Regeling vervallen per 22-09-2021

Gedragscode voor raadsleden van 's-Hertogenbosch

Geldend van 22-01-2008 t/m 21-09-2021

Intitulé

Gedragscode voor raadsleden van 's-Hertogenbosch

De gemeenteraad van 's-Hertogenbosch in zijn openbare vergadering van

22 januari 2008;

gezien het voorstel van het presidium d.d. 13 december 2007, regnr. 08.0037;

gelet op de Gemeentewet;

Besluit

De als bijlage bij dit besluit gevoegde gedragscode voor raadsleden van ’s-Hertogenbosch 2007 vast te stellen en de gedragscode 2004 in te trekken.

De gedragscode bestaat uit twee delen.

In deel 1 worden de algemene uitgangspunten voor de gedragscode gedefinieerd. Het betreft een

aantal kernbegrippen van integriteit en plaatst daarmee het vraagstuk in een breder kader. De begrippen zijn in dezelfde dan wel in vergelijkbare bewoording in de gedragsregels terug te vinden.

Deel 2 bevat de feitelijke gedragsregels waarbij een aantal thema’s worden onderscheiden:

• Algemene bepalingen

• Belangenverstrengeling en aanbesteding

• Nevenfuncties

• Informatie

• Aannemen van geschenken

• Bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen

• Declaraties

• Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

• Reizen buitenland

Deel 1: Kernbegrippen

Raadsleden stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente, en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer.

Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt, wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-raadsleden en de raad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie de raadsleden hun functie vervullen.

Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder

perspectief:

Dienstbaarheid

Het handelen van een raadslid in functie is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

Functionaliteit

Het handelen van een raadslid heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur van de gemeente.

Onafhankelijkheid

Het handelen van een raadslid wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

Openheid

Het handelen van een raadslid is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van het raadslid en zijn beweegredenen daarbij.

Betrouwbaarheid

Op een raadslid moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

Zorgvuldigheid

Het handelen van een raadslid is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen. Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.

Deeel 2: Gedragscode voor burgemeester en wethouders

1. Algemene bepalingen

  • 1.1

    Onder raadslid wordt verstaan: de leden van de gemeenteraad en de commissieleden / niet-raadsleden van ’s-Hertogenbosch.

  • 1.2

    In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing en uitleg niet eenduidig is vindt bespreking in het presidium van de raad plaats. Het presidium kan zonodig de raad een aanbeveling doen op welke wijze – in toekomstige gevallen – daarin te voorzien al dan niet in de vorm van aanpassing/aanvulling van het betrokken artikel(lid).

  • 1.3

    De code is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 1.4

    Een raadslid ontvangt bij zijn aantreden een exemplaar van de code.

  • 1.5

    Een raadslid is aanspreekbaar op de naleving van deze code. (Toelichting: hiermee wordt bedoeld dat een raadslid aanspreekbaar is door onder meer andere raadsleden en de fractie).

2. Belangenverstrengeling en aanbesteding

  • 2.1

    Een raadslid doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 2.2

    Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt het raadslid (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 2.3

    Een oud-raadslid is het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het, tegen beloning, verrichten van werkzaamheden voor de gemeente waaraan hij als raadslid verbonden was, met uitzondering van werkzaamheden als wethouder van die gemeente.

  • 2.4

    Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een raadslid over een onderwerp in het geding kan zijn, geeft hij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat. (Toelichting: dit is ook verankerd in artikel 28 Gmw, waarin is opgenomen wanneer een raadslid geen deel kan nemen aan de stemming).

  • 2.5

    Een raadslid die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.2.6 Een raadslid neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten, geschenken of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kunnen beïnvloeden.

3. Nevenfuncties (Toelichting: er wordt bij deze formulering vanuit gegaan dat het raadslidmaatschap de ‘hoofdfunctie’ is en worden dus alle

overige functies als nevenfuncties betiteld. Hierbij wordt

door de VNG erkend dat deze (neven)functies een noodzakelijke bron van inkomsten kunnen zijn).

