Subsidieregeling Regio Deal Noordoost Brabant

Artikel 1 Karakter regeling

• 1.

  Deze regeling is een regeling (nadere regels) als bedoeld in artikel 2 lid 2 van de Algemene subsidieverordening gemeente ’s-Hertogenbosch 2017.

• 2.

  De bepalingen uit de in lid 1 bedoelde verordening zijn van toepassing, voor zover daarvan in deze regeling niet wordt afgeweken.

• 3.

  Artikel 9 lid 3 onder a van de in lid 1 bedoelde verordening is uitdrukkelijk niet van toepassing.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

• 1.

  Regio Deal Noordoost Brabant “Nu aan de slag voor goed leven, fijn wonen en anders werken” ('Regio Deal'): de afspraken van 10 juli 2020 tussen – kortweg – het Rijk, de Regio Noordoost-Brabant (en de daarin samenwerkende 17 gemeenten, en 2 waterschappen), de Stichting Agrifood Capital, de gemeente ’s-Hertogenbosch als bestuursorgaan en overheidspartner van de regionale arbeidsmarktsamenwerkingsorganisatie Noordoost Brabant Werkt en waarop ook de Provincie Noord-Brabant met een substantiële bijdrage als cofinanciering aanhaakt, om een impuls te geven aan de leefbaarheid op het platteland en in middelgrote steden en te zorgen voor een gezonde en fijne leefomgeving en perspectief op werk voor de mensen met hulp van 17 projecten (actielijnen) in de Regio Noordoost Brabant.

• 2.

  Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ‘s-Hertogenbosch.

• 3.

  Het DB+: Dagelijks bestuur (besluitvorming) van de regio Noordoost-Brabant waarin ook zitting hebben de Stichting Agrifood Capital, Noordoost-Brabant Werkt, en de Provincie Noord-Brabant (gezamenlijk fungerend als stuurgroep voor de Regio Deal en) adviseur in de zin van artikel 3:7 van de Algemene wet bestuursrecht.

• 4.

  Publieke Cofinanciering: voor de uitvoeringsactiviteiten beschikbaar gestelde financiële bijdragen door een regiopartner of een ander bestuursorgaan of een andere publieke rechtspersoon, voorzover de regiopartner daarover kan beschikken, niet zijnde de bijdrage van het Rijk voor die uitvoeringsactiviteiten en de op basis van deze regeling aangevraagde subsidie.

• 5.

  Overige cofinanciering: voor de uitvoeringsactiviteiten beschikbaar gestelde financiële bijdragen door andere (privaatrechtelijke) (rechts-)personen dan een regiopartner, een ander bestuursorgaan of een andere publieke rechtspersoon, voorzover de regiopartner daarover kan beschikken, en eveneens niet zijnde de bijdrage van het Rijk voor die uitvoeringsactiviteiten en de op basis van deze regeling aangevraagde subsidie n.

• 6.

  Aanvrager: Partner, zoals vermeld op het aanvraagformulier voor een project.

• 7.

  Regiokassier: partij bedoeld in artikel 6 van de Regio Deal Noordoost-Brabant, die in het kader van de uitvoeringsactiviteiten van de Regio Deal, de in de Regio Deal opgenomen financiële bijdrage van het Rijk door middel van subsidie ontvangt en als subsidiënt, onder verantwoordelijkheid van de Regio Noordoost-Brabant, in samenspraak met de Programma-manager en de Ambtelijk opdrachtgever, zorg draagt voor doorlegging van deelbedragen aan aanvragers, hier de gemeente ’s-Hertogenbosch.

• 8.

  Programma-manager: heeft tot taak te sturen op een voortvarende en samenhangende aanpak en uitvoering van de Regio Deal en adviseur van de Ambtelijk opdrachtgever en de stuurgroep (DB+).

• 9.

  Ambtelijk opdrachtgever: ambtelijk eindverantwoordelijke persoon voor de Regio Deal, en voorzitter van het directeurenoverleg.

• 10.

