Verordening op de vertrouwenscommissie die de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voorbereidt

Geldend van 04-02-2017 t/m heden

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie, die de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voorbereidt

De gemeenteraad van de gemeente ’s-Hertogenbosch,

Gelezen het voorstel van de fractievoorzitters d.d. 25 januari 2017;

gelet op de artikelen 61, 61a, 61c, 84, 86, 147 en 149 van de Gemeentewet, de artikelen 15 en 31 van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995;

gelet op de circulaire Benoeming, functioneringsgesprekken en herbenoeming burgemeester van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Staatscourant 20 juli 2012 nr.15046);

besluit:

Vast te stellen de Verordening op de vertrouwenscommissie, die de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voorbereidt

Artikel 1 Taak

De commissie heeft tot taak de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voor te bereiden.

Artikel 2 Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit de leden:

    • a.

      M.J.J. van der Geld, tevens voorzitter

    • b.

      R.J.J. Geers

    • c.

      B.J.M. Wagemakers

    • d.

      P.M. van der Krabben

    • e.

      A.J.G. de Groot

    • f.

      E.A.H.P. van der Swaluw, tevens plaatsvervangend voorzitter

    • g.

      A.W. van Boven

    • h.

      A.T.A. Roos

    • i.

      U. Kahya

    • j.

      J. Hendrickx

    • k.

      J.J.E.L. van Creij

  • 2. De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

  • 3. Bij een tussentijdse vacature benoemt de raad een nieuw lid.

Artikel 3 Ambtelijke ondersteuning

  • 1. De raadsgriffier is secretaris van de commissie.

  • 2. De gemeentesecretaris is plaatsvervangend secretaris van de commissie

  • 3. De plaatsvervangend griffier is tweede plaatsvervangend secretaris van de commissie.

  • 4. De (plaatsvervangend en tweede plaatsvervangend) secretaris geeft ambtelijke ondersteuning aan de commissie.

  • 5. De (plaatsvervangend en tweede plaatsvervangend) secretaris is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, de commissie.

Artikel 4 Geheimhouding

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn besloten. Alle stukken van de commissie zijn geheim. Dit wordt op de stukken vermeld.

  • 2. De (fungerend) voorzitter van de commissie wijst bij de benoemingsprocedure in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht, die rechtstreeks voortvloeit uit artikel 61c van de Gemeentewet.

  • 3. De geheimhoudingsplicht brengt onder meer mee dat aan raadsleden, die geen zitting (meer) hebben in de commissie, en aan anderen, behoudens het bepaalde in artikel 8 van deze verordening, geen inzage in, of informatie omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek wordt verstrekt.

  • 4. De commissie treft, met inachtneming van de artikelen 7, 8, tweede lid, en 14 van deze verordening, een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding blijft gewaarborgd bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.

  • 5. De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

  • 6. Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de (plaatsvervangend en tweede plaatsvervangend) secretaris.

Artikel 5 Vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste 3 leden dit noodzakelijk achten.

  • 2. De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering. De voorzitter doet van elke vergadering tenminste vierentwintig uur tevoren aankondiging aan de leden van de commissie en de adviseur.

  • 3. De commissie vergadert niet als niet tenminste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.

  • 4. De commissie besluit bij de voorbereiding van een aanbeveling bij meerderheid van uitgebrachte stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. Bij het staken van de stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag. De commissie streeft naar unanimiteit. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag tot uitdrukking gebracht.

Artikel 6 Bijzondere bepalingen over de benoemingsprocedure

  • 1. De commissie verschaft zich slechts door tussenkomst van de commissaris van de Koning de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten. Elk overleg met derden, schriftelijk of mondeling, is uitgesloten.

  • 2. De secretaris nodigt, op verzoek van de commissie, de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie. De commissie treft voorzieningen met betrekking tot de wijze waarop de privacy van de sollicitanten wordt beschermd.

Artikel 7 Verslag

De commissie brengt over haar werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van de aanbeveling tot benoeming verslag uit aan de gemeenteraad en de commissaris van de Koning door middel van een verslag van bevindingen. Dit schriftelijke en vertrouwelijke verslag bevat tenminste:

  • a.

    een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht,

  • b.

    een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie met de volgorde van plaatsing van de kandidaten met motivatie,

  • c.

    aangegeven wordt of er sprake is van unanimiteit binnen de commissie.

  • d.

    als bijlage: de conceptaanbeveling van twee personen.

Artikel 8 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire niet voorziet, beslist de commissie bij meerderheid van stemmen.

Artikel 9 Ontbinding van de commissie

De commissie is ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop door de minister van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat in de vacature van burgemeester is voorzien.

Artikel 10 Archivering

  • 1. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het tijdstip bedoeld in artikel 10 alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de op grond van artikel 31 van de Archiefwet door de gemeenteraad aangewezen archiefbewaarplaats.

  • 2. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 wordt opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 3. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 31 januari 2017.

Ondertekening

De griffier, De voorzitter,
drs. W.G. Amesz, mr. dr. A.G.J.M. Rombouts