor het een belangrijk facet wordt binnen alle werkzaamheden en bedrijfsvoeringprocessen.

Integriteit betekent dan dat men als ambtenaar zijn functie adequaat en zorgvuldig vervult in het licht van zijn positie en alle in het geding zijnde verantwoordelijkheden. Niet frauderen of niet corrupt zijn is daarbij niet voldoende, het gaat ook om zaken als klantvriendelijkheid, betrouwbaarheid, effectiviteit, collegialiteit en objectiviteit. Als ambtenaar dien je je bewust te zijn van de bijzondere positie die je bekleedt. Niet alleen werkt u met financiën afkomstig van de burger (belastinggeld), u neemt ook beslissingen vanuit de overheidstaak die vaak diep kunnen ingrijpen in het leven van de burger. De burger moet vertrouwen kunnen hebben in de werking van de overheid en haar ambtenaren.

Kortom, integriteit draait om goed ambtenarenschap!

Tenslotte is het belangrijk te beseffen dat integriteit niet slechts gaat om naleven van regels. Juist waar die regels ontbreken of niet helder zijn en de ambtenaar enige vrijheid heeft bij het invullen van zijn beoordelingsruimte komt het erop aan dat hij in staat is te oordelen op verantwoorde wijze. Juist in die situatie moet de ambtenaar zich bewust zijn van de normen en gedragingen die horen bij het goed ambtenaarschap.

Deze gedragscode kan een praktische handreiking zijn. Het is geen kant-en-klaar recept voor integer handelen. Vraag je daarom iedere keer weer opnieuw af wat je in de gegeven omstandigheden het beste kunt doen. De gedragscode kan u daarbij helpen. Niet alleen als het om je eigen integriteit gaat, maar ook om die van je dienst en die van de gehele organisatie.

Het gemeentelijk juridisch kader

In de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Den Haag (ARG) staan talrijke rechten en verplichtingen voor een ambtenaar bij de gemeente. Ze zijn ontleend aan diverse wetten, zoals het Wetboek van Strafrecht, de Algemene wet bestuursrecht en overige regelgeving (zie bijlage). Artikel 15:1 is het kernartikel uit de ARG en brengt de afweging in beeld die een ambtenaar maakt als hij twijfelt over een juiste handelwijze:

“De ambtenaar is gehouden zijn betrekking nauwgezet en ijverig te vervullen en zich ook overigens te gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt”.

Aangezien het artikel is bedoeld voor verschillende situaties, is de betekenis niet direct duidelijk. Wat betekent ‘zoals een goed ambtenaar betaamt’? Het is niet ondenkbaar dat daarover verschillend wordt gedacht. Hoe vaag het artikel ook is, het geeft wel een eerste vingerwijzing richting integriteit en de eigen afwegingen die je soms moet maken.

In de gedragscode staan de gedragsregels die gelden voor de ambtenaar en die nagenoeg dezelfde strekking hebben als de kernbegrippen van de Beroepscode van gemeente Den Haag 2004. In de bijlage zijn de belangrijkste gemeentelijke regelingen vermeld waarin integriteitsnormen aan de orde komen.

Gedragscode

  • 1.

    Goed ambtenaarschap

    • ·

      U beseft dat u onderdeel bent van de overheid. U dient het algemeen belang en probeert met uw handelen het vertrouwen in de overheid te versterken.

    • ·

      U houdt zich aan de wettelijke voorschriften en aan algemeen aanvaarde gedragsregels. U treedt correct op tegen burgers en bedrijven. U discrimineert niet en verleent geen voorkeursbehandelingen.

    • ·

      U voert uw werk op een professionele manier uit. U geeft de ambtelijke leiding en het bestuur juiste, relevante en volledige informatie.

    • ·

      Situaties waarin u niet volgens uw professionele normen kunt werken stelt u intern aan de orde.

    • ·

      U gaat respectvol met uw collega’s om. U houdt er rekening mee dat normen en waarden onderling kunnen verschillen. U bent aanspreekbaar op uw gedrag.

    • ·

      U gaat verantwoord om met middelen van de gemeente (gelden, diensten, goederen, kennis). U vermijdt het maken van onnodige kosten.

    • ·

      U draagt verantwoordelijkheid voor uw eigen handelen. U kunt de keuzes die u binnen uw werk maakt verantwoorden.

    • ·

      U ondersteunt de verantwoordelijkheid van uw leidinggevende door hem of haar waar nodig te informeren.

  • 2.

    Vertrouwelijk omgaan met gevoelige informatie

    • ·

      U gaat binnen en buiten uw werk zorgvuldig om met persoonlijke gegevens van burgers, gegevens van bedrijven en instellingen, politiek gevoelige informatie en andere informatie die in handen van buitenstaanders de belangen van de gemeente kan schaden.

