Verordening Gegevensverstrekking Basisregistratie Personen gemeente ’s-Hertogenbosch (Verordening BRP ‘s-Hertogenbosch)

Geldend van 21-12-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening Gegevensverstrekking Basisregistratie Personen gemeente ’s-Hertogenbosch (Verordening BRP ‘s-Hertogenbosch)

De gemeenteraad van de gemeente ’s-Hertogenbosch in zijn openbare vergadering van 10 december 2019,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2019, nummer 9430014;

Overwegende dat

De raad regels kan stellen over de verstrekking van gegevens aan overheidsorganen die een orgaan zijn van de gemeente en aan derden;

Gelet op

Artikel 3.8 en 3.9 van de Wet basisregistratie personen (Wet brp), de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en artikel 2 van de Uitvoeringswet AVG (UAVG);

Besluit:

  • 1.

    De Verordening Gegevensverstrekking Basisregistratie Personen gemeente ’s-Hertogenbosch (Verordening BRP ‘s-Hertogenbosch) vast te stellen.

  • 2.

    De Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen gemeente ’s-Hertogenbosh (van 14 april 2015) in te trekken.

Artikel 1 Verstrekking aan de organen van de gemeente

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders verstrekt overeenkomstig artikel 3.8 van de Wet brp, aan een overheidsorgaan van deze gemeente gegevens uit de basisregistratie personen, voor zover dit is bepaald bij nadere regeling van het college.

  • 2.

    De verstrekking van gegevens kan de volgende wijzen van verstrekking betreffen:

    • a.

      systematische verstrekkingen;

    • b.

      incidentele verstrekkingen;

    • c.

      spontane verstrekkingen;

    • d.

      selectie verstrekkingen;

    • e.

      ad-hoc verstrekkingen;

    • f.

      rechtstreekse inzage.

Artikel 2 Verstrekking aan derden

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan overeenkomstig artikel 3.9 van de Wet brp, op verzoek van een derde aan hem gegevens verstrekken uit de basisregistratie personen, voor zover dit is bepaald bij nadere regeling van het college.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders wijst hiertoe de categorieën van derden aan:

    • a.

      die in aanmerking komen voor verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen, en die hiervoor een voorafgaande schriftelijke toestemming nodig hebben van de ingeschrevene over wie gegevens worden verstrekt; of:

    • b.

      die werkzaamheden met een gewichtig maatschappelijk belang voor deze gemeente verrichten, ten behoeve waarvan gegevens uit de basisregistratie personen kunnen worden verstrekt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de ingeschrevene over wie gegevens worden verstrekt.

  • 3.

    Bij het aanwijzen van derden, als bedoeld in lid 2 sub b, worden in beginsel slechts die werkzaamheden aangewezen, die samenhangen met een overheidstaak, strekken tot het in stand houden van een maatschappelijke voorziening voor burgers, of waarbij anderszins gelet op de overheidsbemoeienis met die werkzaamheden, ondersteuning daarvan door gegevensverstrekking uit de basisregistratie gerechtvaardigd is.

  • 4.

    Het college van burgemeester en wethouders kan bij het aanwijzen van de categorieën van derden bepalen welke gegevens maximaal worden verstrekt, met in achtneming van artikel 3.9 lid 4 van de Wet brp, en kan andere beperkende condities voor de verstrekking opleggen.

  • 5.

    Het college van burgemeester en wethouders kan tevens categorieën van derden of doelen aanwijzen, waaraan in afwijking van lid 2, in geen geval gegevens uit de basisregistratie personen verstrekt zullen worden.

  • 6.

    Aan derden wordt niet verstrekt indien de ingeschrevene over wie gegevens worden verstrekt, een verzoek om verstrekkingsbeperking heeft gedaan in overeenstemming met artikel 3:21 Wet brp.

Artikel 3 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen gemeente ‘s-Hertogenbosch vastgesteld op 14 april 2015 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening BRP ‘s-Hertogenbosch.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch,

De gemeenteraad voornoemd,

De griffier, De voorzitter,

Drs. W.G. Amesz, drs. J.M.L.N. Mikkers

Toelichting bij de“Verordening Gegevensverstrekking Basisregistratie Personen gemeente ’s-Hertogenbosch”

Algemeen

Deze verordening geeft uitvoering aan de artikelen 3.8 en 3.9 van de Wet basisregistratie personen (Wet brp). Met de invoering van die wet in 2014 is de Wet Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (Wet GBA) ingetrokken. De mogelijkheid die de Wet GBA kende om regels te stellen over de verstrekking van gegevens over ingezetenen van de eigen gemeente is in de Wet brp echter identiek overgenomen. Deze verordening geeft daar nu op nieuw invulling aan.

