Regeling vervallen per 01-01-2009

Verordening rioolrechten 2004

Geldend van 16-12-2006 t/m 31-12-2008

Intitulé

Verordening rioolrechten 2004

De raad der gemeente Aa en Hunze;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van d.d. 28 september 2006, nummer 2006/60;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Gemeentewet;

besluit:

gewijzigd (3e wijziging) vast te stellen de:

“Verordening op de heffing en de invordering van rioolrechten 2004”

(Verordening Rioolrechten 2004, oorspronkelijk vastgesteld d.d. 5 november 2003)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt

  • a.

    onder gemeentelijke riolering mede het voor de openbare dienst bestemde gemeentewater begrepen;

  • b.

    onder afvalwater verstaan water en stoffen die worden afgevoerd via de gemeentelijke riolering;

  • c.

    onder eigendom verstaan een roerende of een onroerende zaak;

  • d.

    onder verbruiksperiode verstaan de periode waarop de afrekening van het waterleidingbedrijf betrekking heeft;

  • e.

    onder kalenderweek verstaan de periode van zondag t/m zaterdag.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    Onder de naam “rioolrechten” wordt geheven een recht van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.

  • 2.

    Met betrekking tot het recht als bedoeld in het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld het eigendom al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een eigendom - niet een gedeelte als bedoeld in artikel 3 - ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte in gebruik heeft afgestaan.

Artikel 3 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 2 bedoeld eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, worden de rechten geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1.

    Het recht wordt geheven naar het aantal kubieke meters afvalwater dat vanuit het eigendom wordt afgevoerd.

  • 2.

    Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op het aantal kubieke meters water dat in de laatste aan het einde van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het eigendom is toegevoerd of is opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.

  • 3.

    Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voorzien van een:

    • a.

      watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of

    • b.

      bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest, kan worden afgelezen.

  • De

    eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling.

  • 4.

    De op de voet van het tweede lid berekende hoeveelheid toegevoerd of opgepompt water wordt verminderd met de aantoonbare hoeveelheid water die niet als afvalwater is afgevoerd.

  • 5.

    Indien voor de in artikel 2 bedoelde eigendommen niet de hoeveelheid afvalwater kan worden vastgesteld zoals hiervoor omschreven, zullen burgemeester en wethouders:

    • a.

      voor tot woning dan wel tot recreatiewoning dienende eigendommen, de hoeveelheid afvalwater bepalen op 75 m³ ;

    • b.

      voor gebruikers van niet tot woning dienende eigendommen de verdeelsleutel hanteren zoals deze door de respectievelijke gebruikers wordt gebruikt voor de onderlinge verdeling van de waternorm van de NV Waterleidingmaatschappij Drenthe en bij het ontbreken van een dergelijke regeling overgaan tot een zo reëel mogelijke verdeling op basis van de beschikbare gegevens.

Artikel 5 Tarieven

Het recht bedraagt per jaar per eigendom, indien het aantal kubieke meters geloosd afvalwater valt in de categorie:

1. van 0 tot 25 m³

€ 100,90

2. van 25 tot 50 m³

€ 112,50

3. van 50 tot 75 m³

€ 137,90

4. van 75 tot 100 m³

€ 149,50

5. van 100 tot 125 m³

€ 172,65

6. van 125 tot 150 m³

€ 185,40

7. van 150 tot 175 m³

€ 208,50

8. van 175 tot 200 m³

€ 221,25

9. van 200 tot 225 m³

€ 244,95

10. van 225 tot 250 m3

€ 263,55

11. van 250 tot 300 m3

€ 295,90

12. van 300 tot 350 m3

€ 334,85

13. van 350 tot 400 m³

€ 355,70

14. van 400 tot 500 m³

€ 410,55

15. van 500 tot 600 m3

€ 487,35

16. van 600 tot 700 m3

€ 564,65

17. van 700 tot 800 m³

€ 642,05

18. van 800 tot 900 m³

€ 720,70

19. van 900 tot 1.000 m3

€ 796,80

20. van 1.000 tot 1.500 m3

€ 1.269,70

21. van 1.500 tot 2.000 m³

€ 1.570,60

22. van 2.000 tot 4.000 m³

€ 2.562,15

23. van 4.000 tot 7.500 m³

€ 4.853,60

24. van 7.500 tot 10.000 m³

€ 7.761,25

25. van 10.000 tot 25.000 m3

€ 15.495,55

26. van 25.000 of meer m³

€ 27.100,90

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    Het recht wordt geheven bij wege van een schriftelijke gedagtekende kennisgeving waarop het te vorderen bedrag is vermeld. Als kennisgeving wordt aangemerkt de periodieke- of jaarafrekening van de NV Waterleidingmaatschappij Drenthe.

  • 2.

    De voorlopige gevorderde bedragen worden met het definitief gevorderde bedrag verrekend.

  • 3.

    In geval aan de belastingplichtige geen nota’s van de NV Waterleidingmaatschappij Drenthe worden verzonden wordt het recht geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet het gevorderde bedrag en de voorlopig gevorderde bedragen worden voldaan binnen 14 dagen na de dagtekening van de nota’s van de NV Waterleidingmaatschappij Drenthe.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in de vorige volzin moet het bij wege van aanslag geheven recht als bedoeld in artikel 7, lid 3, worden voldaan in één termijn, vervallende op de laatste dag der maand volgende op die welke in de dagtekening van de aanslag is vermeld.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang.

  • 1.

    Indien het recht bij wege van aanslag wordt geheven, ontstaat de belastingschuld bij aanvang van het belastingtijdvak, of indien de belastingplicht op een later tijdstip aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht verschuldigd met ingang van de eerste dag van de kalenderweek volgende op die waarin dat eigendom in gebruik wordt genomen.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, is het recht verschuldigd tot en met de kalenderweek waarin het gebruik van dat eigendom wordt beëindigd.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolrechten.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1.

    De ‘Verordening Rioolrechten 2003”, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 november 2002, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2007.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Rioolrechten 2004”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Aa en Hunze, gehouden op 8 november 2006.
De griffier, De voorzitter,
T. Santes. Drs. R.W. Munniksma.