Regeling vervallen per 05-07-2023

Bankreglement Gemeentelijke Kredietbank 2018 Gemeente 's-Hertogenbosch

Geldend van 06-12-2017 t/m 04-07-2023

Intitulé

Bankreglement Gemeentelijke Kredietbank 2018 Gemeente 's-Hertogenbosch 2018

Het college van burgemeester en wethouders,

In zijn vergadering van 5 december 2017,

Gezien het voorstel met reg.nr. 7472132

overwegende dat:

  • -

    overeenkomstig de bepalingen in de Wet op het financieel toezicht de regelingen van een gemeentelijke kredietbank wordt vastgelegd in een bankreglement;

  • -

    het vigerende bankreglement aan vernieuwing toe is als gevolg van gewijzigde wetgeving;

B E S L U I T

  • 1.

    Het Bankreglement Gemeentelijke Kredietbank 2018 vast te stellen.

  • 2.

    Dit bankreglement treedt in werking met ingang van de dag volgend op de dag waarop het bankreglement door het college van Burgemeester en Wethouders is vastgesteld.

  • 3.

    Met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit bankreglement komt het bankreglement dat is vastgesteld op de datum 9 december 1997 te vervallen.

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Voor de toepassing van het bij of krachtens dit reglement bepaalde wordt verstaan onder:

Afdelingsmanager:

De manager van het team Financiële Dienstverlening, handelend krachtens mandaat van het college;

Besluit:

Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft;

Budgetbegeleiding:

Het stimuleren, motiveren en ondersteunen van een natuurlijke persoon ten einde te komen tot een verantwoord financieel beheer en het aanreiken van vaardigheden;

Budgetbeheer:

Het geheel van activiteiten in het kader van het beheren van het inkomen van de rekeninghouder en het overeenkomstig het vastgestelde budgetplan verrichten van betalingen;

Budgethulp:

Het beheer van de financiële middelen en het begeleiden van natuurlijke personen bij het op verantwoorde wijze besteden van zijn financiële middelen;

BW:

Burgerlijk Wetboek;

Cliënt:

De niet in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf handelende natuurlijke persoon waaraan de Gemeentelijke kredietbank een financiële dienst verleent of aan wie de Gemeentelijke kredietbank voornemens is een financiële dienst te verlenen of verleend heeft;

College:

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente ’s-Hertogenbosch;

Consumptief krediet:

Krediet, niet zijnde hypothecair krediet, starterskrediet of onderhoudskrediet;

Contractpartner:

De organisatie waarmee een overeenkomst is aangegaan voor het uitvoeren van bancaire diensten;

Financiële dienst:

Het aanbieden, adviseren of bemiddelen er zake van een financieel product;

Financiële dienstverlening:

Het verlenen van diensten als bedoeld in de wet, zijnde:

Het aanbieden van krediet, behoudens starterskrediet; Het aanbieden van budgetbeheerrekeningen;

Financieel product:

Is:

Krediet; Budgetbeheerrekening, voor zover dit niet plaatsvindt in het kader van integrale hulpverlening;

Krediet:

Het aan de kredietnemer ter beschikking stellen van een geldsom, waarbij de kredietnemer gehouden is ter zake één of meer betalingen te verrichten;

Gemeentelijke kredietbank:

Bancaire taken die uitgevoerd worden door het team Financiële Dienstverlening van de Gemeente ’s-Hertogenbosch;

Kredietnemer:

De niet in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf handelende natuurlijke persoon waarmee de Gemeentelijke kredietbank een overeenkomst tot kredietverlening sluit;

Kredietovereenkomst:

De overeenkomst waarbij de kredietgever aan de kredietnemer een geldsom ter beschikking stelt en waarbij de kredietnemer gehouden is ter zake één of meer betalingen te verrichten;

Overeenkomst op afstand:

De overeenkomst die tussen de gemeentelijke kredietbank en een cliënt wordt gesloten in het kader van een georganiseerd systeem voor verkoop of dienstverlening op afstand zonder gelijktijdige persoonlijke aanwezigheid van een medewerker van de Gemeentelijke kredietbank en cliënt en waarbij, tot en met het moment van het sluiten van de overeenkomst, uitsluitend gebruik wordt gemaakt van één of meer middelen voor communicatie op afstand (Boek 6, artikel 230g lid 2, Burgerlijk Wetboek);

Rekeninghouder:

De natuurlijke persoon die met de Gemeentelijke kredietbank een overeenkomst tot budgetbeheer heeft gesloten;

