Regeling behandeling bezwaarschriften 2011

Geldend van 27-12-2012 t/m heden

Intitulé

Regeling behandeling bezwaarschriften 2011

HOOFDSTUK I Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.

de wet:

de Algemene wet bestuursrecht

b.

de commissie:

de Adviescommissie bezwaarschriften

HOOFDSTUK II Behandeling van de bezwaarschriften

Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling

Er is een Adviescommissie bezwaarschriften die is belast met de voorbereiding van de beslissing op alle ingediende bezwaarschriften als bedoeld in artikel 1:5 van de wet tegen besluiten van gemeentelijke bestuursorganen.

Artikel 3 Werkterrein van de commissie

De commissie is bevoegd ten aanzien van alle besluiten van de gemeenteraad, het college en de burgemeester, met uitzondering van:

  • 1.

    de aangelegenheden betreffende de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen en de Wet waardering onroerende zaken.

  • 2.

    de bezwaarschriften ingediend tegen besluiten en andere handelingen als bedoeld in artikel 6:1 van de wet die op grond van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Den Haag en andere

    rechtspositionele regelingen zijn genomen ten aanzien van ambtenaren in de zin van het Ambtenarenreglement ‘‘s-Gravenhage.

  • 3.

    de bezwaarschriften ingevolge:

    a.         de Wet werk en bijstand, met uitzondering van bezwaarschriften van werkgevers tegen subsidieen terugvorderingsbesluiten, en de Wet Investeren in Jongeren, inclusief de op genoemde wetten gebaseerde verordeningen;

    b.         de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    c.         de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    d.         de Wet inschakeling werkzoekenden, voor zover betrekking hebbend op individuele aanspraken op premies voor scholing en werkaanvaarding;

    e.         de Regeling opvang asielzoekers;

    f.         de Wet inburgering nieuwkomers;

    g.         de Wet Werk en Inkomen kunstenaars;

    h.         de Ooievaarspas;

    i.          de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag voor zover betrekking hebbend op individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning;

    j.          de Wet inburgering inclusief de op de genoemde wet gebaseerde verordeningen;

    k.         de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

  • 4.

    de bezwaarschriften ingevolge de Wet sociale werkvoorziening;

  • 5.

    de bezwaarschriften ingevolge de Wet Bibob, zolang de commissie niet bevoegd is om inhoudelijk kennis te nemen van het advies van het LBB.

    

Artikel 4 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter, ten hoogste vijftien vice-voorzitters alsmede overige leden. Daarnaast kunnen er plaatsvervangende leden zijn, als bedoeld in het vijfde lid.

  • 2. De voorzitter, vice-voorzitters en overige leden worden door de raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester benoemd. Het lidmaatschap van de commissie is niet verenigbaar met het lidmaatschap van de gemeenteraad, het vervullen van de functie van fractievertegenwoordiger, het deel uitmaken van het college van burgemeester en wethouders of het werkzaam zijn als ambtenaar bij de gemeente Den Haag.

  • 3. Ten behoeve van de benoeming wordt een voordracht opgemaakt door een selectiecommissie.

    De selectiecommissie bestaat uit drie leden, die worden benoemd bij gezamenlijk besluit van het presidium van de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester. In het secretariaat van de commissie wordt voorzien door het hoofd van de afdeling Juridische Zaken van de Bestuursdienst.

  • 4. De selectie van kandidaten is er op gericht dat in de commissie de volgende expertise aanwezig is:

    • -

      kennis op het gebied van het algemeen bestuursrecht;

    • -

      kennis van Den Haag en de in Den Haag spelende vraagstukken;

    • -

      kennis van het gemeentelijk beleid en de daarbij behorende besluitvormingstrajecten;

    • -

      een onbevooroordeelde houding ten opzichte van de gemeentelijke bestuursorganen, bezwaarmakers en andere belanghebbenden;

    • -

      een oplossingsgerichte instelling;

    • -

      in staat om hoorzittingen te leiden.

    Bij de selectie van kandidaten voor het voorzitterschap wordt mede gekeken naar de geschiktheid om in contacten met de gemeentelijke bestuursorganen gewenste verbeteringen met betrekking tot de bestuurspraktijk in het algemeen en juridische procedures in het bijzonder onder de aandacht te brengen.