  Besteding: Besteding is de geleverde prestatie. Bij een subsidie op grond van de onderhavige subsidieregeling wordt met prestatie gedoeld op de verrichte uitvoeringsactiviteiten. Dit zijn activiteiten in het kader van de ambitie, het doel, de aanpak of de beoogde resultaten zoals opgenomen in de Regio Deal, waarvoor één of meer regiopartners financiële verplichtingen aangaan, middelen beschikbaar stellen of waarvoor een of meerdere regiopartners uitvoeringskosten maken. In lijn met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) geldt wel, dat een besteding is gekoppeld aan het moment van de levering van een prestatie of verlies. In lijn met de SISA-vereisten dienen als gevolg als besteding, zoals hier bedoeld, te worden aangevoerd de uitgaven, die aan het begrotingsjaar toegerekend worden indien de prestatie (dit is de daadwerkelijke totstandkoming of levering van producten of diensten, die gesubsidieerd zijn, niet het verstrekken van subsidie zelf) in het begrotingsjaar plaatsvond, dan wel het verlies aan dat begrotingsjaar toe te rekenen is.

• 11.

  Uitvoeringskosten: kosten voor voorbereiding, administratie en toezicht (VAT-kosten), in de praktijk bijkomende kosten voor de uitvoering van programma’s en projecten in de Regio Deal.

Artikel 3 Reikwijdte

Deze regeling is een maatregel die wordt uitgevoerd in het kader van de Regio Deal Noordoost Brabant en is bedoeld om de leefbaarheid op het platteland en in middelgrote steden en een gezonde en fijne leefomgeving en perspectief op werk voor de mensen binnen de regio Noordoost Brabant te stimuleren zoals vermeld in de specifieke overwegingen en in de artikelen 1, tot en met 4c van de Regio Deal.

Artikel 4 Subsidiebudget

• 1.

  Voor de in artikel 3 genoemde activiteiten is een budget beschikbaar van maximaal € 10.000.000,00 (inclusief btw) als rijksbijdrage voor uitvoeringsactiviteiten volgens de in de onderstaande tabel opgenomen onderverdeling:

• 2.

  Dit budget komt beschikbaar in twee tranches van ieder € 5 miljoen (waarop in mindering het bedrag per tranche, dat in het btw-compensatiefonds wordt gestort), zoals die door het Rijk ter beschikking worden gesteld uiterlijk 1 december 2020 respectievelijk 1 december 2021.

Artikel 5 Looptijd van de regeling

• 1.

  De regeling eindigt op 31 december 2024.

• 2.

  Deze looptijd kan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Regio Deal worden aangepast, indien partijen bij de Regio Deal zulks besluiten en dienovereenkomstig door het Rijk wordt beschikt.

Artikel 6 Subsidievoorwaarden

• 1.

  Om voor de in artikel 4 genoemde subsidie in aanmerking te komen moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  • a.

    De voorwaarden als vastgelegd in de beschikking d.d. 4 september 2020 op basis van de Regio Deal Noordoost-Brabant, d.d. 10 juli 2020 van het Rijk en de voorwaarden als vastgelegd in de Regio Deal zelf.

  • b.

    Het project moet bijdragen aan de in de Regio Deal genoemde doelen;

  • c.

    De begroting van het project moet, naast de in artikel 7 hierna vermelde subsidiebedragen, bestaan uit een cofinanciering (zowel publieke als overige) zoals aangeduid op het projectfiche behorend bij de aanvraag.

  • d.

    Indien de cofinanciering bij de beschikking tot subsidieverlening nog niet toegekend is, kan de bevoorschotting worden verlaagd.

  • e.

    Wat de cofinanciering betreft geldt voorts het volgende. Indien bij de beschikking tot subsidieverlening op grond van de onderhavige regeling een beschikking of een onherroepelijke en onvoorwaardelijke toezegging tot cofinanciering ontbreekt, dient uiterlijk binnen één (1) jaar na dagtekening van deze beschikking alsnog een beschikking of een onherroepelijke en onvoorwaardelijke toezegging daartoe te worden aangeleverd, bij gebreke waarvan de bevoorschotting (verder) kan worden gewijzigd/eenmaal verleende (voorschotten op de) subsidie kunnen worden teruggevorderd.

