Aanwijzing gebied De Dreef en omgeving in verband met cameratoezicht

De burgemeester van Den Haag,

overwegende dat:

• -

  in 2015 is gestart met een integrale aanpak op de jeugdgroep Bouwlust-Vrederust;

• -

  politie, stadsdeel en directie Veiligheid samen werken aan de verbetering van de leefbaarheid en aanpak van de criminaliteit;

• -

  het gebied zich kenmerkt als sociaal zwak, wat resulteert in een minimale meldings- en aangiftebereidheid;

• -

  in de avond- en nachtelijke uren zich veel mensen op straat bevinden. Dit leidt tot rumoer, vervuiling en vernielingen. Er ook sprake is van handel in verdovende middelen;

• -

  stevig wordt ingezet door het Veiligheidshuis, het jongerenwerk en jeugdpreventieteam. Naast het streng verbaliseren op overtredingen worden er ook bestuurlijke maatregelen (waaronder gebiedsverboden) genomen;

• -

  in aanvulling op deze aanpak in april

• -

  de overlast in Vrederust nog niet is verdwenen. Het aantal meldingen daalt slechts licht;

• -

  cameratoezicht en de gebiedsverboden er mede toe hebben bijgedragen dat rust in de wijk enigszins is teruggekeerd. De wijk heeft belang bij een rustige periode;

• -

  het cameratoezicht naast preventieve werking mede bijdraagt aan dossieropbouw;

• -

  het daarom in het belang van de handhaving van de openbare orde noodzakelijk is om in dit gebied voor een bepaalde duur het cameratoezicht voort te zetten ten behoeve van het toezicht op openbare plaatsen;

gelet op de ingekomen politierapportages, de evaluatie flexibel cameratoezicht en artikel 151c Gemeentewet juncto artikel 2:77 van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente

Den Haag,

besluit:

• I.

  een cameragebied in te stellen voor het gebied de Dreven en omgeving:

  tussen de Melis Stokelaan, Dedemsvaartweg, Erasmusweg en de Lozerlaan met inbegrip van de straten en de openbare ruimte binnen dit gebied;

• II.

  te bepalen dat het onder I. genoemde besluit vanaf de datum van ondertekening in werking treedt en daarna bekend wordt gemaakt in het gemeenteblad. Het onder I. genoemde besluit eindigt een jaar na de bekendmaking.

Den Haag 20 juni 2018

Pauline Krikke