Deze nieuwe verordening betreft een technische wijziging ten opzichte van de vorige “Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen gemeente ’s-Hertogenbosch” van 14 april 2015. Aanleiding voor deze nieuwe verordening is de intrekking van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), de invoering van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de daarop volgende technische wijzigingen van de Wet brp.

Artikel 2 van de Uitvoeringswet AVG (UAVG) bepaalt dat de AVG niet van toepassing is op de basisregistratie personen; net zoals de Wbp dat ook bepaalde. De Wet brp kent immers als “lex specialis” zijn eigen, strenger regime voor de verwerking en verstrekking van persoonsgegevens uit de brp en de privacybescherming daarbij. Wel is de Wet brp qua terminologie nu aangepast en gelijk getrokken met de AVG. Het verstrekkingsregime, dat we sinds 1994 in de Wet GBA en sinds 2014 in de Wet brp kennen is nagenoeg ongewijzigd gebleven.

Het gaat in deze verordening om verstrekking door het college van burgemeester en wethouders (hierna: college) van gegevens uit de basisregistratie, over de actuele en overleden inwoners van de eigen gemeente aan:

  • organen van de eigen gemeente (op grond van artikel 3.8 van de Wet brp, zie artikel 1 van deze verordening) ook wel “binnengemeentelijke afnemers” genoemd; en

  • derden (op grond van artikel 3.9 van de Wet brp, zie artikel 2 van deze verordening) die geen (semi-) overheidsorgaan zijn en ook geen “bijzondere derde” die door de minister is aangewezen (zie ook bijlage 4 en 5 van het Besluit brp), ook wel “vrije derden genoemd”.

Het college stelt hiervoor (als beheerder van de brp, zie art. 1.4 Wet brp) nadere regels in de “Nadere Regeling Gegevensverstrekking Basisregistratie Personen gemeente ’s-Hertogenbosch”, die in de dagelijkse praktijk worden uitgevoerd door de medewerkers van afdeling Publieke Dienstverlening (M&D/PDvl).

Begripsbepalingen

De begripsbepalingen uit de Wet brp werken door in deze verordening. Daarmee wordt in deze verordening verstaan onder:

  • wet: de Wet basisregistratie personen, ingegaan op 6 januari 2014 (Wet brp);

  • basisregistratie: de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet basisregistratie personen;

  • derde: elke natuurlijke persoon niet zijnde een overheidsorgaan of een ingeschrevene en elke rechtspersoon die niet krachtens publiekrecht is ingesteld, noch met enig openbaar gezag is bekleed;

  • ingeschrevene: degene ten aanzien van wie een persoonslijst in de basisregistratie is opgenomen;

  • overheidsorgaan: 1° een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of 2° een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed;

  • persoonslijst: het geheel van gegevens, bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, en 2.69, eerste lid, van de Wet basisregistratie personen over één persoon in de basisregistratie.

Artikelsgewijze toelichting

Hieronder vindt u per artikel een toelichting.

Artikel 1. Verstrekkingen aan organen van de gemeente

Met dit artikel wordt het college – als wettelijke beheerder van de brp – de bevoegdheid gegeven om gegevens uit de basisregistratie te verstrekken aan organen van de eigen gemeente. Het wordt aan het college overgelaten om te bepalen welke gegevens uit de basisregistratie, over welke personen en voor welke taken, de verschillende gemeentelijke organen verstrekt krijgen. Het college verstrekt de gegevens vervolgens zelf, al dan niet systematisch, met dien verstande dat slechts gegevens worden verstrekt die noodzakelijk zijn voor de goede vervulling van de taak van de betreffende organen (zie artikel 3.8, tweede lid, van de Wet brp).

De verstrekking kan op de volgende wijzen plaats vinden:

  • a.

    Systematische verstrekkingen: verstrekkingen die aan de afnemer worden gedaan via een geautomatiseerde koppeling met de applicatie van de afnemer.

  • b.

