Subsidieregeling conciërges op basisscholen Den Haag 2015

Toelichting op Subsidieregeling conciërges op basisscholen Den Haag 2015

Algemeen

Een veilig klimaat op scholen is belangrijk. Leerlingen en personeel moeten veilig en prettig kunnen leren en werken. In de Haagse Educatieve Agenda 2014-2018 is één van de ambities: “We zorgen dat schoolgebouwen een stimulerende en veilige leefomgeving bieden en multifunctioneel gebruik mogelijk maken.” Onderwijsondersteunend personeel, zoals een conciërge, kan een belangrijke bijdrage leveren aan de sociale en fysieke veiligheid op een school. Zij weten vaak precies wat er speelt onder de leerlingen en hebben een sleutelrol op scholen. Kortom ze zijn belangrijk voor de veiligheid, het onderhoud en de sfeer op school.

Basisscholen konden tot 2016 bij het Rijk gebruik maken van een regeling voor een bijdrage in loonkosten van ondersteunend personeel (conciërges). De gemeente Den Haag heeft de scholen, die gebruik maakten van deze regeling een aanvullende bijdrage verleend. Van de regeling maakten in 2015 38 basisscholen gebruik. Het Rijk heeft eind 2015 deze regeling beëindigd. De middelen van de specifieke regeling zijn door het Rijk toegevoegd aan de lumpsum financiering van scholen.

In het kader van het coalitieakkoord 2014-2018 Vertrouwen op Haagse Kracht is jaarlijks

€ 400.000,00 structureel beschikbaar gesteld om een financiële bijdrage aan Haagse scholen te verlenen voor de loonkosten van conciërges omdat de brede functie van scholen vraagt om een blijvende inzet van conciërges.

Uitgangspunten

Er zijn 135 basisscholen in Den Haag en 44 vestigingen scholen voor voortgezet onderwijs. Het bedrag van € 400.000,00 is niet voldoende om een conciërge te financieren op alle scholen. Uitgangspunt bij subsidiëring van de conciërges zal zijn, dat het schoolbestuur een conciërge aanstelt en dit financiert via de lumpsum. De gemeente verleent een aanvullende bijdrage. Voorts is ervoor gekozen om uitsluitend subsidie te verlenen aan Haagse basisscholen, inclusief de speciale scholen voor basisonderwijs en basisscholen voor speciaal onderwijs.

Juridisch

Op subsidieverstrekking aan schoolbesturen is de Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014 (hierna: PersMat) van toepassing. Artikel 13 van deze verordening geeft burgemeester en wethouders de bevoegdheid nadere regels vast te stellen met betrekking tot de activiteiten en doelgroepen die voor subsidie in aanmerking komen, de aan de subsidieverlening te verbinden voorschriften en de wijze waarop het schoolbestuur rekening en verantwoording aflegt aan burgemeester en wethouders.

De hoofdstukken 1 en 2D zijn specifiek van toepassing op de subsidieverstrekking in het kader van de Subsidieregeling conciërges op basisscholen Den Haag 2015.

§ 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

School:

In artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs wordt school omschreven als: een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs, tenzij het tegendeel blijkt.

In artikel 1 van de Wet op de expertisecentra wordt school omschreven als: een school voor speciaal onderwijs, voor voortgezet speciaal onderwijs of voor speciaal en voorgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder f, h, j, k, m of n, dan wel een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 8, eerste lid, tweede of derde volzin, tenzij het tegendeel blijkt.

§ 2 De activiteiten en de doelgroep

Artikel 2:2 Doelgroep

Gelet op de definitie van schoolbestuur in artikel 1:1, kan uitsluitend subsidie worden verstrekt aan besturen van basisscholen, speciale scholen voor basisonderwijs en scholen voor speciaal onderwijs.

Om versnippering tegen te gaan wordt de subsidie aan schoolbesturen en niet per schoollocatie verleend. Het schoolbestuur weet waar en op welke locaties de subsidie het beste kan worden ingezet, bijvoorbeeld op Haagse scholen waar nog geen of geen fulltime conciërge werkzaam is.

§ 3 De kosten en de subsidie

Artikel 3:1 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Als boven aangegeven, maakt de bijdrage van het Rijk voor de loonkosten van conciërges, sinds 2016 deel uit van de lumpsum financiering van scholen. De subsidie van de gemeente vormt hierop een aanvulling.

Artikel 3:2 Bijdrage

Er wordt uitgegaan van een bedrag per leerling.

Afhankelijk van het aantal leerlingen dat een school heeft, wordt de hoogte van de subsidie bepaald. Er is geen sprake van een subsidieplafond als bedoeld in artikel 4:22 van de Algemene wet bestuursrecht. Wel wordt het bedrag dat beschikbaar is voor deze subsidieregeling als uitgangspunt genomen om op een normbedrag per leerling uit te komen.

Gekozen is voor het leerlingenaantal, omdat dit een eerlijke verdeling is, kleine en grote schoolbesturen ontvangen hetzelfde subsidiebedrag per leerling. Er wordt een vaste voet (minimaal subsidiebedrag) gehanteerd van € 2.000,00.

§ 4 Besluitvorming subsidie

Artikel 4:1 Aanvraag

In artikel 6, tweede lid en artikel 21b, derde lid van PersMat staan de algemene vereisten voor een subsidieaanvraag. Voor de Subsidieregeling conciërges op Haagse basisscholen, volstaat echter een minder uitgebreide aanvraag. Naast dagtekening en naam en adres van de aanvrager, is het alleen nodig dat aangegeven wordt hoeveel fte’s conciërges waar worden ingezet.

§ 5 Verplichtingen

Artikel 5:1 Eindverantwoording

Bij subsidiëring voor de inzet van conciërges op basisscholen is geen behoefte aan een uitgebreide verantwoording zoals die op grond van artikel 21 j van PersMat is vereist. Daarom wordt daar hier van afgeweken. Het is voldoende als het schoolbestuur verklaart dat de subsidie is besteed aan conciërges.

§ 6 Slotbepalingen

Deze behoeven geen nadere toelichting.