Uitvoeringsregels Horeca

Geldend van 24-12-2016 t/m heden

Intitulé

Nadere regels Horeca

De burgemeester van ’s-Hertogenbosch,

Overwegende dat de Horecaverordening ’s-Hertogenbosch 2012 (Horecaverordening) en de Algemene Plaatselijke Verordening ’s-Hertogenbosch 2016 (APV) hem ten aanzien van meerdere onderwerpen de bevoegdheid geeft om nadere regels te stellen ter uitvoering van zijn taak,

BESLUIT

I AANWIJZING UITGAANSGEBIEDEN

Gelet op artikel 3.8 van de Horecaverordening om het uitgaansgebied in Rosmalen en het gewijzigde uitgaansgebied in ’s-Hertogenbosch, zoals vastgelegd op bijgevoegde kaarten, aan te wijzen als uitgaansgebieden in de zin van artikel 1 lid 7 van deze verordening.

II VENSTERTIJDEN EN COOLING DOWN

Gelet op artikel 5.7 lid 4 van de Horecaverordening, dat voor horecabedrijven die op basis van een ontheffing ex artikel 5.2 (nachtzaak), 5.4 (studentensociëteit) of 5.5 (weekendontheffing) tot 4.00 uur of 5.00 uur geopend mogen zijn, het volgende sluitingsregime in te stellen voor de nacht van vrijdag op zaterdag en zaterdag op zondag:

  • -

    horeca-inrichtingen, die beschikken over een ontheffing ex artikel 5.2 (nachtzaken) van de verordening laten na 3.30 uur geen bezoekers meer toe; vanaf 4.30 uur worden geen consumpties meer verstrekt

  • -

    horeca-inrichtingen, die beschikken over een ontheffing ex artikel 5.4 of 5.5 van de verordening en waar alcohol wordt verstrekt, laten na 3.00 uur geen bezoekers meer toe; vanaf 3.30 uur worden geen consumpties meer verstrekt

  • -

    horeca-inrichtingen, die beschikken over een ontheffing ex artikel 5.5 van de verordening in hoofdzaak gericht op het verstrekken van etenswaren en alwaar geen alcohol wordt verstrekt, laten na 3.30 uur geen bezoekers meer toe

  • -

    vanaf 3.30 uur (voor nachtzaken 4.30 uur) wordt er geen muziek ten gehore gebracht

  • -

    vanaf 3.30 uur (voor nachtzaken 4.30 uur) wordt de werkverlichting ingeschakeld

  • -

    tenminste tot een half uur na sluitingstijd wordt in aansluiting op het toezicht aan de deur, toezicht gehouden in de nabijheid van de horeca-inrichting.

III GLASWERK

Gelet op artikel 3.3 van de Horecaverordening te bepalen:

  • 1.

    dat horeca-exploitanten afdoende maatregelen moeten treffen om te voorkomen dat bezoekers de horeca-inrichting dan wel het bijbehorende terras verlaten met medeneming van glaswerk;

  • 2.

    dat horeca-inrichtingen gevestigd aan de Torenstraat, Parade westzijde en Karrenstraat op vrijdag en zaterdag vanaf 23.00 uur ’s avonds geen glaswerk mogen gebruiken op het terras behorende bij de horeca-inrichting;

  • 3.

    dat exploitanten van horeca-inrichtingen, die zijn gevestigd in de uitgaansgebieden zoals bedoeld in artikel 1 lid 7 van de verordening, in de carnavalsperiode van vrijdag tot en met dinsdag geen glaswerk mogen gebruiken in de inrichting en op het bijbehorende terras;

  • 4.

    dat exploitanten van horeca-inrichtingen, die zijn gevestigd in de aangewezen uitgaansgebieden (zie onder I.), in de oudejaarsnacht van 31 december op 1 januari vanaf 22.00 uur geen glaswerk mogen gebruiken in de inrichting en op het bijbehorende terras;

  • 5.

    hetgeen is bepaald in de leden 2, 3 en 4 is niet van toepassing op restaurants, niet zijnde fastfoodbedrijven, cafetaria’s, grillrooms e.d., zolang ter plaatse in hoofdzaak maaltijden worden verstrekt en/of genuttigd.

IV ALCOHOL

Gelet op artikel 2:15, lid 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening ’s-Hertogenbosch 2016 te bepalen dat het verboden is in de Torenstraat, Parade en Karrenstraat alcoholhoudende drank te nuttigen of in aangebroken flessen, blikjes en dergelijke bij zich te hebben van 23.00 uur ’s avonds tot 7.00 ’s morgens, met uitzondering van tijdsperiodes waarop evenementen plaatsvinden waarvoor krachtens de APV vergunning is verleend:

  • a.

    op vrijdag en zaterdag;

  • b.

    op de uitgaansavonden als bedoeld in artikel 5.8 van de Horecaverordening ’s-Hertogenbosch 2012.

Artikel V HORECATERRASSEN

Gelet op artikel 4.4 lid 1 van de Horecaverordening, nadere regels vast te stellen ten aanzien van de exploitatie en/of plaatsen van terrassen, zoals opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Artikel VI INTREKKING OUDE REGELINGEN

Het ‘Besluit nadere regels openingstijden 2008’, de aanwijzingsbesluiten uitgaansgebieden 2010 en de Nota Horecaterrassen 2009 inclusief terrassenregeling, in te trekken.

