Regeling vervallen per 27-01-2010

Handhavingsverordening Wet werk en bijstand

Geldend van 01-01-2005 t/m 26-01-2010

Intitulé

Handhavingsverordening Wet werk en bijstand

De raad van de gemeente Aa en Hunze;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze;

overwegende dat de raad op grond van het bepaalde in artikel 8a van de Wet werk en bijstand verplicht is bij verordening regels te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet;

Besluit:

vast te stellen de hierna volgende verordening: 

Handhavingsverordening Wet werk en bijstand.

Artikel 1 Definities

  • 1.

    Voor de betekenis van de in deze verordening genoemde begrippen wordt verwezen naar de begripsomschrijvingen van de Wet werk en bijstand dan wel de Algemene wet bestuursrecht (Awb) met uitzondering van de in lid 2 van dit artikel genoemde begrippen.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

Artikel 2 Handhavingsplan

  • 1.

    Het college draagt, in het kader van de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, zorg voor het opstellen van een handhavingsplan.

  • 2.

    In het handhavingsplan komt op zijn minst tot uitdrukking :

    • -

      aanpak fraudepreventie;

    • -

      aanpak frauderepressie.

Artikel 3 Afstemming en terugvordering

  • 1.

    Bij ten onrechte ontvangen bijstand of langdurigheidstoeslag ten gevolge van het schenden van de inlichtingenplicht alsmede bij misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, verlaagt het college de bijstand of de langdurigheidstoeslag conform hetgeen hierover is bepaald in de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand.

  • 2.

    Terugvordering van ten onrechte ontvangen bijstand of langdurigheidstoeslag vindt plaats met inachtneming van paragraaf 6.4 van de wet.

  • 3.

    Het college stelt nadere regels met betrekking tot terugvordering.

Artikel 4 Verhaal

  • 1.

    Tot het tijdstip waarop de artikelen 56, 61 en 62 van de wet in werking treden, worden kosten van bijstand verhaald in de gevallen en overeenkomstig de regels van de artikelen 92, tweede en derde lid, tot en met 105 en artikel 141 van de Algemene bijstandswet.

  • 2.

    Het college stelt nadere regels met betrekking tot verhaal.

Artikel 5 Invordering en kwijtschelding

Het college stelt nadere regels met betrekking tot de invordering en kwijtschelding.

Artikel 6 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 7 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: “Handhavingsverordening Wet werk en bijstand”.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Aa en Hunze op 27 oktober 2004.
De voorzitter, De griffier,
Drs. R.W. Munniksma. T.Santes.

Toelichting

Op grond van de Wet werk en bijstand dient de gemeenteraad een aantal verordeningen vast te stellen. Artikel 8a geeft aan dat een verordening moet worden vastgesteld waarin regels worden opgesteld in het kader van het financiële beheer voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Dit betreft de Handhavingsverordening Wet werk en bijstand.

Deze verordening betreft een kaderverordening. Jaarlijks stelt het college een handhavingsplan vast waarin minimaal wordt aangegeven de wijze van preventieve en repressieve handhaving. Preventief beleid vormt een belangrijk onderdeel van misbruikbestrijding, immers: voorkomen is beter dan genezen. Voorkomen moet worden dat mensen die onterecht een beroep doen op de Wet werk en bijstand toch een (te hoge) uitkering ontvangen. Alle activiteiten gericht op preventie kunnen gerekend worden tot de zogenaamde `poortwachtersfunctie', dat wil zeggen het bewaken van de toegang tot de bijstand en de controle op het recht op bijstand bij het `zittende bestand'. Repressief beleid, gericht op misbruikbestrijding, bestaat uit het opleggen van sancties en het terugvorderen van fraudeschulden.