Regeling vervallen per 01-01-2017

Financiële verordening gemeente 's-Hertogenbosch

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2016

Intitulé

Financiële verordening gemeente 's-Hertogenbosch

De gemeenteraad van 's-Hertogenbosch heeft in zijn openbare vergadering van 14 juli 2015,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 juni 2015 (reg.nr. 4943595), besloten de Financiële verordening vast te stellen.

1. INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      organisatie-eenheid (hierna aan te duiden als sector): iedere in de Verordening inrichting en werkwijze ambtelijke organisatie gemeente ’s-Hertogenbosch 2014 als eenheid aangewezen ‘sector’, welke op grond van die verordening een eigen en rechtstreekse verantwoordelijkheid heeft aan het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester.

    • b.

      administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente ’s-Hertogenbosch en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

2. BEGROTING EN VERANTWOORDING

Artikel 2. Programmabegroting

  • 1. De raad stelt door het vaststellen van de begroting de programma-indeling vast.

  • 2. Het college stelt per programma waar mogelijk indicatoren (volgens het SMART-principe) voor met betrekking tot de beoogde maatschappelijke effecten (outcome) en de te leveren goederen en diensten (output).

Artikel 3. Producten

  • 1. Bij iedere begroting en ieder jaarverslag wordt een overzicht gegeven van de toedeling van de producten uit de productenraming aan de programma’s. Dit gebeurt in het overzicht ‘exploitatie per pijler-programma’ dat is opgenomen in het bijlagenboek.

  • 2. De toedeling van producten aan programma’s staat voor de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen. Wijzigingen worden bij de begroting en het jaarverslag expliciet gemeld.

Artikel 4 Kaders begroting

  • 1. Het college biedt de raad jaarlijks de voorjaarsnota aan met daarin de beleidsvoornemens voor komend jaar. Tegelijkertijd worden de technische uitgangspunten met daarin de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie daarop volgende jaren aan de raad aangeboden.

  • 2. De raad stelt deze nota uiterlijk in juli voorafgaand aan het jaar waarop de voorjaarsnota betrekking heeft vast.

Artikel 5 Autorisatie begroting, investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

  • 2. Bij de begroting autoriseert de raad alle investeringskredieten voor de betreffende jaarschijf met uitzondering van investeringen ten laste van het structuurfonds. Hiervoor worden aparte voorstellen voor autorisatie ingediend.

  • 3. Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de raad voor.

  • 4. Beleidsvoorstellen gedurende het begrotingsjaar met financiële gevolgen zijn voorzien van een begrotingswijziging, waardoor de begroting in evenwicht blijft.

  • 5. Besluiten tot wijziging van de vastgestelde begroting kunnen tot uiterlijk het einde van het betreffende begrotingsjaar worden genomen.

Artikel 6 Uitvoering begroting

  • 1. Het college stelt regels vast die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

  • 2. Het college draagt er ten aanzien van de productenraming zorg voor dat:

    • a.

      De lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan de producten van de productenraming;

    • b.

      De budgetten uit de productenraming en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de uiteenzetting van de financiële positie;

    • c.

      De lasten van de producten binnen een programma niet dusdanig worden overschreden dat realisatie van binnen hetzelfde programma geformuleerde doelstellingen in termen van outcome  en output onder druk komt te staan, zonder dat de gemeenteraad hierover geïnformeerd is.

  • 3. Het college draagt er zorg voor dat de lasten van de programma’s zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden overschreden. Overschrijdingen zullen in de tussentijdse rapportages en/of de jaarrekening aan de gemeenteraad worden gemeld.

  • 4. De raad wordt jaarlijks voor 1 oktober geïnformeerd over onder- en overschrijdingen op producten groter dan € 250.000 waarbij sprake is van sturingsruimte voor de raad.

Artikel 7 Tussentijdse rapportages

  • 1. Het college informeert de raad door middel van twee tussentijdse rapportages over de verwachte realisatie van de begroting van de gemeente.

  • 2. De actualisatie wordt door het college uiterlijk aan de raadsvergadering van juli aangeboden.

  • 3. De managementrapportage wordt door het college aan de raadsvergadering van december aangeboden.