NADERE REGELS HORECA

Burgemeester en wethouders  van ’s-Hertogenbosch,

 

Overwegende,

 

dat de Algemene Plaatselijke Verordening ’s-Hertogenbosch 2012 (APV) hen in artikel 2:15 vierde lid de bevoegdheid geeft om openbare plaatsen aan te wijzen, waar het gedurende een door hen aangegeven periode verboden is glaswerk bij zich te hebben;

 

dat door dit besluit het aantal glasincidenten op straat in de aangewezen uitgaangebieden tijdens de specifieke uitgaansdagen en -tijden teruggedrongen kan worden;

 

BESLUITEN

 

De Karrenstraat, Torenstraat en Parade aan te wijzen als gebieden waar het verboden is glaswerk, zoals al dan niet aangebroken flessen, glazen e.d., bij zich te hebben vanaf 23.00 uur  tot 7.00 uur ’s morgens:

  • a.

    op vrijdag en zaterdag;

  • b.

    op de uitgaansavonden als bedoeld in artikel 5.8 van de Horecaverordening ’s-Hertogenbosch 2012

 

NB

  • 1.

    Het bepaalde in artikel 2:15 vierde lid APV geldt niet voor glaswerk dat zodanig is verpakt dat het niet voor onmiddellijk gebruik kan worden aangewend (artikel 2:15 vijfde lid APV).

  • 2.

    Onder glaswerk als bedoeld in dit artikel, wordt verstaan alle glassoorten die in scherven uiteen kunnen vallen (artikel 2:15 zesde lid APV).

 

’s-Hertogenbosch  4 september 2012

Burgemeester en wethouders van ‘s-Hertogenbosch

Ondertekening

De burgemeester van ’s-Hertogenbosch,
mr. dr. A.G.J.M. Rombouts​

Bijlage Kaarten uitgaansgebieden

Uitgaansgebied Centrum BinnenstadUitgaansgebied Centrum Rosmalen

Bijlage behorende bij het besluit van de burgemeester d.d. 19 december 2016 tot vaststelling van nadere regels voor de horeca

In de algemene toelichting bij dit besluit zijn algemene beleidsuitgangspunten opgenomen ten aanzien van horecaterrassen.

REGELING HORECATERRASSEN ’S-HERTOGENBOSCH 2012

 

(Artikelen met toelichting)

De grondslagen van deze regeling zijn:

  • 1.

    De openbare orde

  • 2.

    Het voorkomen of beperken van overlast

  • 3.

    Het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat

  • 4.

    De veiligheid van personen of goederen

  • 5.

    De verkeersvrijheid of -veiligheid

  • 6.

    Het uiterlijk aanzien c.q. de redelijke eisen van welstand.

A. OMVANG EN SITUERING VAN HET TERRAS

1. Met het oog op functionaliteit en doelmatigheid heeft een terras een minimale diepte van 1,5 meter.

Toelichting

Een minimale afmeting van 1.5 meter is nodig voor een normaal gebruik van een terras. In deze 1.5 meter kunnen stoelen alleen naast elkaar staan, evenals de tafels. Iemand die op een stoel zit neemt heeft ongeveer 1.5 meter “diepte” nodig.

2. Het terras heeft een maximale diepte van 3.5 meter, gemeten loodrecht op de gevel. Op pleinen, open ruimten en verruimingen in de straat kan van deze maat worden afgeweken. In alle gevallen moet een vrije en onbelemmerde doorgang aanwezig blijven van minimaal 1,2 meter (inclusief de breedte van de trottoirband) tot de rand van de trottoirband (overgang trottoirband – rijbaan) of het hart van de molgoot of - indien aanwezig - tot andere belemmerende obstakels als lantaarnpalen, verkeersborden en overig straatmeubilair. Indien geen trottoir of molgoot aanwezig is, moet een minimale onbelemmerde doorgang van 3 meter aanwezig zijn ten behoeve van het calamiteitenverkeer (brandweer, politie, ambulance etc.).

In de drukke wandel- en looproutes in de binnenstad, te weten: Visstraat, Hooge Steenweg, Orthenstraat, Marktstraat, Markt noord- en oostzijde, Pensmarkt, Hinthamerstraat (promenade), Schapenmarkt en Vughterstraat, wordt in plaats van 1,2 meter een vrije doorgang van 2 meter aangehouden

Toelichting

In de praktijk is gebleken dat met een dieptemaat van 3,5 meter een betere exploitatie van het terras mogelijk is. Rekening houdend met de normale afmetingen van tafels en stoelen en de gebruiksruimte die bezoekers nodig hebben, voldoet de dieptemaat van 3,5 m. De breedte van 1,2 meter is minimaal nodig om bijvoorbeeld met een rolstoel, rollator of een kinderwagen te kunnen passeren. Dit houdt in dat het trottoir tenminste een breedte moet hebben van 2,7 meter resp. 3,2 meter om voor een terrasvergunning in aanmerking te kunnen komen.

 

Alleen als de doorgang op andere wijze voldoende is gewaarborgd en tenminste een onbelemmerde doorgang van 3 m. aanwezig is ten behoeve van het calamiteitenverkeer, kan van de eis van 1,2 m. resp. 2 m. worden afgeweken en kan ontheffing worden verleend.

Voor het plaatsen van banken in die gevallen dat voor een terras onvoldoende ruimte aanwezig is, wordt geen toestemming verleend.

 

3. Het terras is in principe gesitueerd voor de gevel of langs de zijgevel van de inrichting waarvoor de vergunning wordt aangevraagd. Met schriftelijke toestemming van de rechthebbende op de naastgelegen onroerende zaken, te overleggen bij de aanvraag voor een terrasvergunning, kan van deze regel worden afgeweken. De rechthebbende op de naastgelegen onroerende zaken kan deze toestemming te allen tijde intrekken.

Toelichting

In bepaalde situaties heeft de rechthebbende geen bezwaar tegen een terras dat door de buurman voor zijn pand wordt geplaatst. Om discussies te voorkomen verlangt de gemeente een schriftelijke toestemming van de rechthebbende voor het plaatsen van een terras. Een rechthebbende is bijvoorbeeld de eigenaar of de pachter.

