Reglement wegsleepregeling (brom-)fietsen 's-Hertogenbosch 2009

Geldend van 18-01-2010 t/m heden

Intitulé

Reglement Wegsleepregeling (brom-) fietsen ‘s-Hertogenbosch 2009

Burgemeester en wethouders van ’s-Hertogenbosch;

Overwegende, dat zij krachtens artikel 101a van de Algemene Plaatselijke Verordening in de omgeving van het station en elders in de binnenstad locaties hebben aangewezen, waarin openbare wegen of gedeelten van openbare wegen zijn gelegen, waar het verboden is fietsen en bromfietsen onbeheerd achter te laten of te laten staan buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen; dat zij besloten hebben om in dit gebied onder hieronder genoemde voorwaarden en met inachtneming van bepaalde regels, gebruik te maken van hun bevoegdheid op basis van artikel 125 Gemeentewet juncto artikel 5:22 van de Algemene wet bestuursrecht, tot toepassing van bestuursdwang door middel van het wegslepen c.q verwijderen van fietsen en bromfietsen; dat zij in verband hiermee een wegsleepregeling voor fietsen en bromfietsen willen vaststellen die van kracht is in alle gevallen dat zij op grond van artikel 101a van de Algemene Plaatselijke Verordening, een gebied aanwijzen waar een al dan niet zonaal, stallingsverbod voor (brom-)fietsen van kracht is;

BESLUITEN

de volgende regeling vast te stellen:

  • 1. Door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren kunnen tot verwijdering van een fiets of bromfiets overgaan op:

    • a.

      alle als zodanig al dan niet zonaal, aangewezen openbare wegen of weggedeelten, waar het buiten de aangegeven plaatsen c.q. rekken verboden is, een fiets of bromfiets onbeheerd achter te laten of neer te zetten;

    • b.

      alle als zodanig al dan niet zonaal, aangewezen openbare wegen of weggedeelten, waar het buiten de aangegeven plaatsen c.q. rekken verboden is een fiets of bromfiets onbeheerd achter te laten of neer te zetten, langer dan de toegestane en als zodanig aangegeven tijdsduur.

    • c.

      alle als zodanig al dan niet zonaal, aangewezen openbare wegen of weggedeelten, waar het opde aangegeven plaatsen c.q. in of aande voor het stallen van (brom-)fietsen bestemde rekken, verboden is een fiets of bromfiets onbeheerd achter te laten of neer te zetten langer dan de toegestane en als zodanig aangegeven tijdsduur;

    • d.

      op plaatsen, waar het conform artikel 54 van de Algemene Plaatselijke Verordening verboden is fietsen of bromfietsen achter te laten of neer te zetten tegen een raam, een raamkozijn, een deur of de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek omdat de gebruiker van dat gebouw nadrukkelijk heeft aangegeven dat het achterlaten of neerzetten van fietsen of bromfietsen tegen zijn wil gebeurt of indien de ingang van het gebouw versperd wordt;

    • e.

      alle plaatsen op de openbare weg indien de fiets of bromfiets op grond van artikel 95 van de Algemene Plaatselijke Verordening wordt aangemerkt als een wrak. Onder een wrak wordt verstaan een fiets of bromfiets die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud verkeert (er is niet meer mee te rijden) én in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert (er is lange tijd niet mee gereden).

  • 2. In de onder 1.a en 1.d bedoelde gevallen wordt met de verwijderingsprocedure niet eerder een aanvang gemaakt dan nadat is geconstateerd, dat de fiets of bromfiets langer dan 30 minuten onbeheerd is achtergelaten of neergezet. In de onder 1.b en 1.c bedoelde gevallen wordt met de verwijderingsprocedure niet eerder een aanvang gemaakt dan nadat is geconstateerd dat de fiets of bromfiets langer dan 15 minuten na de toegestane tijdsduur is achtergelaten of neergezet.

