Verordening vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester

Geldend van 24-01-2013 t/m heden

Intitulé

Verordening vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester

De raad van de gemeente Aa en Hunze;

gelezen het voorstel van het Presidium d.d. 8 januari 2013;

gelet op;

besluit:

vast te stellen de

Verordening vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vertrouwenscommissie: de commissie, bedoeld in artikel 3;

  • b.

    commissaris: de Commissaris van de Koningin in de provincie Drenthe;

  • c.

    herbenoeming: benoeming van de burgemeester voor een nieuwe periode in de gemeente Aa en Hunze;

  • d.

    raad: de raad van de gemeente Aa en Hunze;

  • e.

    verslag: de schriftelijke weergave van het gevoelen van de raad over het functioneren van de burgemeester;

  • f.

    aanbeveling: de schriftelijke verklaring van de raad over de herbenoeming van de burgemeester.

Artikel 2. Aankondiging herbenoeming

  • 1.

    Uiterlijk acht maanden voor het einde van de ambtstermijn van de burgemeester stelt de commissaris de raad er schriftelijk van in kennis dat de herbenoeming aan de orde is. Voordat de commissaris de raad op de hoogte stelt, heeft hij ter zake een gesprek met de burgemeester.

  • 2.

    De commissaris ziet ingevolge zijn ambtsinstructie toe op een ordelijk verloop van de procedure tot herbenoeming en informeert daartoe de raad over het juridische kader.

Artikel 3. Instelling en taak commissie

  • 1.

    Er wordt een commissie ingesteld voor de aanbeveling tot herbenoeming van de burgemeester in het ambt van burgemeester van de gemeente Aa en Hunze.

  • 2.

    De commissie heeft tot taak de aanbeveling tot herbenoeming door de raad voor te bereiden.

Artikel 4. Samenstelling commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit de fractievoorzitters van de in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen.

  • 2.

    Het secretariaat en de ambtelijke ondersteuning van de commissie worden opgedragen aan de griffier.

  • 3.

    De plaatsvervangend voorzitter van de raad treedt op als voorzitter van de commissie.

  • 4.

    De wethouders en de gemeentesecretaris kunnen, op verzoek van de commissie, gevraagd worden te adviseren.

  • 5.

    Er worden geen plaatsvervangende leden en geen plaatsvervangende griffier aangewezen.

Artikel 5. Beslotenheid vergadering

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • 2.

    De commissie legt in elke vergadering met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering.

  • 3.

    De voorzitter ziet erop toe dat aan het gestelde in het tweede lid wordt voldaan.

  • 4.

    De commissie noch de raad kunnen de geheimhouding, waartoe het tweede lid verplicht, opheffen.

  • 5.

    De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

Artikel 6. Werkwijze en besluitvorming

  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste de helft van de commissie dit noodzakelijk acht.

  • 2.

    Van elke vergadering wordt door de voorzitter ten minste vier dagen tevoren aankondiging gedaan aan de leden van de commissie, behoudens in situaties waarin sprake is van spoedberaad.

  • 3.

    De commissie vergadert niet, indien niet ten minste de helft commissie aanwezig is, met dien verstande dat de griffier hier niet als lid van de commissie wordt aangemerkt.

  • 4.

    Alle besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen.

  • 5.

    Indien de stemmen staken, is de stem van de voorzitter beslissend.

Artikel 7. Bevindingen van de commissie

  • 1.

    De commissie vormt zich een oordeel over het functioneren van de burgemeester, met dien verstande dat de profielschets in beginsel daarvoor het toetsingskader vormt.

  • 2.

    Het verslag van de commissie wordt bij meerderheid van stemmen vastgesteld. In het verslag kunnen leden van de commissie van minderheidsstandpunten blijk geven.

  • 3.

    Het verslag wordt voorzien van een conceptaanbeveling.

  • 4.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt de griffier niet als lid van de commissie aangemerkt.

Artikel 8. Overleg tussen de commissie en de burgemeester

  • 1.

    De commissie bespreekt het verslag met de burgemeester voordat het verslag aan de raad wordt gezonden. De burgemeester kan zijn zienswijze over het verslag geven.

  • 2.

    Indien ter zake van zijn functioneren in het gesprek, bedoeld in het eerste lid, afspraken met de burgemeester worden gemaakt, worden deze in het verslag aan de raad vermeld.

  • 3.

    Indien daarvoor aanleiding is, wordt in het verslag tevens melding gemaakt van gesprekken die de raad in een eerder stadium met de burgemeester over diens functioneren heeft gevoerd, evenals over eventuele afspraken die daarbij zijn gemaakt.

Artikel 9. Aanbeveling

  • 1.

    De raad bespreekt het verslag van de commissie. Indien de raad dat nodig oordeelt, overlegt de raad vooraf ter zake met de commissaris.

  • 2.

    Voordat de raad een aanbeveling betreffende de herbenoeming van de burgemeester opstelt, overlegt de raad met de commissaris over het functioneren van de burgemeester. Dit overleg kan schriftelijk plaatsvinden.

  • 3.

    Het overleg met de commissaris vindt plaats met gesloten deuren. Van de beraadslagingen wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt.

  • 4.

    De raad zendt een aanbeveling ten minste vier maanden voor de eerste dag van de maand waarin de herbenoeming dient in te gaan, aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, door tussenkomst van de commissaris. De raad verstrekt bij zijn aanbeveling het verslag van de commissie, het verslag van de beraadslagingen van de raadsvergadering waarin de aanbeveling is vastgesteld, evenals overige voor de beoordeling van de aanbeveling relevante informatie. De raad verstrekt de burgemeester afschriften van voornoemde stukken.

  • 5.

    De aanbeveling van de raad is openbaar. Ten aanzien van de stukken die door de commissie aan de raad worden gezonden, de beraadslagingen daarover in de raad en van de stukken die door de raad aan de minister worden gezonden, geldt een geheimhoudingsplicht.

  • 6.

    Na ontvangst van de aanbeveling zendt de commissaris deze zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen één maand door naar de minister vergezeld van zijn advies daarover. Tevens rapporteert de commissaris over zijn bevindingen met betrekking tot de inhoud en het verloop van de procedure. Daarbij gaat hij in op zijn overleg met de raad en op het gesprek dat hij met de burgemeester heeft gehad, indien de aanbeveling daartoe aanleiding geeft.

Artikel 10. Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter van de commissie treedt naar buiten op als contactpersoon.

  • 2.

    Alle stukken, die bestemd zijn voor de commissie, worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan de griffier en daar bewaard.

  • 3.

    Alle stukken, die van de commissie uitgaan, worden door de voorzitter en de griffier ondertekend en door de griffier verzonden.

Artikel 11. Ontbinding vertrouwenscommissie

  • 1.

    De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop aan de raad is bekendgemaakt, dat de burgemeester is herbenoemd.

  • 2.

    De voorzitter en de griffier van de commissie dragen er zorg voor dat op het in het eerste lid bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden die de commissie heeft opgemaakt worden overgebracht naar het archief en op de voorgeschreven wijze worden gearchiveerd.

Artikel 12. Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 13. Overige bepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking de dag na vaststelling van de verordening.

  • 2.

    De verordening wordt aangehaald als: Verordening vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester.

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van 23 januari 2013,
De griffier,De voorzitter
Mevr. mr. E.P. van Corbach, Drs. H.F. van Oosterhout.