Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en de invordering van een watertoeristenbelasting in de gemeente ’s- Hertogenbosch 2016

Geldend van 21-11-2015 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van een watertoeristenbelasting in de gemeente ’s- Hertogenbosch 2016

De Gemeenteraad van 's-Hertogenbosch in zijn vergadering van 10 november 2015

regnr. 4907183;

gelet op de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen

Verordening op de heffing en de invordering van een watertoeristenbelasting in de gemeente ’s- Hertogenbosch 2016

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    vaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    ligplaats: een ligplaats die naar plaatselijk gebruik, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggen van een vaartuig en die ter beschikking wordt gesteld voor eenzelfde vaartuig;

  • c.

    schipper: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “watertoeristenbelasting” wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf op vaartuigen die aanwezig zijn in wateren binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook, door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 aan hem ter beschikking staande ligplaatsen of op hem ter beschikking staande vaartuigen.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is belastingplichtig:de schipper, de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig, of degene die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven terzake van het verblijf:

  • 1.

    door degenen die verblijf houden aan boord van een:

    • a.

      vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt door een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

    • b.

      een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt voor de opvang van daklozen, thuislozen of drugsverslaafden;

  • 2.

    waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de verordening op de heffing en de invordering van een toeristenbelasting;

  • 3.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g en h van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1. Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot vaartuigen op ligplaatsen bepaald op 2,5 personen per ligplaats;

  • 2. Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht, wordt bepaald op 90.

Artikel 7 Opteren voor niet forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal afwijkt van het op grond van artikel 6 berekende aantal.

Artikel 8 Belastingtarief

De belasting bedraagt per persoon per overnachting: € 0,65

Artikel 9 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak loopt van het begin tot het einde van elk kwartaal van een kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Grensbedrag van de belasting

Belastingaanslagen van minder dan € 10,- worden niet opgelegd.

Artikel 12 Betalingstermijn

De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgende op die waarin de dagtekening van het aanslagbiljet is gesteld.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij de invordering van de watertoeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de watertoeristenbelasting.

Artikel 15 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het inwerkingtreden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening Watertoeristenbelasting 2015", vastgesteld bij het besluit van de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch d.d. 9 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Watertoeristenbelasting 2016".

Ondertekening

De gemeenteraad van 's-Hertogenbosch,
De griffier,
Drs. W.G. Amesz
De voorzitter,
mr. dr. A.G.J.M. Rombouts