Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en de invordering van Leges 2010

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van Leges 2010

De raad der gemeente Aa en Hunze;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze,

d.d. , nummer ;

gelet op de artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

“Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010”

(Legesverordening 2010)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a

    ‘dag’ : de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b

    ‘week’ : een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c

    ‘maand’ : het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n–1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d

    ‘jaar’ : het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n–1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e

    ‘kalenderjaar’ : de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • 1.

    stukken, inlichtingen of nasporingen in hun persoonlijk belang benodigd door personen, die door een verklaring, afgegeven door de burgemeester hunner woon- of verblijfplaats, of op andere wijze, van hun onvermogen doen blijken;

  • 2.

    attestaties de vita, strekkende tot betaling van pensioenen, lijfrenten en andere periodieke uitkeringen ten laste van de staat, provinciën, gemeenten, waterschappen of andere publiekrechtelijke lichamen;

  • 3.

    de stukken en legalisaties van handtekeningen op stukken betreffende militaire zaken;

  • 4.

    de stukken, inlichtingen of nasporingen door openbare besturen, ambtenaren en instellingen in het openbaar belang aangevraagd;

  • 5.

    de agenda’s voor de vergaderingen van de raad, zowel met als zonder bijbehorende voorstellen, wanneer deze worden gevraagd ten behoeve van de pers of indien deze worden gevraagd ten behoeve van een in de gemeente Aa en Hunze gevestigde politieke formatie; aan een politieke formatie zullen ten hoogste 5 exemplaren kosteloos worden verstrekt;

  • 6.

    bewijzen van onvermogen;

  • 7.

    stukken door ambtenaren benodigd tot het bekomen van pensioen en voor die, benodigd tot het verkrijgen van weduwen- en wezenpensioen.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1

    De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

  • 1.

    Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2.

    Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.8 (akten burgerlijke stand)

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten)

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen)

    • 4.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens)

    • 5.

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag)

    • 6.

      hoofdstuk 13 (kansspelen)

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1.

    De artikelen en tarieventabel van de “Legesverordening 2009” van 12 november 2008 en voor het laatst gewijzigd bij raadsbesluit van 3 juni 2009 vervallen met ingang van 1 januari 2010 met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid vervallen de volgende onderdelen van de tarieventabel van de in het eerste lid genoemde verordening met ingang van 28 december 2009, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan:

    • a.

      onderdeel 5.7 (brandbeveiligingsvergunningen);

    • b.

      onderdelen 11.1 en 11.2 (vergunning, melding of ontheffing als bedoeld in respectievelijk artikel 3, 30 en 35 van de Drank- en Horecawet);

    • c.

      onderdeel 14.1, 14.1.1 en 14.1.2 (ventvergunningen);

    • d.

      onderdeel 15.1, 15.1.1 en 15.1.2 (standplaatsvergunningen);

    • e.

      onderdeel 16.1 (muziekvergunningen).

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid vervallen hoofdstuk 5 (bouwgerelateerde leges) en onderdeel 17.1 (kapvergunningen) van de tarieventabel behorende bij de in het eerste lid genoemde verordening op het tijdstip dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Staatsblad 2008, 496) en het dan tot wet verheven wetsvoorstel Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Kamerstukken 31953) in werking treden, met dien verstande dat dit hoofdstuk en deze onderdelen van toepassing blijven op de belastbare feiten:

    • 1.

      die zich hebben voorgedaan voor bedoeld tijdstip;

    • 2.

      waarop de wettelijke voorschriften zoals deze luidden voor inwerkingtreding van deze wetten, nog moeten worden toegepast.

  • 4.

    Indien de datum van inwerkingtreding van titel 1 van de tarieventabel behorende bij deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijven de op grond van het eerste lid vervallen bepalingen gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 5.

    De op artikel 10 van de in het eerste lid genoemde verordening gebaseerde regels van het college worden geacht mede gebaseerd te zijn op artikel 11 van deze verordening.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid, treedt titel 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel in werking op het tijdstip waarop de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht(Staatsblad 2008, 496) in werking treedt en het dan tot wet verheven wetsvoorstel Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Kamerstukken 31953) in werking treden. De datum waarop dit tijdstip valt is tevens de datum van ingang van de heffing voor die titel.

