Regeling vervallen per 06-10-2020

Subsidieregeling Volwasseneneducatie Den Haag 2018

Geldend van 01-10-2018 t/m 05-10-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Subsidieregeling Volwasseneneducatie Den Haag 2018

Algemene toelichting op de Subsidieregeling Volwasseneneducatie Den Haag 2018

De Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) is per 1 januari 2015 gewijzigd. Dit betekende onder meer dat de verplichting van gemeenten om het educatiebudget bij Regionale Opleidingen Centra (ROC’s) te besteden in een periode van drie jaar geleidelijk werd afgeschaft. De wettelijke taak van ROC’s om educatie aan te bieden kwam eveneens te vervallen.

Voor de jaren 2015-2017 gold overgangsrecht. In 2015 moest ten minste 75% van de uitkering die de contactgemeente ontvangt bij een ROC worden besteed, in 2016 ten minste 50% en in 2017 ten minste 25%. Met ingang van 2018 kan de gemeente vrij kiezen door wie ze de educatie laat verzorgen.

De besluitvorming over de evaluatie van de Regeling regio’s en contactgemeenten educatie (regeling educatie) is uitgesteld tot 1 januari 2019. Tot die datum blijft de regeling educatie van kracht. Vooruitlopend op de besluitvorming is een wetswijziging van kracht inzake de invoering van opleidingen Digitale Vaardigheden.

De WEB staat toe om voor de besteding van het educatiebudget het subsidie-instrument te gebruiken. Dan is echter wel een subsidieregeling vereist waarin staat wie voor welke activiteiten en onder welke voorwaarden voor subsidie in aanmerking kan komen.

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

gelet op:

  • -

    artikel 2.3.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs,

  • -

    artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014,

besluit vast te stellen de Subsidieregeling Volwasseneneducatie Den Haag 2018:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

college:

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;

groepscontactuur:

een klokuur waarin educatie wordt gegeven aan een groep deelnemers onder verantwoordelijkheid van onderwijspersoneel als bedoeld in artikel 4.2.1. van de wet;

projectuur:

een klokuur waarin onder verantwoordelijkheid van onderwijspersoneel niet-lesgevende taken worden verricht;

regio:

de bij ministeriële regeling op grond van artikel 2.3.1, tweede lid van de wet vastgestelde regio waarvoor Den Haag als contactgemeente is aangewezen;

regeling educatie:

Regeling regio’s en contactgemeenten educatie;

wet

de Wet educatie en beroepsonderwijs.

Artikel 1:2 Reikwijdte

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 2:1 van deze regeling bedoelde activiteiten.

Hoofdstuk 2 De activiteiten en de doelgroep

Artikel 2:1 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:

    a. activiteiten die vallen onder artikel 2.3.1, eerste lid van de wet;

    b. opleidingen en trajecten taal en rekenen met gebruik van dagelijkse ICT-middelen, die bevorderen dat laagopgeleide volwassen inwoners van Den Haag met een onderwijsachterstand volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving;

    c. niet cursusgerichte activiteiten die ondersteunend of aanvullend zijn op de onder b genoemde trajecten.

  • 2.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien de activiteiten voldoende verspreid over de regio en Den Haag plaatsvinden.

Artikel 2:2 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een rechtspersoon die aantoonbaar:

  • a.

    over expertise beschikt op het gebied van volwasseneneducatie op verschillende taalniveaus en met een uiteenlopend aanbod met de inzet van professionals en met ondersteuning van vrijwilligers;

  • b.

    bekend is met de grotestedenproblematiek;

  • c.

    bekend is met andere commerciële en gesubsidieerde organisaties in Den Haag en in de regio die samenwerken om taalachterstand bij laaggeletterden en anderstaligen te bestrijden; en

  • d.

    voor minimaal 4.000 deelnemers trajecten volwasseneneducatie kan aanbieden.

Hoofdstuk 3 De kosten en de subsidie

Artikel 3:1 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 2:1.

Artikel 3:2 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2:1 onder a en b, bedraagt maximaal € 157,64 per groepscontactuur bij cursustrajecten met professionals en (mede) inzet van vrijwilligers en € 53,60 per groepscontactuur bij de begeleiding door een professional van een vrijwilliger. Het tarief voor het traject taal voor doven is € 246,96 per groepscontactuur vanwege de extra inzet van een docent gebarentaal.

  • 2.

    De subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2:1 onder c bedraagt maximaal € 53,60 per projectuur.

  • 3.

    Voor zover de in het eerste en tweede lid genoemde bedragen niet wettelijk zijn voorgeschreven, kan het college deze jaarlijks indexeren.

Hoofdstuk 4Subsidieplafond en verdeling

Artikel 4:1 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening voor de activiteiten genoemd in artikel 2:1, eerste lid, onder a, geldt per kalenderjaar als subsidieplafond het bedrag dat het Rijk op grond van artikel 2.3.1 van de wet beschikbaar stelt.

  • 2.

    Voor subsidieverlening voor de activiteiten genoemd in artikel 2:1, eerste lid, onder b en c, geldt per kalenderjaar als subsidieplafond het bedrag dat de gemeenteraad bij de vaststelling van de begroting beschikbaar stelt voor volwasseneneducatie.

Artikel 4:2 Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3.