    • ·

      U gaat functioneel om met gevoelige informatie. U respecteert de privacy van cliënten, zakelijke relaties en collega’s.

    • ·

      U gebruikt financiële informatie en voorkennis van beleid voor de uitoefening van uw functie en niet voor andere doeleinden.

    • ·

      U ‘lekt’ geen vertrouwelijke informatie vanuit de gemeente naar buiten. U laat niet uit slordigheid buitenstaanders meeluisteren naar een gesprek over het werk of meekijken naar interne stukken.

    • ·

      U verstrekt geen informatie aan media zonder overleg met de afdeling Voorlichting.

    • ·

      U zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig zijn opgeborgen als u uw werkplek verlaat en dat uw computer is afgesloten.

    • ·

      Informatie waarover het bestuur een geheimhoudingsplicht heeft opgelegd houdt u geheim.

  • 3.

    Nevenfuncties en andere privé-activiteiten

    • ·

      U bent zich ervan bewust dat activiteiten die u naast uw werk verricht het functioneren van de gemeente op een of andere manier kunnen raken. Voorbeelden van nevenactiviteiten zijn bestuursfuncties, commissariaten, vrijwilligerswerk, een eigen bedrijfje en vennoot- of aandeelhouderschap.

    • ·

      U meldt een (voorgenomen) nevenactiviteit bij uw leidinggevende als de activiteit raakvlakken heeft met uw functie-uitoefening. Een raakvlak is in elk geval aanwezig als u activiteiten verricht voor een organisatie, instantie of bedrijf dat op een of andere manier banden heeft met de gemeente. Bijvoorbeeld: in uw functie adviseert u over subsidie op het terrein van welzijn en in uw vrije tijd vervult u een bestuursfunctie binnen een welzijnstichting in dezelfde gemeente.

    • ·

      U meldt activiteiten die (kunnen) leiden tot een botsing of onverenigbaarheid met gemeentelijke belangen waar u in uw functie mee te maken hebt. Bijvoorbeeld: privé voert u actie tegen de sloop van een gebouw en in uw functie bent u betrokken bij besluiten over de bestemming van dit gebouw.

    • ·

      U meldt een nevenactiviteit ook als deze het risico op schade met zich mee kan brengen voor de organisatie. Zo kan uw productiviteit eronder lijden als u in uw vrije tijd als barkeeper regelmatig tot laat aan het werk bent. Een ander voorbeeld zijn ethisch of politiek omstreden privé-activiteiten van ambtenaren. Die zouden schade kunnen toebrengen aan het imago of de geloofwaardigheid van de gemeente.

    • ·

      U realiseert zich dat ook het oordeel van de buitenwereld van belang is. U kunt uw ‘petten’ misschien zonder probleem scheiden, maar als uw nevenactiviteit de schijn van belangenverstrengeling wekt, is dit ook schadelijk voor het vertrouwen in de overheid.

    • ·

      Ook financiële belangen in de privé-sfeer (bijvoorbeeld het hebben van aandelen) kunnen een onafhankelijke besluitvorming in de weg staan of de schijn daarvan hebben. Als de organisatie niets weet van uw financiële belangen, bent u de enige die kan inschatten of dat belang zich verdraagt met uw functie-uitoefening. Hebt u in uw functie een relatie met een bedrijf waar u persoonlijk een financieel belang in heeft, vermijd dan risico’s en bespreek dit met uw leidinggevende.

  • 4.

    Geschenken, aanbiedingen en incidentele vergoedingen

    • ·

      U accepteert een geschenk alleen als uw onafhankelijke opstelling ten opzichte van de gever daardoor niet beïnvloed wordt. U gaat na of acceptatie van het geschenk verplichtingen schept voor de toekomst. U bedenkt ook hoe de buitenwereld zou kunnen aankijken tegen het aannemen van een geschenk. In veel gevallen levert dit geen probleem op. Denk aan een fles wijn voor een door u verrichte presentatie, een ceremonieel aan u overhandigd rapport van een bureau of aan bedrijfsattenties, zoals kalenders en pennen. Dergelijke geschenken zijn bedoeld als blijk van waardering voor uw specifieke inspanning of de goede samenwerkingsrelatie.

    • ·

      Een geschenk van een derde dat u in verband met uw werk hebt gekregen is in principe eigendom van de gemeente.

    • ·

      Geschenken die u accepteert meldt u bij uw leidinggevende. Geschenken die een te grote waarde hebben, meer dan € 50,- is daarbij de norm, accepteert u niet.

    • ·

      U meldt ook aangeboden geschenken die u niet hebt geaccepteerd en in het vooruitzicht gestelde geschenken. Bedrijfsattenties, zoals agenda’s, kalenders, pennen, muismatten en hebbedingetjes, hoeft u niet te melden.