4. Uit ruimtelijke overwegingen of uit overwegingen ten aanzien van de kwaliteit van de inrichting van de openbare ruimte (uiterlijk aanzien) en/of  in relatie tot de doorstroming van het voetgangersverkeer, kunnen zogenaamde eilandterassen de voorkeur verdienen en wordt een terras voor de gevel niet toegestaan. In bijzondere situaties kan dit eilandterras aan de overzijde van de rijbaan zijn gelegen mits het verkeersbelang en/of de kwaliteit van de openbare ruimte zich hiertegen niet verzet.

Toelichting

De ruimtelijke overwegingen kunnen samenhangen met de inrichting van de openbare ruimte of bijvoorbeeld de wijze van bestrating. Het is ook mogelijk dat er een betere afwikkeling van de voetgangersstromen nodig is.

5. Ten behoeve van de warenmarkt, kermis en eventuele andere evenementen kunnen de afmetingen van een terras worden aangepast. De voortgang van deze activiteiten, waaronder het opbouwen en afbreken, mag door een uitstaand terras niet worden gehinderd. Omgekeerd is het in bepaalde gevallen mogelijk tijdens evenementen een uitbreiding van het terras toe te staan.

Toelichting

Op de Markt is jaren geleden uitbreiding van de terrassen toegestaan mits de warenmarkt, de kermis en andere evenementen hiervan geen hinder ondervinden.

B. INRICHTING VAN HET TERRAS EN/OF REDELIJKE EISEN VAN WELSTAND

  • -

    Terrasmeubilair bestaat uit de volgende elementen:

  • -

    Tafels

  • -

    Stoelen/Banken

  • -

    Parasols, staande op één voet en inklapbaar

  • -

    Menuborden

  • -

    Bestekbakken

  • -

    Overige elementen zoals sfeerelementen en staande asbakken (deze elementen mogen beperkt worden neergezet en mogen niet in conflict komen met de omgeving)

 

6. Het gebruikte terrasmeubilair moet in het gebied gelegen binnen het beschermd stadsgezicht recht doen aan het historische karakter van de binnenstad. Het meubilair moet in de gehele gemeente stijlvol zijn,  passen in de omgeving, bestaan uit degelijke materialen en een degelijke uitstraling hebben.

Toelichting

Voor 2009 stelde de gemeente strikte eisen aan het terrasmeubilair. Mede vanwege de vele ontwikkelingen op dat gebied en de zelfregulering door de horecaondernemers, wordt dit niet meer noodzakelijk geacht. Deze regel geeft de gemeente nog wel de mogelijkheid op om te treden bij excessen.

7. Staantafels zijn op een terras niet toegestaan (zie voorwaarde  27). Tafels op een terras hebben een maximale hoogte van 80 cm.

Toelichting

Door de invoering van het rookverbod op 1 juli 2008 heeft de horeca opnieuw het verzoek gedaan om op bepaalde momenten staantafels neer te mogen zetten. Vanuit openbare orde en veiligheidsoverwegingen is besloten dit niet toe te staan (zie voorwaarde 27).

Tijdens evenementen kan een vergunning worden verleend voor het hebben van staantafels. Per situatie wordt beoordeeld of staantafels worden toegestaan. Daarbij wordt getoetst op de veiligheid en bruikbaarheid van de weg.

8. Het terrasmeubilair mag alleen - bruikbaar voor gasten - zijn uitgestald gedurende de openingstijden van het terras, die op grond van de Horecaverordening  zijn toegestaan. Gedurende de voor een terras geldende sluitingstijden moet het meubilair zijn verwijderd of vastgelegd. Opslag of het opstapelen van terrasmeubilair in de openbare ruimte is in principe niet toegestaan.

Toelichting

Tijdens de warenmarkt op de Markt en de Pensmarkt moet een gedeelte van stoelen en tafels tijdelijk worden opgeslagen. Terrasmeubilair mag dan gedurende openingstijden van de horecagelegenheid bij wijze van uitzondering tegen de gevel worden geplaatst. Stapels, eventueel afgedekt met een zeil, zijn laag en klein en hebben in verband met overzichtelijkheid voor de politie een maximale afmeting van 2 x 5 x 1,5 meter hoog. Na sluiting moet het meubilair worden vastgezet of binnen worden opgeslagen.

9. Vlonders op terrassen, mits toegestaan krachtens bestemmingsplan, mogen worden gelegd vanaf week 40 en moeten uiterlijk worden verwijderd in week 14. Een dergelijk slecht weer-terras mag worden voorzien van zijschotten conform punt 20 en 21, echter met dien verstande dat deze zijschotten even diep mogen zijn als de vlonder. Aan de voorzijde mag het slecht weerterras zijn voorzien van dichte schotten met een hoogte van maximaal 1,40 m. en transparant vanaf 0,90 m. boven maaiveld. Ook zijn bloembakken toegestaan, die niet hoger zijn dan 0,90 m, inclusief begroeiing 1.20 m boven maaiveld.

Toelichting Een vlonder is een bouwwerk waarvoor een bouwvergunning en/of monumentenvergunning is vereist.

In geval van strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan, wordt deze vergunning niet verleend. (Zie ook algemene toelichting)

10. Serveerkasten worden binnen 2 m. uit de gevel geplaatst.

11. Menuborden en overige sfeerelementen worden binnen de grenzen van het terras geplaatst. Op een terras mogen maximaal 2 menuborden/menukasten worden geplaatst.

