Spaarloonregeling gemeente Aa en Hunze

Geldend van 07-10-1999 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-1998

Intitulé

Spaarloonregeling gemeente Aa en Hunze

De raad van de gemeente Aa en Hunze;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze d.d. 14 september 1999, nummer 1999/115;

gelet op het bepaalde in de Wet van 1 november 1993, staatsblad 1993, 573;

gehoord de commissie voor (Bijzonder) Georganiseerd Overleg;

besluit

vast te stellen de navolgende Spaarloonregeling:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

werkgever : de gemeente Aa en Hunze;

deelnemer : de werknemer die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 vrijwillig deelneemt aan deze regeling;

spaarinstelling : de instelling die van overschrijving van het spaar loon zonder verdere administratieve verplichtingen van de werkgever:

  • -

    spaartegoeden van de deelnemer administreert;

  • -

    verzoeken om deblokkering beoordeelt op grond van de voor de spaarloonregeling geldende wettelijke bepalingen en;

  • -

    de belastbare opnames van spaartegoeden ten behoeve van belastinginhouding overschrijft naar de werkgever, voorzover niet op andere wijze tot belastingafdracht wordt overgegaan;

spaarloon : elk overeenkomstig de bepalingen van de regeling op de spaarrekening gestort bedrag;

spaarrekening : de bij de spaarinstelling ten name van de deelnemer geopende rekening.

Artikel 2 Deelneming

  • 1.

    De deelname aan de spaarregeling is vrijwillig.

  • 2.

    Deelname staat open voor alle werknemers die tot de werkgever in dienstbetrekking staan of geacht worden te staan.

  • 3.

    De toetreding vindt plaats na indiening bij de werkgever van een door de deelnemer ondertekend machtigingsformulier, waarin de deelnemer de werkgever machtigt een door hem aan te geven bedrag periodiek van zijn salaris in te houden en over te maken op zijn spaarloonrekening bij de spaarinstelling. Tevens dient de deelnemer een ondertekend openingsformulier bij de spaarinstelling in te leveren.

  • 4.

    Nieuw in dienst tredende werknemers kunnen burgemeester en wethouders verzoeken hun bij vorige werkgevers opgebouwde saldo in te brengen in de spaarloonregeling van de gemeente Aa en Hunze onder overlegging van de jaaroverzichten en een opgave van het gespaarde bedrag in het lopende jaar onder de voorwaarde dat de vorige spaarinstelling daaraan haar medewerking verleent.

Artikel 3

  • 1.

    Deelname aan de spaarregeling kan per eerste van iedere maand ingaan, waarbij een vast spaarbedrag wordt opgegeven, met inachtneming van het wettelijk vastgestelde maximum.

  • 2.

    Wijziging van het spaarbedrag is alleen mogelijk per 1 januari.

  • 3.

    Het spaarbedrag wordt zonder aftrek van loonheffing en sociale premies op het maandsalaris van de deelnemer ingehouden en overgemaakt naar zijn/haar spaarrekening.

  • 4.

    Het is de deelnemer niet toegestaan rechtstreeks stortingen op de spaarloonrekening te verrichten.

  • 5.

    Bij arbeidsongeschiktheid worden de in te houden bedragen ingehouden op de uitkeringen krachtens de wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering, voor zover deze geschieden via de werkgever. Indien dit niet het geval is wordt de deelneming opgeschort tot het tijdstip waarop de deelnemer zijn werk hervat.

Artikel 4 Uitvoering

  • 1.

    Het spaarloon van een bepaalde maand zal nadat het gedurende tenminste 4 jaren gerekend vanaf de maand van bijschrijving op de spaarrekening heeft gestaan, overgeboekt worden naar de door de deelnemer opgegeven tegenrekening.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in lid 1 kan het spaarloon geheel of gedeeltelijk vrij worden opgenomen en zal het op verzoek van de deelnemer worden overgeboekt naar zijn tegenrekening voor bestedingsdoeleinden als bedoeld in artikel 5.

  • 3.

    Het spaarloon mag door de deelnemer niet worden vervreemd of bezwaard.

  • 4.

    De werkgever zal niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor eventuele consequenties, die uit het beheer van spaarloon -door de spaarinstelling gevoerd- zouden kunnen voortvloeien.

  • 5.

    Door toetreding tot de Spaarloonregeling wordt de deelnemer geacht ermee in te stemmen dat aan de werkgever vertrouwelijke gegevens over zijn spaarrekening worden verstrekt, voor zover deze nodig zijn ter vergelijking met de administratie, welke de werkgever op grond van de wettelijke bepalingen voert. De werkgever is ten aanzien van deze gegevens ten opzichte van derden tot geheimhouding verplicht.

Artikel 5 Erkende bestedingsdoeleinden

  • 1.

    Als bestedingsdoeleinden worden erkend, indien:

    • a.

      Eigen woning

    • de opname wordt aangewend voor de verwerving van een tot hoofdverblijf dienende eigen woning door deelnemer of dienst echtgeno(o)t(e). Onder eigen woning wordt mede verstaan een lidmaatschap van een coöperatie waarvan de leden enkel op grond van hun lidmaatschap het recht van uitsluitend gebruik hebben van een aan de coöperatie in eigendom toebehorend gebouw, danwel van een afzonderlijk gedeelte van een zodanig gebouw. De hier bedoelde vrije opname moet uiterlijk plaatsvinden binnen één maand na het passeren van de notariële (transport)akte.

