Regeling vervallen per 17-01-2021

Beleidsregels voor de juridische borging van het tijdelijk beschikbaar stellen van de openbare ruimte en het gebruiken van particuliere ruimte tijdens de winterperiode (Ruimte geven aan de Bossche winter)

Geldend van 13-11-2020 t/m 16-01-2021

Intitulé

Beleidsregels voor de juridische borging van het tijdelijk beschikbaar stellen van de openbare ruimte en het gebruiken van particuliere ruimte tijdens de winterperiode (Ruimte geven aan de Bossche winter)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Hertogenbosch,

In zijn vergadering van 6 oktober 2020,

Gezien het voorstel met reg.nr. 10392736

Besluit vast te stellen

Beleidsregels voor de juridische borging van het tijdelijk beschikbaar stellen van de openbare ruimte en het gebruiken van particuliere ruimte tijdens de winterperiode (Ruimte geven aan de Bossche Winter)

Hoofdstuk 1 Inleiding

Algemeen

Het Coronavirus heeft Nederland én ’s-Hertogenbosch meer dan een half jaar in zijn greep. Over het algemeen houden we ons samen goed aan de maatregelen om het virus tegen te gaan. Het zijn voor veel ondernemers in de gemeente zware tijden.

Sinds de versoepelingen van de Coronamaatregelen afgelopen juni hebben veel ondernemers gevraagd om tijdelijk gebruik te mogen maken van de openbare ruimte. Om dit tijdelijk gebruik van de openbare ruimte te verdelen is door het college op 26 mei 2020 een ruimtelijk verdeelprincipe vastgesteld, inclusief de bijbehorende randvoorwaarden. Doelen van het ruimtelijk verdeelprincipe zijn onder meer de ontmoeting weer op een veilige manier mogelijk maken en het weer op gang brengen van de economie door de verdiencapaciteit zoveel als mogelijk te herstellen.

In de Beleidsregels voor de juridische borging van het beschikbaar stellen van de openbare ruimte zijn de randvoorwaarden van het ruimtelijk verdeelprincipe nader uitgewerkt en juridisch vastgelegd. Deze Beleidsregels zijn eveneens op 26 mei 2020 door het college vastgesteld. Vervolgens zijn de Beleidsregels nog één keer gewijzigd naar aanleiding van een evaluatie, waaruit onder meer bleek dat op een aantal punten verduidelijking noodzakelijk was. Deze Eerste wijziging is op 16 juni 2020 door het college vastgesteld.

De afgelopen maanden is gebleken dat de Beleidsregels goed hebben gewerkt. Ieder initiatief, waarvoor tijdelijk gebruik werd gemaakt van de openbare ruimte of in enkele gevallen ook de particuliere ruimte, is getoetst aan de Beleidsregels. Door de Beleidsregels was aan de voorkant voor een ieder, zowel de initiatiefnemers als de omwonenden, duidelijk welke regels van toepassing waren op het initiatief. Deze duidelijkheid heeft een bijdrage geleverd aan het succes van de terrasuitbreidingen en De Bossche Zomer.

In de huidige Beleidsregels is vastgelegd dat de looptijd in principe tot 15 oktober 2020 is, het einde van het terrasseizoen. Daarbij is opgenomen dat afhankelijk van de ontwikkelingen de looptijd van de Beleidsregels kan worden verlengd of worden verkort. Daardoor leeft nu de vraag hoe we verder gaan in de winterperiode in navolging op de zomerperiode. De keuze is gemaakt om voor de winterperiode nieuwe Beleidsregels vast te stellen, waarbij nadrukkelijker aandacht wordt besteed aan het gebruik van de particuliere ruimte. Het belangrijkste argument daarvoor is dat in de winterperiode ook de vraag gaat spelen of bijvoorbeeld leegstaande panden voor initiatieven kunnen worden gebruikt en het belangrijk is om aan de voorkant duidelijkheid te bieden onder welke voorwaarden deze initiatieven zijn toegestaan. Ook spelen in de winterperiode andere vragen dan in de zomerperiode, bijvoorbeeld vragen over het overkappen van tijdelijke terrassen en het gebruiken van terrasverwarmers.