12. De omvang van het terras wordt aangegeven door middel van (koperen) noppen die van gemeentewege worden aangebracht. Overschrijding van het door deze noppen aangegeven gebied, is niet toegestaan. Het verwijderen of verplaatsen van deze noppen anders dan van gemeentewege, is niet toegestaan.

13. Zonder (standplaats-)vergunning van het college is het niet toegestaan bars en daarmee vergelijkbare elementen -tijdelijk- op een terras te plaatsen. Het hebben van een permanent tappunt op een terras is niet toegestaan.

14. Bij een terras mag verlichting worden aangebracht indien dit past bij het betreffende pand en dit niet storend werkt voor de omgeving.

Toelichting In sommige gevallen, bijvoorbeeld bij verlichting aan de gevel, kan een omgevingsvergunning nodig zijn.

15. Reclame-uitingen op het terras zijn beperkt toegestaan. De volgende aanduidingen zijn toegestaan:

  • -

    op een terrasafscheiding alleen de naam van de horecazaak met een maximale afmeting van 0,40 x 0,20 m. tot maximaal 10% van het oppervlak met een maximale hoogte van 20 cm.;

  • -

    op de volant van een zonnescherm of luifel: reclame of de naam van het betreffende horecabedrijf tot maximaal 10% van de volant;

  • -

    op de volant van een parasol: reclame of de naam van het betreffende horecabedrijf tot maximaal 10% van de volant;

  • -

    een volant heeft een maximale hoogte van 20 cm.

 

Toelichting

Vanwege de verscheidenheid aan maten van volants is de meest voorkomende maat van 20 cm opgenomen. Dit is gewenst in het kader van de handhaving en dit voorkomt discussie.

         

Terrasafscheidingen

16. Terrassen, die zijn gesitueerd direct grenzend aan de voorgevel/zijgevel van het horecapand, mogen alleen aan de zijkant een terrasschot hebben.

17. Terrassen mogen aan de voorzijde slechts bloembakken als afscheiding hebben die niet hoger zijn dan 0,90 m, inclusief begroeiing 1.20 m. Met carnaval wordt desgevraagd een tijdelijke overkluizing van het terras uit veiligheidsoverwegingen toegestaan krachtens een ontheffing van deze eis, mits aan de bouwkundige vereisten wordt voldaan.

Toelichting

Vanuit welstandsperspectieven wordt met het toepassen van schotten terughoudend omgegaan. Bloembakken hebben een meer “open karakter” dan schotten.

18. Op eilandterrassen mogen slechts afscheidingen worden geplaatst, die maximaal 1,20 m. hoog zijn en volledig zijn opengewerkt. Ook zijn bloembakken toegestaan, die niet hoger zijn dan 0,90 m, inclusief begroeiing 1.20 m boven maaiveld.

19. Zijschotten mogen slechts op een zodanige manier aan de gevel worden bevestigd, dat zij onmiddellijk wegneembaar zijn.

20. Terrasafscheidingen mogen alleen uitstaan als het terras is uitgezet.

21. Zijschotten zijn minimaal 1 m. en maximaal 4 m. lang maar zijn nooit langer dan de halve diepte van het terras. Ook zijn bloembakken toegestaan, die niet hoger zijn dan 0,90 m, inclusief begroeiing 1.20 m boven maaiveld. Bloembakken mogen wel over de hele lengte van het terras worden geplaatst. Voor afwijking van de lengte van terrasschotten kan ontheffing gegeven worden op pleinen, open ruimten, verruimingen in de straat of brede straten. Voorbeelden hiervan zijn pleinen zoals de Markt en brede straten zoals de Hinthamerstraat. Bij de beoordeling wordt o.a. gekeken naar de stedenbouwkundige uitstraling en verkeerstechnische aspecten.

Toelichting

De beperking in de lengte van terrasschotten is gebaseerd op het uitgangspunt dat terrassen een “open karakter” moeten behouden. Zicht op de historische gevels maar ook een minimaal belemmerde “doorkijk” over straten en pleinen moet gewaarborgd blijven. In enkele gevallen zijn straten breed en hebben de terrasschotten een minimaal effect hierop. Hetzelfde geldt voor pleinen zoals de Markt. Hier kan van de eis van de halve diepte van het terras middels een ontheffing worden afgeweken. Bij ieder verzoek tot ontheffing wordt getoetst aan de weigeringsgronden in de Horecaverordening zoals het veilig en doelmatig gebruik van de weg maar ook aan de redelijke eisen van welstand.

22. De hoogte van de zijschotten is maximaal 1.80 meter en de zijschotten zijn vanaf 0.90 meter boven maaiveld transparant. Bij gebruik van bloembakken als zijschot, mogen deze bloembakken niet hoger zijn dan 0,90 m, inclusief begroeiing 1.20 m boven maaiveld.

Toelichting

Ook hier zijn deze voorschriften gesteld om het “open karakter” van terrassen te behouden. De hoogte van de bloembakken is aangepast en vastgelegd.

23. Terrasschotten mogen slechts één kleur hebben en die kleur mag niet conflicteren met de kleurstelling van het horecapand. De stijlen van de schotten mogen aan afwijkende kleur hebben mits deze bijdraagt aan de kwalitatief goede uitstraling van het terras.

Toelichting

In de praktijk worden veel terrasschotten standaard uitgevoerd met een afwijkende kleur voor de stijlen. Dit draagt positief bij aan de uitstraling en wordt daarom nu formeel vastgelegd.

Zonneschermen/luifels e.d.

24. De ruimte tussen de bovenkant van het zijschot en de onderkant van het zonnescherm of luifel moet open zijn (geen flappen of andere materialen). Een luifel mag de grenzen van het terras niet overschrijden.