Representatieve organisatie:

De NVVK, vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren, statutair gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te 3511 GB Utrecht aan de Catharijnesingel 30d;

Richtlijn:

Richtlijn nr. 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG;

Saneringskrediet:

Een krediet dat door de Gemeentelijke kredietbank op basis van de Gedragscode Sociaal bankieren van de representatieve organisatie wordt verstrekt, teneinde de schulden van de kredietnemer integraal of tegen finale kwijting te voldoen;

Schuldenaar:

De niet in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf handelende natuurlijke persoon die een aanvraag voor een schuldregeling indient;

Sociaal krediet:

Een krediet dat door de Gemeentelijke kredietbank, anders dan in de vorm van een saneringskrediet, in overeenstemming met de Wet financiering decentrale overheden aan de kredietnemer ter beschikking wordt gesteld;

Toezicht:

Het toezicht als bedoeld in artikel 4:37 lid 2 van de Wet;

Toezichthouder

Het college;

Uitvoeringsregeling

Uitvoeringsregeling Wft;

Wet

Wet op het financieel toezicht (Wft).

HOOFDSTUK II DOEL, TAAKSTELLING, BEHEER EN TOEZICHT

Artikel 2 Doel

De Gemeentelijke kredietbank heeft tot doel:

  • 1.

    het bevorderen van het op sociaal/maatschappelijk verantwoorde wijze verstrekken van krediet;

  • 2.

    het uitvoeren van de publieke taak zoals deze voor de Gemeentelijke kredietbank onder meer is vastgelegd in de Wet financiering decentrale overheden en de daarop gebaseerde besluiten;

  • 3.

    het bevorderen van maatregelen op lokaal niveau ter voorkoming van overkreditering en andere financiële misstanden;

Artikel 3 Taakstelling

De Gemeentelijke kredietbank tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door:

  • 1.

    het op sociaal/maatschappelijk verantwoorde wijze aanbieden van kredieten;

  • 2.

    het aanhouden van budgetbeheerrekeningen;

  • 3.

    het verzorgen van budgetbeheer;

  • 4.

    het opstellen van gemeentelijke verklaringen als bedoeld in artikel 285 lid 1 sub f Faillissementswet;

  • 5.

    het verrichten van overige diensten welke een bijdrage kunnen leveren aan het realiseren van het doel van de Gemeentelijke kredietbank als bedoeld in artikel 2 van dit Bankreglement;

Artikel 4 Beheer

  • 1. De Gemeentelijke kredietbank wordt beheerd door het college.

  • 2. De feitelijke leiding van de Gemeentelijke kredietbank berust bij de afdelingsmanager.

HOOFDSTUK III FINANCIËLE DIENSTVERLENING

Artikel 5 Toepassingsbereik

De artikelen 6 tot en met 12 zijn alleen van toepassing op financiële diensten en financiële producten waarop de wet van toepassing is.

Artikel 6 Betrouwbaarheid

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen buiten twijfel staat.

  • 2. Het college draagt er zorg voor dat de betrouwbaarheid van de werknemers en andere personen die zich onder verantwoordelijkheid van de Gemeentelijke kredietbank rechtstreeks met financiële dienstverlening bezighouden, buiten twijfel staat.

Artikel 7 Deskundigheid

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat de personen van de Gemeentelijke kredietbank die het dagelijkse beleid bepalen deskundig zijn in verband met de bedrijfsvoering van de Gemeentelijke kredietbank.

  • 2. Het college draagt zorg voor de deskundigheid van zijn werknemers en van andere natuurlijke personen die zich onder zijn verantwoordelijkheid rechtstreeks bezighouden met het verlenen van financiële diensten aan cliënten.

  • 3. Op de deskundigheid van de personen als bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel is artikel 4:9 Wft en hoofdstuk 2, artikelen 5 tot en met 11 van het Besluit van toepassing.

Artikel 8 Integere bedrijfsvoering en toezicht

  • 1. Het college voert een adequaat beleid dat een integere uitoefening van zijn bedrijf waarborgt.

  • 2. Het college neemt maatregelen om te voorkomen dat de Gemeentelijke kredietbank of haar medewerkers strafbare feiten of andere wetsovertredingen begaan die het vertrouwen in de Gemeentelijke kredietbank of in de financiële markten kunnen schaden.