Winterperiode

In deze nieuwe Beleidsregels specifiek voor de winterperiode zijn algemene uitgangspunten opgenomen waaraan ieder initiatief, dat tijdelijk gebruik van de openbare ruimte of particuliere ruimte wenst te maken, moet voldoen (hoofdstuk 2). Daarbij valt te denken aan het waarborgen van de veiligheid, zoals de bereikbaarheid door hulpdiensten en de brandveiligheid, maar ook het waarborgen van de gezondheid, leefbaarheid en duurzaamheid. Naast deze algemene uitgangspunten gelden voor een aantal specifieke onderwerpen ook specifieke regels. Dit betreft terrassen en horeca (hoofdstuk 3), het gebruiken van panden voor andere functies (hoofdstuk 4), regels voor standwerkers, sampling en straatartiesten (hoofdstuk 5) en het venten van spullen (hoofdstuk 6). Belangrijk hierbij is om te vermelden dat de landelijke aanpak en maatregelen, zoals vastgelegd in de Coronarichtlijnen, te allen tijde moeten worden nageleefd. Dit geldt ook voor de Noodverordening COVID-19 van de Veiligheidsregio Brabant Noord. De landelijke Coronarichtlijnen en de Noodverordening gaan altijd voor op de algemene uitgangspunten en specifieke regels in deze nieuwe Beleidsregels voor de winterperiode.

Doordat op dit moment nog maar deels is te voorzien welke initiatieven gaan worden ingediend, blijft het voor het college mogelijk om in de geest van deze nieuwe Beleidsregels in specifieke gevallen maatwerk te leveren. Daarom hebben deze Beleidsregels ook een dynamisch karakter. Dit betekent dat deze Beleidsregels doorlopend kunnen worden bijgesteld, indien daartoe aanleiding bestaat. Het beheersen van de veiligheidsrisico’s en het op- en afschalen op grond van de landelijke Coronarichtlijnen staan steeds voorop. De algemene uitgangspunten en de specifieke regels in deze nieuwe Beleidsregels zijn geschreven uitgaande van een stabiele situatie wat betreft het aantal besmettingen. De regels uit de landelijke Coronarichtlijnen en de Noodverordening zijn niet vastgelegd in deze Beleidsregels. Dit om te voorkomen dat de Beleidsregels iedere keer opnieuw moeten worden aangepast. Zoals hiervoor al aangegeven gaan de landelijke Coronarichtlijnen en de Noodverordening altijd voor op de uitgangspunten en de regels uit deze Beleidsregels.

De looptijd van deze nieuwe Beleidsregels voor de winterperiode is van 13 november 2020 tot en met 17 januari 2021. De looptijd kan worden verlengd of worden verkort afhankelijk van de ontwikkelingen.

Doordat de Beleidsregels voor de terrasuitbreidingen voor de zomerperiode op 15 oktober 2020 eindigen en de nieuwe Beleidsregels voor de winterperiode ingaan vanaf 13 november 2020 ontstaat er een gat en is geen sprake van een overbruggingsfase. Hierdoor kan de situatie zich voordoen dat een terrasuitbreiding zowel op grond van de huidige Beleidsregels als de nieuwe Beleidsregels is toegestaan, maar voor de periode van een maand moet worden beëindigd en moet worden afgebroken. Het college vindt dat, zeker in deze toch al zware tijden voor ondernemers, ongewenst, inefficiënt en bovendien niet duurzaam. Daarom zal de looptijd van de huidige Beleidsregels voor de terrasuitbreidingen voor de zomerperiode worden verlengd tot 13 november 2020. Daarbij is wel belangrijk om te vermelden dat toegestane initiatieven op grond van de huidige Beleidsregels voor de zomerperiode geen bestaande rechten op bepaalde locaties hebben verworven. In de winterperiode ontstaat een nieuw open speelveld. Verder geldt dat de op dit moment al op de evenementenkalender opgenomen evenementen het reguliere traject voor evenementen volgen. Het is op dit moment niet duidelijk of deze evenementen worden aangevraagd en zo ja, of de organisatoren deze evenementen ook passend kunnen krijgen binnen de Coronarichtlijnen. Het is daarmee op dit moment ook onduidelijk of de tijdelijke terrassen in ruimtelijke zin conflicteren met deze evenementen.

Met deze nieuwe Beleidsregels geeft het college ook in de winterperiode ruimte en vertrouwen aan de ondernemers in de gemeente zodat zij in deze moeilijke tijd hun onderneming overeind kunnen houden. Het college doet een moreel appèl op de ondernemers om goed te zorgen voor hun gasten en de omgeving waarin zij ondernemen. Met #samenzijnwijdenbosch kunnen zij laten zien hoe veiligheid en gastvrijheid samen gaan. Het college doet daarnaast een dringend beroep op de ondernemers om samen te werken en samen met collectieve plannen te komen. Met de oproep om daarin ook de kleinere ondernemers te omarmen, die voor hun eigen deur weinig mogelijkheden hebben.

