Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente 's-Hertogenbosch, houdende regels betreffende de heffing en de invordering van een watertoeristenbelasting 2020

Geldend van 23-11-2019 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente 's-Hertogenbosch, houdende regels betreffende de heffing en de invordering van een watertoeristenbelasting 2020

De Gemeenteraad van 's-Hertogenbosch in zijn vergadering van 12 november 2019

regnr. 9004554;

gelet op de Gemeentewet;

besluit vast te stellen:

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente 's-Hertogenbosch, houdende regels betreffende de heffing en de invordering van een watertoeristenbelasting 2020

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

a. vaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden;

b. vaste ligplaats: een ligplaats die naar plaatstelijk gebruik, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggen van een vaartuig en die ter beschikking wordt gesteld voor eenzelfde vaartuig gedurende een periode van tenminste één maand;

c. passanten: diegenen die verblijf houden in de gemeente, met of op een vaartuig, zonder het hebben van een vaste ligplaats;

d. schipper: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt;

e. lengte: de lengte over alles.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “watertoeristenbelasting” wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting op vaartuigen die aanwezig zijn in wateren binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook, door passanten die niet als ingezetene met een adres in de gemeente zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

Artikel 3 Belastingplicht

    • 1.

      Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

    • 2.

      De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

    • 3.

      Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is belastingplichtig:de schipper, de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig, of degene die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven terzake van het verblijf:

  • 1.

    door degenen die verblijf houden aan boord van een:

    • a.

      vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt voor verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;

    • b.

      een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt voor de opvang van daklozen, thuislozen of drugsverslaafden;

    • c.

      kano's, roei-en volgboten;

    • d.

      motor-en zeilboten met een lengte van ten hoogste 4 meter.

  • 2.

    waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de verordening op de heffing en de invordering van een toeristenbelasting;

  • 3.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g en h van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • a.

    De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingtijdvak.

  • b.

    Het aantal overnachtingen wordt gesteld op de som van het aantal nachten dat de in artikel 2 bedoelde personen heeft overnacht.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1.

    Voor vaartuigen op vaste ligplaatsen kan het aantal overnachtingen als bedoeld in artikel 5 op een bij de aangifte gedaan veroek van de belastingplichtige forfaitair worden vastgesteld. Bij de forfaitaire vaststelling wordt het aantal overnachtingen gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal overnachtingen overeenkomstig het bepaalde in het tweede en derde lid.

  • 2.

    Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot vaartuigen op vaste ligplaatsen bepaald op 2 personen per ligplaats;

  • 3.

    Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht, wordt bepaald op 90 malen.

Artikel 7 Belastingtarief

De belasting bedraagt per persoon per overnachting: € 0,70

Artikel 8 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het belastingjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Betalingstermijn

De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgende op die waarin de dagtekening van het aanslagbiljet is gesteld.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de watertoeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het inwerkingtreden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

    • 1.

      De "Verordening Watertoeristenbelasting 2019", vastgesteld bij het besluit van de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch d.d. 13 november 2018 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

    • 2.

      Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

    • 3.

      De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

    • 4.

      Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Watertoeristenbelasting 2020".

Ondertekening

De griffier,
Drs. W.G. Amesz
De voorzitter,
Drs. J.M.L.N. Mikkers