    Indien burgemeester en wethouders op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag ontvangen, stellen zij de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

Hoofdstuk 5 Besluitvorming subsidie

Artikel 5:1 Aanvraag

In aanvulling van de op grond van artikel 8, tweede en derde lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 over te leggen gegevens, overlegt de aanvrager een activiteitenplan volgens een door het college te bepalen opzet.

Artikel 5:2 Aanvraagtermijn

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 wordt een aanvraag om subsidie ingediend uiterlijk op 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid wordt een aanvraag voor het kalenderjaar 2018 ingediend uiterlijk op 1 maart 2018.

Artikel 5:3 Aanvullende weigeringsgrond

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 kan subsidieverlening worden geweigerd als de aanvraag niet tijdig is ingediend en deze niet reeds op grond daarvan buiten behandeling is gesteld.

Hoofdstuk 6 Verplichtingen, verantwoording, vaststelling en voorschot

Artikel 6:1 Verplichtingen

Onverminderd de artikelen 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 15 tot en met 18 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a.

    de subsidieontvanger is bereid mee te werken aan inhoudelijk onderzoek voor monitoring en evaluatie;

  • b.

    de subsidieontvanger is bereid om de ervaringen en ontwikkelde producten en activiteiten ter beschikking te stellen aan gemeenten en instellingen in de regio;

  • c.

    de subsidieontvanger neemt deel aan een samenwerkingsverband in Den Haag of een andere gemeente in de regio, waarin gesubsidieerde en commerciële taalaanbieders informatie uitwisselen over taal- en rekentrajecten en deelnemers.

Artikel 6:2 Eindverantwoording subsidies boven € 100.000,00

  • 1.

    In aanvulling van de op grond van artikel 20, derde lid van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 over te leggen gegevens, legt de aanvrager van een vaststellingsbeschikking de volgende gegevens over:

    a. een bestuursverklaring volgens het door het college vastgestelde model;

    b. een inhoudelijk voor openbaarmaking geschikt verslag waarbij op voor het algemene publiek toegankelijke wijze wordt toegelicht op welke wijze de verleende subsidie is gebruikt;

    c. het voor openbaarmaking geschikte en op voor het algemene publiek toegankelijke wijze beschreven resultaat van de doelstellingen waarvoor subsidie is aangevraagd.

  • 2.

    Indien de subsidie is verleend ten laste van de specifieke uitkering educatie die het Rijk op grond van artikel 2.3.1 van de wet beschikbaar heeft gesteld en het Rijk andere of aanvullende eisen stelt ten aanzien van de verantwoording van deze specifieke uitkering, kan het college dezelfde of soortgelijke aanvullende eisen stellen ten aanzien van de verantwoording van de verleende subsidie.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 7:1 Hardheidsclausule

Het college kan het bepaalde in artikel 4:2 van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van het doel van de regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 7:2 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad, waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot 1 januari 2018.

  • 2.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Volwasseneneducatie Den Haag 2018.

Den Haag, 13 maart 2018

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Peter Hennephof

deburgemeester,

Pauline Krikke

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1:1

Bij de regeling educatie heeft de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de regio educatie Haaglanden vastgesteld. De regio bestaat uit de gemeenten Delft, Midden-Delfland, Rijswijk, Den Haag en Westland. Den Haag is aangewezen als contactgemeente.

Artikel 2:1

De activiteiten op het gebied van volwasseneneducatie kunnen worden onderverdeeld in:

  • -

    de wettelijke taken als aangeduid in artikel 2.3.1, eerste lid van de wet (a);

  • -

    andere opleidingen en trajecten die het college subsidieert en die eveneens zijn gericht op afname van het aantal laaggeletterden in Den Haag;

  • -

    opleidingen en trajecten digitale vaardigheden (c) (dit is nieuw met ingang van 1 januari 2018).

In artikel 2:1 onder d wordt gedoeld op bijvoorbeeld activiteiten die gericht zijn op de werving van cursisten of de kosten voor digitale ondersteuning bij de opleidingen en trajecten in een (computer)lokaal.

Artikel 2:2

Aangegeven is dat een rechtspersoon uitsluitend voor subsidie in aanmerking kan komen indien hij over ruime en brede ervaring beschikt op het gebied van volwasseneneducatie met de inzet van docenten met lesbevoegdheid NT1 en NT 2 voor het volwassenenonderwijs én met ondersteuning van vrijwilligers. Het moet gaan om een uiteenlopend aanbod voor Nederlands als tweede taal variërend van alfabetisering tot en met taalniveau B2, Nederlands als eerste taal en rekenen gericht op de referentiekaders: tot 1Fen 2F. Daarnaast een aanbod gericht op digitale vaardigheden voor instroom naar basisniveau 1, basisniveau 1 en 2 die aansluiten bij de niveaus taal en rekenen op niveau 1F en 2F.

Artikel 5:1

De opzet van het in te dienen activiteitenplan wordt door het college bepaald en vooraf bekend gemaakt.

Artikel 6:2, tweede lid

Het Rijk verstrekt aan regiogemeenten een doeluitkering voor volwasseneneducatie; deze heet: specifieke uitkering educatie. Aan de verantwoording van deze gelden door de gemeente, stelt het Rijk eisen. Burgemeester en wethouders kunnen deze eisen “doorvertalen” in een subsidieverplichting ten aanzien van de verantwoording (aanvraag tot subsidievaststelling) die geldt voor de subsidieontvanger.

Ondertekening