Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening rekenkamercommissie Land van Heusden en Altena

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie Land van Heusden en Altena

De raad van de gemeente Aalburg; gezien het voorstel van het presidium d.d. 10 november 2011 gezien het convenant samenwerking Rekenkamercommissie Land van Heusden en Altena;gelet op het bepaalde in artikel 81-0a van de Gemeentewet; b e s l u i t :vast te stellen de:

Paragraaf 1 Begripsbepaling

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: de raad van de gemeente Aalburg;

  • b.

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Aalburg;

  • c.

    voorzitter: de voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • d.

    lid: een lid van de rekenkamercommissie.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

Ter uitoefening van de rekenkamerfunctie als bedoeld in artikel 81oa van de Gemeentewet, is er een gemeentelijke rekenkamercommissie.

Paragraaf 2 De taak, samenstelling en het lidmaatschap van de rekenkamercommissie

Artikel 3 Taak van de rekenkamercommissie

  • 1. De rekenkamercommissie onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur alsmede van het door de samenwerkende gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem gevoerde bestuur, evenals van gemeenschappelijke regelingen en van instellingen waarvan deactiviteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

  • 2. Een door de rekenkamercommissie ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid, van de Gemeentewet.

Artikel 4 Samenstelling van de rekenkamercommissie

  • 1. De rekenkamercommissie bestaat uit drie externe leden die door de raad wordenbenoemd. De leden benoemen uit hun midden een voorzitter.

  • 2. De leden worden voor een periode van drie jaar benoemd en kunnen door de raad tweekeer worden herbenoemd.

  • 3. De rekenkamercommissie is verantwoordelijk voor het opstellen van een rooster van aftreden.

  • 4. De voorzitter van de rekenkamercommissie draagt zorg voor:

    • -

      het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie,

    • -

      het leiden van de vergaderingen,

    • -

      het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze,

    • -

      het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming.

    Hij voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoeker en de raad. Hij kan zich laten vervangen door een van de overige leden.

Artikel 5 Eed

Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de rekenkamercommissie in handen van de voorzitter van de raad de eed of de verklaring en belofte zoals opgenomen in artikel 81g van de Gemeentewet af, met dien verstande, dat voor “rekenkamer” wordt gelezen “rekenkamercommissie”.

Artikel 6 Ontslag

  • 1. Een lid van de rekenkamercommissie wordt door de raad ontslagen:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap;

    • c.

      indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de rekenkamer te vervullen;

    • f.

      bij opheffing van de rekenkamercommissie.

  • 2. Een lid van de rekenkamercommissie kan door de raad worden ontslagen bij gebleken ongeschiktheid, indien hij door ziekte of gebreken langdurig (langer dan 13 weken) of blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen.

Artikel 7 Non-activiteit

  • 1. De raad stelt een lid van de rekenkamercommissie op non-activiteit indien:

    • a.

      hij zich in voorlopige hechtenis bevindt;

    • b.

      hij bij een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • c.

      hij onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld ingevolge een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak.

  • 2. De raad kan een lid van de rekenkamercommissie op non-activiteit stellen, indien tegen hem een gerechtelijk onderzoek ter zake van een misdrijf wordt ingesteld of indien er een ander ernstig vermoeden is van het bestaan van feiten en omstandigheden die tot ontslag, anders dan op de gronden vermeld in artikel 6, eerste lid, onder a. en tweede lid, zouden kunnen leiden.

  • 3. De raad beëindigt de non-activiteit zodra de grond voor de maatregel is vervallen

Artikel 8 Openbaar maken nevenfuncties

Voor de leden van de rekenkamercommissie is artikel 12 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9 Verboden handelingen

Voor de leden van de rekenkamercommissie is artikel 15, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9a Opheffing van de rekenkamercommissie

De raad kan besluiten tot opheffing van de rekenkamercommissie. Bij het opheffingsbesluit bepaalt de raad op welke wijze hij invulling zal geven aan de wettelijke verplichtingen inzake een rekenkamer(functie).

Paragraaf 3 De werkwijze van de rekenkamercommissie

Artikel 10 Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling ter kennisname aan de raad.