    Incidentele verstrekkingen: het is ook mogelijk om voor een specifiek, eenmalig doel informatie uit de brp te ontvangen. Er is dan sprake van incidentele verstrekking van persoonsgegevens. Dat is bijvoorbeeld indien een afdeling incidenteel persoonsgegevens of een uittreksel uit de brp nodig heeft voor zijn publiekrechtelijke taak.

  • c.

    Spontane verstrekkingen: deze door de actualiseringsprocedures gemelde actualiseringen worden verstrekt aan de hand van de in de BRP-applicatie aanwezige afnemersindicaties. Afnemers krijgen hierdoor bij iedere actualisering van een gegeven, waarop ze volgens hun autorisatie bij spontane gegevensverstrekking recht hebben, automatisch een melding.

  • d.

    Selectie verstrekkingen: de selecties worden uitgevoerd aan de hand van een selectiedatum. Aan de hand van de vastgelegde voorwaarde-regel worden de persoonslijsten geselecteerd waarvan aan de betreffende afnemer gegevens verstrekt zullen worden. Welke gegevens van de geselecteerde PL-en worden verstrekt, is ook in de voorwaarde-regel vastgelegd.

  • e.

    Ad-hoc verstrekkingen: een afnemer verzoekt om gegevens door het opgeven van een identificatie en geeft hierbij de rubrieknummers van de gewenste gegevens. Hierbij geldt dat, zowel voor de gegevens waarmee wordt geïdentificeerd als voor de gevraagde gegevens, er uitsluitend gebruik gemaakt mag worden van gegevens waarvoor de afnemer geautoriseerd is bij ad-hoc gegevensverstrekking.

  • f.

    Rechtstreekse inzage: een medewerker van een afdeling wordt geautoriseerd om zelf de persoonslijsten in de brp te raadplegen in de BRP-applicatie. De BRP-applicatie logt deze inzage momenten en de geraadpleegde gegevens voor latere controles.

Artikel 2. Verstrekkingen aan derden

Dit artikel maakt het mogelijk dat op verzoek van een derde aan hem door het college gegevens worden verstrekt over inwoners van de gemeente. De verstrekking kan echter uitsluitend plaatsvinden in twee gevallen, namelijk:

  • als de derde voorafgaande schriftelijke toestemming heeft van de ingeschrevene over wie gegevens worden verstrekt (artikel 3.9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet brp); of

  • het een verzoek betreft ten behoeve van door een derde verrichte werkzaamheden met een gewichtig maatschappelijk belang voor de gemeente (artikel 3.9, eerste lid, aanhef en onder b, en tweede lid van de Wet brp).

De werkzaamheden met een gewichtig maatschappelijk belang, ten behoeve waarvan gegevens uit de basisregistratie kunnen worden verstrekt, en de categorieën van derden die in aanmerking komen voor verstrekking van gegevens uit de basisregistratie, worden door het college aangewezen. Op grond van lid 2 t/m 4 wijst het college in haar nadere regeling deze beide groepen derden aan en bepaalt welke gegevens zij voor welke doelen verstrekt mogen krijgen.

Op grond van lid 5 van dit artikel kan het college algemene gevallen bepalen, waarin in geen geval gegevens worden verstrekt. Dit zijn vaak situaties waarin de privacy van de inwoners onnodig geschonden zou worden of het belang van de verzoeker niet opweegt tegen het algemeen privacy belang van de inwoners.

Lid 6 van dit artikel bepaalt dat er in géén enkel geval gegevens aan een derde verstrekt worden, als op de persoonslijst een aantekening omtrent beperking van de verstrekking van gegevens aan derden is vermeld, als bedoeld in artikel 3.21, eerste lid Wet brp. Dat wil zeggen: de burger heeft om geheimhouding verzocht bij afdeling Publieke Dienstverlening.

Daarnaast bepaalt artikel 3.9 Wet brp zelf dat verstrekking alleen plaats vindt, voor zover dat noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de derde; en het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de ingeschrevene niet aan de verstrekking in de weg staan.

Artikel 3. Inwerkingtreding en citeertitel

Op 14 april 2015 heeft de gemeenteraad de vorige “Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen gemeente ’s-Hertogenbosch” op grond van de Wet brp vastgesteld. Die wordt nu ingetrokken en vervangen door deze verordening. Deze nieuwe verordening betreft een technische wijziging en continueert het bestaande beleid. Hiermee wordt aan de dagelijkse praktijk van de verstrekkingen uit de brp sinds 6 januari 2014 (= de inwerkingtreding van de Wet brp) continu een adequate wettelijke grondslag geboden.