    • b.

      Levensverzekering

    • de opname wordt aangewend ter voldoening van premies of koopsommen verschuldigd ingevolge een overeenkomst van levensverzekering gesloten door de deelnemer of diens echtgeno(o)t(e). De polissen c.q. de rechten van de deelnemer of van zijn echtgeno(o)t(e) moeten onbezwaard deel uitmaken van het vermogen van de deelnemer of zijn echtgeno(o)t(e) dan wel, ingeval de deelnemer ongehuwd is, de partner met wie hij/zij duur zaam een gezamenlijke huishouding voert.

    • c.

      Effecten

    • de opname wordt aangewend voor belegging in effecten, mits de effecten onbezwaard deel uitmaken en deel uit blijven maken van het vermogen van de deelnemer.

    • Bij verkoop van effecten binnen de in artikel 4 genoemde termijn van vier kalenderjaren, dient de opbrengst – tot het bij de aankoop ten laste van de spaarloonrekening voor die aankoop opgenomen bedrag– onverwijld op de spaarloonrekening te worden teruggestort.

    • Indien de opbrengst niet toereikend is, is het toegestaan de terugstorting aan te vullen uit eigen middelen tot het bij de aankoop ten laste van de spaarloonrekening opgenomen bedrag.

  • 2.

    De deelnemer die in de gevallen genoemd onder a tot en met c wenst te beschikken over het spaarloon dient daartoe schriftelijk bewijs te overleggen aan de spaarinstelling.

Artikel 6 Beëindiging deelnemerschap/dienstverband

  • 1.

    Het deelnemerschap eindigt:

    • a.

      door bet eindigen van het dienstverband van de deelnemer met de werkgever;

    • b.

      door opzegging van de deelneming door de deelnemer. Een dergelijke opzegging zal door de werkgever schriftelijk moeten worden gedaan aan de spaarinstelling;

    • c.

      door royement van de deelnemer door de werkgever wegens handelingen strijdig met het in deze spaarregeling bepaalde.

  • 2.

    Indien het deelnemerschap eindigt op grond van de in lid 1, onderdeel b of c van dit artikel genoemde redenen, blijft, zolang het dienstverband van de voormalige deelnemer voortduurt, de spaarloonrekening gehandhaafd en gelden ten aanzien van het opnemen van bedragen daarvan de bepalingen vermeld in de artikelen 4 en 5.

  • 3.

    Wanneer de spaarloonrekening wordt opgeheven als gevolg van beëindiging van het dienstverband van de deelnemer met de werkgever, zal de werkgever de spaarinstelling informeren ten aanzien van de hierbij te volgen procedure.

Artikel 7 Administratieve bepalingen

  • 1.

    Indien de deelnemer bij aanvaarding van een betrekking elders tijdig daartoe verzoekt en de betreffende spaarinstelling(en) daartoe de gelegenheid bieden, kan de inleg op de spaarloonrekening geldend bij de nieuwe werkgever worden overgemaakt.

  • 2.

    Voor het opnemen van bedragen ten laste van de spaarloonrekening dient de deelnemer een opnameformulier bij de werkgever in te leveren onder overlegging van de nodige bewijsstukken t.a.v. erkende bestedingsdoeleinden.

  • 3.

    Opnamen worden door de spaarinstelling overgeboekt naar de bankrekening van de deelnemer.

  • 4.

    De administratie van alle ingehouden spaargelden geschiedt door de spaarinstelling.

  • 5.

    Aankoop en verkoop van effecten ten laste van de spaarloonrekening geschiedt door bemiddeling van de werkgever. Bewaring geschiedt door en onder de verantwoordelijkheid van de werkgever. Het voor aankoop verschuldigde bedrag zal door de spaarinstelling worden overgeboekt naar de werkgever.

  • 6

    Indien een bedrag van de spaarrekening wordt opgenomen, geschiedt dit ten laste van het spaarbedrag dat het laatst is bijgeschreven; is dit niet toereikend, dan van het voorlaatste en zo vervolgens.

Artikel 8 Effectenbezit

Met betrekking tot ten laste van de spaarloonrekening gekochte effecten moet:

  • a.

    het in aankoopprijs begrepen bedrag aan ingehouden spaargelden worden gelijkgesteld met de oudste ingehouden spaargelden op de spaarloonrekening, zolang de effecten onbezwaard deel uitmaken van het vermogen van de deelnemer;

  • b.

    bij verkoop van de effecten het onder a bedoelde bedrag, voor zover dit onverwijld wordt teruggestort op de spaarloonrekening, worden gelijkgesteld met ingehouden spaargelden.

Artikel 9 Inwerkingtreding

De regeling kan worden aangehaald als “Spaarloonregeling gemeente Aa en Hunze” en treedt in werking op 1 januari 1998.

Artikel 10 Slotbepaling

Burgemeester en wethouders beslissen in alle gevallen waarin over de uitleg van de bepalingen van deze regeling verschil van inzicht bestaat met inachtneming van de wettelijke bepalingen inzake spaarloonregelingen voor deelnemers.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Aa en Hunze, gehouden op 23 september 1999.
De secretaris, De voorzitter,
Mr. F. Snoep. Drs. R.W. Munniksma.