  • 4. De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 5. In de tussentijdse rapportages worden verwachte afwijkingen op producten van de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten in de begroting groter dan € 50.000 opgenomen.

  • 6. De tussentijdse rapportages gaan ook in op afwijkingen op de programma’s in termen van outcome  en output.

  • 7. Voor de in de actualisatie opgenomen wijzigingen van lasten en baten wordt een begrotingswijziging gemaakt.

  • 8. Voor de in de managementrapportage opgenomen voordelen, die voortvloeien uit incidentele budgetten die in het begrotingsjaar niet volledig worden aangewend, wordt een begrotingswijziging gemaakt. Hiermee wordt het niet bestede deel van deze budgetten overgeheveld naar het volgende begrotingsjaar.

Artikel 8 EMU-saldo

  • 1. Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is.

  • 2. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.

3. FINANCIEEL BELEID

Artikel 9 Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1. Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief worden lineair in vijf jaar afgeschreven. Het saldo van agio en disagio wordt lineair afgeschreven in een termijn die maximaal gelijk is aan de looptijd van de lening.

  • 2. Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.

  • 3. De materiële vaste activa met economisch nut (EN), waarvoor ter bestrijding van de kosten al dan niet een heffing kan worden geheven, en materiële vaste activa met maatschappelijk nut (MN) worden afgeschreven in:

    Termijn

    Nut

    Soort activum

    Niet

    (EN)

    -gronden en terreinen

    5 jaar

     

    (EN)

    -automatisering

    -bedrijfskleding

    8 jaar

     

    (EN)

    -zware transportmiddelen; aanhangwagens; schuiten; personenauto's; lichte motorvoertuigen

    10 jaar

     

    (EN)

    -inventaris

    -machines

    -opbouw kunstgrasvelden

    10 jaar

     

    (MN)

    -voorziening openbaar vervoer

    -openbare speelplaatsen

    -kleine verkeersvoorzieningen

    15 jaar

     

    (EN)

    -technische installaties in bedrijfsgebouwen

    -nieuwbouw tijdelijke woonruimten en bedrijfsgebouwen

    -natuursportgrasvelden

    20 jaar

    (EN)

    -motorvaartuigen

    25 jaar

     

    (EN)

    -restauratie en renovatie bedrijfsgebouwen

    -onderbouw kunstgrasvelden

    40 jaar

     

    (EN)

    -aankoop & nieuwbouw woonruimten en bedrijfsgebouwen

    -parkeervoorzieningen

    -(reconstructie van) wegen en viaducten

    -monumentenzorg

    40 jaar

    (MN)

    -inrichting openbaar gebied

    -monumentenzorg

    60 jaar

    (EN)

    -rioleringen

    De afschrijvingstabel geldt voor alle vanaf 2016 gevoteerde kredieten.

  • 4. Activa met een verkrijgingprijs van minder dan € 10.000 en/of een gebruiksduur van minder dan 3 jaar worden niet geactiveerd.

  • 5. Langere afschrijvingstermijnen dan de onder 3 genoemde afschrijvingstermijnen zijn slechts mogelijk bij raadsbesluit, kortere afschrijvingstermijnen kunnen worden gehanteerd wanneer de reële afschrijvingstermijn lager wordt geschat dan in lid 3 weergegeven.

  • 6. Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut in de openbare ruimte kunnen worden geactiveerd of ten laste worden gebracht van de exploitatie. In geval van activering mogen bijdragen van derden en bestemmingsreserves in mindering gebracht worden op het bedrag van de investering en wordt het actief afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere tijdsduur.

Artikel 10 Reserves

  • 1. De raad besluit tot het benoemen van specifieke saldi die ten gunste of ten laste van een specifieke bestemmingsreserve mogen worden gebracht.

  • 2. Deze specifieke saldi worden alleen benoemd als dat volgens wet- en regelgeving verplicht is, eigendom van derden betreft, dan wel vanuit goed financieel beheer gewenst is. Bijlage 1 van deze verordening bevat alle tot op heden specifiek benoemde saldi.

Artikel 11 Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde integrale kostprijs van producten en diensten van de gemeente ‘s-Hertogenbosch wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente geleverde producten en verleende diensten.

