Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2015

De raad van de gemeente Aa en Hunze;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze van 7 oktober 2014;

gelet op artikel 228 a van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

‘Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2015’

(Verordening Rioolheffing 2015)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    perceel:

    een roerende of onroerende zaak of een zelfstandige gedeelte daarvan;

  • b.

    gemeentelijke riolering:

    een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • c.

    water:

    huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater;

  • en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

  • 2. Met betrekking tot de belasting wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

Artikel 6 Belastingtarieven

  • 1. De belasting bedraagt per perceel bij een waarde van:

    Waarde

    Tarief

    1.

    tot € 15.000,--

    0,00

    2.

    van € 15.000,-- tot € 50.000,--

    67,00

    3.

    van € 50.000,-- tot € 100.000,--

    144,00

    4.

    van € 100.000,-- tot € 150.000,--

    178,00

    5.

    van € 150.000,-- tot € 250.000,--

    190,00

    6.

    van € 250.000,-- tot € 400.000,--

    200,00

    7.

    van € 400.000,-- tot € 600.000,--

    231,00

    8.

    van € 600.000,-- tot € 800.000,--

    255,00

    9.

    van € 800.000,-- tot € 1.000.000,--

    307,00

    10.

    van € 1.000.000,-- tot € 2.000.000,--

    511,00

    11.

    van € 2.000.000,-- tot € 10.000.000,--

    € 

    7.650,00

    12.

    van € 10.000.000,-- tot € 25.000.000,--

    13.

    van € 25.000.000,-- tot € 50.000.000,--

    14.

    € 50.000.000,-- of meer

    30.596,00

  • 2. De belasting bedraagt per perceel met toepassing van artikel 5.4: € 125,00

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld

De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen een maand later.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.

Artikel 12 Overgangsrecht

De ‘Verordening Rioolheffing 2014’, vastgesteld bij raadsbesluit van 13 november 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Rioolheffing 2015’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Aa en Hunze, gehouden op

12 november 2014

De griffier,
Mr. E. P. van Corbach.
De voorzitter,
Drs. H.F. van Oosterhout.