Regeling vervallen per 14-12-2010

Uitvoeringsregeling hondenbelasting 2008

Geldend van 01-01-2008 t/m 13-12-2010

Intitulé

Uitvoeringsregeling hondenbelasting 2008

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

gelet op:

de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met artikel 231, tweede lid, onderdeel a en derde lid van de Gemeentewet en de betreffende bepalingen van de Verordening hondenbelasting 2008, alsmede de artikelen 3:18 en 3:19 van de Organisatieregeling Gemeente Den Haag in verbinding met het Uitvoeringsbesluit Gemeentebelastingen.

Besluit:

vast te stellen de volgende regeling:

Uitvoeringsregeling met betrekking tot de Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2008 (Uitvoeringsregeling hondenbelasting 2008).

Artikel 1 Aangifte

  • 1. Degene die belastingplichtig wordt, alsmede de belastingplichtige die meer honden is gaan houden dan waarvoor hij aangifte heeft gedaan of is aangeslagen, is gehouden binnen een maand nadat de genoemde omstandigheden zich hebben voorgedaan bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte

  • 2. De belastingplichtige die niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.

Artikel 2 Rente

  • 1. Het percentage van de invorderingsrente volgt het percentage dat op grond van artikel 29 van de Invorderingswet 1990 voor het betreffende kalenderkwartaal voor de rijksbelastingen is vastgesteld.

  • 2. Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vindt de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstige toepassing.

  • 3. Ingeval op grond van artikel 25 van de Invorderingswet 1990 uitstel van betaling is verleend wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze in totaal een bedrag van € 23,00 niet te boven gaat.

Artikel 3 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Uitvoeringsregeling hondenbelasting 1998, vastgesteld bij besluit van het College van burgemeester en wethouders van 11 december 2001, bekendgemaakt op 27 december 2001 en in werking getreden op 1 januari 2002, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2008, met dien verstande dat deze van toepassing blijft voor belastbare feiten die betrekking hebben op de periode vóór 1 januari 2008.

  • 2. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

  • 3. Deze regeling kan worden aangehaald als "Uitvoeringsregeling hondenbelasting 2008".

Ondertekening

Dat dit besluit wordt gepubliceerd in de Posthoorn van week 51 van 2007 en met ingang van 20 december 2007 tevens terug te vinden zal zijn op de site http://zbs.denhaag.nl/internet onder risnummer 151044.

Den Haag, 11 december 2007

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris

mw. A.W.H. Bertram

de burgemeester

W.J. Deetman