Artikel 11 Onderzoeksopdracht

  • 1. De rekenkamercommissie overlegt voor 1 oktober van elk jaar aan de raad een onderzoeksplan voor het daaropvolgende jaar met een raming van het daarvoor benodigde budget.

  • 2. De rekenkamercommissie kiest de onderwerpen voor haar onderzoek, formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast. De onderzoeksopzet van ieder onderzoek wordt ter kennisname aan de raad gezonden.

  • 3. Alvorens de rekenkamercommissie de onderwerpen kiest, stelt zij raadsleden in staat om suggesties voor onderzoeksonderwerpen te doen. De onderwerpen van onderzoek worden jaarlijks vóór 1 januari als onderzoeksprogramma ter kennisname aan de raad voorgelegd.

  • 4. De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek, in aanvulling op het onderzoeksprogramma. De rekenkamer bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 12 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De rekenkamercommissie kan informatiebijeenkomsten beleggen. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De rekenkamercommissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De rekenkamercommissie is bevoegd alle documenten die berusten bij besturen en/of directies van gemeenschappelijk regelingen en instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd, te onderzoeken voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 5. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al wat hen in hun hoedanigheid als lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.

  • 6. De rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt

  • 7. Na de ambtelijke hoor en wederhoor ten aanzien van de feiten zoals bedoeld in lid 5 formuleert de rekenkamercommissie haar conclusies en aanbevelingen in een nota.

  • 8. De rekenkamercommissie stelt de betrokken bestuursorganen en – indien van toepassing – de betrokken instellingen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken en ten hoogste vier weken bedraagt, hun zienswijze op het onderzoek en de (concept)nota aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken.

  • 9. Na vaststelling door de rekenkamercommissie wordt het onderzoeksrapport zo spoedig mogelijk aan de raad aangeboden. De raad vergadert in openbaarheid over de conclusies en aanbevelingen.

Artikel 13 Secretaris

De rekenkamercommissie voorziet zelf in het secretariaat. Voor aanvullende secretariëleondersteuning kan de commissie een beroep doen op de griffie van de raad.

Artikel 14 Inhuur externe deskundigen en onderzoeksmedewerkers

  • 1. De rekenkamercommissie kan zich bij haar taakuitoefening laten bijstaan door derden.

  • 2. De rekenkamercommissie is bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 15 deskundigen, onderzoeksbureau’s of onderzoeksmedewerkers in te huren.

  • 3. Extene deskundigen en onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht. Zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de rekenkamercommissie.

Paragraaf 4 De kosten van de rekenkamercommissie

Artikel 15 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken. Het budget is opgesplitst in een deel dat beschikbaar is voor bestuurskosten en onderzoekskosten.

  • 2. Ten laste van de bestuurskosten worden in rekening gebracht:

    • a.

      de vergoedingen aan de voorzitter en de leden van de rekenkamercommissie;

    • Ten laste van de onderzoekskosten worden in rekening worden gebracht:

    • b.

      de kosten van deskundigen, onderzoeksbureaus en onderzoeksmedewerkers;

    • c.

      de mogelijke overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie legt na afloop van elk kalenderjaar verantwoording af aan de gemeenteraad door middel van een kort verslag van werkzaamheden en verantwoording van de besteding van het budget.

Artikel 16 Vergoeding voor leden rekenkamercommissie

  • 1. De voorzitter en de leden van de rekenkamercommissie ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen overeenkomstig het presentiegeld voor commissieleden in de jaarlijkse circulaire van het ministerie van Binnenlandse zaken en zoals verder is geregeld in het convenant samenwerking rekenkamercommissie Land van Heusden en Altena.

  • 2. Aan de leden van de rekenkamercommissie wordt een reis- en onkostenvergoeding toegekend volgens artikel 4 van het convenant samenwerking rekenkamercommissie Land van Heusden en Altena.

Paragraaf 5 Slotbepalingen

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening rekenkamercommissie Land van Heusden en Altena 2012”.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012. Op dat tijdstip vervalt de verordening gemeentelijke rekenkamercommissie gemeente Aalburg 2009 zoals laatst werd vastgesteld op 29 september 2009.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Aalburg in zijn openbare vergadering van 13 december 2011
de voorzitter, de griffier,