Gedragscode raadsleden Den Haag 2021

Geldend van 25-03-2021 t/m heden

Intitulé

Gedragscode raadsleden Den Haag 2021

De raad van de gemeente Den Haag,

Gelet op artikel 15, derde lid en 149 Gemeentewet,

Gezien het voorstel van het presidium van 2 maart 2021

Besluit

Vast te stellen de Gedragscode raadsleden Den Haag 2021

Algemene toelichting

Deze toelichting is een integraal onderdeel van de gedragscode.

De gedragscode raadsleden Den Haag dateert van 11 juni 2015 en is gebaseerd op de toenmalige modelgedragscode van de VNG. Sindsdien zijn er op het gebied van bestuurlijke integriteit landelijk en lokaal diverse ontwikkelingen geweest.

Tijdens de raadsconferentie van 31 januari 2020 is afgesproken de bestaande gedragscode te actualiseren omdat dat de huidige gedragscode naar het oordeel van veel raadsleden qua inhoud en uitwerking modernisering behoeft.

Ontwikkelingen

De Minister van BZK heeft maatregelen in gang gezet om de integriteit in het openbaar bestuur te bevorderen. Zo is een wijziging van de Gemeentewet in voorbereiding met aanvullende regels rond bestuurlijke integriteit en vereenvoudiging van de regels rond geheimhouding.

Op grond van artikel 170, tweede lid Gemeentewet bevordert de burgemeester de bestuurlijke integriteit van de gemeente.

Bij bestuurlijke integriteit is het uitgangspunt dat raadsleden geacht worden het algemeen belang te dienen en geen specifieke individuele belangen.

Integriteit wordt gezien als een kernwaarde in het openbaar bestuur. Alleen bij voldoende vertrouwen in het gemeentelijk bestuur kan de gemeente effectief de taak uitvoeren als hoeder van het algemeen belang.

De nieuwe gedragscode bouwt voort op de al bestaande gedragscode. Nieuw zijn de volgende aspecten:

artikel 1: uitreiking afdruk gedragscode bij installatie raadslid

artikel 2: bevordering omgangsvormen in en buiten de gemeenteraad

artikel 3: definitie integer handelen, bejegening

artikel 6: nevenfuncties bijgehouden in register, openbaar op internetpagina gemeente, er is commissie van advies op nevenfuncties

artikel 7: invoering geschenkenregister

artikel 10: opdracht aan raad tot periodieke bespreking gedragscode

Doel en reikwijdte van de gedragscode

Het opstellen van een gedragscode voor de gemeenteraad is op grond van artikel 15, derde lid van de Gemeentewet verplicht. De gedragscode is een interne regeling, in aanvulling op wettelijke regels rond transparantie van de lokale besluitvorming en de voorschriften voor elk individueel raadslid. Ook omgangsvormen in en buiten de raad zijn een onderdeel van de gedragscode.

Het openbaar bestuur kent een aantal kernwaarden. De uit 2009 stammende Nederlandse code voor goed openbaar bestuur noemt de volgende kernwaarden:

1. Openheid en integriteit

2. Participatie

3. Behoorlijke contacten met burgers

4. Doelgerichtheid en doelmatigheid

5. Legitimiteit

6. Lerend en zelfreinigend vermogen

7. Verantwoording

Hoewel het belang van elk van deze kernwaarden even groot is, zal de gedragscode zich met name richten op openheid en integriteit, behoorlijke contacten met burgers, legitimiteit en verantwoording.

Inhoud van de gedragscode

Raadsleden dienen in hun functie het algemeen belang en hebben een voorbeeldfunctie. Zij opereren onafhankelijk en stemmen op grond van de Gemeentewet zonder last. Raadsleden hebben van de kiezers het mandaat gekregen om namens hen besluiten te nemen. Juist omdat een raadslid het algemene belang dient, moet hij zich vrij voelen te kunnen stemmen zoals het hem goeddunkt. De integriteit van raadsleden moet daarbij niet ter discussie staan. Is dat wel het geval, dan schaadt dat het vertrouwen in het lokale openbaar bestuur. De gedragscode is bedoeld als hulpmiddel om raadsleden handvatten te bieden bij integer handelen en transparante besluitvorming te bevorderen.

