Regeling vervallen per 01-01-2023

Beleidsregels ontheffingen motorvoertuigen ’s-Hertogenbosch 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2022

Intitulé

Beleidsregels ontheffingen motorvoertuigen ’s-Hertogenbosch 2021

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Hertogenbosch;

In zijn vergadering van 8 december 2020,

Gezien het voorstel met reg.nr. 10364729,

Gelet op het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

Gelet op het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

Besluit

de beleidsregels ontheffingen motorvoertuigen ’s-Hertogenbosch 2021 vast te stellen;

Artikel 1: Begripsbepalingen

  • a.

    Venstertijden: de uren waarin de geslotenverklaring voor motorvoertuigen niet van kracht is.

  • b.

    Calamiteitendiensten: nood- of hulpdiensten die belast zijn met de uitvoering van werkzaamheden welke in het kader van de (volks)gezondheid, het voorkomen van gevaar, schade of hinder voor personen en/of de openbare orde gen uitstel dulden.

  • c.

    Milieuzone: door het college aangewezen gebied waarin voor motorvoertuigen vanwege het milieu een selectief toegangsbeleid is ingesteld.

  • d.

    Geslotenverklaring Binnenstad: het autoluwe gebied gelegen achter de piramides zoals aangegeven op het bij dit reglement als bijlage behorende tekening.

  • e.

    Geslotenverklaring Gestelseweg: het gebied dat wordt begrensd door de volgende straten: Koestraat, Pettelaarseweg, Pleinse Dijk, Rooistaartstraat, Hemelrijkstraat, Lookerstraat, Dooibroek, Venstraat, Wolfsdreef, Houwsestraat, Vogelenzang, Haanwijk, Ruimel, Kapelbergstraat, Sterrenbos, Oud Herlaar, Krakkesteinweg en de Mudakkerse Dijk en welk gebied bij voortduring is afgesloten voor gemotoriseerd verkeer.

  • f.

    Geslotenverklaring Henriëttewaard: het gebied dat wordt begrensd door de rivier de Maas, Kanaal Henriëttewaard, de Gemaalweg en Grevecoeur en welk gebied tijdens de spitsuren is afgesloten voor gemotoriseerd verkeer.

  • g.

    Geslotenverklaring Bossche Broek: natuurgebied het Bossche Broek welk gebied bij voortduring is afgesloten voor gemotoriseerd verkeer.

  • h.

    Helftheuvelpassage: het gebied dat wordt begrensd door de Helftheuvelweg, Kooikersweg, Rijzertlaan, Gouverneur van den Bogaerdensingel en de Helftheuvelflat nummer 6 t/m 32.

Artikel 2: Algemeen

  • 1.

    Uitgangspunt van het ontheffingenbeleid geslotenverklaringen is dat de beoogde effecten van de verkeersmaatregelen worden gerealiseerd. Ontheffingen worden bij uitzondering verleend als vastgesteld is dat het belang van de aanvrager door de verkeersmaatregel onevenredig wordt geschaad.

  • 2.

    Aan een ontheffing kunnen beperkingen worden verbonden met betrekking tot het voertuig, de te gebruiken plaatsen waarvoor alsmede de tijdsduur en tijdstippen waarop de ontheffing van kracht is. Ook kunnen beperkingen worden gesteld in het belang van de leefomgeving.

  • 3.

    Een ontheffing mag alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor deze is aangevraagd.

Artikel 3: Weigeringsgronden

  • 1.

    Een ontheffing geslotenverklaring wordt niet verleend als het verlenen ervan tot onaanvaardbare consequenties leidt ten aanzien van de veiligheid en of leefbaarheid van het gebied waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd.

  • 2.

    Een ontheffing wordt, uitgezonderd vergunninghouders van het betreffende gebied niet verleend als er alternatieven beschikbaar zijn in de vorm van andere parkeerplaatsen of andere routes.

  • 3.

    Een ontheffing wordt niet verleend voor een locatie waar een warenmarkt, kermis, evenement plaatsvindt, een standplaats is ingenomen of wegwerkzaamheden zijn voorzien, tenzij een ontheffing wordt aangevraagd in het belang van de voornoemde activiteiten.

