Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening op de heffing en de invordering van een toeristenbelasting in de gemeente 's-Hertogenbosch 2017

Geldend van 28-12-2016 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van een toeristenbelasting in de gemeente 's-Hertogenbosch 2017

De Gemeenteraad van 's-Hertogenbosch in zijn vergadering van 8 november 2016

regnr. 5807886;

gelet op de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen

Verordening op de heffing en de invordering van een toeristenbelasting in de gemeente ’s- Hertogenbosch 2017

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Hotels en pensions: (gedeelten van) gebouwen, waarbij het houden van verblijf met overnachting tegen welke vergoeding dan ook het hoofddoel is.

  • b.

    Vakantieonderkomens: recreatiewoningen, chalets, stacaravans en andere (delen van) verblijven die hoofdzakelijk bestemd zijn als vakantieverblijf en andere recreatieve doeleinden.

  • c.

    Bed & Breakfast (B&B): (gedeelten van) gebouwen met als hoofddoel wonen, waarbij het bieden van verblijf met overnachting en ontbijt tegen welke vergoeding dan ook een nevenactiviteit is.

  • d.

    Kamerverhuur: (gedeelten van) woningen en andere verblijven, niet zijnde vakantieonderkomens, hotels/pensions, B&B ‘s en particuliere vakantieverhuur, die worden verhuurd dan wel te huur worden aangeboden aan niet-ingezetenen tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.

  • e.

    Particuliere vakantieverhuur: (gedeelten van) verblijven die hoofdzakelijk bestemd zijn als woning, maar wel in bepaalde perioden van het jaar voor vakantieverblijf en andere recreatieve doeleinden worden verhuurd/te huur worden aangeboden.

  • f.

    Mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto’s, toercaravans en soortgelijke onderkomens/voertuigen welke bestemd zijn of gebruikt worden als vakantieverblijf en andere recreatieve doeleinden.

  • g.

    Vaste standplaats: een (gedeelte van een) terrein dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of jaar plaatsen van een vakantieonderkomen of mobiel kampeeronderkomen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “toeristenbelasting” wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van degene die verblijft in een opvangcentrum of tehuis voor daklozen, thuislozen en drugsverslaafden;

  • 3.

    waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de verordening op de heffing en de invordering van een watertoeristenbelasting;

  • 4.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g en h van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten dat zij verblijf houden.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

Voor verblijf op vaste of volgtijdige standplaatsen kan het aantal overnachtingen op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige forfaitair worden vastgesteld.

Bij de forfaitaire berekening voor een verblijf, niet zijnde een mobiel kampeeronderkomen wordt:

het aantal nachten gesteld op:

als een vakantieonderkomen in het belastingjaar geschikt is voor gebruik of alleen mag worden gebruikt gedurende:

meer dan

maar niet meer dan

120 nachten

1 dag-

6 maanden

210 nachten

6 maanden

12 maanden

  • 3.

    Bij de forfaitaire berekening voor mobiele kampeeronderkomens op vaste standplaatsen wordt per standplaats:

    • a.

      het aantal overnachtende personen gesteld op 3 personen.

b.

het aantal nachten gesteld op:

als een mobiel kampeeronderkomen in het belastingjaar geschikt is voor gebruik of alleen mag worden gebruikt gedurende:

meer dan

maar niet meer dan

50 nachten

1 dag-

6 maanden

70 nachten

6 maanden

12 maanden

Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal afwijkt van het op grond van artikel 6 berekende aantal.

Artikel 8 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting in/op:

a.

Hotels en pensions

€3,10

b.

Vakantieonderkomens, B&B ‘s, kamerverhuur & particuliere vakantieverhuur

€2,05

c.

Mobiele kampeeronderkomens

€0,65

Artikel 9 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak loopt van het begin tot het einde van elk kwartaal van een kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Grensbedrag van de belasting

Belastingaanslagen van minder dan € 10,- worden niet opgelegd.

Artikel 12 Betalingstermijn

De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgende op die waarin de dagtekening van het aanslagbiljet is gesteld.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 15 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het inwerkingtreden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening Toeristenbelasting 2016”, vastgesteld bij het besluit van de gemeenteraad van ‘s-Hertogenbosch d.d. 10 november 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Toeristenbelasting 2017".

Ondertekening

De gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch,
De griffier, De burgemeester,
Drs. W.G. Amesz mr. dr. A.G.J.M. Rombouts