Indienen van initiatieven

Wat betreft het indienen van initiatieven in het kader van De Bossche Winter geldt dat deze worden ingediend bij het loket van De Bossche Winterpartners. Na een inhoudelijke beoordeling door De Bossche Winterpartners, vindt de gemeentelijke beoordeling plaats op basis van de landelijke Coronarichtlijnen, de Noodverordening en deze nieuwe Beleidsregels.

Wat betreft het indienen van initiatieven gericht op terrasuitbreidingen geldt dat deze initiatieven niet via het loket van De Bossche Winterpartners worden ingediend, maar bij de gemeente zelf, middels een aanmeldformulier, via een centraal e-mailadres.

Juridische overwegingen

De Coronacrisis is een zeer uitzonderlijke en bijzondere situatie, die tijdelijk van aard is. Daarom geldt het uitgangspunt dat voor initiatieven, waarvoor tijdelijk gebruik wordt gemaakt van de openbare ruimte of particuliere ruimte, geen vergunningen worden verleend.

Om zicht te houden op de toegestane initiatieven en de initiatieven schriftelijk vast te leggen gaan we werken met toestemmingsformulieren. De toestemmingsformulieren zijn aan te merken als gedoogbeslissingen. Dit betekent dat met een toestemmingsformulier aan de initiatiefnemers kenbaar wordt gemaakt dat we in de situatie, zoals omschreven op dat formulier tijdelijk niet tot handhaving overgaan en de situatie zullen gedogen. Het initiatief wordt dan dus gedoogd. Dit betreft zowel het ruimtelijke spoor, bijvoorbeeld het tijdelijk afwijken van het geldende bestemmingsplan, als het openbare orde-spoor, bijvoorbeeld het afwijken van de Algemene Plaatselijke Verordening en de Horecaverordening. Daarbij geldt uiteraard wel dat de initiatiefnemer te allen tijde verantwoordelijk is voor naleving van de landelijke Coronarichtlijnen en de Noodverordening.

Ook geldt dat te allen tijde de brandveiligheid van de initiatieven moet zijn gewaarborgd door het naleven van de brandveiligheidsvoorschriften. Dat is zeker in de winterperiode, waarbij ook initiatieven inpandig zullen gaan plaatsvinden, uitermate belangrijk. Daarom zal bij het gebruiken van een pand voor een functie, waar meer dan 50 personen tegelijkertijd aanwezig zijn, tegelijkertijd met het indienen van het initiatief een gebruiksmelding brandveilig gebruik moeten worden ingediend. Het indienen van deze gebruiksmelding gaat voor initiatieven in het kader van De Bossche Winter niet via het Omgevingsloket Online, maar is een onderdeel van het verzoek om voor een initiatief toestemming te verlenen. De gebruiksmelding zal samen met de brandweer worden beoordeeld. Op het moment dat twijfel bestaat over het in orde zijn van de brandveiligheid wordt de toestemming niet verleend.

Het voordeel van het werken met deze toestemmingen is onder meer de snelheid van de besluitvorming en het op een eenvoudige wijze schriftelijk vastleggen van de initiatieven. Het mandaat om de toestemmingen te geven ligt bij de afdelingshoofden, die nu ook het mandaat hebben voor te verlenen vergunningen en/of de handhaving. Van de afgegeven toestemmingen wordt een centraal overzicht bijgehouden. Op het moment dat blijkt dat de nieuwe Beleidsregels aanpassing behoeven omdat de situatie daar om vraagt wordt het college daarover geïnformeerd en een wijziging van de Beleidsregels ter besluitvorming voorgelegd.

Uit de toestemming volgt onder meer dat de eventuele overige voorwaarden aan een al aanwezige vergunning blijven gelden. Denk daarbij aan het schoonhouden van de omgeving, etc. Uit de toestemming volgt ook dat deze tijdelijk van aard is en tussentijds kan worden gewijzigd of ingetrokken, indien daartoe aanleiding bestaat. Denk daarbij bijvoorbeeld aan nieuwe inzichten over de veiligheidsrisico’s en aan te houden afstanden of het op- en afschalen op grond van de landelijke Coronarichtlijnen. Dit kan tot gevolg hebben dat de initiatieven waarmee is ingestemd niet langer wenselijk zijn en daarom in een andere vorm moeten plaatsvinden, of zelfs geheel niet meer kunnen plaatsvinden. De wijziging of de intrekking van de toestemming geldt dan per direct.