    • ·

      Aanbiedingen voor privé-werkzaamheden, kortingen op privé-goederen en andere gunsten accepteert u niet.

    • ·

      Geschenken die op uw huisadres worden aangeboden accepteert u niet. Indien een geschenk toch thuis is afgeleverd, bespreekt u de bestemming daarvan met uw leidinggevende.

    • ·

      Geschenken die u worden aangeboden door een relatie die nog iets van u ‘nodig’ heeft (een opdracht, vergunning, subsidie, beslissing in bezwaarprocedure) accepteert u niet.

    • ·

      U accepteert geen geldbedragen. Als afgesproken is dat een derde betaalt voor uw verrichtingen, gebeurt dat door middel van een factuur aan de gemeente.

    • ·

      Vanzelfsprekend vraagt u nooit gunsten voor uzelf aan derden.

  • 5.

    Uitnodigingen voor reizen, congressen, evenementen en diners

    • ·

      U beoordeelt of een uitnodiging relevant is voor de gemeente. U bespreekt alle uitnodigingen met uw leidinggevende.

    • ·

      U reist niet op kosten van derden. Als deelname aan een reis functioneel is, dan is er sprake van een dienstreis en gelden de algemene regels: er is toestemming nodig van de leidinggevende en de kosten zijn voor de gemeente.

    • ·

      U neemt uw verantwoordelijkheid bij informele contacten met derden, zoals recepties en etentjes waar alcohol wordt geschonken. Zorg dat u ‘nee’ kunt blijven zeggen als het ‘nee’ moet zijn.

    • ·

      U bent ervoor verantwoordelijk dat de leiding op de hoogte is van het reilen en zeilen binnen uw functie-uitoefening. Blijkt achteraf een uitnodiging meer te hebben omvat dan ingeschat, laat dit dan aan uw leidinggevende weten.

  • 6.

    Verantwoord omgaan met gemeentelijke voorzieningen en personeelsregelingen

    • ·

      U houdt privé-gebruik van e-mailsysteem, internet, (mobiele) telefoon, kopieerapparaat en dergelijke beperkt. U zorgt ervoor dat dit uw dagelijkse werkzaamheden niet hindert.

    • ·

      U laat uw privé-gebruik van gemeentelijke apparatuur openlijk zijn, zodat u erop kunt worden aangesproken. Uw leidinggevende of collega kan een andere opvatting hebben van ‘beperkt gebruik’ dan u.

    • ·

      U neemt geen gemeentelijke eigendommen mee naar huis. Het lenen van eigendommen voor privé-gebruik is alleen mogelijk als u daarvoor toestemming van uw leidinggevende hebt gekregen.

    • ·

      U doet geen privé-bestellingen via de gemeente. U verzendt geen ongefrankeerde privé-post via de postkamer.

    • ·

      U declareert alleen kosten die u hebt gemaakt. U maakt eerlijk gebruik van regelingen voor het personeel.

    • ·

      Verantwoord gebruik van gemeentemiddelen betekent ook: naleven van de werktijden en de regels bij ziekteverzuim.

  • 7.

    Belangen van familieleden, vrienden en ex-collega’s

    • ·

      U bent alert op situaties in uw werk waarin u met privé-relaties te maken krijgt. U licht uw leidinggevende in over aanvragen en offertes van vrienden, familieleden of bedrijven waarin familie of vrienden werkzaam zijn.

    • ·

      U voorkomt de schijn van vriendjespolitiek en behandelt dergelijke aanvragen niet zelf.

    • ·

      U bent terughoudend met het geven van adviezen aan bekenden in de privé-sfeer. U bent bedacht op botsing van belangen.

    • ·

      U let bij het inhuren van ex-collega’s goed op het volgen van de juiste procedure van inhuur en aanbesteding. U kunt motiveren waarom de inhuur van een ex-ambtenaar als zelfstandige nodig en verantwoord is. U realiseert zich hoe dat kan overkomen op de buitenwereld die geen achtergrondinformatie heeft. U bespreekt de risico’s met uw leidinggevende.

  • 8.

    Reageren op niet-integere zaken

    • ·

      U bespreekt twijfels over de integriteit van collega’s zo veel mogelijk met henzelf. Is dit niet mogelijk of leidt dit niet tot resultaat, dan licht u de leidinggevende, de vertrouwenspersoon, het meldpunt integriteit, de burgemeester of een wethouder in.

    • ·

      U bent ook zelf aanspreekbaar op uw handelen en uw uitlatingen. Collega’s en burgers kunnen uw werkwijze en uw woorden anders ervaren dan u bedoelt.