  • 3. De Gemeentelijke kredietbank richt de bedrijfsvoering zodanig in dat deze een beheerste en integere uitoefening van haar bedrijf waarborgt.

Artikel 9 Zorgvuldige dienstverlening

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat de door of namens haar verstrekte of beschikbaar gestelde informatie ter zake van een financieel product of financiële dienst, waaronder reclame-uitingen, geen afbreuk doet aan de bij of krachtens de Wet aan de cliënt te verstrekken of beschikbaar te stellen informatie.

  • 2. De door de Gemeentelijke kredietbank verstrekte informatie is feitelijk juist, begrijpelijk en niet misleidend.

  • 3. De Gemeentelijke kredietbank verstrekt de cliënt voorafgaand aan het adviseren of de totstandkoming van de overeenkomst inzake een financieel product informatie voor zover dit redelijkerwijs relevant is voor een adequate beoordeling van dat product.

  • 4. De Gemeentelijke kredietbank informeert de cliënt tijdig indien gedurende de looptijd van een overeenkomst wijzigingen zijn ontstaan in de informatie, zoals bedoeld in het derde lid van dit artikel, voor zover deze informatie redelijkerwijs relevant is voor de cliënt.

Artikel 10 Adviseren en “execution only”

  • 1. Indien de Gemeentelijke kredietbank een cliënt adviseert:

    • a.

      wint de afdeling financiële dienstverlening in het belang van de cliënt informatie in over zijn financiële positie, kennis, ervaring, doelstellingen en risicobereidheid, voor zover dit redelijkerwijs relevant is voor het advies;

    • b.

      draagt de Gemeentelijke kredietbank er zorg voor dat zijn advies, voor zover redelijkerwijs mogelijk, rekening houdt met de onder a bedoelde informatie;

    • c.

      licht de Gemeentelijke kredietbank de overwegingen toe die ten grondslag liggen aan het advies, voor zover dit nodig is voor een goed begrip van het advies.

  • 2. Indien de Gemeentelijke kredietbank bij het verlenen van een financiële dienst aan een cliënt niet adviseert (execution only), maakt de Gemeentelijke kredietbank dat bij de aanvang van de dienstverlening aan de cliënt kenbaar.

Artikel 11 Uitbesteding werkzaamheden

Bij uitbesteding van werkzaamheden aan een derde draagt het college er zorg voor dat deze derde met betrekking tot die werkzaamheden de ingevolge de Wet van toepassing zijnde regels naleeft.

Artikel 12 Verkoop op afstand

  • 1. De artikelen 230w tot en met 230z van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek zijn van toepassing.

  • 2. De artikelen 77 tot en met 80 van het Besluit zijn van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK IV KREDIETVERLENING

Paragraaf 1 Inleidende bepalingen

Artikel 13 Kredietverlening

  • 1. Het college kan kredieten verstrekken aan inwoners van de eigen gemeente en aan inwoners van contractpartners.

  • 2. Het college kan (terzake) de bevoegdheid tot het verlenen van kredieten aan de afdelingsmanager mandateren en wel tot een nader door het college vast te stellen bedrag.

  • 3. De kredietverlening vindt plaats met in achtneming van de Gedragscode Sociale Kredietverlening van de representatieve organisatie.

Artikel 14 Kredietregistratie

De Gemeentelijke kredietbank neemt deel aan een stelsel van kredietregistratie.

Artikel 15 Formulier standaardinformatie inzake consumptief krediet

  • 1. De Gemeentelijke kredietbank dient voorafgaand aan de totstandkoming van een kredietovereenkomst aan de cliënt informatie te verstrekken met het oog op een adequate beoordeling van het krediet.

  • 2. De informatie als bedoeld in lid 1 wordt schriftelijk of op een andere duurzame drager aan de cliënt verstrekt.

  • 3. In het geval dat de cliënt heeft verzocht de kredietovereenkomst tot stand te laten komen met gebruikmaking van een techniek voor communicatie op afstand waardoor de in lid 1 bedoelde informatie niet schriftelijk of op een duurzame drager kan worden verstrekt voorafgaand aan de totstandkoming van de kredietovereenkomst, verstrekt de Gemeentelijke kredietbank de informatie aan de cliënt onmiddellijk na de totstandkoming van kredietovereenkomst.

  • 4. Artikel 112 van het Besluit is van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf 2 Kredietaanvraag en afwijzing

Artikel 16 Aanvraag

  • 1. Een krediet kan bij de Gemeentelijke kredietbank, dan wel via daartoe aangewezen derden, worden aangevraagd.