De wijziging of de intrekking van een toestemming kan ook aan de orde zijn op het moment dat er klachten komen vanuit de omgeving en blijkt dat sprake is van onevenredige overlast. Dit geldt ook indien duidelijk is dat men zich moedwillig niet aan de regels houdt en meerdere malen overtredingen worden geconstateerd. Op dat moment zal de toestemming worden ingetrokken en handhavend worden opgetreden. Wij hebben echter het volledige vertrouwen in de initiatiefnemers en gaan er vanuit dat geen onwenselijke situaties en onevenredige overlast ontstaan.

De toestemming is dus een gedoogbeslissing. Tegen een gedoogbeslissing (in dit geval de toestemming voor een initiatief) of de afwijzing daarvan staan geen rechtsmiddelen open. Er kan dus geen bezwaar worden gemaakt of beroep worden ingesteld bij de rechtbank. De rechtspraak ziet een gedoogbeslissing of de afwijzing daarvan namelijk niet als een besluit in de zin van Algemene wet bestuursrecht. Wel is het voor derden mogelijk om een verzoek om handhaving in te dienen en tegen het daarop volgende besluit bezwaar te maken en beroep in te stellen. De rechtsbescherming voor derden is dan ook gewaarborgd. Wel is het hierdoor mogelijk dat de toestemming voor het initiatief moet worden ingetrokken of dat het initiatief alsnog door middel van het verlenen van een vergunning moet worden gelegaliseerd.

Klachten

Het is denkbaar dat, ondanks alle randvoorwaarden die aan de initiatieven worden gesteld, toch overlast ontstaat en inwoners een klacht willen indienen. Bepaalde overlast zal echter in deze uitzonderlijke, tijdelijke situatie moeten worden geduld. We hopen daarvoor op begrip van onze inwoners. Dit is uiteraard anders als sprake is van onevenredige overlast. Het indienen van een klacht kan via de reguliere, al aanwezige kanalen (telefonisch, via het formulier op de website of schriftelijk). Voor de behandeling van een klacht is het uitgangspunt een informele, snelle en oplossingsgerichte afhandeling. Wij proberen iedere klacht binnen 2 werkdagen op te pakken. Dit betekent dat contact wordt opgenomen met de indiener van de klacht om te onderzoeken wat er speelt en hoe de klacht kan worden opgepakt. Om een goed overzicht van de ingediende klachten te houden en te zorgen voor een goede afstemming en stroomlijning wordt binnen de organisatie op één centraal punt, een nog samen te stellen klachtenteam uit de diverse disciplines opgezet, waar een overzicht van de ingediende klachten zal worden bijgehouden.

Hoofdstuk 2 Algemene uitgangspunten

Ieder initiatief, dat tijdelijk gebruik van de openbare ruimte en particuliere ruimte wenst te maken, moet aan de onderstaande uitgangspunten voldoen. Deze algemene uitgangspunten zijn geformuleerd in het kader van onder meer veiligheid, gezondheid, leefbaarheid en duurzaamheid en daaraan moet altijd worden voldaan.

Algemeen

  • Collectief ingediende initiatieven krijgen voorrang op individueel ingediende initiatieven, waarbij onder collectief een groep van ondernemers wordt verstaan. Op deze manier wordt gestimuleerd dat ondernemers gaan samenwerken.

  • De ingediende initiatieven dienen afkomstig te zijn van ondernemers uit de gemeente ’sHertogenbosch.

  • Organisatoren van een initiatief moeten in ieder geval altijd een bereikbaar contactpersoon hebben voor gemeente en/of hulpdiensten. Deze persoon is het eerste aanspreekpunt en wordt geraadpleegd bij problemen of incidenten.

Veiligheid en gezondheid

  • De landelijke aanpak en maatregelen, zoals vastgelegd in de Coronarichtlijnen, moeten worden nageleefd. Dit geldt ook voor de Noodverordening COVID-19 van de Veiligheidsregio Brabant Noord. Dit betekent onder meer dat de 1,5 meter afstandsnorm moet worden gehanteerd.

  • De bereikbaarheid door hulpdiensten moet zijn gewaarborgd door het beschikbaar houden van een vrije doorgang in de openbare ruimte. Er mogen geen objecten worden geplaatst, waardoor de vrije doorgang in gevaar komt. Ook mag geen risico op brandoverslag ontstaan door geplaatste objecten.