    • ·

      U meldt een vermoeden van fraude of corruptie bij de leidinggevende, het bestuur, het meldpunt integriteit of de vertrouwenspersoon.

    • ·

      Bij vermoedens van fraude, maar ook bij andere twijfelachtige zaken, kunt u gebruikmaken van de Klokkenluidersregeling. De gemeente is verplicht om een reactie te geven op uw melding. Wilt u dat niet bekend wordt dat u de misstand aankaart, dan kunt u via de vertrouwenspersoon een melding te doen. Alleen de vertrouwenspersoon is dan op de hoogte van uw identiteit.

  • 9.

    De leidinggevende draagt het integriteitbeleid uit

    • ·

      Als leidinggevende geeft u het goede voorbeeld.

    • ·

      U bent open over uw manier van werken. U bent aanspreekbaar op uw werkwijze en uw houding naar medewerkers.

    • ·

      Bij twijfel en vragen over de juiste handelwijze kunnen medewerkers bij u terecht.

    • ·

      U bespreekt twijfels en vragen over integriteit in werkverband en stimuleert medewerkers hetzelfde te doen.

    • ·

      U bent alert op risicogevoelige situaties waarin medewerkers terecht kunnen komen en draagt bij aan hun weerbaarheid daartegen.

    • ·

      U spreekt medewerkers aan op dubieus gedrag, maakt afspraken en treft zonodig maatregelen.

Ondertekening

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris

mw. A.W.H. Bertram

de locoburgemeester

mw. J. Klijnsma

Bijlage

Overige informatie

In veel wetten, zoals de Grondwet, het Wetboek van Strafvordering en de Algemene wet bestuursrecht, komen integriteitsnormen voor. Hier heeft iedere Nederlander zich aan te houden. Het gaat te ver om uitgebreid op deze wetten in te gaan, vooral omdat zij deels in de gemeentelijke regelingen zijn opgenomen. De gedragscode is dus niet de enige regeling waarin integriteit een thema is. Hieronder worden in het kort de belangrijkste gemeentelijke regelingen genoemd waarin integriteitsnormen zijn opgenomen. Naast de hieronder genoemde concernregelingen zijn er ook op dienstniveau codes waarin integriteitsnormen worden beschreven. De volledige tekst van de hieronder genoemde regelingen kun je vinden op Intranet of opvragen bij de afdeling personeelszaken van je dienst. Voor codes op dienstniveau kun je bij de afdeling personeelszaken van je dienst terecht.

1. Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Den Haag (ARG)

In deze regeling zijn de rechten en plichten van de medewerkers met een aanstelling van de gemeente Den Haag neergelegd. Je kunt hier bijvoorbeeld in vinden wanneer je recht hebt op verlof of vergoedingen (hoofdstuk 6 en 3 ARG), maar ook welke straffen de gemeente kan opleggen (zie hoofdstuk 16 ARG).

2. Regeling ambtseed of -belofte

Integriteit gaat niet alleen over regelingen en procedures. Ook de uitstraling van normen en waarden is van groot belang. Nieuwe medewerkers leggen de ambtseed of de belofte af. Dit is niet alleen een formaliteit. Het maakt ze vanaf het begin bewust van de risico’s van het werken bij het openbaar bestuur. Een tweede doel is de medewerker verantwoording te laten afleggen over hoe hij zijn opdrachten heeft uitgevoerd en welke keuzes hij heeft gemaakt.

3. Sollicitatiecode

In deze code wordt de procedure van werving en selectie beschreven. De gemeente wil hiermee de sollicitatieprocedure voor alle betrokken partijen inzichtelijk maken.

4. Regeling aanvaarden geschenken, vergoedingen en uitnodigingen

De regeling gaat uit van het onder voorwaarden toestaan van het aannemen van geschenken of vergoedingen tot een waarde van € 50,00. Ook worden richtlijnen gegeven hoe er omgegaan dient te worden met uitnodigingen.

5. Regeling vertrouwenswerk

In de Regeling Vertrouwenswerk is vastgelegd hoe er moet worden omgaan met klachten van medewerkers over ongewenst en/of onbehoorlijk gedrag van collega’s. Deze klachten kunnen bijvoorbeeld gaan over discriminatie, intimidatie, pesten, enzovoort. Een dergelijk klacht kan worden ingediend of bij de decentrale vertrouwenspersoon van de dienst - of bij de centrale vertrouwenspersoon- en/of bij de gemeentebrede klachtencommissie. De naam van diegene die voor jouw dienst optreedt als decentraal vertrouwenspersoon kun je opvragen bij de afdeling personeelszaken van je dienst. Via POI van de Bestuursdienst kun je contact opnemen met de centrale vertrouwenspersoon. Dit geldt ook voor de gemeentebrede klachtencommissie.