In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid, treedt titel 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel in werking op 28 december 2009, welke datum tevens de datum van ingang van de heffing voor die titel is.

Deze verordening kan worden aangehaald als ”Legesverordening 2010”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Aa en Hunze, gehouden op
16 december 2009.
De griffier, De voorzitter,
T. Santes. Drs. H.F. van Oosterhout.

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2010

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

 

 

 

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 

1.1.1.1

maandagmorgen en dinsdagmorgen om 9.30 uur

€ 0,00

1.1.1.2

maandagmorgen en dinsdagmorgen om 10.30 en 11.30 uur

€ 224,75

1.1.1.3

maandagmiddag, dinsdagmiddag, woensdag, donderdag en vrijdag

€ 224,75

1.1.1.4

zaterdag, zondag en algemeen erkende feestdagen

€ 561,95

1.1.2

Indien de voltrekking van een huwelijk dan wel registratie van een partnerschap plaatsvindt op een andere locatie dan het gemeentehuis dan wordt het tarief als bedoeld onder 1.1.1. verhoogd met

€ 164,00

1.1.3

Het tarief voor de omzetting van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap bedraagt

€ 45,40

1.1.3.1

Indien de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk plaatsvindt op een:

 

 

a. vrijdag bedraagt het tarief

€ 224,75

 

b. zaterdag, zondag en algemeen erkende feestdag bedraagt het tarief

€ 561,95

1.1.4

Indien de omzetting van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap plaatsvindt op een andere locatie dan het gemeentehuis dan wordt het tarief als bedoeld onder 1.1.3 verhoogd met

€ 164,00

1.1.4.1

Voor het luiden van de klok wordt geheven

€ 20,65

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

1.1.5.1

een trouwboekje of partnerschapboekje

€ 14,10

1.1.5.2

een duplicaat trouwboekje of partnerschapboekje

€ 14,10

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente toewijzen van getuigen, in verband met de voltrekking van een huwelijk dan wel de registratie van een partnerschap, welke in dienst zijn van de gemeente voor iedere getuige

€ 28,00

1.1.7

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

€ 11,35

1.1.8

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

 

 

 

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.2.1.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 50,90

1.2.1.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 (zakenpaspoort)

€ 50,90

1.2.1.3

tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)

€ 49,60

1.2.1.4

tot het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 direct bij de aanvraag van dit nieuwe reisdocument

€ 8,95

1.2.1.5

tot het bijschrijven van een kind middels een bijschrijvingssticker in een al uitgegeven reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3

€ 20,90

1.2.1.6

tot het aanbrengen van een wijziging anders dan bedoeld in 1.2.1.5 in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3

€ 20,90

1.2.1.7

tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) aan personen in de leeftijd van veertien jaar en ouder

€ 42,85

1.2.1.8

tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) aan personen in de leeftijd tot en met dertien jaar

€ 8,95

1.2.1.9

tot het verstrekken van een verklaring van vermissing reisdocument

€ 14,50

1.2.2

De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 alsmede in 1.2.1.7 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

€ 41,00

1.2.3

Het tarief genoemd in 1.2.2 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 en het bijschrijven van één of meer kinderen als bedoeld in 1.2.1.4, slechts één keer per reisdocument berekend.