  • De bereikbaarheid van winkels, woningen en overige bouwwerken (zoals parkeergarages en fietsenstallingen) moet met inachtneming van de 1,5 meter zijn gewaarborgd. Er mogen geen objecten worden geplaatst, waardoor de bereikbaarheid in gevaar komt. Ook mogen andere functies niet in het gedrang komen door het initiatief.

  • Om de vrije doorgang in de openbare ruimte te waarborgen zijn uitstallingen bij initiatieven in principe niet toegestaan. Dit is anders indien hiervoor expliciet toestemming wordt verleend.

  • De brandveiligheid moet zijn gewaarborgd. Zo dienen onder meer de brandveiligheids-voorschriften te worden nageleefd. Er mogen bijvoorbeeld geen obstakels voor nooduitgangen worden geplaatst.

  • Het doorgaand verkeer mag niet belemmerd of gehinderd worden. Uitgangspunt is dat geen wegen of straten voor initiatieven worden afgesloten. Wel zijn uitzonderingen denkbaar voor initiatieven in het kader van De Bossche Winter. Routes voor wandelaars en fietsers, routes voor bevoorrading en de route van de transferiumbus over de Vughterstraat en de Wolvenhoek mogen ook niet worden belemmerd.

  • Houtstook, bijvoorbeeld het gebruik van vuurkorven bij initiatieven, is in de openbare ruimte en de particuliere ruimte niet toegestaan.

Situering

  • Voor het Nulandse grondwaterwingebied is de provincie Noord-Brabant bevoegd gezag. Voor initiatieven binnen dit gebied moet contact worden opgenomen met de provincie.

  • Voor initiatieven waarbij oppervlaktewater wordt gebruikt en initiatieven op en nabij waterlopen, waaronder het water zelf en de talud, en waterkeringen is het waterschap bevoegd gezag. Voor deze initiatieven moet contact worden opgenomen met het waterschap.

  • Er dient rekening te worden gehouden met al in gebruik zijnde en voorziene bouwplaatsen.

Voorkoming van overlast

  • Het initiatief dat plaatsvindt in de openbare en/of particuliere ruimte houdt rekening met de leefomgeving en dus het waarborgen van de leefbaarheid in de omgeving. Dit betekent onder meer dat de uiterlijke sluitingstijd van ieder initiatief, niet zijnde een terras, 23.00 uur bedraagt, tenzij de landelijke Coronarichtlijnen en/of de Noodverordening een andere sluitingstijd voorschrijven. Voor de sluitingstijden van terrassen geldt hetgeen in hoofdstuk 3 is opgenomen.

  • Alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen moeten worden genomen om overlast in welke vorm dan ook, waaronder in de directe omgeving van het initiatief, zoveel mogelijk te voorkomen.

  • Het is toegestaan om voor publiek muziek ten gehore te brengen, indien er geen gebruik wordt gemaakt van geluidsversterkende apparatuur of van een draaiorgel. Het gebruik van geluidsversterkende apparatuur is uitsluitend mogelijk indien daarvoor expliciete toestemming wordt verleend. Bij het verlenen van deze toestemming wordt onder meer rekening gehouden met de effecten op de omgeving. De toestemming wordt per activiteit of per optreden verleend.

Overkappingen en schuilgelegenheden

  • Overkappingen en het creëren van schuilgelegenheden in de vorm van parasols, partytenten e.d. zijn niet toegestaan, met uitzondering van overkappingen bij terrassen, zoals opgenomen in hoofdstuk 3 van deze beleidsregels.

Groen en bestrating

  • Er mogen geen beschadigingen worden toegebracht aan de bestrating, het wegdek en groenvoorzieningen, waaronder bomen. Dit is anders indien hiervoor expliciet toestemming wordt verleend.

  • Er mogen geen elementen worden bevestigd aan bomen en straatmeubilair, zoals straatkolken, goten, verkeerspalen, straatpotten, roosters en dergelijke. Dit is anders indien hiervoor expliciet toestemming wordt verleend.

  • Voor activiteiten rondom bomen gelden de regels op gebied boombescherming overeenkomstig de boombeschermingsposter van de Bomenstichting, zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze Beleidsregels.

  • In de bestrating mag, met welk doel dan ook, niet worden gebroken en mogen geen pennen, haringen, palen en dergelijke worden aangebracht. Dit is anders indien hiervoor expliciet toestemming wordt verleend.