6. Klokkenluidersregeling / Bureau Integriteit

Wanneer je het vermoeden hebt dat zich binnen je afdeling of de gemeente misstanden voordoen, dan is de Klokkenluidersregeling van toepassing. In deze regeling is een procedure vastgelegd hoe de gemeente met klachten hierover moet omgaan. Je kunt je vermoedens melden bij bijvoorbeeld je leidinggevende, het diensthoofd, de(de-)centrale vertrouwenspersoon of het Bureau Integriteit.

7. Regeling nevenwerkzaamheden en financiële belangen

Nevenwerkzaamheden zijn werkzaamheden die je niet voor de gemeente verricht. Deze regeling is opgesteld om te voorkomen dat belangen van de gemeente beschadigd raken door andere werkzaamheden van medewerkers. Met deze regeling probeert de gemeente er voor te zorgen dat werknemers hun functie goed kunnen vervullen. Dit kan er zelfs toe leiden dat de gemeente bepaalde andere werkzaamheden verbiedt voor medewerkers.

8. Reglement e-mail en internetgebruik

In dit reglement zijn gebruiks- en gedragsregels neergelegd met betrekking tot het gebruik van email en internet. In dit reglement is onder meer vastgelegd dat de computer op de werkplek primair voor zakelijk gebruik is bedoeld, evenals internet en email. De gemeente mag het gebruik controleren. Ook is opgenomen dat misbruik zal worden bestraft.

9. Regeling draaideurconstructie

Met een ‘draaideurconstructie’ wordt bedoeld dat medewerkers die uit dienst zijn getreden opnieuw werk voor de gemeente gaan doen, maar dan als externe. Dit vindt de gemeente niet wenselijk. Zij heeft daarom in dit besluit bepaald dat medewerkers niet binnen twee jaar na hun vertrek bij de gemeente weer door de gemeente kunnen worden ingehuurd.

Toelichting

  • 1.

    Toelichting: goed ambtenaarschap

    De term ‘goed ambtenaarschap’ verwijst naar de verplichting zich te gedragen ‘zoals een goed ambtenaar betaamt’. Deze verplichting is neergelegd in artikel 15:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Den Haag (ARG). Het niet nakomen van verplichtingen kan worden beschouwd als plichtsverzuim en bestraft worden. In dit verband zijn ook van belang de gemeentelijke regelingen over ongewenst gedrag, seksuele intimidatie en discriminatie.

  • 2.

    Toelichting: vertrouwelijk omgaan met gevoelige informatie

    Het vertrouwelijk omgaan met gevoelige informatie waarborgt de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van de overheid. De samenleving moet erop kunnen vertrouwen dat een ambtenaar de privacy van burgers respecteert. Ook uw privacy als ambtenaar dient door de organisatie gerespecteerd te worden. Daarom gebruikt de overheid informatie alleen voor het doel waarvoor deze verkregen is. De Ambtenarenwet verplicht de ambtenaar om geheimhouding te bewaren over bepaalde zaken die hij in zijn functie komt te weten (artikel 125a derde lid). De rechtspositie verbiedt oneigenlijk gebruik van kennis die ambtenaren in hun functie hebben opgedaan (artikel 15:1b ARG). Een voorbeeld daarvan is het doorgeven van informatie over een gemeentelijk budget voor een bouwproject, zodat aanbieders daar in een offerte rekening mee kunnen houden. Bij indiensttreding kan men verplicht worden een geheimhoudingsverklaring te ondertekenen.

  • 3.

    Toelichting: nevenfuncties en andere privé-activiteiten

    Een ambtenaar dient het algemeen belang en werkt onpartijdig. Dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook de schijn van vermenging wordt vermeden. Raakvlakken tussen functionele taken en privé-activiteiten van ambtenaren kunnen leiden tot botsing of verstrengeling van belangen. Daardoor kan een onafhankelijke beoordeling in gevaar komen of kan de schijn daarvan ontstaan. Dergelijke nevenactiviteiten kunnen verboden worden (artikel 15:1e ARG). Ambtenaren zijn verplicht om nevenactiviteiten die een raakvlak met hun werk (kunnen) hebben te melden. De meldingen worden door de gemeente geregistreerd. Een voorbeeld is het in de vrije tijd voeren van acties tegen een nieuwe rijksweg, terwijl men als planoloog bij de plannen tot aanleg betrokken is. De begrippen nevenwerkzaamheid, nevenactiviteit en privé-activiteit zijn hier op één lijn gesteld. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen betaalde en onbetaalde activiteiten. Veel vormen van vrijetijdsbesteding beïnvloeden het werk bij de gemeente overigens niet. Bijvoorbeeld bestuurlijke activiteiten binnen een politieke partij of een bestuursfunctie bij een sportvereniging of in het culturele leven. Als er geen enkele relatie bestaat met de functie, hoeft de activiteit niet gemeld te worden. Een ambtenaar heeft de vrijheid om te kiezen welke activiteiten hij buiten zijn werk wil verrichten. Daarmee heeft hij dus ook de verantwoordelijkheid om af te wegen of deze activiteit te combineren is met zijn functie bij de gemeente.