Artikel 4: Intrekkingsgronden

  • 1.

    De ontheffing wordt ingetrokken:

    • a.

      als bij aanvraag onjuiste gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      op verzoek van de houder van de ontheffing;

    • c.

      als het motief op grond waarvan de ontheffing is verleend is vervallen.

  • 2.

    De ontheffing kan worden ingetrokken indien:

    • a.

      de motivering of omstandigheden, op grond waarvan de ontheffing is verstrekt, is gewijzigd;

    • b.

      niet meer kan worden voldaan aan de voorwaarden die zijn verbonden aan de ontheffing;

    • c.

      na een eerste waarschuwing binnen een periode van twee maanden wederom in strijd met de verleende ontheffing en/of de daaraan verbonden voorwaarden is c.q. wordt gehandeld.

Artikel 5: Tijdelijke ontheffing

Onder een tijdelijke ontheffing wordt een kortdurende ontheffing verstaan ten behoeve van de uitvoering van werkzaamheden, waarbij de aanwezigheid van een motorvoertuig noodzakelijk is.

  • 1.

    Een tijdelijke ontheffing kan worden verleend indien wordt voldaan aan alle hieronder genoemde criteria:

    • a.

      ten aanzien van de in aanhef bedoelde motorvoertuig een parkeerrecht is verleend;

    • b.

      in het kader van de uitvoering van werkzaamheden een voertuig in de nabijheid van een object of gebouw, waar deze werkzaamheden moeten worden verricht, moet worden geparkeerd en dit op basis van de ten aanzien van de aan de bestuurder van dat voertuig verleende parkeerrecht niet mogelijk of niet wenselijk is;

    • c.

      zonder de aanwezigheid van het motorvoertuig de werkzaamheden niet kunnen worden verricht dan wel zodanig worden vertraagd, dat de duur van vertraging niet in verhouding staat tot de oorspronkelijke duur van de werkzaamheden.

  • 2.

    Een tijdelijke ontheffing kan schriftelijk worden aangevraagd, via internet of aan de balie van de gemeente.

  • 3.

    Voor een tijdelijke ontheffing voor het parkeren van de auto in de autoluwe binnenstad moet naast het bepaalde in lid 1, sub b, ook worden aangetoond dat de werkzaamheden niet binnen de venstertijden kunnen worden uitgevoerd.

Artikel 6: Ontheffing geslotenverklaring binnenstad autoluw gebied

  • 1.

    Een doorlopende ontheffing wordt verleend aan de volgende herkenbare doelgroepen :

    • a.

      lijnbussen;

    • b.

      calamiteitendiensten;

    • c.

      gemeentelijke onderhoudsdiensten;

    • d.

      taxi’s voor het ophalen of afzetten van klanten.

  • 2.

    Op aanvraag kan een doorlopende ontheffing worden verleend aan:

    • a.

      een bewoner die of een bedrijf dat beschikt over een eigen parkeergelegenheid binnen de gesloten verklaring;

    • b.

      bedrijven gevestigd binnen de gesloten verklaring met een bezorgdienst op afroep voor goederen die worden geleverd aan klanten. De bezorgdienst moet uitdrukkelijk onderdeel uitmaken van de bedrijfsvoering;

    • c.

      erkende geld- en waardetransporteurs voor zover zij regelmatig binnen de gesloten verklaring moeten zijn voor het verrichten van werkzaamheden;

    • d.

      beveiligingsdiensten voor het verrichten van werkzaamheden waarbij zij voor de uitvoering van hun werkzaamheden afhankelijk zijn van een uiterlijk herkenbaar bedrijfsvoertuig;

    • e.

      erkende stadsdistributeurs.

  • 3.

    Onder de doelgroep “erkende stadsdistributeur” wordt in het kader van dit artikel verstaan: een distributeur, die de zorgt voor de distributie van aangeboden goederen bestemd voor en/of afkomstig uit de binnenstad van ’s-Hertogenbosch en:

    • a.

      die in het kader van de Wet Goederenvervoer over de weg daartoe gerechtigd is;

    • b.

      waarvan niet in redelijkheid verwacht kan worden dat hij/zij in een dagdeel (ochtend of middag) alle goederen kan ophalen c.q. afleveren waardoor een directe negatieve beïnvloeding van de bedrijfsvoering wordt of kan worden veroorzaakt.