 

1.2.4

Het tarief genoemd in onderdeel 1.2.1.5 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingssticker van

€ 19,50

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

 

 

 

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.3.1.1

tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 34,00

1.3.1.2

tot het verstrekken van een verklaring van vermissing rijbewijs

€ 14,50

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 33,25

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

 

 

 

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon:

 

 

- waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd

 

 

- die niet zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van een uittreksel GBA via de website

€ 0,00

1.4.2.2

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 5,05

1.4.2.3

tot het verstrekken van een internationaal uittreksel, per verstrekking

€ 7,55

1.4.2.4

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

 

1.4.2.4.1

voor 100 verstrekkingen

€ 91,30

1.4.2.4.2

voor 500 verstrekkingen

€ 304,00

1.4.2.4.3

voor 1.000 verstrekkingen

€ 456,05

1.4.2.4.4

voor 5.000 verstrekkingen

€ 1.520,75

1.4.2.4.5

voor 10.000 verstrekkingen

€ 3.041,55

1.4.3

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

€ 11,35

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

 

 

 

1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet

Nihil

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

 

 

 

1.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

 

1.6.1.1

Ten hoogste € 4,80 als het afschrift bestaat uit ten hoogste 49 pagina’s

 

1.6.1.2

Ten hoogste € 24,05 als het afschrift bestaat uit ten hoogste 50 tot 100 pagina’s

 

1.6.1.3

Ten hoogste € 36,05 als het afschrift bestaat uit meer dan 100 pagina’s

 

1.6.2

De vergoeding voor het bericht dat op een andere gegevensdrager wordt verstrekt dan papier bedraagt ten hoogste € 45,95

 

1.6.3

De vergoeding voor het bericht, bestaande uit een afschrift van een vanwege de aard van de vastlegging, moeilijk toegankelijke registratie, bedraagt ten hoogste € 45,95

 

1.6.4

Als voor hetzelfde bericht op grond van 1.6.1 tot en met 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd wordt de hoogste gevraagd

 

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

 

 

 

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.7.1.1

een afschrift van de gemeentebegroting

€ 56,20

1.7.1.2

een afschrift van de gemeenterekening

€ 30,40

1.7.1.3

een afschrift van de gemeenterekening met bijbehorende bijlagen

€ 66,75

1.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

 

1.7.2.1

op de stukken behorende bij de raadsvergaderingen en marktplaatsen

€ 40,00

1.7.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

1.7.3.1

tot het verstrekken van een afschrift van de algemene plaatselijke verordening, per exemplaar

€ 24,35

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

 

 

 

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.8.1.1

tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

 

1.8.1.2

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,25

1.8.1.3

tot het verstrekken van een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per dm2 lichtdruk

€ 3,25

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

 

 

 

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

€ 30,05

1.9.2

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het in leven zijn (attestatie de vita)

€ 5,05

1.9.3

tot het verkrijgen van iedere andere verklaring omtrent een persoon

€ 5,05

1.9.4

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap, dat niet bestemd is om als reisdocument te dienen

€ 5,05

1.9.5

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 11,35

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

 

 

 

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief en in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

€ 11,35

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

1.10.2.1

een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina

€ 0,25

1.10.2.2

een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk

€ 6,00

Hoofdstuk 11 Leegstandwet

 

 

 

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.11.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 75,00

1.11.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet

€ 75,00

Hoofdstuk 12 Winkeltijdenwet

 

 

 

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

Nihil

Hoofdstuk 13 Kansspelen

 

 

 

1.13.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

1.13.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat

€ 56,50

1.13.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer speelautomaten

 

 

vermeerderd met het product van het aantal speelautomaten waarvoor de vergunning geldt, en een bedrag van € 34,00

€ 22,50

1.13.1.3

voor één speelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 226,50

1.13.1.4

voor twee of meer speelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

 

 

vermeerderd met het product van het aantal speelautomaten, waarvoor de vergunning geldt, en een bedrag van € 136,00

€ 90,50

Hoofdstuk 14 Telecommunicatie

 

 

 

1.14.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet

€ 136,60

1.14.2

Het tarief bedoeld onder 1.14.1 wordt verminderd met de van de melder verkregen of te verkrijgen privaatrechtelijke vergoeding voor beheerkosten in verband met de werkzaamheden, met dien verstande dat de uitkomst van de vermindering niet minder dan nihil kan bedragen

 

Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer

 

 

 

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.15.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 34,75

1.15.2

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 34,75

1.15.3

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 34,75

Hoofdstuk 16 Diversen

 

 

 

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.16.1.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 3,50