    Dat is niet altijd eenvoudig te beoordelen. Belangenverstrengeling kan zich op allerlei manieren voordoen. Bij de beoordeling van de risico’s van nevenwerkzaamheden kunnen enkele vragen behulpzaam zijn.

    • -

      Is er verwevenheid met het functionele beleidsterrein?

    • -

      Bestaat er een risico dat ambtelijke informatie wordt gebruikt?

    • -

      Kunnen er persoonlijke confrontaties in de functie plaatsvinden?

    • -

      Hoe is de reputatie van de organisatie, het bedrijf of de branche?

    • -

      Hoe zal de buitenwereld tegen de combinatie van activiteiten aankijken?

    • -

      Wat is de tijdbelasting van de nevenwerkzaamheden?

    Men moet erop bedacht zijn dat belangen elkaar in de loop van de tijd kunnen gaan raken door verandering in omstandigheden, bijvoorbeeld in de functie, in de relatie tussen gemeente en privé-activiteit of door gemeentelijke herindeling. Sommige privé-activiteiten hoeven geen relatie te hebben met de inhoud van uw werk, maar zitten toch in de gevarenzone. Zo kan een bijbaan in de avonduren en weekeinden zo veel van een ambtenaar vergen dat zijn normale werk er door in het gedrang komt. Maar ook maatschappelijke afkeurenswaardige activiteiten van ambtenaren kunnen schade toebrengen aan ‘het aanzien van het ambt’. Nevenactiviteiten met (mogelijk) schadelijke gevolgen voor de gemeente kunnen verboden worden. Na melding van de activiteit toetst de organisatie of er voor de gemeente risico’s kunnen kleven aan de privé-activiteiten. In sommige gevallen zullen risico’s ondervangen kunnen worden door afspraken tussen ambtenaar en leidinggevende. Zo’n afspraak kan zijn dat in de functie geen werkzaamheden verricht worden in relatie tot de organisatie of het bedrijf waar men privé bij betrokken is. Is dat niet mogelijk, dan is ook denkbaar dat men een geheel andere functie binnen de gemeente gaat uitoefenen. Een afspraak kan ook zijn dat alleen in de weekenden als muzikant opgetreden wordt. Of dat de werkzaamheden als zelfstandige alleen in andere regio’s uitgeoefend worden. Als de risico’ s niet te beperken of te ondervangen zijn, dan zal de gemeente de nevenwerkzaamheden (kunnen) verbieden. Het belang van de gemeente gaat niet altijd boven het privé-belang van een ambtenaar. De uitoefening van bepaalde grondrechten heeft voorrang op het belang van de werkgever. Een voorbeeld daarvan is het als burger bezwaar maken tegen een OZB-aanslag door een ambtenaar van de afdeling Belastingen. Zijn werkinhoud mag er niet toe leiden dat hij zijn recht op bezwaar en beroep tegen overheidsbeslissingen niet kan uitoefenen. Wel zal hij op kantoor werk en privé gescheiden moeten houden en kan hij dus niet belast worden met de behandeling van zijn eigen bezwaarschrift. Nevenactiviteiten kunnen positieve gevolgen hebben voor de functie-uitoefening. Het schrijven van artikelen in een vakblad kan gunstig zijn voor de professionele uitstraling van de gemeente en voor de kennisverdieping van de ambtenaar. Wel moeten er afspraken worden gemaakt over de vraag of op eigen titel dan wel als gemeenteambtenaar wordt gepubliceerd, over de inhoud van de artikelen in relatie tot het politieke beleid, in wiens tijd het werk verricht wordt en of een eventuele beloning behouden mag worden. Een ambtenaar mag niet als zelfstandige ingehuurd worden door de gemeente waarbij hij in dienst is. De ARG (artikel 15:19) verbiedt de ambtenaar direct of indirect werk aan te nemen of diensten/goederen te leveren ten behoeve van de gemeente. Het is dus niet toegestaan om voor een deel van de week als ambtenaar werkzaam te zijn en voor een ander deel in het kader van een eigen bedrijf werkzaamheden uit te voeren voor de gemeente. Voor politieke nevenfuncties, zoals wethouder of raadslid, gelden aparte regels. Men kan bijvoorbeeld niet tegelijkertijd ambtenaar en bestuurder zijn in dezelfde gemeente. Ook geldt er een aparte regeling voor verlof of non-activiteit. Vakbondsactiviteiten nemen een bijzondere plaats in. Er geldt een verlofregeling ten behoeve van vakbondsactiviteiten tijdens werktijd (artikel 6:4:2 ARG). De Ambtenarenwet (artikel 125quinquies ) bepaalt dat in de rechtspositie geregeld moet worden dat ambtenaren in risicovolle functies verplicht worden hun financiële belangen te melden. Deze meldplicht is thans ook vastgelegd in artikel 15.1f ARG.