  • Voor het leggen van kabels, slangen en leidingen in openbaar gebied moet expliciet toestemming worden verleend. Kabels, slangen en leidingen voor het initiatief moeten in ieder geval deugdelijk worden afgeplakt dan wel afgedekt, zodat er geen struikelgevaar ontstaat en veilig passeerbaar zijn voor (langzaam en gemotoriseerd) verkeer.

Water

  • Bouwsels in dan wel over de Bossche openbare wateren zijn in principe niet toegestaan, tenzij hiervoor expliciet toestemming is verleend. Zowel de gemeente als het waterschap moeten deze toestemming verlenen. Specifiek voor de Stadsdommel geldt dat hiervoor geen toestemming kan worden verleend.

  • Het is niet toegestaan om afvalwater op straat op te lozen. De lozing van het afvalwater moet plaatsvinden op het vuilwaterriool. Let daarbij op de aanwezigheid van het gescheiden rioolstelsel.

  • De initiatiefnemer is verantwoordelijk voor het opruimen van afval. Er moet daarom onder meer worden zorggedragen voor het plaatsen van voldoende prullenbakken bij een initiatief. Ook moet de initiatiefnemer voorkomen dat vuilwater in het oppervlaktewater en het riool terechtkomt met risico op verstoppingen. Leidingen voor de aanvoer van water en de afvoer van toiletwater en horecawater moeten voldoen aan de eisen die daarvoor gelden.

  • Er moet worden voldaan aan de Waterwet en het Besluit lozen buiten inrichtingen. Dit houdt in dat het vuilwater doelmatig moet worden aangeleverd. Dit onder meer in verband met de gezondheid: het Coronavirus en andere ziektekiemen bevinden zich in het rioolwater. Specifiek voor horeca geldt dat een voorziening moet worden getroffen om vet af te vangen.

Natuur

  • Natura 2000 gebieden (Bossche Broek en Gement – Moerputten) lenen zich niet voor verstorende activiteiten. Dit betekent geen grote groepen op één plaats en geen lichten in het donker. Wat wel kan, zijn activiteiten op of langs de wandelpaden, natuurgericht en kleinschalig van aard. Concreet wordt de mogelijkheid geboden om te picknicken aan de rand van het Bossche Broek, bij het pad langs de Dommel.

  • Natuur Netwerk Brabant gebieden zijn ook gebieden die een vergelijkbare aanpak als de Natura 2000-gebieden vragen. De status is minder hoog, waardoor daar minder wettelijke restricties gelden. Voor de verbindingszones (Stadsdommel) is met het Waterschap afgesproken om geen activiteiten meer in de zones zelf te houden. Dit betekent dat het moeras en de oeverzone van de Dommel in principe niet mogen worden gebruikt. Voor de mogelijkheden om te picknicken langs de Dommel wordt nog in overleg gegaan met het waterschap.

  • Voor recreatiegebieden en parken moet rekening worden gehouden met lokale of aangrenzende natuurwaarden. Daarom geldt voor deze gebieden: geen nachtelijke onrust en in het terrein zelf rustige plekken aanhouden. Wat wel de mogelijkheden behoort is overdag activiteiten houden en richting de avond vooral kleinschalig gebruik.

  • De Wet natuurbescherming geldt voor alle activiteiten en hiervoor is de provincie Noord-Brabant het bevoegd gezag. Vanuit deze wetgeving mogen initiatieven geen significant negatieve effecten hebben op Natura 2000-gebieden en mogen ter plaatse geen verstorende effecten hebben op beschermde dieren en planten.

Hoofdstuk 3 Specifieke regels horeca en terrassen

Om op een veilige manier, binnen de kaders die landelijk gelden, ontmoetingen in de horeca mogelijk te maken is besloten een aantal extra voorwaarden voor horeca en terrassen op te stellen. Belangrijke uitgangspunten voor het vaststellen van deze voorwaarden zijn de openbare orde en veiligheid en het crowdmanagement. Voor de meeste van deze voorwaarden geldt, dat deze reeds van toepassing zijn in het huidige beleid. Indien een initiatief wat betreft horeca inpandig plaatsvindt, waar geen horecafunctie is toegestaan, gelden eveneens de voorwaarden voor het gebruiken van panden voor andere functies, zoals opgenomen in hoofdstuk 4.