  • 2. Bij de in de kostentoerekening bedoelde indirecte kosten worden meegenomen de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolheffing, afvalstoffenheffing en leges de compensabele BTW.

  • 3. De omslagrente voor de toerekening van de kapitaallasten wordt bepaald op basis van prognose, waarbij wordt aangesloten bij de marktrente.

Artikel 12 Prijzen economische activiteiten

  • 1. Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.

  • 2. Bij het verstrekken van leningen of garanties aan overheidsbedrijven en derden brengt de gemeente de geraamde integrale kosten in rekening. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de lening of garantie wordt gemotiveerd.

  • 3. Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.

  • 4. Raadbesluiten met de motivering van het publiek belang als bedoeld in de vorige leden zijn niet nodig als sprake is van:

    • a.

      leveringen van goederen, diensten of werken en het verstrekken van leningen, garanties en kapitaal aan andere overheden voor zover deze leveringen en verstrekkingen zijn bedoeld voor de uitoefening van de publieke taak door die andere overheid;

    • b.

      een bevoordeling van activiteiten in het kader van een bij wet opgedragen publiekrechtelijke taak;

    • c.

      een bevoordeling van activiteiten in het kader van een toegekend bijzonder of uitsluitend recht waarvoor prijsvoorschriften gelden;

    • d.

      een bevoordeling van sociale werkplaatsen;

    • e.

      een bevoordeling van onderwijsinstellingen;

    • f.

      een bevoordeling van publieke media-instellingen; en

    • g.

      een bevoordeling die valt onder de reikwijdte van de staatssteunregels van het Werkingsverdrag van de Europese Unie en daarmee verenigbaar is.

Artikel 13 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen

  • 1.

    Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen, rioolheffing, afvalstoffenheffing en leges.

Artikel 14 Financieringsfuctie

  • 1.

    Het college geeft uitvoering aan de financieringsfunctie binnen de kaders van het door de raad vastgestelde treasurystatuut.

Artikel 15 Verstrekking subsidies

  • 1. Het college biedt de raad jaarlijks naast de begroting een overzicht van te verstrekken gemeentelijke subsidies, een groslijst van nieuwe en hogere subsidieaanvragen en een overzicht subsidieplafonds aan.

4. FINANCIËLE ORGANISATIE EN ADMINISTRATIE

Artikel 16 Administratie

  • 1.

    De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

    • a.

      het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de sectoren;

    • b.

      het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van immateriële vaste activa, vaste activa met economisch nut en met maatschappelijk nut, financiële vaste activa, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts;

    • c.

      het verschaffen van informatie aan budgethouders voor budget- en kredietbewaking en voor het maken van kostencalculaties;

    • d.

      het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

    • e.

      het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

    • f.

      de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 17 Financiële administratie

  • 1.

    De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

    • a.

      het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de sectoren;

    • b.

      het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van immateriële vaste activa, vaste activa met economisch nut en met maatschappelijk nut, financiële vaste activa, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts;

    • c.

      het verschaffen van informatie aan budgethouders voor budget- en kredietbewaking en voor het maken van kostencalculaties;

    • d.

      het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

    • e.

      het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

    • f.

      de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 18 Interne controle

  • 1. Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor een adequaat stelsel van interne controle.

  • 2. Het college neemt passende maatregelen ter verbetering, indien de resultaten van de interne controle daartoe aanleiding geven.

Artikel 19 Financiële organisatie

  • 1.

    Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast:

    • a.

      de indeling van de gemeentelijke organisatie en de toewijzing van de gemeentelijke taken aan de sectoren;

    • b.

      de scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

    • c.

      de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

    • d.

      de te maken afspraken met de sectoren over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

    • e.

      de interne regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Artikel 20 Aanbesteding en inkoop

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten.

Artikel 21 Subsidieverstrekking en steunverlening

Het college draagt er zorg voor dat de interne regels voor de toekenning van subsidies worden gevolgd. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels van de subsidieverordening van de gemeente ’s-Hertogenbosch.

5. SLOTBEPALINGEN

Artikel 22 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van het begrotingsjaar 2016. De stukken voor dit begrotingsjaar en latere begrotingsjaren voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

  • 2. Deze verordening treedt in de plaats van de ‘Financiële verordening gemeente ‘s-Hertogenbosch’ vastgesteld door de raad op 23 februari 2010.