  • 5. Het hoofd van de afdeling Juridische Zaken van de Bestuursdienst kan medewerkers van zijn afdeling tot plaatsvervangend lid van de commissie benoemen.

Artikel 5 Verdeling van de werkzaamheden

  • 1. De voorzitter kan kamers instellen, die belast worden met de behandeling van een deel van de bezwaarschriften.

  • 2. De voorzitter stelt het aantal kamers vast, en bepaalt welke (vice-)voorzitter als voorzitter van een kamer optreedt.

  • 3. In afwijking van het eerste lid kan de voorzitter van de betrokken kamers in incidentele gevallen bepalen door welke kamer een bezwaarschrift wordt behandeld.

  • 4. Elke kamer bestaat uit ten minste drie leden, waaronder in elk geval de voorzitter of een vice-voorzitter.

  • 5. Elke kamer treedt voor de haar toegewezen zaken op als commissie.

Artikel 6 Secretaris

  • 1. Het hoofd van de afdeling Juridische Zaken van de Bestuursdienst is algemeen secretaris van de commissie.

  • 2. De algemeen secretaris kan medewerkers werkzaam bij de afdeling Juridische Zaken van de Bestuursdienst als secretaris aanwijzen.

  • 3. Waar in deze regeling gesproken wordt over de secretaris, betreft dit mede de algemeen secretaris.

Artikel 7 Zittingsduur

  • 1. De leden van de commissie worden benoemd voor een periode van vier jaar. Zij kunnen worden herbenoemd na een advies van de selectiecommissie als bedoeld in artikel 4, derde lid.

  • 2. Aftredende leden blijven hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 3. De leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

  • 4. De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester kunnen een lid schorsen of ontslaan.

  • 5. Dit artikel is niet van toepassing op de ingevolge artikel 4, vijfde lid benoemde plaatsvervangende leden van de commissie.

Artikel 8 Mandaat

  • 1. De bevoegdheden ingevolge de artikelen

    • -

      2:1, tweede lid,

    • -

      6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld,

    • -

      6:10, tweede lid

    • -

      6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie,

    • -

      7:1a,

    • -

      7:4, tweede lid,

    • -

      7:6, vierde lid,

    • -

      7:10, derde lid en vierde lid

      van de wet worden voor de toepassing van deze verordening gemandateerd aan de voorzitter van de commissie.

  • 2. De voorzitter kan de bevoegdheden uit het eerste lid verder mandateren aan de secretaris en andere medewerkers werkzaam op het secretariaat van de commissie.

Paragraaf 2 Standaardprocedure

Artikel 9 Ontvangst bezwaarschrift

  • 1. Een bezwaarschrift wordt na ontvangst onmiddellijk naar de commissie gezonden.

  • 2. Zo spoedig mogelijk bevestigt de commissie, namens het betreffende bestuursorgaan, de ontvangst van het bezwaarschrift.

Artikel 10 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter draagt er zorg voor, dat al het noodzakelijke wordt gedaan om de behandeling van het bezwaarschrift genoegzaam voor te bereiden. De voorzitter is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen.

  • 2. Alle gemeentelijke organen, bestuurders, commissies en ambtenaren zijn verplicht aan een verzoek van of namens de voorzitter om inlichtingen binnen een door hem te bepalen termijn te voldoen.

  • 3. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie het advies van deskundigen inwinnen en hen daartoe uitnodigen in de hoorzitting te verschijnen.

Artikel 11 Hoorzittingen van de commissie

  • 1. Per zitting van de commissie hebben drie leden van de commissie zitting, waaronder tenminste de voorzitter of een vice-voorzitter, en waarvan ten hoogste één plaatsvervangend lid. Indien er geen vice-voorzitter beschikbaar is, wijst de voorzitter voor deze zitting een lid als vice-voorzitter aan. Deze leden treden voor de aan hen toegewezen zaken op als commissie.

  • 2. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend bestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie dan wel door de voorzitter of een ander lid ervan te doen horen.

  • 3. De hoorzitting van de commissie is openbaar.

  • 4. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 5. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen de openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 12 Verslaglegging

  • 1. Het schriftelijke verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het schriftelijke verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder tijdens de hoorzitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het schriftelijke verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan de stukken worden toegevoegd.