De gedragscode richt zich op

1. Integer handelen, omgangsvormen

2. Omgaan met geheime informatie

3. Declaraties

4. Functies naast het raadslidmaatschap

5. Geschenken

6. Reizen en excursies

7. Omgaan met gemeentelijke goederen en diensten

8. Procedureafspraken

De gedragscode is een document voor alle raadsleden. Van belang is dat de raad bereid is met elkaar in gesprek te gaan, ook als een aspect uit de gedragscode daar in een individueel geval om vraagt.

Uiteindelijk is het de verantwoordelijkheid van elk raadslid zelf de gedragscode na te leven. Er wordt van uitgegaan dat het raadslid (wijzigingen in) functies naast het raadslidmaatschap, of overige wijzigingen die gevolgen kunnen hebben voor het raadslidmaatschap, uit eigen beweging meldt.

Er staan geen sancties op het niet-naleven van de gedragscode. Het raadslid legt uiteindelijk verantwoording af aan de kiezer over het verkregen mandaat.

Gedragscode ook voor omgangsvormen in de raad

Integriteit gaat niet alleen over het willen respecteren van de regels, maar ook over onderlinge omgangsvormen. Het gaat dan om respectvolle omgang met elkaar, met inwoners, organisaties, medewerkers en andere politieke ambtsdragers.

Het debat is er om politieke standpunten uit te dragen. Het is een belangrijk signaal naar de samenleving als de raad in de gedragscode tot uiting brengt dat de 45 volksvertegenwoordigers die de raad van Den Haag vormen respect hebben voor elkaars identiteit en bereid zijn zich daarbij aan de afgesproken omgangsvormen te houden. Kortom, het gaat in het politieke debat om de inhoud, er wordt niet op de persoon gespeeld.

Ondersteuning raadsleden bij integriteit

Een raadslid moet mogelijke vraagpunten rond integriteit kunnen bespreken. Met collega-raadsleden of met de burgemeester en de griffier. De kenbaarheid van de regels en de gedragscode zijn daarbij van belang. Alle relevante wet- en regelgeving rond integriteit is te vinden op één eenvoudig te vinden intranetpagina.

Het onderwerp integriteit is een vast onderdeel van het inwerkprogramma voor nieuwe raadsleden. Een exemplaar van de gedragscode en de relevante wetgeving wordt bij de installatie overhandigd.

Het onderwerp integriteit komt regulier, bij voorkeur jaarlijks, op voorstel van de burgemeester terug in een bijeenkomst van de raadsleden.

Ook is een zogenaamd handelingsperspectief opgesteld voor de raad, griffier en burgemeester, hoe te handelen bij een (vermoeden van een) integriteitskwestie. Dit stuk is ook vindbaar op intranet.

Naast de gedragscode zal een commissie worden geïnstalleerd die tot taak heeft (nieuwe) raadsleden bij mogelijke vragen rond functies naast raadslidmaatschap te adviseren. De commissie kan gevraagd en ongevraagd adviseren. Hiervoor wordt een aparte verordening in het leven geroepen, die taken en reikwijdte van de commissie bevat.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 Reikwijdte, adressering

In het eerste lid wordt benadrukt dat de gedragscode een aanvulling is op de hogere wet- en regelgeving. In Den Haag zijn voor de raad naast de bepalingen uit de Gemeentewet en de Kieswet, specifiek het Reglement van orde, de Verordening raadscommissies en de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden (en ook de Regeling informatievoorziening en geheimhoudingsplicht fractiemedewerkers).