Toelichting

De ruimte tussen een zijschot en een luifel mag niet worden afgesloten door middel van doeken of andere materialen. Het terras mag geen gesloten terras worden. Anders dan een parasol kan een luifel in elke gewenste diepte worden uitgedraaid. Oversteken is dus praktisch te voorkomen.

25. De kleur van het zonnescherm mag niet conflicteren met de kleurstelling van het horecapand. Dit ter beoordeling van de commissie voor welstand.

 

26. Parasols

 

  • -

    Parasols hebben een maximale breedte of diameter van 4 meter.

  • -

    Parasols mogen aan elkaar worden gekoppeld door middel van zogenaamde regengoten.

  • -

    Parasols mogen niet aan luifels worden bevestigd. Hierdoor verdwijnt het “open karakter”.

  • -

    Meerdere parasols op één voet zijn toegestaan.

  • -

    Parasols moeten kunnen worden ingeklapt.

  • -

    Parasols moet zijn ingeklapt of worden verwijderd als het terras niet uitstaat.

  • -

    Parasols mogen, indien dit geen hinder of gevaar oplevert, maximaal 50 centimeter “oversteken”.

  • -

    De kleur van de parasol moet zijn uitgevoerd in één kleur en deze kleur mag niet conflicteren met de omgeving.

  • -

    Parasolvoeten die in de grond worden verankerd zijn toegestaan. Het plaatsen van deze voeten gebeurt door of namens of onder toezicht van de gemeente, op kosten van de aanvrager. Het zelfstandig verankeren van dergelijke voeten is niet toegestaan.

Toelichting

Parasols moeten kunnen worden ingeklapt. Op het moment dat het terras niet uitstaat wordt het zicht dan ook niet belemmerd. Er komen steeds meer soorten parasols en andersoortige overdekkingsmogelijkheden op de markt. Er worden parasols gemaakt waar 4 parasols op één voet steunen. (zogenaamde Quattro-parasols). Het oversteken van een parasol is soms niet te voorkomen, bijvoorbeeld doordat de vorm van het terras niet vierkant of langwerpig is. In geval van gevaar voor het veilig en doelmatig gebruik van de weg kan het voorschrift worden opgelegd dat oversteken niet is toegestaan. Het graven in gemeentegrond dient door of namens of onder toezicht van de gemeente te gebeuren. Dit in verband met eventueel aanwezige kabels en leidingen of archeologische objecten.

C. OPENBARE ORDE, VEILIGHEID, ZEDELIJKHEID EN/OF WOON- EN LEEFKLIMAAT

27. Alleen publiek dat op het terras zittend aanwezig is, mag worden bediend.

Toelichting

Deze voorwaarde impliceert ook dat een horecaondernemer niet mag toestaan dat een bezoeker op het terras staande drinkt.

28. Het terras en de directe omgeving van het terras, moet vrij worden gehouden van afval en zwerfvuil, al dan niet afkomstig van of veroorzaakt door het gebruik van het terras.

29. De exploitant en/of beheerder is verplicht medewerking te verlenen aan de bij of krachtens artikel 133 van de APV aangewezen toezichthouders bij de uitoefening van hun functie en de daaraan verbonden bevoegdheden.

30. Tot de bevoegdheden van toezichthouders behoren in ieder geval:

  • -

    het betreden van elke plaats, met uitzondering van de woning zonder toestemming van de bewoner;

  • -

    het vorderen van inlichtingen;

  • -

    het vorderen van inzage van zakelijke gegevens en bescheiden en daarvan al dan niet ter plaatse kopieën van maken;

  • -

    het vorderen van inzage in een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

 

Een toezichthouder is verplicht desgevraagd, zijn/haar legitimatiebewijs te tonen.

31. Per geval kan de burgemeester specifieke voorschriften aan een terrasvergunning verbinden en/of kan van deze nadere regels in bijzondere gevallen ontheffing verlenen. Daarnaast kan de burgemeester te allen tijde een verleende beschikking intrekken.

 

32. Indien geen overeenstemming wordt bereikt over redelijke eisen van welstand, opgenomen in deze regeling, wordt altijd het advies van de Commissie voor welstand gevraagd.

Pro memorie

  • -

    Nadrukkelijk wordt gesteld dat geluidsoverlast tengevolge van het exploiteren van een terras moet worden voorkomen. Als gevolg van de bepalingen van de Wet Milieubeheer kan in de praktijk op het terras geen muziek ten gehore worden gebracht. Als de deur naar het inpandig gedeelte van de horeca-inrichting openstaat of als er een geopende pui is, mag het geluidsniveau dat binnen wordt geproduceerd, het (stemmen)geluid van de bezoekers op het terras niet overstemmen.

  • -

    Raad, college noch de burgemeester zijn aansprakelijk voor schade, die in verband staat met de exploitatie van het terras c.q. met het plaatsen, hebben, gebruiken, onderhouden of verwijderen van in of op de weg geplaatste voorwerpen ten behoeve van het terras.

 

Toelichting Nadere regels horeca d.d. 19 december 2016

Ad I UITGAANGSGEBIEDEN

Het betreft de “bekende” uitgaansgebieden in de centra van ’s-Hertogenbosch en Rosmalen. Alleen het uitgaansgebied in de binnenstad van ’s-Hertogenbosch is aangepast. De grens van het uitgaansgebied is in de Kruisstraat zodanig aangepast dat het gedeelte tussen de Korenbrugstraat en de Postelstraat buiten het uitgaansgebied valt. Er bevinden zich in dit gedeelte van de straat slechts twee restaurantfuncties en geen harde horeca. Daarom is het wenselijk de grens van het uitgaansgebied te leggen bij de Korenbrugstraat en het Eerste Korenstraatje.

