Regeling vervallen per 01-11-2019

Verordening op de gemeentelijke Ombudscommissie

Geldend van 17-07-2006 t/m 31-10-2019

Intitulé

Verordening op de Gemeentelijke Ombudscommissie

De gemeenteraad van 's-Hertogenbosch in zijn openbare vergadering van 27 juni 2006;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 mei 2006, regnr. 06.0514;

gelet op de Gemeentewet;

Besluit

  • 1.

    In de verordening op de gemeentelijke ombudscommissie artikel 7 toevoegen waarin wordt geregeld dat de ambtelijk secretaris een onafhankelijke positie heeft ten aanzien van het bestuursorgaan;

  • 2.

    Artikel 7 wordt artikel 8. Artikel 8 wordt artikel 9, artikel 9 wordt artikel 10

  • 3.

    Benoemen mevr. drs J. van den Akker als plaatsvervangend voorzitter van de ombudscommissie

Artikel 1 Begripsbepaling

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a)

      Ombudscommissie: de commissie als bedoeld in artikel 2;

    • b)

      Orgaan:

      • 1.

        de gemeenteraad;

      • 2.

        het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, voor zover niet handelende als hoofd van de politie;

      • 3.

        de door de gemeenteraad en/of het college ingestelde commissies, voor zover het aan hun opdragen taken betreft.

    • c)

      Gedraging: het in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of rechtspersoon handelen of nalaten te handelen door:

      • 1.

        een orgaan;

      • 2.

        de voorzitter of een lid van een orgaan;

    • d)

      Klager: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die een klacht heeft ingediend;

    • e)

      Ambtenaar: een ambtenaar, een gewezen ambtenaar, een persoon met wie door het gemeentebestuur een arbeidsovereenkomst is gesloten naar burgerlijk recht, ook na beëindiging van de arbeidsovereenkomst, alsmede andere personen werkzaam onder de verantwoordelijkheid van de organen genoemd onder b, ook na het beëindigen van de werkzaamheden;

    • f)

      Gedraging als bedoeld in artikel 15:1:19 van de Rechtspositieregeling gemeente ’s-Hertogenbosch: seksuele intimidatie, agressie of geweld zoals omschreven in artikel 3 van de Arbeidsomstandighedenwet van een ambtenaar ten opzichte van een andere ambtenaar.

  • 2. Een gedraging van een ambtenaar, verricht in de uitoefening van zijn functie, wordt aangemerkt als een gedraging van het orgaan onder wiens verantwoordelijkheid hij werkzaam is.

Artikel 2 Instelling Ombudscommissie

  • 1. Er is een Gemeentelijke Ombudscommissie.

  • 2. De Ombudscommissie fungeert tevens als Meldpunt bedoeld in de Regeling Klokkenluiders gemeente ’s-Hertogenbosch. Op haar activiteiten in dat kader zijn de bepalingen van de genoemde regeling van toepassing.

  • 3. De Ombudscommissie fungeert tevens als klachtencommissie seksuele intimidatie, agressie en geweld.

Artikel 3 Samenstelling commissie

  • 1. De Ombudscommissie bestaat uit een voorzitter en drie leden, die op aanbeveling van burgemeester en wethouders worden benoemd door de raad. De leden worden benoemd voor een periode van zes jaar. De raad benoemt tevens een plaatsvervangend voorzitter. De leden kunnen slechts één maal worden herbenoemd.

  • 2. Tot voorzitter of lid van de commissie zijn niet benoembaar:

    • a)

      de burgemeester en leden van een orgaan, bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub b of van overige gemeentelijke commissies;

    • b)

      ambtenaren en andere personen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub e;

    • c)

      bestuurders en personeelsleden van een publiekrechtelijk samenwerkingsverband, waarin de gemeente deelneemt.

  • 3. Ten aanzien van leden van de ombudscommissie is artikel 81s Gemeentewet voor het afleggen van een eed van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 Op non-actiefstelling en ontslag

Ten aanzien van op non-actiefstelling en ontslag van de voorzitter en de leden van de Ombudscommissie is artikel 81q, lid 3 en 4 Gemeentewet overeenkomstig van toepassing.

Artikel 5 Bureau ombudscommissie

  • 1. Er is een bureau van de Ombudscommissie.

  • 2. De voorzitter van de Ombudscommissie stelt, na overleg met de commissie, de werkwijze en inrichting van het bureau vast.

  • 3. Burgemeester en wethouders verschaffen de Ombudscommissie, na overleg met deze commissie, de middelen nodig voor een goede uitoefening van de functie.

Artikel 6 Onafhankelijke positie

De Ombudscommissie is, voor wat betreft de taakuitoefening, niet ondergeschikt aan enig gemeentelijk orgaan.

Artikel 7 Onafhankelijke positie ambtelijk secretaris

  • 1. De gemeentesecretaris is verantwoordelijk voor de vervulling van een functioneel onafhankelijk secretariaat dat de ombudscommissie ondersteunt;

  • 2. De ambtelijk secretaris staat de ombudscommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde;

  • 3. De ambtelijk secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de ombudscommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

Artikel 8 Taak

  • 1. De Ombudscommissie onderzoekt ingediende klachten over gedragingen.

  • 2. De Ombudscommissie kan gedurende een onderzoek, op verzoek, de klager en het orgaan en/of de personen bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub b, onderdeel 2, voorstellen doen teneinde onderling tot een oplossing van de klacht te komen.

  • 3. De Ombudscommissie vergewist zich ervan of de klager het orgaan en/of de personen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub b, onderdeel 2, waar de klacht betrekking op heeft, in kennis heeft gesteld van de klacht en de gelegenheid heeft gegeven daarop te reageren conform de interne klachtenprocedure.

  • 4. De Ombudscommissie spreekt het oordeel uit of de gedraging, als geheel of gedeeltelijk, wel of niet behoorlijk was. Indien het onderzoek naar het oordeel van de Ombudscommissie onvoldoende zekerheid verschaft over de feitelijke toedracht van de gedraging, waarop de klacht betrekking heeft, wordt geen oordeel uitgesproken.

  • 5. De Ombudscommissie kan aan een orgaan, voor zover dit bevoegd is daaraan te voldoen, aanbevelingen doen maatregelen te nemen. Het betreffende orgaan deelt aan de Ombudscommissie mede of en op welke wijze aan een aanbeveling gevolg is gegeven. Afwijking van een aanbeveling wordt door het orgaan gemotiveerd.

  • 6. De Ombudscommissie kan ook eigener beweging een onderzoek instellen naar gedragingen van organen en/of de personen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub b, onderdeel 2, als wordt vermoed dat deze gedragingen niet behoorlijk zijn. De bepalingen in deze verordening met betrekking tot ingediende klachten zijn zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9 Jaarverslag

De Ombudscommissie brengt jaarlijks aan de gemeenteraad schriftelijk verslag uit van de verrichte werkzaamheden. Dit verslag wordt algemeen verkrijgbaar gesteld. Voor zover de werkzaamheden van de commissie betrekking hebben op klachten over gedragingen bedoeld in artikel 15:1:19 van de Rechtspositieregeling gemeente ’s-Hertogenbosch worden deze niet in dit verslag opgenomen.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op de gemeentelijke ombudscommissie " en treedt per 1 januari 2006 in werking onder gelijktijdige intrekking van de ‘Verordening gemeentelijke ombudscommissie 2001’.

Ondertekening

's-Hertogenbosch,
De gemeenteraad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
drs. A. van der Jagt, mr. dr. A.G.J.M. Rombouts