Het gaat om de volgende voorwaarden:

  • Een uitbreiding of plaatsen van een terras is alleen toegestaan als reeds eerder aan de horecazaak een exploitatievergunning en/of Drank- en Horecawetvergunning en/of terrasvergunning is verleend.

  • Om geluidsoverlast te voorkomen geldt voor terrassen, die tijdelijk gebruik maken van de openbare ruimte, in principe een minimale afstand van 20 meter tot woningen. Deze afstand geldt in ieder geval niet indien een nieuw terras wordt geplaatst binnen een afstand van 100 meter van een bestaand terras gesitueerd in de binnenstad of in de centrumgebieden van de overige kernen.

  • De sluitingstijd van een terras behorende bij een al bestaande terrasvergunning blijft gelden, ook wanneer dit terras mag worden uitgebreid. Bij het exploiteren van een terras op een nieuwe locatie, dat is gesitueerd buiten de bestaande horecagebieden, geldt een sluitingstijd van 23.00 uur. Voor het exploiteren van een terras op een nieuwe locatie, dat is gesitueerd binnen de bestaande horecagebieden, gelden de sluitingstijden zoals opgenomen in artikel 5.6, eerste en tweede lid, van de Horecaverordening ’s-Hertogenbosch 2017. Indien de landelijke Coronarichtlijnen en/of de Noodverordening andere sluitingstijden voorschrijven dan gelden deze sluitingstijden.

  • Een gastheer, gastvrouw of beveiliging ziet op het terras toe op de naleving van de landelijke Coronarichtlijnen en de Noodverordening.

  • Voorkomen moet worden dat wachtrijen ontstaan.

  • De ruimte tussen het terras en de openbare ruimte dient minimaal 1,5 meter te zijn.

  • Het extra gebruikte terrasmeubilair moet stijlvol zijn, passen in de omgeving, aansluiten bij het bestaand terrasmeubilair en bestaan uit degelijke materialen en een degelijke uitstraling hebben.

  • Uitstallingen mogen uitsluitend binnen de grenzen van de verkregen terrasruimte worden geplaatst.

  • Tappunten buiten op straat zijn niet toegestaan. Als uitzondering hierop geldt dat tappunten wel kunnen worden toegestaan op terrassen op nieuwe locaties, die niet aanpalend aan een horecavoorziening zijn gesitueerd of anderszins niet op redelijke wijze vanaf de lokaliteit zijn te bedienen.

  • Meerlaagse (gestapelde) terrassen zijn niet toegestaan in de binnenstad.

  • Voor overkappingen gelden de volgende regels:

    • Overkappingen zijn bij individuele terrassen niet toegestaan. Als uitzondering hierop geldt dat bij een individueel terras mogelijk wel een overkapping is toegestaan, indien aansluiting bij een collectief redelijkerwijs niet mogelijk is en sprake is van een solitair gelegen horecazaak. Bij het beoordelen van een verzoek tot een overkapping bij een individueel terras is onder meer het woon- en leefklimaat van belang en of sprake is van vrij zicht en voldoende ruimte in de doorgang van de openbare ruimte.

    • Een overkapping dient transparant en open te zijn van aard, met minimaal één open zijde om de natuurlijke ventilatie en doorluchting te garanderen. Er mag dus geen sprake zijn van een afgesloten geheel/constructie/bouwwerk.

  • Uitbouwen, zoals bijvoorbeeld met carnaval worden toegepast, zijn niet toegestaan, mede vanwege het behoud van het open karakter van terrassen en de noodzakelijke natuurlijke ventilatie en doorluchting.

  • Wat betreft terrasverwarmers op de extra verkregen terrasruimte geldt het uitgangspunt dat terrasverwarmers vanuit duurzaamheidsoptiek moeten worden vermeden. Alternatieven zijn het bieden van beschutting (voor zover dit is toegestaan op grond van de Noodverordening) of het plaatselijk verwarmen van het terras door middel van (elektrische) stoelkussens of dekens of door restwarmte te benutten voor verwarming van het terras. Indien deze alternatieven geen voldoende oplossing bieden zijn terrasverwarmers toegestaan. Daarbij gelden wel de volgende voorwaarden:

    • Alleen elektrische terrasverwarmers zijn toegestaan, terrasverwarmersop aardgas zijn uitgesloten.

    • Het is niet toegestaan om de terrasverwarmers continu aan te hebben staan, in het geval er geen personen op het terras aanwezig zijn. Daarom moeten aan- en uitschakelaars worden toegepast.