Om tot fractievertegenwoordiger benoemd te kunnen worden bij de raad van Den Haag, is het nodig aan de eisen voor het raadslidmaatschap te voldoen. Dat is de reden dat de gedragscode voor het overgrote deel ook geldt voor fractievertegenwoordigers. Uit de aard der zaak is de gedragscode niet op hen van toepassing als het gaat om mogelijke belangenverstrengeling in relatie tot het stemmen in de raadsvergadering. Daarnaast is het belangrijk dat de gedragscode ook de raad als bestuursorgaan adresseert, als vertegenwoordigend orgaan van alle inwoners, van wie verwacht mag worden dat het algemeen belang wordt gediend.

In het tweede lid wordt geregeld dat de gedragscode voorafgaand aan de installatie van het raadslid (en de fractievertegenwoordiger) op papier wordt overhandigd, samen met de betrokken bepalingen uit de Gemeentewet. Zo wordt bevorderd dat het raadslid actief kennis kan nemen van de gedragscode.

Artikel 2 Doel

Besluitvorming door de raad vindt plaats in openbaarheid, waarbij voor eenieder te controleren moet zijn wat de overwegingen voor het besluit zijn geweest. Dit is een belangrijke kernwaarde in het openbaar bestuur. Daarom is het van belang dat raadsleden bereid zijn de gedragscode als steunpunt te hanteren bij het inzichtelijk maken van hun overwegingen bij de oordeels- en besluitvorming.

Evenzeer kan de gedragscode steun bieden als het gaat om omgangsvormen in en buiten de raad: het valt niet te ontkennen dat het maatschappelijk debat, in al zijn verschijningsvormen, de afgelopen jaren minder gepolijst is geworden. De gedragscode hanteert het standpunt dat het debat op de inhoud wordt gevoerd en dat niet op de persoon wordt gespeeld.

Raadsleden zijn ook aanspreekbaar op naleving van deze gedragscode.

Artikel 3 Integer handelen, onderlinge bejegening

Volksvertegenwoordigers, dus ook raadsleden, dienen in hun functie het algemeen belang. Dat is een fundament van alle lagen van het openbaar bestuur. De gedragscode benadrukt dit als belangrijk symbool voor het raadslidmaatschap. Dit betekent niet, dat een raadslid zich nooit over een specifieke situatie of een specifiek geval zou mogen buigen. Het gaat er om, dat het raadslid ook in een dergelijke situatie blijft handelen vanuit het algemeen belang.

In het tweede lid is omschreven wat onder integer handelen wordt verstaan. Naast de wettelijke bepaling dat raadsleden stemmen zonder last, is integer handelen in de oordeelsvorming niet beïnvloed worden door anderen. Daarbij speelt beeldvorming en transparantie een belangrijke rol: hoe komt de opstelling van het raadslid over op derden, en maakt het raadslid voldoende helder hoe hij tot zijn afweging is gekomen in een bepaald geval?

Kan een raadslid in een specifiek geval niet tot onafhankelijke oordeelvorming komen omdat hij/zij er persoonlijk bij betrokken is, dan onthoudt het raadslid zich van deelname aan beraadslaging en stemming. Dit wordt dan in de openbare vergadering gemeld. Daarmee is het voor de buitenwacht transparant.

In aansluiting op wat onder artikel 2 over omgangsvormen is gesteld, operationaliseren lid 3 en lid 4 de omgangsvormen in en buiten de raad. In de raad kunnen raadsleden elkaar aanspreken op de wijze waarop men elkaar bejegent. Dit is in overeenstemming met het Reglement van orde. Buiten de raad is de oproep aan raadsleden alle geadresseerden respectvol te bejegenen, in woord en geschrift en op social media. Het is goed daarbij te bedenken dat anderen dan raadsleden (zoals inwoners van Den Haag of ambtenaren) zich niet in het openbaar kunnen verdedigen tegen uitingen die het raadslid doet in een openbare commissie- of raadsvergadering (of, in het geval van ambtenaren, tegen uitingen gedaan op social media).

In vergaderingen van raad en commissies heeft de voorzitter een rol bij het handhaven van de orde. De voorzitter kan een raadslid aanspreken op zijn uitingen, indien daartoe op basis van de onderlinge afspraken in deze gedragscode aanleiding is. Andere leden van de raad of de commissie kunnen de voorzitter daarbij ondersteunen.