Artikel 23 Citeertitel

Deze verordening wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam ‘Financiële verordening gemeente ‘s-Hertogenbosch’.

Ondertekening

's-Hertogenbosch,
De gemeenteraad voornoemd,
De griffier,
drs. W.G. Amesz
De voorzitter,
mr.dr. A.G.J.M. Rombouts

Bijlage 1 Gesloten circuits reserves

 

 

NAAM RESERVE

SPECIFIEK BENOEMDE SALDI

Reserve vervanging fitnessapparatuur

Bijdragen van deelnemers fitness t.b.v. vervanging fitnessapparatuur

Sociaal & zorgfonds

Alle middelen binnen het sociaal domein blijven beschikbaar voor inzet binnen het sociaal domein

Algemene reserve grondbedrijf

De resultaten van de diverse complexen op basis van de geldende grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

GSB, gemeentelijke middelen

Alle middelen voor het Grote Steden Beleid (GSB) blijven beschikbaar voor het Grote Steden Beleid conform de GSB Lange Termijn Planning

Reserve GSB/ISV middelen

Alle middelen voor het Grote Steden Beleid (GSB) blijven beschikbaar voor het Grote Steden Beleid conform de GSB Lange Termijn Planning

Reserve parkeer en verkeer

Het resultaat van de gemeentelijke parkeerexploitatie na aftrek van de begrote bijdrage aan de algemene dienst

Bestemmingsreserve WSW

De jaarschijven van de uitgaven lopen niet parallel aan die van de inkomsten. Onder- en overbestedingen in de afzonderlijke jaarschijven worden daarom verwerkt via deze reserve.

Reserve FWI inkomensdeel

Het resultaat op het WWB-inkomensdeel, BBZ/IOAW/IOAZ en individuele inkomenstoeslag. De hoogte is gemaximeerd op 10% van het jaarbudget.

Reserves activa

Deze reserves dienen ter (gedeeltelijke) dekking van investeringen met economisch nut. Stortingen zijn gelijk aan (een deel van) het investeringsbedrag. Onttrekkingen zijn gelijk aan de afschrijvingslasten. Middels het investeringsplan is dit door de raad geaccordeerd.

Reserve verkiezingen

Kosten van verkiezingen gelijkmatiger over jaren verdelen

Reserve ICT

Egalisatiereserve om de kosten van ICT te dekken

Reserve gezondheidsbeleid

Saldo middelen bestemd voor uitvoering lokale gezondheidsnota

Reserve natuurbouwprojecten

Opbrengst verkoop gronden algemene dienst t.b.v. financiering van projecten binnen de Groene Delta

Onderwijshuisvesting

Saldo van uitgaven voor nieuwbouw, uitbreiding en renovatie van onderwijshuisvesting. Bestedingsplan op basis van IHP.

Reserves decentrale arbeidsvoorwaarden

Gelden voor decentrale arbeidsvoorwaarden

Bedrijfsrisicoreserves

- Stadsbedrijven

- Stadsontwikkeling

Deze reserve wordt ingezet voor financiering van calculatieverschillen, ziekte, verlof, tarieven personeel, tegenvallende omzet en incidentele kosten.

Reserve bomenfonds

De reserve wordt gevoed met compensatiegelden en schade uitkeringen t.a.v. bomen en wordt gebruikt voor de bijdrageregeling monumentale bomen en het aanplanten van extra bomen

Energiebesparingsfonds – revolving fund zonne-energie voor sportverenigingen

De door sportverenigingen in het revolving fund zonne-energie voor sportverenigingen teruggestorte bedragen blijven voor dit doel beschikbaar.

Reserve grote werken

De reserve wordt gevoed met een bijdrage per gerealiseerde woningequivalent voor grondbedrijfprojecten en particuliere initiatieven conform de nota Bovenwijks.

Aanwending van de reserve is voor financiering van uitgaven voor bovenwijkse voorzieningen. Deze voorzieningen zijn niet aan één te ontwikkelen gebied te relateren. Voorbeelden hiervan zijn parken en ontsluitingswegen.