Regeling vervallen per 15-01-2019

Verordening participatie maatschappelijke ondersteuning gemeente Aalburg 2015

Geldend van 25-06-2015 t/m 14-01-2019

Intitulé

Verordening participatie maatschappelijke ondersteuning gemeente Aalburg 2015

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a)

    Wet: de wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015. In deze verordening wordt onder Wet ook verstaan de Jeugdwet en de Participatiewet.

  • b)

    Raad: de gemeenteraad;

  • c)

    College: het college van burgemeester en wethouders;

  • d)

    Wmo-raad: de raad die is ingesteld om op gestructureerde wijze belanghebbenden, natuurlijke en rechtspersonen te betrekken bij de voorbereiding, uitvoering, monitoring en evaluatie van het gemeentelijke beleid op het gebied van de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet;

  • e)

    Leden: personen die vanuit hun affiniteit met de doelgroepen in de Wmo-raad zitting hebben en vanuit die functie actief contact zullen onderhouden met ingezetenen, natuurlijke personen en rechtspersonen teneinde het dezen mogelijk te maken hun mening over zaken te geven conform artikel 150 van de Gemeentewet;

  • f)

    Cliënt is een persoon die zorg ontvangt in het kader van de wet.

  • g)

    Gemeente: gemeente Aalburg.

Artikel 2. Doelstelling van participatie

Het doel van de participatie is dat ingezetenen van de gemeente en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen invloed kunnen uitoefenen op het beleid, de uitvoering en de kwaliteit van dienstverlening van de wet. Teneinde vorm te geven aan deze participatie wordt een organisatie in het leven geroepen die zal opereren onder de naam Wmo-raad. Deze raad kan gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen.

Artikel 3. Beleidsterreinen

  • 1. De Wmo-raad adviseert over het beleid in het kader van de wet én over aangelegenheden die de uitvoering en de kwaliteit van de dienstverlening betreffen.

  • 2. De Wmo-raad adviseert bij de voorbereiding, uitvoering, monitoring en evaluatie van het beleid.

  • 3. De Wmo-raad kan, om adviezen uit te kunnen brengen, tijdig kennisnemen van de beleidsstukken die betrekking hebben op de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet.

  • 4. De Wmo-raad wordt betrokken bij het opstellen van de programma-eisen ten behoeve van de aanbesteding en de evaluatie van de uitvoering door de (zorg)aanbieders.

  • 5. De Wmo-raad houdt zich niet bezig met klachten, bezwaarschriften en andere zaken, betrekking hebbende op individuele cliënten.

Artikel 4. Samenstelling

  • 1. De Wmo-raad wordt zo samengesteld dat de doelgroepen van de wet direct of indirect vertegenwoordigd worden.

  • 2. De Wmo-raad bestaat minimaal uit zeven en maximaal uit elf leden.

  • 3. De leden worden door het college benoemd voor een periode van 4 jaar en zijn één maal opnieuw benoembaar. De benoeming wordt bij voorkeur zo geregeld dat telkens maximaal de helft van het aantal leden van de Wmo-raad tegelijkertijd aftreedt.

  • 4. De leden kiezen uit hun midden een voorzitter en een secretaris.

  • 5. Een lid van de Wmo-raad kan niet tevens een van de volgende functies hebben:

    • ·

      ambtenaar in dienst van de gemeente Aalburg.

    • ·

      (burger)lid van de gemeenteraad van Aalburg.

    • ·

      bestuurder van een gecontracteerde (zorg)aanbieder in de gemeente.

Artikel 5. Beëindiging van het lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap eindigt indien het lid verhuist uit de gemeente.

  • 2. Het lidmaatschap eindigt indien het lid aftreedt.

  • 3. Het lidmaatschap eindigt indien de zittingsduur als bedoeld in artikel 4, derde lid van de verordening is verlopen.

  • 4. Het lidmaatschap eindigt indien het college besluit het lid te ontheffen uit de functie.

  • 5. De leden van de Wmo-raad kunnen door het college slechts uit hun functie worden ontheven, nadat de overige leden van de Wmo-raad over dit voornemen zijn gehoord.

  • 6. In de gevallen, bedoeld in het tweede lid, blijft het lid de functie vervullen totdat in de vacature is voorzien, met een maximum van zes maanden.

Artikel 6. Werkwijze

  • 1. Het college vraagt de Wmo-raad om advies over het gemeentelijk beleid en de uitvoering en kwaliteit van dienstverlening zoals bedoeld in artikel 3, lid 1 t/m 4 van deze verordening.

  • 2. Nieuwe beleidsontwikkelingen zoals bedoeld in artikel 3, lid 1 t/m 4 zullen zo vroeg mogelijk met de Wmo-raad worden besproken om samen te werken en samen plannen te maken.