1.16.1.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.16.1.2.1

per pagina

€ 0,25

1.16.2

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk

€ 3,25

1.16.3

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 5,00

1.16.4

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 5,00

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

 

 

 

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

2.1.1.1

aanlegkosten:

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.2

bouwkosten:

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.3

sloopkosten:

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.4

Wabo:

 

 

Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

 

 

 

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

2.2.1

om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is

Nihil

2.2.2

om beoordeling van een conceptaanvraag (o.a. schetsplan) om een omgevingsvergunning:

€ 75,00

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project:

 

 

de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 4.538,-- bedragen:

€ 112,65

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 4.538,-- tot € 22.689,-- bedragen:

€ 112,65

 

vermeerderd met:

1,87%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten € 4.538,-- te boven gaan

 

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 22.689,-- tot € 45.378,-- bedragen:

€ 516,45

 

vermeerderd met:

1,71%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten € 22.689,-- te boven gaan

 

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten € 45.378,-- tot € 113.445,-- bedragen:

€ 955,15

 

vermeerderd met:

1,54%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten € 45.378,-- te boven gaan

 

2.3.1.1.5

indien de bouwkosten meer dan € 113.445,-- bedragen:

€ 2.171,45

 

vermeerderd met:

1,39%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten € 113.445,-- te boven gaan

 

2.3.1.2

Extra welstandstoets

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:

 

2.3.1.2.1

indien de bouwkosten minder dan € 2.500,-- bedragen

€ 0,00

2.3.1.2.2

indien de bouwkosten € 2.500,-- tot € 10.000,-- bedragen

€ 35,00

2.3.1.2.3

indien de bouwkosten meer dan € 10.000,-- bedragen

€ 25,00

 

vermeerderd met:

 

 

2 ‰ over de bouwkosten tot € 250.000,--

 

 

1 ‰ over de bouwkosten van € 250.000,-- tot € 450.000,--

 

 

½ ‰ over de bouwkosten van € 450.000,-- tot € 2.250.000,--

 

 

¼ ‰ over de bouwkosten van € 2.250.000,--

 

 

Voor woningen worden de verhoging per woning berekend

 

 

Etage en galerij worden beschouwd als een bouwplan.

 

2.3.1.2.4

De bedragen in dit onderdeel worden rekenkundig afgerond op hele euro’s

 

2.3.1.3

Beoordeling bodemrapport

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

2.3.1.3.1

voor de beoordeling van een historisch bodemonderzoek conform NEN 5725

€ 56,15

2.3.1.3.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 62,15

2.3.1.3.3

voor de beoordeling van een verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740

€ 112,40

2.3.1.3.4

voor een nader onderzoek naar aanleiding van een verkennend bodemonderzoek

€ 56,15

2.3.1.4

Achteraf ingediende aanvraag

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

25%

 

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met dien verstande dat de verhoging niet meer bedraagt dan

€ 1.085,35

2.3.1.5

Beoordeling aanvullende gegevens

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:

Nihil

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

1,39%

 

van de aanlegkosten, met een minimum van:

€ 140,80

2.3.2.2

en een maximum van:

€ 10.358,00

 

Beoordeling bodemrapport

 

 

Onderdeel 2.3.1.3 vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in onderdeel 2.3.2.1 bedoelde aanvraag, tenzij onderdeel 2.3.1.3 zelf toepassing vindt.

 

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

2.3.3.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

 

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

 

 

het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met:

€ 140,85

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

 

 

het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met:

 

 

Indien de bouwkosten minder dan € 5.000,-- bedragen

€ 145,00

 

Indien de bouwkosten € 5.000,-- of meer, doch minder dan € 25.000,-- bedragen

€ 187,15

 

Indien de bouwkosten € 25.000,-- of meer doch minder dan € 50.000,-- bedragen

€ 355,95

 

Indien de bouwkosten € 50.000,-- of meer bedragen

€ 543,10

 

2.3.3.4 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

 

 

het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met: (voormalig projectbesluit)

€ 6.400,00

2.3.3.5

Het in 2.3.3.4 genoemde bedrag wordt voorts verhoogd als ten aanzien van de aanvraag een onderbouwing moet worden opgesteld waarbij externe advieswerkzaamheden moeten worden verricht (adviezen over bijvoorbeeld flora en fauna wetgeving, watertoets, cultuurhistorie, archeologie) met een bedrag blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. Dit bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeeld.