Artikel 4 Omgaan met geheime informatie

Raadsleden krijgen in voorkomende gevallen informatie onder geheimhouding, als bedoeld in de Gemeentewet en hebben daarmee een geheimhoudingsplicht. Los van het feit dat schending van de geheimhoudingsplicht een strafbaar feit is, wil de gedragscode bewerkstelligen dat de informatie niet verder gaat dan het raadslid en dat het raadslid de geheime informatie op een correcte wijze bewaart. Hieronder valt ook dat geheime informatie veilig wordt afgevoerd indien bezit daarvan niet langer gewenst is.

Artikel 5 Declaraties

In de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden is opgenomen wat raadsleden aan kosten kunnen declareren, buiten hun maandelijkse onkostenvergoeding. De gedragscode benadrukt dat alleen die kosten kunnen worden gedeclareerd.

Artikel 6 Functies naast het raadslidmaatschap

De gedragscode preciseert de wettelijke verplichting van het raadslid als genoemd in artikel 12 Gemeentewet om functies naast het raadslidmaatschap openbaar te maken en hoe deze nevenfuncties worden bijgehouden. Niet alleen bij het begin, maar ook tijdens het raadslidmaatschap is het raadslid gehouden nieuwe functies of wijzigingen in de bestaande functies naast het raadslidmaatschap te melden aan de griffier.

De gedragscode roept een commissie van advies in het leven die het raadslid gevraagd en ongevraagd kan adviseren. Het zwaartepunt van de commissie ligt bij het begin van een raadsperiode, maar ook gedurende de raadsperiode kan de commissie raadsleden van advies dienen op functies naast het raadslidmaatschap.

Het gaat bij deze commissie uitdrukkelijk om adviezen, niet om een oordeel over de vraag of een functie verenigbaar is. Dat is uiteindelijk aan het raadslid zelf.

Artikel 7 Geschenken

Deze gedragscode geeft aan dat geschenken alleen worden geaccepteerd als zij een waarde vertegenwoordigen van minder dan 50 euro.

In tijden van Covid-19 is voorstelbaar dat een geschenk < 50 euro dat naar het huisadres wordt gezonden wèl kan worden geaccepteerd, omdat dit vanwege beperking van besmettingsgevaar te verkiezen is.

Met een geschenk wordt gelijkgesteld een uitnodiging voor evenementen en excursies, ongeacht of de waarde van de uitnodiging meer of minder dan 50 euro is. Het is aan te raden voorafgaand aan aanvaarding van een uitnodiging voor een excursie of evenement te beoordelen wat de aard van de uitnodiging is, of reeds een besluit is genomen om het evenement in Den Haag te houden, of dat dit nog een rol speelt op het moment van de uitnodiging.

In de behandeling door de commissie Bestuur is gevraagd of kan worden verwezen naar het begrip ‘functioneel’ zoals dat in de gedragscode voor het college is voorgesteld.

Het presidium wil benadrukken dat elk raadslid zelf de afweging maakt of gebruik wordt gemaakt van een uitnodiging. Voorstelbaar is dat indien een raadslid wordt uitgenodigd voor een wijkschouw, een bezoek aan een gemeentelijke instelling of bij de opening van een nieuw gebouw met een wijkfunctie, over het algemeen zonder nadere afweging van deze uitnodiging gebruik kan worden gemaakt. Dat ligt wellicht anders als het gaat om een uitnodiging voor een (feestelijk/cultureel/commercieel) evenement in de stad. Dat is voor elk raadslid een individuele afweging: wel of niet gaan. De overweging om wel gebruik te maken van een uitnodiging, omdat het raadslid ook dan de volks-vertegenwoordigende rol vervult, is daarbij net zo valide als de overweging om het niet te doen omdat de verbinding met het raadslidmaatschap wordt gemist. Maar het is aan het raadslid om de afweging te maken. Het kan een raadslid niet verboden worden gebruik te maken van een dergelijke uitnodiging.