  • 3.1

    Een raadslid vervult geen nevenfuncties die een structureel risico vormen voor een integere invulling van de politieke functie.

  • 3.2

    Een raadslid geeft ten behoeve van de openbaarmaking van zijn nevenfuncties en q.q.-nevenfuncties aan voor welke organisaties de functies worden verricht.

  • 3.3

    Een raadslid behoudt geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie (tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan). De inkomsten komen ten goede aan de kas van de gemeente. (Toelichting: een q.q.-nevenfunctie is een nevenfunctie die een raadslid uit hoofde van zijn raadslidmaatschap vervult. Dit type nevenfuncties doen zich momenteel niet voor in ’s-Hertogenbosch).

4. Informatie

  • 4.1

    Een raadslid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij verstrekt geen geheime c.q. vertrouwelijke informatie.

  • 4.2

    Een raadslid houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim c.q. vertrouwelijk is en het niet geven van informatie gebaseerd is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 4.3

    Een raadslid maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

5. Aannemen van geschenken

  • 5.1

    Een raadslid accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten indien zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed.

  • 5.2

    Geschenken en giften die een raadslid uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd in de fractie.

  • 5.3

    Indien een raadslid geschenken of giften ontvangt die een waarde van 50 euro of minder vertegenwoordigen, behoeven ze niet te worden gemeld.

  • 5.4

    Geschenken, giften en diensten die een raadslid uit hoofde van zijn functie ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan 50 euro vertegenwoordigen zijn eigendom van de fractie.

  • 5.5

    Geschenken en giften worden bij voorkeur via het postadres van de gemeente ontvangen. In geval de waarde van het geschenk meer dan 50 euro bedraagt, neemt de fractie een besluit over de bestemming van het geschenk.

  • 5.6

    Een raadslid maakt in de fractie melding van uitnodigingen voor excursies en evenementen op kosten van derden.

6. Bestuurlijke uitgaven

  • 6.1

    Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond.

  • 6.2

    Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven worden de volgende criteria gehanteerd:

    • -

      met de uitgave is het belang van de gemeente gediend en

    • -

      de uitgave vloeit voort uit de functie.

7. Declaraties

  • 7.1

    Een raadslid declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 7.2

    Een raadslid declareert kosten conform de daarvoor geldende regelingen.

  • 7.3

    Declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde administratieve procedure.

  • 7.4

    In geval van twijfel over een declaratie, wordt deze in het presidium van de raad besproken, waarbij het presidium de declaratie zonodig ter besluitvorming aan de raad zal voorleggen, al dan niet voorzien van een aanbeveling.

8. Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

  • 8.1

    Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privédoeleinden is in beginsel niet toegestaan. Tenzij het betreft de bruikleen van een computer en bijbehorende randapparatuur die deels mede voor privédoeleinden worden gebruikt.

9. Reizen buitenland

  • 9.1

    Een raadslid dat, uit hoofde van zijn functie of op uitnodiging voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, het voornemen heeft een buitenlandse reis te maken, heeft toestemming nodig van de fractie. Het fractiebelang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. De reis wordt door de fractie bekostigd.

  • 9.2

    Een raadslid dat het voornemen van een reis meldt, verschaft aan de fractie informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten.

  • 9.3

    Het anderszins meereizen van derden ten laste van het budget fractieondersteuning is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan.

  • 9.4

    Van de reis wordt verslag gedaan in de fractie.

  • 9.5

    Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privédoeleinden is toegestaan. De extra reis- en verblijfskosten komen volledig voor rekening van het raadslid.

  • 9.6

    De in verband met de buitenlandse dienstreis gemaakte functionele uitgaven worden vergoed conform de geldende regelingen. Uitgaven worden vergoed voor zover zij redelijk en verantwoord worden geacht.

Ondertekening

's-Hertogenbosch,
De gemeenteraad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
drs. A. van der Jagt, mr. dr. A.G.J.M. Rombouts