  • f.

    Het project moet voldoen aan de in artikel 3 van de Regio Deal vermelde indicatoren. Per project worden deze gespecificeerd in de beschikking tot subsidieverlening.

Artikel 7 Maatregelen die voor subsidie in aanmerking komen

• 1.

  Het in artikel 4 beschikbare bedrag wordt, mits voldaan aan de subsidievoorwaarden als bedoeld in artikel 6 van deze regeling, conform artikel 4:26 van de Algemene wet bestuursrecht, als volgt verdeeld onder de nagenoemde pijlers en projecten:

P ijler Goed leven - € 2,555 miljo en

• a.

  Goed Leven

• b.

  Transformatie centra middelgrote steden in regio Noordoost Brabant

• c.

  Van Internationale medewerkers naar nieuwe Nederlanders

• d.

  Data-portal Vitale Voorzieningen

• e.

  VoedseleducatiePlan

• f.

  1. Klaar voor de banen van nu en de toekomst, met als onderdeel van deze actielijn ook 2. Het programma Makers van nu en de toekomst. De invloed van digitalisering op het Ambacht. SPARK Makers Zone

• g.

  Handelingsperspectief voor boeren in crisis

Pijler Fijn wonen - € 3,950 miljoen

• h.

  Vitaliseren buitengebied. Puzzelen met ruimte

• i.

  Vitalisering buitengebied. Versterken omgevingskwaliteit en weerbaarheid (methode Boekel)

• j.

  AgroProeftuin de Peel

Pijler Anders werken - € 3,195 miljoen

• k.

  AgriFood Innovation

• l.

  Ontwikkel- en expertisecentrum voor duurzame eiwitten (ODE)

• m.

  Circular Food Center

• n.

  Greentech Park Brabant

• o.

  Pilot mestverwerking melkvee polder Oss

• p.

  Datagedreven Agrifoodregio

• 2.

  Voor zover voorschotten niet worden uitbetaald of eenmaal betaalde (voorschotten op de verleende) subsidie wordt teruggevorderd, kan het DB+ op basis van een advies van de gemeente ’s-Hertogenbosch in haar rol als Regiokassier en de Programma-manager besluiten over de wijze waarop resterende middelen worden besteed, waarna het college dienovereenkomstig beschikt met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.5 van de beschikking van het Rijk d.d. 4 september 2020 op basis van de Regio Deal Noordoost-Brabant, d.d. 10 juli 2020 .

Artikel 8 Subsidiabele kosten

• 1.

  Kosten zijn alleen subsidiabel voor zover zij betrekking hebben op bestedingen in de periode 10 juli 2020 tot en met 31 december 2024.

• 2.

  De subsidiabele kosten worden vastgesteld op basis van de volgens (als de subsidieontvanger een overheid is) of naar analogie van (als de subsidieontvanger een private partij is) SISA (Single Information Single Audit) afgelegde verantwoording als bedoeld in artikel 14 van de onderhavige subsidieregeling.

• 3.

  Als uitgangspunt geldt, dat de inzet van ambtenaren in loondienst van een overheidspartij, niet in aanmerking komt voor een bijdrage uit de Regiodeal. Dit is anders als sprake is van kosten voor de inzet van ambtenaren die vrijgemaakt worden voor de uitvoering van enig project van de Regiodeal, en dit niet als regulier werk doen.

• 4.

  Dit moet dan zichtbaar gemaakt worden door een urenstaat, en de kosten zijn uren x integraal kostentarief.

• 5.

  Verrekenbare BTW op grond van de Wet op de Omzetbelasting en/of op het btw-compensatiefonds zijn geen subsidiabele kosten.

Artikel 9 Eisen aan de aanvraag

• 1.

