Regeling vervallen per 01-01-2009

Verordening hoor- en adviescommissie gemeenteraad

Geldend van 03-04-2003 t/m 31-12-2008

Intitulé

Verordening hoor- en adviescommissie gemeenteraad

Verordening op de hoor- en advies commissie aan de gemeenteraad

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de raad: de gemeenteraad;

  • b.

    het presidium: het orgaan als bedoeld in het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad;

  • c.

    fractie: fractie als bedoeld in artikel 5 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad;

  • d.

    commissie: de hoor- en adviescommissie;

  • e.

    de wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • f.

    de zitting: de hoorzitting en de daarop volgende vergadering waarin de commissie beraadslaagt en beslist over het uit te brengen advies.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie.

  • 1.

    Er is een commissie uit de raad, die ter voorbereiding op door de raad te nemen besluiten degenen, die op grond van een wettelijk voorschrift of een afzonderlijk besluit van de raad in de gelegenheid moeten worden gesteld zienswijzen of bedenkingen mondeling kenbaar te maken of toe te lichten, dan wel in de gelegenheid moeten worden gesteld tot een gedachtewisseling over het ontwerp van een besluit, daartoe in een hoorzitting van de commissie gelegenheid geeft en vervolgens aan de gemeenteraad advies uitbrengt over het te nemen besluit.

  • 2.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften op grond van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een lid en een plaatsvervangend lid per fractie.

  • 2.

    De leden en de plaatsvervangende leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 3.

    Een plaatsvervangend lid kan niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op leden en plaatsvervangende leden van de commissie. Plaatsvervangende leden die niet-raadslid zijn dienen daarnaast tijdens de laatste verkiezingen van de raad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van een fractie.

Artikel 4 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2.

    De voorzitter is lid van de commissie.

  • 3.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de hoorzitting en van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening.

 Artikel 5 Secretaris

  • 1.

    De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2.

    Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de raad.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 3.

    De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 7 Uitoefening taak

De commissie oefent zijn taak uit op verzoek van de raad.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het presidium vereist.

Artikel 9 Zitting

De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1.

    De voorzitter verzendt de schriftelijke uitnodiging voor de zitting ten minste twee weken voor de zitting.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen belanghebbenden onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een zitting en vergadering is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 12 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de zitting indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2.

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Van het horen wordt een verslag gemaakt.

  • 2.

    Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Het uitbrengen van advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist in een openbare vergadering over het door haar uit te brengen advies. Het bepaalde in artikel 14 is van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3.

    Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4.

    Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies

Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan de raad.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van haar bekendmaking.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening hoor- en adviescommissie gemeenteraad.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Aa en Hunze, gehouden op
26 maart 2003
De griffier, De voorzitter,
T. Santes. Drs. R.W. Munniksma.