  • 4.

    Toegang tot het afgesloten gebied wordt op aanvraag via de intercom verleend aan:

    • a.

      gehandicaptenparkeerkaarthouders;

    • b.

      klanten van winkels, die gekochte goederen willen ophalen, die redelijkerwijze niet zonder auto kunnen worden vervoerd;

    • c.

      personen of bedrijven die omwille van spoedeisende redenen aangeven in het gebied te moeten zijn en waarvan de centralist beoordeelt, dat om die reden de toegang moet worden verleend.

  • 5.

    In afwijking van het gestelde in lid 1 t/m 4 wordt voor wat betreft de piramide Wilhelminabrug (hoek Visstraat) alleen ontheffing verleend aan calamiteitendiensten.

  • 6.

    De toestemming zoals bedoeld in het tweede lid van dit artikel wordt geacht niet te zijn verleend als de redenen voor toestemming bij controle onjuist blijken te zijn.

Artikel 7: Ontheffing geslotenverklaring Gestelseweg

Ontheffing voor de geslotenverklaring Gestelseweg wordt op aanvraag verleend aan:

  • 1.

    Bewoners en bedrijven in het gebied: bewoners en bedrijven die volgens de BRP en het register van de Kamer van Koophandel gevestigd zijn binnen het gebied van de gesloten verklaring Gestelseweg.

  • 2.

    Woon-werkverkeer: voor bedrijven zoals genoemd in lid 1 wordt ten behoeve van werknemers ontheffing verleend voor woon-werkverkeer, als door middel van een werkgeversverklaring wordt aangetoond dat de persoon werkzaam is bij het bedrijf.

  • 3.

    Eigenaren en pachters van gronden; De eigenaren of pachters die aantonen dat zij eigenaar of pachter zijn van de grond die kadastraal gelegen is binnen het gebied van de geslotenverklaring Gestelseweg.

  • 4.

    Taxi- post- en koeriersdienst; Indien deze dienst aantoont op regelmatige basis meerdere adressen binnen de geslotenverklaring Gestelseweg te bedienen en aantoont dat de te volgen route door de wegafsluiting onevenredig wordt verlengd;

  • 5.

    Langzaam rijdend verkeer, zoals tractoren, brommobielen en gehandicaptenvoertuigen.

Artikel 8: Ontheffing geslotenverklaring Henriëttewaard

Ontheffing van de geslotenverklaring Henriëttewaard wordt op aanvraag verleend aan:

  • 1.

    Bewoners en bedrijven in het gebied: bewoners en bedrijven die volgens de Brp en het register van de Kamer van Koophandel gevestigd zijn binnen het gebied van de geslotenverklaring Henriëttewaard;

  • 2.

    Woon-werkverkeer: bewoners die volgens de Brp ingeschreven staan in Engelen of Bokhoven dan wel Hedel of Amerzoden en waarvan het werkadres aantoonbaar door een werkgeversverklaring gelegen is in Hedel of Ammerzoden dan wel Engelen of Bokhoven;

  • 3.

    Eigenaren en pachters van gronden; De eigenaren of pachters die aantonen dat zij eigenaar of pachter zijn van de grond die kadastraal gelegen is binnen het gebied van de gesloten verklaring Henriëttewaard;

  • 4.

    Taxi- post- en koeriersdienst; Indien deze dienst aantoont op regelmatige basis meerdere adressen binnen de gesloten verklaring Henriettewaard te bedienen;

  • 5.

    Langzaam rijdend verkeer, zoals tractoren, brommobielen en gehandicaptenvoertuigen.

Artikel 9: Ontheffing geslotenverklaring Bossche Broek

Ontheffing van de geslotenverklaring natuurgebied het Bossche Broek wordt op aanvraag verleend aan:

  • 1.

    De pachter van het paviljoen: aan pachter wordt op aanvraag ontheffing verleend, tevens geldt voor het parkeren van een voertuig direct nabij het paviljoen.

  • 2.