  • 2. De aanvraag tot kredietverlening vindt plaats op een daartoe door de Gemeentelijke kredietbank, op verzoek van de cliënt, ter beschikking te stellen aanvraagformulier.

Artikel 17 Beoordeling

  • 1. Het college legt de criteria vast die de Gemeentelijke kredietbank ten grondslag legt aan de beoordeling van de kredietaanvraag van een cliënt en past deze criteria toe bij de beoordeling van de kredietaanvraag.

  • 2. De artikelen 113 lid 1 en 114 van het Besluit zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18 Afwijzing aanvraag

Indien het college besluit de kredietaanvraag af te wijzen, doet de Gemeentelijke kredietbank hiervan schriftelijk mededeling aan de aanvrager van een krediet onder opgaaf van redenen.

Paragraaf 3 Kredietovereenkomst

Artikel 19 Algemeen

  • 1. De kredietovereenkomst wordt op papier of op een andere duurzame drager aangegaan.

  • 2. De Gemeentelijke kredietbank verstrekt de cliënt een exemplaar van de kredietovereenkomst en behoudt zelf ook een exemplaar.

  • 3. Voorafgaand aan de totstandkoming van een kredietovereenkomst wint de Gemeentelijke kredietbank, in het belang van de kredietnemer, informatie in over zijn financiële positie en beoordeelt de Gemeentelijke kredietbank, ter voorkoming van overkreditering van de kredietnemer, of het aangaan van de overeenkomst verantwoord is.

  • 4. De Gemeentelijke kredietbank gaat geen kredietovereenkomst aan met een kredietnemer indien dit, met het oog op het voorkomen van overkreditering van de kredietnemer, onverantwoord is.

  • 5. De artikelen 113 lid 1, 114 en 115 lid 1 van het Besluit zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 20 Inhoud van de kredietovereenkomst

  • 1. Elke kredietovereenkomst dient op papier of een andere duurzame drager te zijn vastgelegd en dient in ieder geval op duidelijke en beknopte wijze te vermelden:

    • a.

      de naam en het adres van ieder van de partijen, zoals de kredietnemer en de Gemeentelijke kredietbank;

    • b.

      de duur van de kredietovereenkomst;

    • c.

      het totale kredietbedrag en de voorwaarden voor kredietopneming;

    • d.

      de effectieve rente op jaarbasis;

    • e.

      de betalingsregeling: het bedrag, en de frequentie van de door de cliënt te verrichten betalingen;

    • f.

      de plaats en datum van ondertekening.

  • 2. Indien niet voldaan wordt aan het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, is de kredietovereenkomst vernietigbaar.

  • 3. Alleen de kredietnemer kan een beroep op de vernietigbaarheid ingevolge lid 2 doen.

Artikel 21 Ter beschikkingstelling van het krediet

  • 1. Na het sluiten van de kredietovereenkomst wordt:

    • a.

      bij een persoonlijke lening, niet zijnde een saneringskrediet, de kredietsom die bij de kredietovereenkomst is bepaald, door de Gemeentelijke kredietbank in zijn geheel aan de kredietnemer beschikbaar gesteld of conform afspraak met de kredietnemer aan één of meerdere schuldeisers;

    • b.

      bij een persoonlijke lening, zijnde een saneringskrediet, de kredietsom die bij de kredietovereenkomst is bepaald, door de gemeentelijke kredietbank in zijn geheel aan de bij de gemeentelijke kredietbank bekende schuldeisers uitgekeerd en wel na daartoe verkregen akkoord van alle bekende schuldeisers;

  • 2. Indien de ter beschikkingstelling als bedoeld in lid 1 sub a of b van dit artikel op onjuiste wijze plaatsvindt en dit geheel of in overwegende mate te wijten is aan onregelmatigheden aan de kant van de kredietnemer, is dit geheel voor rekening en risico van de kredietnemer.

  • 3. Ten aanzien van de ter beschikkingstelling van het krediet kan de Gemeentelijke kredietbank aanvullende voorwaarden stellen.

Artikel 22 Algemene voorwaarden

  • 1. Het college stelt de algemene voorwaarden vast die van toepassing zijn op de door de Gemeentelijke kredietbank gesloten kredietovereenkomsten.

  • 2. De Gemeentelijke kredietbank draagt er zorg voor dat de aanvrager van een krediet uiterlijk voor of bij het sluiten van de kredietovereenkomst van de algemene voorwaarden een schriftelijk exemplaar ontvangt.