Ad IIVENSTERTIJDEN EN COOLING DOWN

Met het instellen van de ‘cooling down’ en ‘venstertijden’ wordt beoogd een overlastpiek te voorkomen. Het invoeren van éénrichtingsverkeer leidt ertoe, dat uitgaanspubliek geleidelijker naar huis vertrekt. De uitstroom zal plaatsvinden vanaf 3.00 uur tot de laatste zaak zijn deuren sluit. Het risico voor de openbare orde is vanwege deze spreiding van vertrek lager dan in het geval dat alle zaken plots en tegelijkertijd sluiten. De cooling down en venstertijden gelden alleen voor zaken, die over een ontheffing beschikken voor verruimde openingstijden op vrijdag en zaterdag. De reguliere horeca sluit om 2.00 uur en heeft niet met bijzondere regels te maken.

Ad III GLASWERK

Gemiddeld vinden er in de Bossche binnenstad ieder weekend 1 à 2 geweldsincidenten plaats waarbij glas gebruikt wordt als wapen. Dit betekent op jaarbasis ca. 75 incidenten! Niet alle geweldsincidenten leiden (gelukkig) tot zware verwondingen. Het letsel varieert van een blauwe plek/klein sneetje tot (soms) verminking voor het leven. Iedergeweldsincident met glas draagt een hoog risico in zich van zware verwondingen.

In dit aantal van ca. 75 incidenten zijn de "gewone" glasincidenten, de ongevallen, zoals het in een glasscherf gaan staan, niet meegenomen. Precieze jaarcijfers ontbreken maar met carnaval 2009 alleen al, bedroeg het aantal behandelingen op de eerste hulp van het GZG 41. Op jaarbasis betekent dit vele tientallen gewonden. Dit was overigens voor de horeca aanleiding om in 2010 en 2011 met carnaval massaal over te schakelen op het gebruik van veilig glas;dit op gezamenlijk verzoek van Koninklijke Horeca Nederland en van de burgemeester. Glasscherven op straat blijken in de praktijk ook voor het werk van de politie en voor de inzet van politiepaarden een groot risico in te houden.

Met dit besluit wordt beoogd het gebruik van glas op risicolocaties en op risicotijdstippen te beperken. In overleg tussen gemeente, horeca en politie is overeengekomen om het tijdstip waarop het verbod om gewoon glas te gebruiken op de aangewezen horecaterrassen ingaat, te bepalen op 23.00 uur in plaats van 22.00 uur. In eerdere documenten wordt het tijdstip van 22.00 uur genoemd.

Zoals expliciet in de Horecaverordening staat vermeld, wordt onder gewoon glas verstaan glas dat in scherven uiteen valt. Of een ondernemer in plaats van gewoon glas, plastic glas gebruikt of kunststofglas of gehard glas, is aan de ondernemer.

Er is voor gekozen om restaurants buiten de regeling te laten vallen. De ervaring leert, dat zich geen wezenlijke incidenten met glas voordoen bij restaurants waar mensen rustig zitten te eten. Bovendien wordt extra waarde gehecht aan het gebruik van de juiste (wijn)glazen. Overigens vallen restaurants, die na het verstrekken van maaltijden veranderen in een café, althans zich dan in hoofdzaak richten op het verstrekken van dranken wel onder de regels. En wel zodra het verstrekken van dranken de overhand neemt.

Ad IV ALCOHOL

Mede op verzoek van de politie geldt krachtens dit besluit op vrijdag en zaterdag na 23.00 uur het verbod om alcohol in al dan aangebroken verpakking bij zich te hebben. In overleg tussen gemeente, horeca en politie is overeengekomen om het aanvangstijdstip waarop dit verbod om gewoon glas te gebruiken op de aangewezen horecaterrassen ingaat, te bepalen op 23.00 uur in plaats van 22.00 uur. Dit verbod geeft de politie de mogelijkheid preventief op te treden. Het komt veelvuldig voor dat binnenstadsbezoekers om uiteenlopende redenen zelf alcohol meenemen en deze nuttigen op straat. Dit leidt in de Karrenstraat, de Torenstraat en op de Parade vaak tot ongeregeldheden en wangedrag ten gevolge van dronkenschap.

Ad V TERRASSENREGELING

Inleiding

In de fysieke omgeving van de Bossche binnenstad en het centrum van Rosmalen zijn de terrassen nadrukkelijk aanwezig. In die openbare ruimte concurreren zij met een grote verscheidenheid aan functies. Voor het toerisme betekenen de horeca en daarmee ook de terrassen meer dan een aanvullende voorziening; in het “Bourgondisch” Brabant zijn zij een bijna onmisbaar onderdeel.

De horecaterrassen zijn medebepalend voor de kwaliteit van de openbare ruimte. Daarom worden er eisen gesteld, die een goede uitstraling van de terrassen moeten garanderen. Het terras behoort volgens de Drank- en horecawet tot de horeca-inrichting maar het gedeelte van de openbare ruimte, waarop het terras krachtens APV-vergunning wordt toegestaan, blijft openbare weg en moet ook als zodanig herkenbaar blijven. Het terras moet transparant blijven, geen gesloten geheel vormen en qua uitstraling aansluiten bij de omgeving. De terraseisen voorzien hierin. Daarnaast moet de bereikbaarheid en de verkeersveiligheid worden gegarandeerd. De terrassenregeling streeft naar evenwicht tussen de leefbaarheid, het woongenot en de ontmoetingsfunctie van de Binnenstad.

Hieruit vloeien voor de terrassenregeling de volgende concrete uitgangspunten voort:

  • -

    Een goede kwalitatieve uitstraling van terrassen en aansluiting bij de omgeving in de ruimste zin van het woord.

  • -

    Een goede ruimtelijke afstemming tussen de situering van terrassen en de ruimte die nodig is voor winkelend publiek en andere (centrum)activiteiten zoals evenementen en markten.