 

2.3.3.6

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

 

 

het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met:

€ 145,00

2.3.3.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

 

 

het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met:

€ 341,80

2.3.3.8

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

 

 

het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met:

€ 341,80

2.3.3.9

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

 

 

het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met:

€ 341,80

2.3.3.10

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

 

 

het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met

€ 341,80

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

2.3.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 140,85

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 281,60

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 6.400,00

2.3.4.4

Het in 2.3.4.3 genoemde bedrag wordt voorts verhoogd als ten aanzien van de aanvraag een onderbouwing moet worden opgesteld waarbij externe advieswerkzaamheden moeten worden verricht (adviezen over bijvoorbeeld flora en fauna wetgeving, watertoets, cultuurhistorie, archeologie) met een bedrag blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. Dit bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeeld.

 

2.3.4.5

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 281,60

2.3.4.6

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 341,80

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 341,80

2.3.4.8

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 341,80

2.3.4.9

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 341,80

2.3.5

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

2.3.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening gemeente Aa en Hunze aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van de gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

2.3.5.1.1

Voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 150,20

2.3.5.1.2

Voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 150,20

2.3.5.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening gemeente Aa en Hunze aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van de gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

€ 150,20

2.3.6

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening of artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 155,35

2.3.6.2

Beoordeling bodemrapport

 

 

Onderdeel 2.3.1.3 vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in onderdeel 2.3.6.1 bedoelde aanvraag, tenzij de onderdelen 2.3.1.3 of 2.3.2.2 zelf toepassing vinden.

 

2.3.6.3

Asbesthoudende materialen

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.6.1 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:

€ 62,15

2.3.7

Aanleggen of veranderen weg

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.2 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

Nihil

2.3.8

Uitweg/inrit

 

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, worden geen leges geheven.

 

2.3.9

Kappen

 

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, worden geen leges geheven

 

2.3.10

Opslag van roerende zaken

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

2.3.10.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

Nihil

2.3.10.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

Nihil

2.3.11

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

 

2.3.11.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

€ 150,00

2.3.11.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998

€ 150,00

2.3.12

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

 

2.3.12.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief

€ 150,00

2.3.13

Andere activiteiten

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

2.3.13.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 75,00

2.3.13.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.13.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft:

 

 

het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning;

 

2.3.13.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft:

 

 

het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.14

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.14.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase:

 

 

het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.14.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase:

 

 

het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

2.3.15

Advies

 

2.3.15.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.15.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.15.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.16

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.16.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

2.3.16.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 150,00

2.3.16.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

 

 

het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.16.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Hoofdstuk 4 Vermindering

 

 

 

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

 

2.4.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.15 en 2.3.16. De vermindering bedraagt:

 

2.4.2.1

bij 5 tot 10 activiteiten:

2%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

2.4.2.2

bij 10 tot 15 activiteiten:

3%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

2.4.2.3

bij 15 of meer activiteiten:

5%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van vier weken na het in behandeling nemen ervan

75%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na een termijn van vier weken na het in behandeling nemen ervan

50%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

2.5.1.3

indien de aanvraag om een vergunning niet-ontvankelijk wordt verklaard, dan wel buiten behandeling wordt gesteld

50%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

2.5.1.4

indien de aanvraag om een vergunning wordt ingetrokken op verzoek van Bouw- en Woningtoezicht, in het belang van de procedure,

100%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

2.5.2.1

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 26 weken na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

50%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.2.2

indien de aanvraag om een vergunning wordt ingetrokken als gevolg van bijzondere omstandigheden in de privesfeer

100%

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan € 30,00 wordt niet teruggegeven.

 

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

 

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.15 en 2.3.16 wordt geen teruggaaf verleend.