Artikel 23 Zakelijke of persoonlijke zekerheid

Indien omstandigheden met betrekking tot de kredietnemer dan wel het doel van de kredietverlening dit rechtvaardigen, kan de Gemeentelijke kredietbank verlangen dat zakelijke of persoonlijke zekerheid wordt gesteld.

Artikel 24 Overige bepalingen

  • 1. Van elke aflossing wordt de kredietnemer een bewijs verstrekt, tenzij betaling is geschied door tussenkomst van een aan het giraal verkeer deelnemende instelling.

  • 2. De Gemeentelijke kredietbank informeert de cliënt op diens verzoek gedurende de looptijd van de kredietovereenkomst over het uitstaande saldo.

Paragraaf 4 Aflossing

Artikel 25 Termijnbedrag

De Gemeentelijke kredietbank houdt bij de vaststelling van het termijnbedrag van het krediet rekening met de draagkracht van de kredietnemer.

Artikel 26 Vervroegde aflossing

  • 1. De kredietnemer is te allen tijde bevoegd tot gehele of gedeeltelijke vervroegde aflossing.

  • 2. De Gemeentelijke kredietbank kan aan de kredietnemer een vergoeding wegens vervroegde aflossing in rekening brengen.

Paragraaf 5 Kredietvergoeding

Artikel 27 Kredietvergoeding niet doorlopend krediet

Indien een krediet met een van tevoren vastgelegde kredietsom is overeengekomen kunnen door de Gemeentelijke kredietbank vergoedingen in rekening worden gebracht:

  • a.

    voor de afwikkeling overeenkomstig de betalingsregeling van de krediettransactie;

  • b.

    indien de kredietnemer, na ingebrekestelling, nalatig blijft in zijn verplichting tot betaling ingevolge de krediettransactie;

Artikel 28 Vaststelling kredietvergoeding

  • 1. De kredietvergoedingen worden vastgesteld door het college.

  • 2. De kredietvergoedingen bedragen ten hoogste de door de minister van Financiën toegelaten maximum kredietvergoedingen voor zover deze betrekking hebben op Consumptief krediet.

Paragraaf 6 Opeisbaarheid en kwijtschelding

Artikel 29 Opeisbaarheid

De Gemeentelijke kredietbank is bevoegd het krediet vervroegd op te eisen, indien:

  • a.

    de kredietnemer gedurende tenminste twee maanden achterstallig is in de betaling van een vervallen maandtermijn, na in gebreke te zijn gesteld en nalatig blijft in de nakoming van zijn verplichtingen;

  • b.

    de kredietnemer Nederland metterwoon heeft verlaten, dan wel redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de kredietnemer Nederland binnen enkele maanden zal verlaten;

  • c.

    de kredietnemer is overleden en de Gemeentelijke kredietbank gegronde redenen heeft om aan te nemen dat zijn verplichtingen uit hoofde van de kredietovereenkomst niet zullen worden nagekomen;

  • d.

    de kredietnemer in staat van faillissement of surseance van betaling is komen te verkeren of ten aanzien van de kredietnemer de Wsnp van toepassing is verklaard;

  • e.

    de kredietnemer de tot zekerheid verbonden zaak heeft verduisterd;

  • f.

    de kredietnemer aan de Gemeentelijke kredietbank, met het oog op het aangaan van de kredietovereenkomst, bewust onjuiste inlichtingen heeft verstrekt van dien aard, dat de Gemeentelijke kredietbank de kredietovereenkomst geheel niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou hebben aangegaan indien de Gemeentelijke kredietbank met de juiste stand van zaken bekend zou zijn geweest.

Artikel 30 Kwijtschelding bij overlijden

  • 1. Het college kan het nog niet afgeloste deel van het krediet tot een nader vast te stellen bedrag kwijtschelden, indien de eerste kredietnemer overlijdt.

  • 2. De in het voorgaande lid bedoelde kwijtschelding geldt in ieder geval niet:

    • a.

      voor zover deze betrekking heeft op betalingen van achterstallige termijnen en daaruit voortvloeiende bijkomende kosten;

    • b.

      voor zover deze betrekking heeft op vervroegd betaalde termijnen;

    • c.

      indien het overlijden het rechtstreekse gevolg is van binnenlandse onlusten, epidemische ziekten, natuurrampen, oorlogsgeweld en terrorisme;

    • d.

      indien het overlijden het gevolg is van suïcide dan wel een poging daartoe plaatsvindt binnen zes maanden na het sluiten van de kredietovereenkomst;

    • e.

      indien dit uitdrukkelijk door de Gemeentelijke kredietbank en de kredietnemer is overeengekomen.