    Sportverenigingen: aan besturen en door hen aan te wijzen leden van de sportverenigingen met een vestiging in het gebied wordt op aanvraag ontheffing verleend. Het parkeren van voertuigen in het gebied Bossche Broek is niet toegestaan, uitgezonderd het parkeren op eigen parkeerterreinen.

  • 3.

    Eigenaren en pachters van gronden; de eigenaren of pachters die aantonen dat zij eigenaar of pachter zijn van grond die kadastraal is gelegen in het Bossche Broek.

  • 4.

    Bedrijven voor de uitvoering van werkzaamheden in het Bossche Broek.

Artikel 10: Ontheffing lengtebeperking binnenstad voor vrachtwagens langer dan 10 meter

  • 1.

    Een ontheffing van de lengtebeperking in de binnenstad voor vrachtwagens langer 10 meter:

    • a.

      kan in een uitzonderlijke situatie worden verleend ten behoeve van de bedrijfsmatige bevoorrading, de warenmarkt, bouw-, installatie- en reparatieverkeer en de opbouw of uitvoering van evenementen, indien bij beoordeling in redelijkheid niet kan worden verlangd om de goederen in kleine vrachtauto’s te vervoeren;

    • b.

      wordt verleend aan het vrachtverkeer met bestemming Theater aan de Parade. De ontheffing kan worden aangevraagd door of namens het bestuur van het Theater aan de Parade.

  • 2.

    In de ontheffing wordt in ieder geval aangegeven: het vervoerstijdstip, de te volgen route en de termijn waarvoor de ontheffing geldt.

Artikel 11: Ontheffing Blauwe Zone

  • 1.

    Ontheffing van de blauwe zone aan de Helftheuvelpassage wordt verleend aan bewoners en bedrijven die volgens de Brp respectievelijk het register van de Kamer van Koophandel wonen respectievelijk gevestigd zijn in het gebied en op basis van de kentekenregistratie of leaseovereenkomst eigenaar of gebruiker zijn van het voertuig waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd.

  • 2.

    Binnen het vastgestelde gebied van de blauwe zone wordt maximaal één ontheffing verleend aan:

    • a.

      een winkelier: per adres waar zijn/haar winkel is gevestigd;

    • b.

      een bedrijf : per 50m2 in gebruik zijnde Bruto Vloer Oppervlakte.

  • 3.

    Ontheffing van de blauwe zone aan de Pettelaarseweg wordt verleend aan bewoners van de flat grenzend aan de Zuiderparkweg, zijnde Maresiusplantsoen. Deze bewoners dienen wel op basis van de kentekenregistratie of leaseovereenkomst eigenaar of gebruiker te zijn van het motorvoertuig waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd.

  • 4.

    De ontheffing is alleen geldig op een nader aangeduid gedeelte binnen de parkeerschijfzone.

Artikel 12: Ontheffing Milieuzone ’s-Hertogenbosch

  • 1.

    Aan de bestuurder van een vrachtauto die niet voldoet aan de criteria voor de toegang tot de milieuzone wordt op aanvraag maximaal 12 keer per jaar telkens voor slechts één dag een ontheffing verleend.

  • 2.

    De aanvrager, tevens eigenaar van een vrachtauto, dient aan te tonen dat hij:

    • a.

      financieel niet in staat is om een investering te doen in een schoon voertuig of roetfilter en

    • b.

      binnen een termijn van maximaal 12 maanden aan de toelatingscriteria voor de milieuzone kan voldoen;

  • 3.

    Voor een beoordeling van de aanvraag wordt indien nodig advies gevraagd aan derden.

Artikel 13: Ontheffing rijden op busbanen

  • 1.

    Aan taxibedrijven wordt op aanvraag ontheffing verleend voor het rijden op busbanen of busstroken als:

    • a.

      het bedrijf in bezit is van een ondernemersvergunning voor taxiververvoer van de Inspectie Verkeer en Waterstaat;

    • b.

      het voertuig staat ingeschreven als taxi en gebruikt wordt voor taxivervoer.

  • 2.

    De ontheffing is alleen geldig op momenten dat de taxi passagiers vervoert.

Artikel 14: Gehandicaptenparkeerplaats algemeen

  • 1.

    Een gehandicaptenparkeerplaats kan worden toegekend aan een bestuurder of een passagier van een motorvoertuig.