  • 4.

    Toelichting: geschenken, aanbiedingen en incidentele vergoedingen

    Een ambtenaar handelt onafhankelijk en onpartijdig. Burgers en organisaties worden op gelijke wijze bejegend. Een ambtenaar geeft geen voorkeursbehandelingen en vermijdt ook de schijn daarvan. Het Wetboek van Strafrecht (artikelen 362 en 363) stelt het aannemen van giften, beloften of diensten door een ambtenaar strafbaar als deze hem zijn gegeven met de bedoeling in zijn werk iets te doen of na te laten. De ARG verbiedt het aannemen van steekpenningen. De ARG verbiedt ook het verzoeken om en aannemen van geschenken of beloften zonder toestemming van het college (artikel 15:1c). Voor alle geschenken en voordelen geldt: bedenk wat de achterliggende bedoeling van de gever kan zijn. De bedoeling van de gever kan blijken uit de aard van het geschenk. Er is een verschil tussen een bedrijfskalender en een persoonlijk cadeautje, zoals een zeldzame postzegel die nog aan de collectie van een ambtenaar ontbreekt. Een duur cadeau (meer dan € 50) mag in geen geval geaccepteerd worden. Ook het tijdstip waarop een geschenk wordt aangeboden is van belang. Een jaarlijkse attentie met de kerst is een gebruikelijk gebaar in zakelijke relaties. Een cadeaubon voor de technische ondersteuning van een medewerker bij een congres kan beschouwd worden als gebaar van dank dat geen verplichtingen voor de toekomst schept. Dat ligt anders als een medewerker een blijk van waardering ontvangt terwijl het werk nog niet beëindigd is. Dan zal een geschenk bedoeld kunnen zijn om hem te ‘paaien’ of op zijn minst die indruk wekken. Daarom mag in een onderhandelingsfase of voorafgaand aan andere handelingen die beslissend zijn voor de gever, geen geschenk geaccepteerd worden. De omstandigheid dat een geschenk in het openbaar wordt aangeboden of juist zonder dat anderen het zien, werpt ook een licht op de bedoeling van de gever. Geschenken die bij het huisadres worden aangeboden wekken de schijn van beïnvloeding en mogen niet aanvaard worden. Door het melden van aanbiedingen en geschenken krijgt de organisatie zicht op de aard van relaties met derden en de handelwijze van het personeel. Zinvolle vragen zijn bijvoorbeeld of het geschenk een incidenteel geval is of dat de betrokken ambtenaar vaker iets ontvangt van dezelfde relatie. En of ook andere ambtenaren van dezelfde relatie regelmatig iets aangeboden krijgen en accepteren. Inzicht in het gedrag geeft het management de mogelijkheid om bij te sturen indien dat nodig is. Zo kan een relatie die een waardevol geschenk heeft aangeboden op de hoogte worden gebracht van het gemeentelijk beleid, bijvoorbeeld door de gedragscode bekend te maken. Geschenken die een ambtenaar van derden krijgt in verband met zijn functie zijn eigendom van de gemeente. Binnen de gemeente kan ervoor gekozen worden om ontvangen geschenken met alle collega’s te delen, te verloten, in het gemeentehuis te plaatsen of een andere bestemming te geven.

  • 5.

    Toelichting: uitnodigingen voor reizen, congressen, evenementen en diners

    De aanwezigheid van medewerkers bij bijeenkomsten en evenementen zal doorgaans een directe functionele betekenis hebben voor de gemeente: het profileren van een gemeenteonderdeel, het delen van ervaringen, het opdoen van kennis, de mogelijkheid waardevolle contacten te leggen of te onderhouden. Ontbreekt die betekenis, dan wordt de uitnodiging afgeslagen. Als een ambtenaar wordt uitgenodigd om bijvoorbeeld een spreekbeurt te houden op een symposium zullen er, net als bij nevenactiviteiten, afspraken moeten worden gemaakt over de vraag of dat namens de gemeente dan wel op persoonlijke titel gebeurt en of het tijdens dan wel buiten werktijd plaatsvindt. Voor een lezing op persoonlijke titel onder werktijd moet verlof gevraagd worden. Voor een lezing namens de gemeente mag de ambtenaar geen geldelijke beloning aanvaarden. Uitnodigingen voor ontspannende activiteiten kunnen tegelijkertijd functioneel zijn. Een etentje ter afsluiting van een goed verlopen project bestendigt de relatie tussen partijen. Tijdens het onderhandelingsproces kan een gezamenlijke lunch of diner met een relatie zinvol zijn. Dit dient de ambtenaar samen met de leidinggevende te beoordelen. Er kunnen tegelijkertijd risico’s aan vastzitten. Een overdadig diner met attracties op kosten van een derde kan een sfeer van verplichtingen scheppen. Een uitnodiging moet daarom kritisch bekeken worden. Een ambtenaar moet vermijden dat hij meer dan eens door een zakelijke relatie op een lunch getrakteerd wordt maar zelf niet op kosten van de gemeente iets aanbiedt.