  • 3. Het college kan besluiten, indien het voorgaande lid van toepassing is, wegens bijzondere omstandigheden alsnog kwijtschelding te verlenen.

  • 4. Het college kan (terzake) de bevoegdheden als bedoeld in het eerste en derde lid van dit artikel aan de afdelingsmanager mandateren.

HOOFDSTUK V BUDGETBEHEER

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 31 Budgetbeheer

  • 1. De Gemeentelijke kredietbank kan een natuurlijke persoon, woonachtig in de Gemeente ‘s-Hertogenbosch of in de gemeente van een contractpartner, in de gelegenheid stellen een budgetbeheerrekening bij de Gemeentelijke kredietbank te openen.

  • 2. De werkzaamheden van de Gemeentelijke kredietbank vinden plaats in overeenstemming met de richtlijnen van de Gedragscode Schuldhulpverlening en de module Budgetbeheer van de representatieve organisatie.

Paragraaf 2 Aanvraag en afwijzing

Artikel 32 Aanvraag

  • 1. Budgetbeheer kan bij de Gemeentelijke kredietbank, dan wel via een daartoe aangewezen derde, worden aangevraagd.

  • 2. De aanvraag kan achterwege blijven indien de Gemeentelijke kredietbank budgetbeheer als voorwaarde aan een schuldregeling verbindt.

Artikel 33 Afwijzing aanvraag

  • 1. Indien de Gemeentelijke kredietbank besluit de aanvraag voor budgetbeheer af te wijzen, doet de Gemeentelijke kredietbank hiervan schriftelijk mededeling aan de aanvrager onder opgaaf van redenen.

  • 2. In de schriftelijke mededeling wordt tevens vermeld welke mogelijkheden tot het indienen van een bezwaar en/of klacht tegen de afwijzing van de aanvraag openstaan.

Paragraaf 3 Overeenkomst tot budgetbeheer

Artikel 34 Overeenkomst tot budgetbeheer

  • 1. De rechten en verplichtingen van de Gemeentelijke kredietbank en de rekeninghouder worden vastgelegd in een overeenkomst tot budgetbeheer.

  • 2. De Gemeentelijke kredietbank verstrekt de rekeninghouder een door de Gemeentelijke kredietbank ondertekend exemplaar van de overeenkomst tot budgetbeheer.

Paragraaf 4 Overige bepalingen

Artikel 35 Overige bepalingen

  • 1. De Gemeentelijke kredietbank verstrekt periodiek op diens verzoek aan de rekeninghouder kosteloos een afschrift van het verloop van de budgetbeheerrekening.

  • 2. De Gemeentelijke kredietbank is bevoegd aan de rekeninghouder een vergoeding in rekening te brengen voor de kosten van het budgetbeheer, voor het opnieuw verstrekken van een al eerder toegezonden periodiek afschrift en de eindafrekening.

HOOFDSTUK VI KLACHTEN

Artikel 36 Klachtenprocedure

De klachtenprocedure van de Gemeente ‘s-Hertogenbosch is van toepassing op klachten en/of gedragingen van medewerkers van het team Financiële Dienstverlening die belast zijn met het uitvoeren van bancaire taken.

HOOFDSTUK VII SLOTBEPALINGEN

Artikel 37 Slotbepaling

  • 1. In alle gevallen waarin niet bij of krachtens de wet of het bankreglement is voorzien, beslist het college naar redelijkheid en billijkheid.

  • 2. Het college kan deze bevoegdheid aan de afdelingsmanager mandateren.

Artikel 38 Inwerkingtreding

  • 4. Dit bankreglement treedt in werking met ingang van de dag volgend op de dag waarop het bankreglement door het college van Burgemeester en Wethouders is vastgesteld.

  • 5. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit bankreglement komt het bankreglement dat is vastgesteld op de datum 9 december 1997 te vervallen.

Artikel 39 Citeertitel

Dit bankreglement kan worden aangehaald als:

"Bankreglement Gemeentelijke kredietbank 2018, Gemeente ’s-Hertogenbosch”

Ondertekening

De secretaris,
Mr.drs. I.A.M. Woestenberg
De burgemeester,
Drs. J.M.L.N. Mikkers