  De aanvraag dient uiterlijk op 31 december 2020 bij het college te zijn ingediend door de aanvrager van één van de in artikel 7 genoemde projecten.

• 2.

  Bij de aanvraag worden een nulmeting, volgens het ter beschikking gesteld model en projectfiche ingediend.

• 3.

  Indien de aanvrager een rechtspersoon is en deze voor de eerste maal een subsidie aanvraagt bij het college, moeten de gegevens worden ingediend zoals beschreven in artikel 6 lid 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente ’s-Hertogenbosch 2017.

• 4.

  Indien het noodzakelijk is voor de beoordeling van de aanvraag, of voor het voldoen aan wettelijke verplichtingen na de uitbetaling van het subsidiebedrag, kan het college aanvullende informatie vragen.

• 5.

  Indien bij de aanvraag de in lid 2 genoemde gegevens ontbreken, kan het college besluiten na het verlenen van een hersteltermijn de aanvraag niet in behandeling te nemen.

Artikel 10 Beoordeling aanvraag

• 1.

  Het college beslist op de aanvragen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag dan wel nadat deze regeling is bekendgemaakt.

• 2.

  Als datum van ontvangst geldt de datum waarop alle gegevens als bedoeld in artikel 9 zijn ontvangen door het college en de aanvraag volledig is.

• 3.

  Het college beslist op de aanvragen met inachtneming van de adviezen van het DB+ en de in artikel 9 bedoelde gegevens, zoals die zijn aangeleverd door de aanvrager.

Artikel 11 Voorwaarden Cofinanciering

• 1.

  De cofinanciering moet direct verband houden met het betreffende pijler waarbinnen of project waaraan de subsidie wordt verleend.

• 2.

  De verhouding Rijksbijdrage- publieke cofinanciering moet door middel van daadwerkelijk ontvangst van de middelen/bijdragen en/of onvoorwaardelijke toezeggingen voor publieke cofinanciering onderbouwd zijn.

• 3.

  De cofinanciering moet bestaan ‘in cash’ bijdrage.

Artikel 12 Subsidieverlening, voorschotten

• 1.

  Het college verleent een eenmalige subsidie van in totaal maximaal het bedrag zoals in artikel 4 van deze regeling genoemd op basis van de door aanvrager ingediende bescheiden. Bij de subsidieverlening of de bevoorschotting wordt rekening gehouden met de door het Rijk gehanteerde tranches.

• 2.

  Het college kan in de beschikking tot subsidieverlening bepalen dat het subsidiebedrag door middel van gedeeltelijke bevoorschotting wordt uitbetaald.

• 3.

  Indien het subsidiebedrag door middel van gedeeltelijke bevoorschotting wordt uitbetaald, vindt uitbetaling plaats op basis van de in de nulmeting opgegeven uitgavenplanning, tenzij het bepaalde in artikel 6 dan wel de tussentijdse verantwoording als bedoeld in artikel 14 aanleiding geeft de bevoorschotting aan te passen.

• 4.

  Indien uitbetaling plaatsvindt door middel van gedeeltelijke bevoorschotting zal uitbetaling van enig voorschot geschieden op basis een ingediende en goedgekeurde tussentijdse verantwoording zoals bedoeld in artikel 14, lid a en lid c van de onderhavige subsidieregeling.

Artikel 13 Weigeringsgronden

• 1.

  Subsidieverlening/de uitkering van voorschotten kan, in aanvulling op artikel 4:25 en 4:35 AWB en artikel 9 van Algemene subsidieverordening gemeente ’s-Hertogenbosch 2017, ook geweigerd worden/bedoelde voorschotten kunnen ook verlaagd worden indien:

  • a.

    Subsidieverlening/bevoorschotting zou leiden tot strijd met artikel 107 van het Verdrag van de Werking van de Europese Unie (verbod op staatssteun) en deze steun niet vrijgesteld is op grond van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening van de Europese Commissie of een andere verordening, richtlijn of besluit van de Europese Commissie.

