Regeling vervallen per 01-01-2009

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2008

Geldend van 01-01-2008 t/m 31-12-2008

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2008

De raad der gemeente Aa en Hunze;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze,

d.d. 26 oktober 2007, nummer 2007/67;

gelet op artikel 224 van de gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

“Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2008” (Verordening Toeristenbelasting 2008)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantieonderkomens: woningen en andere bedrijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto’s, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden.

  • d.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan;

  • e.

    groepsaccommodatie: woningen en andere verblijven met meer dan 8 slaapplaatsen, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf en recreatieve doeleinden.

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam “toeristenbelasting” een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    door degene, die:

    • a.

      als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;

    • b.

      verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter zake van het verblijf in of het ter beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letter c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

Artikel 6 Vaststelling van de maatstaf van heffing

  • 1.

    Het aantal personen dat heeft overnacht alsmede het aantal malen dat is overnacht, wordt met betrekking tot vakantieonderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten, mobiele kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsen en groepsaccommodaties bepaald op basis van het nachtverblijfregister van de belastingplichtige.

  • 2.

    Ingeval de belastingplichtige niet beschikt over een geautomatiseerd nachtverblijfregister, kan door de gemeente een bij te houden nachtverblijfregister worden verstrekt.

Artikel 7 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1.

    Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen bepaald op 3 (drie).

  • 2.

    Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht, wordt ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen welke geschikt zijn of slechts gebruikt mogen worden gedurende een periode van:

    • Ten

      hoogste drie maanden, bepaald op 30.

    • Meer

      dan drie doch ten hoogste zeven maanden, bepaald op 50.

    • Meer

      dan zeven doch ten hoogste twaalf maanden, bepaald op 65.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in de leden 1 en 2 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit lager is dan het op grond van het in de leden 1 en 2 berekende aantal.

Artikel 8 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 0,75.

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Aanslaggrens

Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan twintig heeft belopen.

Artikel 12 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen een maand later.

  • 3.

    Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c van de Invorderingswet 1990met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 4.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Nadere regels door college van Burgemeester en Wethouders

Het college van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van toeristenbelasting.

Artikel 15 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening Toeristenbelasting 2004” vastgesteld bij raadsbesluit van 5 november 2003 en voor het laatst gewijzigd bij besluit van 8 november 2006 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Toeristenbelasting 2008”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Aa en Hunze, gehouden op
7 november 2007.
De griffier, De voorzitter,
T. Santes. Drs. H.F. van Oosterhout.