  • 3. De verwijderingsprocedure wordt gestart door middel van het bevestigen van een voorbedrukte mededeling aan het stuur van het foutgeparkeerde fiets of bromfiets, waarin de verwijdering wordt aangekondigd, het tijdstip van de mededeling staat vermeld en waarin gewezen wordt op de mogelijkheid van bezwaar en beroep.

  • 4. Met het verwijderen van de fiets of bromfiets wordt geacht een aanvang te zijn gemaakt indien het dienstvoertuig, bestemd om weg te slepen, op de plaats van de overtreding is gearriveerd, ook al is nog niet overgegaan tot het feitelijk wegnemen van de fiets of bromfiets.

  • 5. Indien de fiets of bromfiets is vastgemaakt of vastgezet aan opstallen of verkeerspalen e.d., wordt het slot of de ketting etc. door middel van gereedschap verbroken. De kosten voor vervanging van verbroken sloten zijn voor de eigenaar /houder van de verwijderde fiets of bromfiets.

  • 6. De verwijderde fiets of bromfiets wordt met gebruik van daartoe geëigende middelen overgebracht naar de aangewezen stallingsruimte. Verwijderde (brom-)fietsen worden in een afgesloten ruimte bewaard.

  • 7. Zodra een fiets of bromfiets in bewaring is genomen, wordt er een schriftelijke verklaring opgemaakt, die de volgende gegevens bevat:

    • -

      een summiere omschrijving van de fiets of bromfiets;

    • -

      een opgave van de plaats waar de (brom-)fiets is verwijderd;

    • -

      een beschrijving van de algemene staat van de (brom-)fiets;

    • -

      de datum en het tijdstip van het in bewaring stellen.

    • -

      de datum en het tijdstip, waarop de (brom-)fiets door de eigenaar/houder is opgehaald;

    • -

      de naam en het adres van degene, die de (brom-)fiets heeft opgehaald;

    • -

      het bedrag van de voor het overbrengen en bewaren verschuldigde kosten, dat bij het afhalen is voldaan.

    Deze verklaring wordt opgenomen in een bewaarregister.

  • 8. De kosten, verbonden aan het overbrengen van de fiets of bromfiets bedragen € 15,=. Dit tarief wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de door het CBS gepubliceerde consumentenprijsindexering (reeks werknemers laag; 1995 = 100).

  • 9. Als plaatsen van bewaring van weggesleepte (brom-)fietsen worden aangewezen de garages en fietsenstallingen onder beheer van de afdeling Stadstoezicht. De plaatsen zijn door tussenkomst van Stadstoezicht voor het publiek geopend van maandag tot en met vrijdag van 07.00 uur tot 22.00 uur en op zaterdag van 09.00 uur tot 22.00 uur.

  • 10. De verwijderde (brom-)fiets wordt tegen betaling van de genoemde kosten ter beschikking gesteld aan de eigenaar. Als eigenaar wordt beschouwd degene, die redelijkerwijze aannemelijk kan maken, dat de fiets hem of haar in eigendom toebehoort (door beschrijving of fietssleutel).

  • 11. Indien kan worden aangetoond, dat tijdens de overbrenging en/of bewaring, schade aan de fiets of bromfiets is toegebracht, vergoedt de gemeente deze schade.

  • 12. Een fiets of bromfiets, die uiterlijk 13 weken na de verwijderingsdatum niet door de eigenaar is opgehaald, zal worden verkocht.

  • 13. Als ambtenaren, bevoegd tot uitvoering van deze regeling, worden aangewezen de ambtenaren aan wie een algemene opsporingsbevoegdheid is verleend alsmede de ambtenaren van de afdeling Stadstoezicht, die op basis van interne instructie zijn belast met de uitvoering van deze regeling.

Ondertekening

's-Hertogenbosch, 15 december 2009
Burgemeester en wethouders van ’s-Hertogenbosch,
De secretaris, De burgemeester,
mr. drs. I.A.M. Woestenberg, mr. dr. A.G.J.M. Rombouts