 

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

 

 

 

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:

Nihil

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

 

 

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 70,75

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

 

 

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 6.400,00

2.8.2

Genoemde bedragen worden voorts verhoogd indien ten aanzien van de aanvraag een onderbouwing moet worden opgesteld waarbij externe advieswerkzaamheden moeten worden verricht (adviezen over bijvoorbeeld flora en fauna wetgeving, watertoets, cultuurhistorie, archeologie), met een bedrag blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. Dit bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeeld.

 

2.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een wijzigingsplan zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a en of b, van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 2.500,00

2.8.4

Genoemde bedragen worden voorts verhoogd indien ten aanzien van de aanvraag een onderbouwing moet worden opgesteld waarbij externe advieswerkzaamheden moeten worden verricht (adviezen over bijvoorbeeld flora en fauna wetgeving, watertoets, cultuurhistorie, archeologie), met een bedrag blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. Dit bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeeld.

 

Hoofdstuk 9 Sloopmelding

 

 

 

2.9

Voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1. van de Bouwverordening worden geen leges geheven

 

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

 

 

 

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 75,00

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

 

 

 

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 227,15

Hoofdstuk 2 Ventvergunning

 

 

 

3.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

3.2.1

tot het verkrijgen van een niet-commerciële ventvergunning

€ 0,00

3.2.2

tot het verkrijgen van een commerciële ventvergunning

€ 90,85

Hoofdstuk 3 Standplaatsen

 

 

 

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

3.3.1

een niet-commerciële standplaatsvergunning

€ 0,00

3.3.2

een commerciële standplaatsvergunning

€ 139,40

Hoofdstuk 4 Muziekvergunning

 

 

 

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het maken van muziek op straat of het doen van vertoningen op de openbare weg

Nihil

Hoofdstuk 5 Prostitutiebedrijven

 

 

 

3.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

3.5.1

een exploitatievergunning voor een prostitutiebedrijf

€ 455,00

Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening

 

 

 

3.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting voor:

 

3.6.1.1

inrichtingen, al dan niet gebouwd, met een bruto vloeroppervlakte tot 100 m2

€ 166,70

3.6.1.2

van 100 m2 tot 500 m2

 

 

vermeerderd met € 1,10 per m2 voor zover het brutovloeroppervlak de 100 m2 te boven gaat

€ 166,35

3.6.1.3

van 500 m2 tot 2.000 m2

 

 

vermeerderd met € 0,55 per m2 voor zover het brutovloeroppervlak de

 

 

500 m2 te boven gaat

€ 656,75

3.6.1.4

van 2.000 m2 tot 5.000 m2

 

 

vermeerderd met € 0,28 per m2 voor zover het brutovloeroppervlak de

 

 

2.000 m2 te boven gaat

€ 1.567,15

3.6.1.5

van 5.000 m2 tot 50.000 m2

 

 

vermeerderd met € 0,02 per m2 voor zover het brutovloeroppervlak de

 

 

5.000 m2 te boven gaat

€ 2.477,45

3.6.1.6

boven 50.000 m2

€ 3.488,90

3.6.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting vermeld in de Brandbeveiligingsverordening met een tijdelijk karakter voor:

 

3.6.2.1

een periode van maximaal drie dagen

€ 164,80

3.6.2.2

een periode van meer dan drie dagen doch minder dan acht dagen

€ 440,80

3.6.2.3

een periode van acht dagen of langer

 

 

vermeerderd met € 4,80 per dag boven de acht dagen

€ 440,80

3.6.3

Het tarief voor het overschrijven van de vergunning op een andere naam, zonder dag de vergunning wordt gewijzigd, bedraagt

€ 123,50

3.6.4

Voor inrichtingen vermeld in de Brandbeveiligingsverordening met een tijdelijk karakter waarmee geen commercieel belang is gemoeid geldt, ongeacht het aantal dagen, een bijzonder tarief van

€ 16,35

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

 

 

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 108,85

Behorende bij raadsbesluit van 16 december 2009

De griffier, T. Santes