  • -

    Voldoende ruimte voor iedere gebruiker op trottoirs en andere “loopgebieden”

  • -

    De bereikbaarheid voor hulpdiensten moet gewaarborgd zijn.

  • -

    Eenvoudig toetsbare en handhaafbare vergunningsvoorschriften voor terrassen, zodat het voor ondernemers duidelijk is wat is toegestaan en waardoor vergunningverlening en handhaving eenvoudig zijn.

1. Zakelijke werking

Een horecaterras is een onderdeel van de inrichting en daardoor is de aanwezigheid (en de kwaliteit) van het terras medebepalend voor de economische waarde van het horecabedrijf. Daarom bepaalt de Horecaverordening dat de terrasvergunning een zakelijk karakter heeft. In principe kan een terrasvergunning daarom tot wederopzegging worden verleend. Voorwaarde hiervoor is wel dat er sprake is van een goede controle en een consequente bestuursrechtelijke handhaving, die kan bestaan uit het intrekken van de vergunning als het terras niet meer aan de voorschriften voldoet.

2.Bestemmingsplan

In de meeste bestemmingsplannen voor de binnenstad heeft de openbare ruimte de bestemming “Verblijfsdoeleinden”. Deze ruimte is onder meer bestemd als ontmoetingsruimte, waarbij tevens wordt bedoeld het gebruik van deze ruimte ten behoeve van bijvoorbeeld evenementen of horecaterrassen. Dit beleid ziet niet op de zogenaamde winterterrassen. Deze moeten worden beschouwd als permanente gebouwen of bouwwerken, niet gelegen op de openbare weg.

Indien conform het bestemmingsplan bouwvergunning wordt verleend voor een zogenaamd winterterras, verliest de grond waarop wordt gebouwd zijn status van openbare weg in de zin van de “Wegenverkeerswet”.

In de nieuwe bestemmingsplannen wordt er bij de functie waar terrassen mogelijk zijn een algemene omschrijving opgenomen. Terrassen zijn binnen deze functie bestemmingsplantechnisch toegestaan als ze voldoen aan de voorschriften van de Horecaverordening en het geldende terrassenbeleid.

Ongeveer 80% van alle horecaterrassen in de stad ligt in de binnenstad. Dit hele gebied is aangewezen als beschermd stadsgezicht. Dit brengt vanzelfsprekend met zich mee dat het terrassenbeleid moet worden geformuleerd en vastgesteld met deze beschermende werking als uitgangspunt.

Op de Stationsweg tussen Wilhelminabrug en de Draak worden geen terrassen toegestaan. De Stationsweg is iedere dag weer voor vele treinreizigers en anderen, de entree naar de (binnen-)stad. Het is een boulevard, die zowel uit functioneel oogpunt als uit oogpunt van kwaliteit, vanwege eisen van uiterlijk aanzien, verschoond moet blijven van allerlei obstakels. Ook reclame-uitingen in de vorm van buitenpresentaties worden hier niet toegestaan.

3.Binnenterreinen en achtertuinen

De vergunningplicht voor terrassen heeft te maken met de uitstraling van het terras naar de openbare ruimte en met het voorkomen of beperken van overlast voor de omgeving. Daarom zijn alleen horecaterrassen die rechtstreeks bereikbaar zijn vanaf de openbare weg/openbare ruimte vergunningplichtig. Terrassen op binnenterreinen en achtertuinen zijn niet vergunningplichtig op grond van de Horecaverordening. Een dergelijk terras behoort wel tot de horeca-inrichting en valt om die reden binnen de werking van de exploitatievergunning. Overlast van een dergelijk terras voor de omgeving kan worden bestreden via de exploitatievergunning (specifieke voorwaarden en bestuursrechtelijke handhaving).

4.Stedenbouwkundige (cultuur-historische) omgeving

Het terras mag geen dissonant zijn in de stedenbouwkundige (cultuur-historische) omgeving. Ten opzichte van het pand en van de omgeving waarin het terras wordt geëxploiteerd, mag het terras geen dominante rol vervullen. Bij het inrichten van een terras moet rekening worden gehouden met redelijke eisen van welstand. De commissie voor welstand wordt om advies gevraagd in geval van een meningsverschil hierover tussen gemeente en ondernemer.

5.Open structuur

Het gebruik van terrasschotten of van afscheidingen van welke aard ook wordt sterk aan voorschriften gebonden. Vooral afscheidingen verstoren het zicht op de gevel en komen in strijd met het uitgangspunt dat het terras een open structuur moet hebben en dat de openbare weg c.q. de openbare ruimte als zodanig herkenbaar moet blijven. Het terras moet een open karakter hebben en niet het uiterlijk aanzien hebben van een gesloten front, van een bouwwerk. Hoewel zijschotten in dit verband toelaatbaar zijn, zij het met een zekere mate van transparantie, brengt de eis van een open structuur zeker een beperking met zich mee met betrekking tot de voorzijde van het terras. Aan de voorkant worden daarom alleen maar bloembakken toegelaten als afscheiding.

6.Ontsiering Ontsiering door bijvoorbeeld reclame-uitingen en kwalitatief slecht meubilair moet worden voorkomen. Uitgangspunt bij de formulering van de kwaliteitseisen is het verzorgde uiterlijk van het terras: terrasmeubilair van voldoende kwalitatief niveau, geen contrasterende kleuren, geen schreeuwende of dominant aanwezige reclames maar evenwicht in kleur en harmonie met de omgeving. Reclame-uitingen, voor welk product dan ook, op terrasmeubilair, schotten, zonwering, parasols etc. zijn daarom sterk beperkt (gevelreclame kent haar eigen zelfstandige beleid).