Het raadslid meldt de griffier als van de uitnodiging gebruik wordt gemaakt.

Dit wordt opgenomen in het geschenkenregister dat door de griffier wordt bijgehouden.

Het kan voorkomen dat een raadslid achteraf, na in ontvangst nemen van een geschenk, niet zijnde een uitnodiging voor een evenement of excursie, er achter komt dat het geschenk een waarde vertegenwoordigt die hoger is dan 50 euro. In dat geval retourneert het raadslid het geschenk en meldt hij dat aan de griffier.

Artikel 8 Buitenlandse reizen en excursies

Een buitenlandse excursie of reis die het raadslid maakt op uitnodiging van een ander dan de gemeente wordt door het raadslid gemeld. Dit komt de transparantie ten goede.

Om te voorkomen dat achteraf onduidelijkheid ontstaat over de aard van de excursie of reis, is bepaald dat het raadslid de kosten zelf draagt, of de gemeente deze kosten voor zijn rekening neemt.

Artikel 9 Gebruik gemeentelijke goederen en diensten

Stelregel is dat privégebruik van gemeentelijke voorzieningen, in de ruimste zin van het woord, niet is toegestaan. Uitzondering daarop zijn de specifieke regelingen over het gebruik van door de gemeente in bruikleen gegeven bedrijfsmiddelen zoals een laptop of tablet.

Artikel 10

Op grond van artikel 170 Gemeentewet bevordert de burgemeester de bestuurlijke integriteit in de gemeente. Hij faciliteert gezamenlijk met de raad het bespreekbaar maken van dilemma’s op het gebied van bestuurlijke integriteit.

Om de gedragscode een levend document te maken is het van belang de code periodiek te evalueren. Dit moet in ieder geval gebeuren voor het begin van een nieuwe raadsperiode. De burgemeester heeft daarin een actieve rol.

Om in een mogelijk geval van schending van de integriteit handvatten te hebben hoe te handelen, wordt een zogenaamd handelingsperspectief vastgesteld, waarin is opgenomen welke processtappen worden gevolgd. Dit document is beschikbaar voor de raadsleden.

De gedragscode raadsleden Den Haag 2021

Artikel 1 Reikwijdte, adressering

  • 1. Deze gedragscode richt zich tot raadsleden en in voorkomende gevallen ook tot fractievertegenwoordigers maar ook tot de raad als bestuursorgaan, in aanvulling op de geldende wet- en regelgeving.

  • 2. Voorafgaand aan het afleggen van de eed of belofte krijgt het raadslid een afdruk van de gedragscode en de bepalingen uit de Gemeentewet die betrekking hebben op het handelen en de rechten en plichten van het raadslid. De gedragscode en de geldende wet- en regelgeving is voor elk raadslid ook te raadplegen op een centrale digitale vindplaats.

Artikel 2 Doel

  • 1. De gedragscode heeft tot doel integer handelen van de raad en de transparantie van besluitvorming door de raad te bevorderen.

  • 2. Bevordering van de omgangsvormen in en buiten de gemeenteraad is ook onderdeel van deze gedragscode.

  • 3. De raad en raadsleden en de burgemeester zijn aanspreekbaar op naleving en periodieke onderhoud van deze gedragscode.

Artikel 3 Integer handelen, onderlinge bejegening

  • 1. Raadsleden dienen het algemeen belang.

  • 2. Onder integer handelen wordt verstaan: zich zodanig gedragen dat het raadslid ten opzichte van elke burger, organisatie of instelling vrij blijft staan en zich zonder verplichtingen voelt.

    Als de onafhankelijke oordeelsvorming van het raadslid over een onderwerp in het geding is neemt het raadslid geen deel aan de beraadslaging en besluitvorming. Het raadslid doet hierover vooraf mededeling aan de griffier en zal dit melden in de betreffende openbare vergadering.