  • 3. De Wmo-raad is gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen over het gemeentelijk beleid en de uitvoering en kwaliteit van dienstverlening zoals bedoeld in artikel 3, lid 1 t/m 4 van deze verordening.

  • 4. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd dat het toegevoegd kan worden aan de voor besluitvorming aan het college ter beschikking te stellen stukken.

  • 5. In het geval de Wmo-raad advies heeft uitgebracht aan het college en het college in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van de Wmo-raad, wordt dit bij het voorstel vermeld. Tevens wordt aangegeven op welke gronden van het advies van de Wmo-raad is afgeweken. Het advies van de Wmo-raad wordt toegevoegd aan het voorstel aan de gemeenteraad.

  • 6. Wanneer de Wmo-raad een advies wil uitbrengen over de verschillende doelgroepen of onderwerpen die hen aangaan, zal de Wmo-raad allereerst de achterban raadplegen..

  • 7. Er is minimaal een keer per jaar een overleg tussen de betrokken wethouder en de Wmo-raad, waarbij beide partijen onderwerpen kunnen agenderen. Het overleg vindt plaats onder voorzitterschap van de wethouder Wmo. Hiervoor zal een meerjarenplanning worden gemaakt.

  • 8. Contacten tussen de Wmo-raad en de gemeente lopen via de voorzitter en de voor de Wmo verantwoordelijke wethouder.

  • 9. De adviezen van de Wmo-raad worden schriftelijk ingediend.

  • 10. De voor de WMO verantwoordelijke ambtenaar biedt ondersteuning en bewaakt de voortgang en afhandeling van de uitgebrachte adviezen.

Artikel 7. Wmo vergaderingen

  • 1. De Wmo-raad vergadert ten minste 8 maal per jaar.

  • 2. De Wmo-raad bepaalt haar eigen agenda.

  • 3. De voorzitter bepaalt in overleg met de voor de Wmo verantwoordelijke ambtenaar de data, tijd en plaats van de vergaderingen.

  • 4. De Wmo-raad kan derden uitnodigen de vergaderingen bij te wonen voor het geven van toelichting, informatie en/of advies.

  • 5. De voorzitter en de voor de Wmo verantwoordelijke ambtenaar stellen in overleg de agenda op. Alle leden hebben het recht een onderwerp op de agenda te plaatsen.

  • 6. De agenda en onderliggende stukken worden ten minste 1 week voor de vergadering digitaal aan de leden toegezonden.

  • 7. Op verzoek van een meerderheid van het aantal leden van de Wmo-raad wordt een extra vergadering belegd. Dit verzoek wordt ingediend bij de voorzitter.

  • 8. De voor de Wmo verantwoordelijke ambtenaar maakt een verslag van de reguliere vergaderingen.

Artikel 8. Faciliteiten

  • 1. Het beschikbaar stellen van mogelijkheden om te vergaderen, zoals vergaderruimte, kopieer, print – en postmogelijkheden; het ter beschikking stellen van hulpmiddelen zoals een beamer, scherm of flip-over; het verstrekken van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

  • 2. Elk lid ontvangt € 25 per bijgewoonde bijeenkomst.

  • 3. De voorzitter en secretaris ontvangen € 50 per reguliere vergadering.

  • 4. Het gemeentelijk budget voor de WMO-raad wordt jaarlijks vastgesteld en bedraagt voor 2015  € 3.500. Uit dit budget worden de vergoedingen, tijdschriften, cursussen, opleidingen en benodigde middelen zoals een tablet, betaald.

  • 5. De secretaris zorgt voor de registratie van de aanwezige raadsleden. De leden zelf melden aan de secretaris deelname aan andere bijeenkomsten. Per 6 maanden zorgt de secretaris voor een overzicht op basis waarvan de vergoeding aan de leden kan worden uitgekeerd.

Artikel 9. Geheimhouding en vertrouwelijkheid

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat leden en voormalige leden van de Wmo-raad uit hoofde van hun lidmaatschap op geen enkele wijze worden benadeeld ten aanzien van hun aanspraken op diensten van de gemeente Aalburg.

  • 2. De leden gaan vertrouwelijk om met informatie die als zodanig is aangemerkt.

Artikel 10. Slotbepaling

  • 1. Het college kan nadere regels vaststellen na overleg met de Wmo raad.

  • 2. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 11. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening participatie maatschappelijke ondersteuning gemeente Aalburg 2015“

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de 8e dag na publicatie.

  • 2. De verordening Participatie maatschappelijke ondersteuning, vastgesteld op 18 december 2007, wordt gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.