  • 2.

    Een gehandicaptenparkeerplaats wordt geregistreerd op kenteken en ter plaatse kenbaar gemaakt door middel van het op grond van een verkeersbesluit geplaatst bord E6.

  • 3.

    Om in aanmerking te kunnen komen voor een gehandicaptenparkeerplaats dient een rechtsgeldige Europese gehandicaptenparkeerkaart te worden overgelegd.

Artikel 15: Gehandicaptenparkeerplaats bestuurder

Aan een bestuurder van een motorvoertuig kan een gehandicaptenparkeerplaats worden toegekend indien:

  • a.

    De bestuurder volgens de BRP staat ingeschreven op het woonadres of uit een werkgeversverklaring blijkt dat aanvrager voor een aaneengesloten periode werkzaam is op het bedrijfsadres;

  • b.

    De bestuurder in het bezit is van een Europese gehandicaptenparkeerkaart als bestuurder voor minimaal één jaar en

  • c.

    Blijkt dat de parkeerdruk zodanig is dat de bestuurder in redelijkheid niet in staat is zelfstandig de afstand tussen de bestemming en de eerst aanwezige parkeergelegenheid aan één stuk te voet te overbruggen.

Artikel 16: Gehandicaptenparkeerplaats passagier

Een gehandicaptenparkeerplaats ten behoeve van een passagier kan worden toegekend indien:

  • a.

    De passagier volgens de BRP staat ingeschreven op het woonadres of uit een werkgeversverklaring blijkt dat de aanvrager voor een aaneengesloten periode werkzaam is op het bedrijfsadres;

  • b.

    De passagier in het bezig is van een Europese gehandicaptenparkeerkaart als passagier en

  • c.

    Blijkt dat vanwege de parkeerdruk en uit het oogpunt van verkeersveiligheid en de doorstroming van verkeer niet wenselijk is dat de bestuurder van het motorvoertuig in de directe omgeving van de woning van de gehandicapte passagier stopt ten behoeve van het in- of uitstappen van de gehandicapte òf het uit het oogpunt van zorg niet mogelijk is om aanvrager alleen te laten gedurende de tijd die nodig is om het voertuig te parkeren.

Artikel 17: Weigeringsgronden gehandicaptenparkeerplaats

Een aanvraag voor het aanleggen van een gehandicaptenparkeerplaats wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    de aanvrager over een eigen parkeergelegenheid beschikt als bedoeld in de nadere regels parkeervergunningen ’s-Hertogenbosch 2021, rekening houdend met beperkingen in de bewegingsvrijheid van aanvrager en de aanpassingsmogelijkheden op deze eigen parkeergelegenheid of

  • b.

    binnen de overbrugbare loopafstand van aanvrager rondom de woning van aanvrager geen mogelijkheid is om een individuele parkeerplaats conform de landelijk geldende normen aan te leggen, mede rekening houdend met de veiligheid en doorstroming van het verkeer en een onaanvaardbare aantasting van de algemene bereikbaarheid van de omgeving.

Artikel 18: Intrekking gehandicaptenparkeerplaats

  • 1.

    De toekenning van een gehandicaptenparkeerplaats wordt ingetrokken:

    • a.

      indien de aanvrager verhuisd is;

    • b.

      indien de aanvrager niet meer in het bezit is van een auto of in geval van een passagier, niet meer duurzaam over een auto kan beschikken;

    • c.

      na overlijden van degene ten behoeve van wie de parkeerplaats is aangelegd;

    • d.

      wanneer de parkeerplaats is toegewezen op grond van door de aanvrager onjuist verschafte gegevens en de parkeerplaats niet zou zijn toegewezen indien de onjuistheid van die gegevens ten tijde van de aanvraag bekend zou zijn geweest.

  • 2.

    De toekenning van een gehandicaptenparkeerplaats kan worden ingetrokken indien degene aan wie de parkeerplaats is toegewezen niet meer voldoet aan de in deze regeling gestelde voorwaarden.

Ondertekening

Het college voornoemd,

De secretaris,

Drs. B. van der Ploeg

De burgemeester,

Drs. J.M.L.N. Mikkers