  • b.

    Een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de bijdrage is aangevraagd;

  • c.

    Een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de continuïteit van de activiteiten van de aanvrager niet voldoende is gewaarborgd.

  • d.

    Subsidie/de uitkering van voorschotten kan tevens geweigerd worden/voorschotten kunnen ook verlaagd worden als aan een van de voorwaarden, zoals genoemd in deze regeling en/of in (de beschikking d.d. 4 september 2020 op basis van) de Regio Deal d.d. 10 juli 2020 van het Rijk, niet is voldaan.

Artikel 14 Verplichtingen en verantwoording

• 1.

  De aanvrager/ontvanger van de beschikking moet voldoen aan de volgende verplichtingen:

  • a.

    Intern:

    • 1.

      Medio mei 2021 en medio november 2021 en daarna jaarlijks medio mei respectievelijk medio november wordt een voortgangsrapportage verstrekt met informatie over de voorafgaande periode. Hierin wordt melding gemaakt van:

      • •

        de voortgang van de uitvoering van het betreffende in artikel 7 van de onderhavige subsidieregeling bedoelde project (actielijn behorend tot de eveneens aldaar bedoelde pijler); ii. de behaalde resultaten aan de hand van de in artikel 3 van de regio deal genoemde (indicatoren voor de) beoogde resultaten zoals die voor het betreffende project gespecificeerd zijn in de beschikking tot subsidieverlening, alsmede de daarvoor ingezette middelen;

      • •

        de voortgang van de uitvoering aan de hand van de meerjarige projectplanning. De voortgangsrapportage in mei omvat zowel een inhoudelijke als een financieel verantwoording. In november betreft het voornamelijk de inhoudelijke voortgang en wordt slechts op hoofdlijnen inzicht gegeven in het financiële verloop van het project.

    • 2.

      Jaarlijks moet de SISA bijlage over het boekjaar ingediend worden als bijlage bij de jaarrekening voorzien van een accountantsverklaring. Voor 1 juli 2021 en daarna jaarlijks voor 1 juli conform SISA (als de subsidieontvanger een overheid is) of naar analogie van SISA (als de subsidieontvanger een private partij is). De verantwoordingsvereisten als opgenomen in de beschikking van het Rijk aan gemeente in haar hoedanigheid van Regiokassier worden overgenomen. Een toelichting hierop volgt op basis van ‘Doel nota ‘Verwachtingen accountantscontrole 2020’.

  • 3. Het college kan in voorkomende gevallen afwijken van het bepaalde in lid 1 sub a.2.

  • b.

    Extern: Jaarlijks moet een inhoudelijke rapportage aangeleverd worden door het programmateam Regiodeal aan het Rijk (inhoud en financieel in september.

  • c.

    Daarnaast vindt in januari een tweede afstemmoment met het rijk plaats (voortgang).

  • d.

    De aanvrager/ontvanger van de beschikking informeert het college zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet volledig zullen worden verricht.

  • e.

    Indien:

    • 1.

      De activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;

    • 2.

      De aanvrager niet heeft voldaan aan de subsidie verbonden verplichtingen (als neergelegd in de beschikking tot subsidieverlening en/of de voorwaarden als gesteld in (de beschikking d.d. 4 september 2020 op basis van) de Regio Deal d.d. 10 juli 2020 van het Rijk;

    • 3.

      De aanvrager niet de stukken zoals genoemd in de voorgaande leden van het onderhavige artikel heeft overgelegd en bevoorschotting wordt verlaagd, danwel eenmaal verleende (voorschotten op de) subsidie wordt teruggevorderd,

  • is de aanvrager/ontvanger gehouden het teruggevorderde bedrag op eerste verzoek terug te betalen.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 10 juli 2020.

Artikel 18 Citeertitel

Deze regeling kan aangehaald worden als "Subsidieregeling Regio Deal Noordoost Brabant. Nu aan de slag voor goed leven, fijn wonen en anders werken in Noordoost Brabant.”