7.Verkeer en verkeersveiligheid

De opstelling van het terras mag de doorgang van het verkeer c.q. het voetgangersverkeer niet hinderen. De situering en de omvang van een terras moeten zodanig zijn dat er voldoende ruimte overblijft om de voetgangersstromen te verwerken, om rolstoelgebruikers, kinderwagens, etc. te kunnen laten passeren en er geen overlast is voor het overige verkeer, inclusief het calamiteitenverkeer. Om dit te bereiken worden eisen gesteld aan de omvang van het terras. Op drukke looproutes zijn de eisen strenger. Op pleinen kunnen uiteraard wat meer mogelijkheden worden geboden. In relatie tot de warenmarkten en tot bepaalde evenementen, kunnen in de individuele vergunningen beperkende voorwaarden worden opgenomen.

8.Vlonders

Op grond van meerdere uitgangspunten is het niet wenselijk om het gebruik van vlonders op terrassen toe te staan in verband met:

  • ·

    De herkenbaarheid van de openbare weg: Toegestaan wordt het gebruik van een deel van weg ten behoeve van een terras. De weg blijft echter openbaar en moet ook als zodanig herkenbaar blijven. Dat het terras krachtens de Drank- en Horecawet tot de inrichting behoort, doet hieraan niets af.

  • ·

    Het doelmatig en veilig gebruik van de weg: Voetgangers, fietsers, laad- en losverkeer en calamiteitenverkeer mogen van de terrassen geen hinder ondervinden.

  • ·

    Het doelmatig beheer en onderhoud van de weg: Het terras moet geen of zo weinig mogelijk beperkingen opleggen aan de aanleg en het onderhoud van nutsvoorzieningen, aan het schoonhouden van de weg etc.

Het gebruik van vlonders in straten wordt vanwege deze uitgangspunten afgewezen.

Uitzondering

Op een plein zoals de Markt spelen bovengenoemde aspecten een veel minder belangrijke rol. Het gebruik van vlonders kan daarom op deze locatie, zij het beperkt, worden toegestaan mits het bestemmingsplan dit mogelijk maakt (middels vrijstelling) en hiervoor bouwvergunning c.q. een monumentenvergunning kan worden verleend. Hierbij kunnen uiteraard andere, stedenbouwkundige overwegingen een rol spelen.

Dit beperkt gebruik van vlonders houdt in dat:

  • ·

    Een bouwvergunning en/of een monumentenvergunning is verleend.

  • ·

    6 Maanden per jaar gedurende de slecht weerperiode, vlonders worden toegestaan Vanaf week 40 mag de vlonder worden gelegd en uiterlijk in week 14 moet hij zijn verwijderd.

  • ·

    Vlonders mogen worden voorzien van zijschotten even diep als de vlonder en van schotten aan de voorzijde met een hoogte van maximaal 1.40 m. en transparant vanaf 0.90 m boven maaiveld.

  • ·

    De ruimte tussen de bovenkant van het zijschot en de onderkant van de luifel of de zonnewering boven het terras c.q. de vlonder moet open blijven zoals in zijn algemeenheid is voorgeschreven.

Met deze slecht weer terrassen kan worden tegemoet gekomen aan de wens van de bezoekers aan de binnenstad om ook bij minder goed weer op een terras van de openbare ruimte van de binnenstad te kunnen genieten. Daarnaast is het stedenbouwkundige belang gewaarborgd door de tijdelijkheid van de vlonder alsmede door de hierboven aangegeven voorschriften met betrekking tot de zijschotten en de afscheiding aan de voorzijde van het slecht weer terras met vlonder.

9.Rookverbod

Door de invoering van het rookverbod is het gebruik van de terrassen intensiever geworden. De horecaondernemers voelen zich geroepen om de rokers buiten te faciliteren. Dit varieert van het plaatsen van een asbak tot het creëren van een volledig verwarmd en overkapt terras met verlichting.

Na overleg met de horeca heeft de gemeente, mede op advies van de politie ervoor gekozen om de terrassenregeling op dit punt niet aan te passen: het verbod van staantafels op het terras blijft en ook het verbod om staand publiek op het terras te bedienen c.q. om staand publiek toe te staan op het terras te drinken.

Dit komt enerzijds voort uit het uitgangspunt dat het buiten niet gezelliger moet worden dan binnen; een uitgangspunt dat ook de horecaondernemers aanspreekt. Anderzijds gaat het ook om het voorkomen van (geluids-)overlast en om het niet laten toenemen van openbare orde risico’s. Extra faciliteren betekent het stimuleren van (grotere en langere) samenscholingen op het terras en op straat.

10.Mandaat

Omdat het horecabeleid in het verlengde ligt van het uitoefenen van toezicht op de horeca-inrichtingen, zijn de bevoegdheden met betrekking tot het verlenen van de vergunning en het toepassen van bestuursdwang, toebedeeld aan de burgemeester. Deze bevoegdheid is overeenkomstig het bestuurlijk vastgestelde mandaatbesluit, gemandateerd aan de directeur Bestuurszaken en het hoofd van de afdeling Openbare Orde en Veiligheid.

11.Aansprakelijkheid

Burgemeester, college van burgemeester en wethouders noch de raad zijn aansprakelijk voor schade, die in verband staat met de exploitatie van een horecaterras c.q. met het plaatsen, hebben, gebruiken, onderhouden of verwijderen van in of op de weg geplaatste voorwerpen ten behoeve van het terras.

Ad VI INTREKKING OUDE REGELING

Deze nadere regels vervangen gedeeltelijk de oude regels op basis van ‘Besluit nadere regels openingstijden 2008’ en de Nota horecaterrassen 2009 inclusief regeling.