  • 5. Het schriftelijke verslag wordt ondertekend door de (vice-)voorzitter of het lid dat de hoorzitting heeft geleid, alsmede door de secretaris.

  • 6. Het verslag kan ook een integraal onderdeel uitmaken van het advies.

  • 7. In afwijking van het bepaalde in de voorgaande leden, kan een verslag ook bestaan uit een geluidsopname van de hoorzitting. Ondertekening vindt dan niet plaats.

Artikel 13 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de hoorzitting naar het oordeel van de commissie een nader onderzoek wenselijk is, geschiedt dit onderzoek door of onder leiding van de voorzitter.

  • 2. Artikel 10, tweede en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14 Advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist met gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. Voor de beraadslagingen en de beslissing is het noodzakelijk dat ten minste drie leden aanwezig zijn.

  • 3. Het advies wordt vastgesteld bij meerderheid van stemmen. Van een minderheidsstandpunt wordt in het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

Artikel 15 Ondertekening

Het advies wordt ondertekend door de voorzitter alsmede de algemeen secretaris of een secretaris.

Paragraaf 3 Eenvoudige procedure

Artikel 16 Enkelvoudige afdoening

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen categorieën van bezwaarschriften aanwijzen waarbij de commissie bezwaarschriften in enkelvoudige samenstelling kan behandelen. In dat geval vindt het horen en adviseren plaats door één lid van de commissie, niet zijnde een plaatsvervangend lid.

  • 2. Met uitzondering van artikel 11, eerste lid en artikel 14, tweede en derde lid zijn de bepalingen van paragraaf 2 van toepassing. Daarbij dient in de artikelen 13 en 15 in plaats van ‘voorzitter’ te worden gelezen: ‘het lid’.

Artikel 17 Ambtelijk horen

Burgemeester en wethouders kunnen categorieën van bezwaarschriften aanwijzen waarbij kan worden afgezien van het horen en adviseren door de commissie, en waarbij het horen ambtelijk plaatsvindt. In dat geval vindt het horen plaats door een medewerker van de afdeling Juridische Zaken van de Bestuursdienst, die daartoe door hethoofd van deze afdeling is aangewezen.

HOOFDSTUK III Overige bepalingen

Artikel 18

De kosten voor het behandelen van een bezwaarschrift worden in rekening gebracht bij de dienst die het bestreden besluit heeft genomen.

Artikel 19 Inlichtingen en verslag

  • 1. De commissie verstrekt op verzoek van de raad, burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester alle inlichtingen.

  • 2. De commissie brengt periodiek aan de gemeenteraad, burgemeester en wethouders alsmede de burgemeester schriftelijk verslag uit van de werkzaamheden met betrekking tot de aan haar opgelegde taak.

  • 3. De commissie is bevoegd aan de gemeenteraad, burgemeester en wethouders alsmede de burgemeester alle door haar nodig geachte voorstellen te doen.

Artikel 20

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist de voorzitter.

HOOFDSTUK IV Slotbepalingen

Artikel 21 Overgangsrecht

  • 1. De leden van de Adviescommissie bezwaarschriften, die zijn benoemd op grond van artikel 4, tweede lid van de Regeling Adviescommissie bezwaarschriften 2002, blijven hun functie vervullen totdat benoeming van een nieuwe commissie op grond van artikel 4, tweede lid van de Regeling behandeling bezwaarschriften 2011 heeft plaatsgevonden.

  • 2. De medewerkers van de afdeling Juridische Zaken van de Bestuursdienst die krachtens artikel 19 van de Regeling Adviescommissie bezwaarschriften 2002 plaatsvervangend lid van de commissie zijn dan wel op basis van deze regeling in deze functie zijn benoemd, blijven als zodanig fungeren.

  • 3. De ambtenaren bij de Bestuursdienst die krachtens artikel 19 van de Regeling Adviescommissie bezwaarschriften 2002 algemeen secretaris en secretarissen van de commissie zijn dan wel op basis van deze verordening in deze functies zijn benoemd, blijven als zodanig fungeren.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 april 2011.

Artikel 23 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling behandeling bezwaarschriften 2011".