    • Het energieverbruik van de terrasverwarmers moet zoveel mogelijk worden beperkt. Dit kan door het aantal verwarmers goed af te stemmen op het te verwarmen oppervlak, een beschutte locatie te creëren (voor zover dat is toegestaan) en gebruik te maken van dimmers.

  • Parasols met een parasolvoet zijn toegestaan. Parasols die in de grond worden verankerd zijn niet toegestaan.

  • Ten behoeve van evenementen (inclusief op- en afbouw), alsmede werkzaamheden kan voor een bepaalde periode/tijdvak gehele of gedeeltelijke ontruiming van de extra verkregen terrasruimte worden gelast.

Hoofdstuk 4 Het gebruiken van panden voor andere functies

Voor initiatieven die bestaande panden gaan gebruiken voor een andere, niet toegestane, tijdelijke functie gelden de volgende voorwaarden:

  • Het initiatief heeft betrekking op een bestaand pand, dat in principe niet is gelegen in een gebied met voornamelijk wonen als hoofdfunctie, een industrieterrein of agrarisch gebied.

  • De veiligheid van het pand en de veiligheid van de bezoekers van het pand moet te allen tijde zijn gewaarborgd. Dit betreft onder meer de constructieve veiligheid. Daarnaast mag niet zonder toestemming in het pand worden geboord of anderszins werkzaamheden plaatsvinden aan / in bestaande delen van het pand in verband met mogelijke asbestbesmetting. Ook dient de initiatiefnemer bij een leegstaand pand alert te zijn op de mogelijke aanwezigheid van legionella in geval van stilstaand water in leidingen.

  • Indien het tijdelijke initiatief ziet op het gebruiken van een pand voor een functie waar meer dan 50 personen tegelijkertijd aanwezig zijn moet ook een gebruiksmelding brandveilig worden ingediend. In het kader van deze gebruiksmelding moet onder meer informatie worden aangeleverd over welke brandveiligheidsinstallaties in het pand aanwezig zijn. Voor initiatieven in het kader van De Bossche Winter wordt deze gebruiksmelding niet via het Omgevingsloket Online ingediend, maar tegelijkertijd met het indienen van een verzoek om toestemming te verlenen voor het initiatief. Op het moment dat twijfel bestaat over het in orde zijn van de brandveiligheid wordt de toestemming niet verleend.

  • De initiatiefnemer moet voor het indienen van het verzoek om toestemming te verlenen voor het initiatief, schriftelijk overeenstemming hebben met de eigenaar van het pand om het pand te mogen gebruiken voor het tijdelijke initiatief. Een afschrift van deze schriftelijke overeenstemming moet als bijlage bij het verzoek om toestemming te verlenen voor het initiatief worden toegevoegd.

  • Indien het initiatief ziet op horeca in een pand geldt het uitgangspunt dat alleen toestemming wordt verleend indien het de uitbreiding van een bestaande horecazaak betreft en de initiatiefnemer al beschikt over een exploitatievergunning en/of Drank- en Horecawetvergunning.

  • Het is niet toegestaan om in het pand etenswaren te bereiden / te koken, indien daartoe geen goed functionerende voorzieningen in het pand al aanwezig zijn.

  • Indien in het pand alcohol geschonken gaat worden, moet voldaan worden aan de inrichtingseisen, zoals vastgelegd in het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet. Dit betekent onder meer dat sprake moet zijn van:

    • ten minste één horecalokaliteit met een oppervlakte van ten minste 35 m2;

    • ten minste twee toiletgelegenheden in de directe nabijheid;

    • mechanische ventilatie met een bepaalde capaciteit.

Hoofdstuk 5 Specifieke regels standwerkers, sampling en straatartiesten

Standwerkers, sampling en straatartiesten zijn in de binnenstad op de daartoe aangewezen plaatsen (de Markt, het Kerkplein en de Parade) toegestaan, indien onder meer wordt voldaan aan de Coronarichtlijnen.

Hoofdstuk 6 Specifieke regels venten van spullen

Venten in de binnenstad is verboden op grond van de huidige regelgeving. Voor venten in de rest van de gemeente is geen ruimte, anders dan de routes die nog beschikbaar zijn. Voor de verkrijging van een ventvergunning wordt de normale vergunningsprocedure doorlopen.

Ondertekening

Het college van burgemeester en wethouders,

De secretaris,

Drs. B. van der Ploeg

De burgemeester,

Drs. J.M.L.N. Mikkers