  • 6.

    Toelichting: verantwoord omgaan met gemeentelijke voorzieningen en personeelsregelingen

    Alle zaken binnen het gemeentehuis worden bekostigd met gemeenschapsgeld. Ze zijn dus bestemd voor gemeentelijke doeleinden. Dat geldt van internetaansluiting tot suikerzakje. In de ARG (artikel 15:1b) is bepaald dat een ambtenaar zonder toestemming privé geen gebruik mag maken van interne diensten en eigendommen van de gemeente. In dit verband zijn van belang de gemeentelijke regelingen over e-mail- en internetgebruik, mobiele telefoons, gemeentelijke eigendommen, werktijden en het ziekteverzuimprotocol.

  • 7.

    Toelichting: belangen van familieleden, vrienden en ex-collega’s

    De gemeente Den Haag kent de regeling Draaideurconstructie waarbij als uitgangspunt geldt dat gedurende een bepaalde periode na ontslag van de ex-ambtenaar hij niet als externe wordt ingehuurd om werkzaamheden ten behoeve van de gemeente te laten verrichten. In gemeentelijke gunnings- en aanbestedingsregels kunnen voorschriften zijn opgenomen over de positie van voormalig personeelsleden. Het inhuren van een ex-collega heeft voor de gemeente praktische voordelen, maar ook nadelen. Voormalig ambtenaren kunnen oneigenlijk gebruikmaken van hun kennis en contacten die ze hebben opgedaan in hun ambtelijke functie. Soms worden bij uitdiensttreding van een collega die voor zichzelf begint afspraken gemaakt over toekomstige opdrachten. Deze praktijken zijn concurrentievervalsend en kunnen de geloofwaardigheid en integriteit van de overheid aantasten.

  • 8.

    Toelichting: reageren op niet-integere zaken

    Voor de integriteit van een organisatie is het belangrijk dat medewerkers zich vrij voelen om misstanden intern aan te kaarten. Het begrip ‘misstand’ is breed: het kan gaan om fraude, diefstal van kantoormeubilair, het bevoordelen van vrienden bij het verlenen van een vergunning, het achterhouden van relevante informatie door een wethouder, het door een manager onderhands regelen van vacaturevervulling etc. Er mag in principe niet ‘gelekt’ worden naar de pers. Vermoedens van misstanden in de organisatie zijn interne aangelegenheden waarmee vertrouwelijk omgegaan moet worden. Er zijn echter omstandigheden denkbaar dat het naar buiten brengen van vertrouwelijke informatie door een ambtenaar terecht is, bijvoorbeeld als de organisatie niet adequaat reageert bij een acuut gevaar voor de volksgezondheid. Het Wetboek van Strafvordering (artikel 162) verplicht een ambtenaar aangifte te doen als hij kennis heeft van een ambtsmisdrijf. Het is niet de bedoeling dat de ambtenaar zelfstandig aangifte doet, maar dat hij contact opneemt met de leidinggevende. De organisatie is dan verantwoordelijk voor de contacten met politie en justitie. In dit verband is verder het bestaan van een gemeentelijke vertrouwenspersoon van belang, alsmede de Klokkenluidersregeling en eventuele overige richtlijnen voor het omgaan met integriteitaantastingen.

  • 9.

    Toelichting: de manager draagt het integriteitbeleid uit

    Iedere medewerker is verantwoordelijk voor zijn individuele gedrag. De leidinggevende heeft daarnaast een verantwoordelijkheid voor de omgeving waarin de medewerkers hun werk doen. Een omgeving waarin grote openheid heerst, werkt remmend op ‘gesjoemel’ en ander ongewenst gedrag. De leidinggevende bevordert de bewustwording van de medewerkers en ondersteunt hen in het omgaan met gevoelige en risicovolle situaties. De leidinggevende maakt ongewenst gedrag van een medewerker bespreekbaar, corrigeert en treft zonodig strafmaatregelen.