  • 3. Het debat in de commissie en de raad wordt gevoerd op de inhoud en niet op de persoon. Heeft een raadslid de bejegening van een ander raadslid tijdens de vergadering als kwetsend ervaren, dan kan hij dat melden in die vergadering. Desgewenst faciliteert de griffier buiten de vergadering een overleg met als doel de onderlinge verstandhouding te herstellen.

  • 4. Het raadslid streeft naar een respectvolle bejegening, zowel in woord als geschrift, van eenieder die hij in zijn functie als raadslid adresseert.

Artikel 4 Omgaan met geheime informatie

Informatie die onder geheimhouding aan het raadslid is verstrekt, wordt niet met derden gedeeld, noch voor eigen doeleinden benut. Geheime informatie, in welke vorm dan ook, waarover het raadslid beschikt, wordt veilig bewaard.

Artikel 5 Declaraties

Het raadslid declareert uitsluitend die kosten waarvoor op basis van geldende wet- en regelgeving aanspraak bestaat.

Artikel 6 Functies naast het raadslidmaatschap

  • 1. Functies naast het raadslidmaatschap, en eigendom van onroerende zaken in de gemeente, anders dan de eigen woning worden bij aanvaarding van en gedurende het raadslidmaatschap zo spoedig mogelijk aan de griffier gemeld. Is het raadslid bestuurslid van een rechtspersoon, dan meldt hij een eventuele (subsidie-)relatie tot de gemeente.

  • 2. Hetgeen op grond van het eerste lid door het raadslid is gemeld wordt openbaar gemaakt door middel van plaatsing op de internetpagina van de gemeente. De griffier houdt hiertoe ook een register bij.

  • 3. Er is een commissie functies naast het raadslidmaatschap. Deze commissie kan het raadslid gevraagd en ongevraagd van advies dienen op verenigbaarheid van functies.

Artikel 7 Geschenken

  • 1. Het raadslid neemt geen geschenken aan in welke vorm dan ook van personen of instanties die direct of indirect zakelijke betrekkingen hebben of in het recente verleden hebben gehad met de gemeente, dan wel in de nabije toekomst met de gemeente zullen hebben. Dit is niet van toepassing op geschenken die een geldwaarde hebben van minder dan € 50,00.

  • 2. Geschenken worden niet op het huisadres ontvangen.

  • 3. Onder geschenken worden ook verstaan uitnodigingen voor het bijwonen van evenementen en excursies, die zijn ontvangen vanwege het raadslidmaatschap. Het raadslid meldt het gebruik van deze uitnodigingen aan de griffier ten behoeve van opname in het geschenkenregister. De waarde van de uitnodiging is daarbij niet relevant.

Artikel 8 Buitenlandse reizen en excursies

Het raadslid meldt buitenlandse reizen en excursies die zijn gemaakt op uitnodiging van anderen dan de gemeente in de hoedanigheid als raadslid binnen twee weken aan de griffier. Deze reizen worden openbaar gemaakt. De kosten van deze reizen worden door het raadslid zelf of door de gemeente gedragen.

Artikel 9 Gebruik gemeentelijke goederen en diensten

Het raadslid gebruikt gemeentelijke goederen en diensten alleen voor de uitoefening van het raadslidmaatschap en niet voor eigen gebruik of ten behoeve van derden.

Artikel 10

  • 1. De raad bespreekt het onderwerp integriteit periodiek, bij voorkeur jaarlijks, op voorstel van de burgemeester.

  • 2. De gedragscode wordt periodiek geëvalueerd, in ieder geval voorafgaand aan een nieuwe raadsperiode.

  • 3. Een handelingsperspectief wordt opgesteld waarin processtappen zijn vastgelegd die worden gevolgd bij een vermoeden van integriteitsschending door een raadslid.

Artikel 11

De gedragscode raadsleden van 11 juni 2015 wordt ingetrokken. De gedragscode raadsleden 2021 treedt in werking direct na de besluitvorming.

Ondertekening

Aldus besloten in de gemeenteraad van 25 maart 2021.

De griffier, Lilianne Blankwaard-Rombouts en de voorzitter, Jan van Zanen.