Regeling vervallen per 01-01-2021

Bewegwijzering Land van Heusden en Altena

Geldend van 25-02-2010 t/m 31-12-2020

Intitulé

Bewegwijzering Land van Heusden en Altena

SamenvattingBewegwijzering is belangrijk voor de weggebruiker en de wegbeheerder. Mede door bewegwijzering kan de weggebruiker de juiste weg vinden op het wegennet. Hiermee draagt de bewegwijzering bij aan een vlotte en veilige verkeersafwikkeling wat essentieel is voor de wegbeheerder.

De gemeenten Werkendam, Aalburg en Woudrichem willen hun grondgebieden voorzien van vernieuwde bewegwijzering. De huidige bewegwijzering is niet meer volledig actueel, bepaalde verwijzingen ontbreken, zijn niet meer juist of niet meer goed zichtbaar.

Om het verkeer met een zo groot mogelijke zekerheid en verkeersveiligheid te laten doorstromen, moet de bewegwijzering zo zijn uitgevoerd dat de weggebruiker zonder snelheid te minderen de informatie kan lezen en verwerken. Daarom is uniformiteit, continuïteit, leesbaarheid en begrijpelijkheid van zeer groot belang. Bewegwijzering dient dan ook aan deze hoofdeisen te voldoen.

Conform de richtlijnen van Duurzaam Veilig is het Nederlandse wegennet gecategoriseerd in stroomwegen, gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen. De wijze van bewegwijzering en de continuïteit in de geleiding van het verkeer hangen samen met de categorisering van het wegennet.

Voor verschillende vervoerswijzen bestaat onderscheid in de bewegwijzering. De bewegwijzering is toegepast voor gemotoriseerd, langzaam, en toeristisch verkeer.

Om te komen tot een wenselijk en effectief beleidskader voor het Land van Heusden en Altena, sluit deze aan op het ambitieniveau van de drie gemeenten. Op basis van het beeld van de huidige situatie van de bewegwijzering in het Land van Heusden en Altena, is in een workshop met de gemeenten Werkendam, Aalburg en Woudrichem het wensbeeld voor bewegwijzering bepaalt. Ondanks de ontwikkelingen op het gebied van navigatie, wensen de gemeenten Werkendam, Aalbrug en Woudrichem doelen, gebieden en objecten te bewegwijzeren. Dit willen zij doen conform de richtlijnen voor bewegwijzering van de CROW publicaties 222 en 262. Waar de richtlijnen keuzes open laten, is in overleg met de gemeenten bepaald hoe hiermee om te gaan.

De richtlijnen en wensen zijn vertaald in een algemeen toetsingskader voor het Land van Heusden en Altena. Op basis van een algemeen toetsingskader kan tot een uniforme bewegwijzering worden gekomen en kan bepaald worden of een nieuwe bestemming wordt opgenomen in de bewegwijzering.

Het algemene toetsingskader is uitgewerkt tot toetsingskaders voor de drie gemeenten, waarbij de bestemmingen van de betreffende gemeente zijn opgenomen en de richtlijnen en het wensbeeld hiermee voor de betreffende gemeente zijn toegepast. De toetsingskaders vormen de basis voor de uitwerking tot een bewegwijzeringsplan.

Inhoud Blz.Samenvatting 21 Inleiding 31.1 Probleemanalyse 31.2 Doel rapport 31.3 Onderzoeksmodel 31.4 Opbouw rapport 32 Kader voor Bewegwijzering: landelijke richtlijnen 32.1 Uitgangspunten 32.2 Categorisering 32.3 Vervoerswijzen 32.3.1 Gemotoriseerd verkeer 32.3.2 Fietsverkeer 32.3.3 Voetgangers 32.4 Toeristische bewegwijzering 32.4.1 Toeristische-recreatieve objecten 32.4.2 Toeristische routes 33 Huidige bewegwijzering 33.1 Belanghebbenden, beheerders en categorie-indeling 33.2 Bewegwijzering per vervoerswijze 33.2.1 Bewegwijzering gemotoriseerd verkeer 33.2.2 Bewegwijzering voor langzaam verkeer 33.3 Toeristische bewegwijzering 33.4 Beheer, onderhoud en aanschaf 34 Wensbeeld 34.1 Wensbeeld algemene bewegwijzering 34.2 Wensbeeld toeristisch recreatieve bewegwijzering 35 Toetsingskader 35.1 Functies toetsingskader 35.2 Algemeen toetsingskader 35.3 Toetsingskader gemeente Werkendam 35.4 Toetsingskader gemeente Aalburg 35.5 Toetsingskader gemeente Woudrichem 36 Aanbevelingen 3

Bronnenlijst

BijlagenBijlage 1: Stroomschema voor opname in bewegwijzering Bijlage 2: Symbolen voor lokale en toeristische-recreatieve objectenBijlage 3: Overzicht van lokale objectverwijzingenBijlage 4: Overzicht van toeristisch-recreatieve objectverwijzingen

Hoofdstuk 1 Inleiding

Bewegwijzering is belangrijk voor de weggebruiker en de wegbeheerder. Mede door bewegwijzering kan de weggebruiker de juiste weg vinden op het wegennet. Hiermee draagt de bewegwijzering bij aan een vlotte en veilige verkeersafwikkeling wat essentieel is voor de wegbeheerder.

In april 2008 heeft Oranjewoud een startnotitie opgesteld voor een bewegwijzeringplan voor de gemeente Werkendam. Naar aanleiding van de startnotitie is in overleg met de gemeenten Werkendam, Aalburg en Woudrichem het idee voor een gezamenlijk beleidskader voor bewegwijzering ontstaan. Vervolgens is Oranjewoud gevraagd het beleidskader voor bewegwijzering in het Land van Heusden en Altena op te stellen in samenwerking met een door gemeente Werkendam voorgedragen stagiair van de NHTV.

Paragraaf 1.1 Probleemanalyse

Het Land van Heusden en Altena ligt in het noorden van Noord-Brabant, tussen de rivieren Merwede, Afgedamde Maas en Bergsche Maas en het natuurgebied De Biesbosch. Dit Land wordt gevormd door de drie gemeenten Werkendam, Aalburg en Woudrichem. Deze drie gemeenten vormen een geografische eenheid.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1.1: Land van Heusden en Altena [Bron: http://www.altena.nu]

De drie gemeenten willen hun grondgebieden voorzien van vernieuwde bewegwijzering. De huidige bewegwijzering is niet meer volledig actueel, bepaalde verwijzingen ontbreken, zijn niet meer juist of niet meer goed zichtbaar. Een toetsingskader voor verzoeken voor opname in de bewegwijzering is wenselijk. De nieuwe bewegwijzering dient aan te sluiten op het wensbeeld van de gemeenten, de lokale situatie en de gebruikers. Om hiertoe te komen dient eerst het beleidskader opgesteld te worden.

Probleemstelling: Hoe kan voor de gemeenten Werkendam, Aalburg en Woudrichem een beleidskader voor bewegwijzering worden opgesteld, waarmee de gemeenten een nieuw bewegwijzeringsplan kunnen opstellen en aanvragen voor opname in de bewegwijzering getoetst kunnen worden?

Paragraaf 1.2 Doel rapport

(Hoofd)doelstelling van de opdracht is: Het opstellen van een actueel beleidskader voor bewegwijzering in het Land van Heusden en Altena, waarmee een nieuw bewegwijzeringsplan opgesteld kan worden en nieuwe aanvragen getoetst kunnen worden.

Het beleidskader dient te bestaan uit een landelijk kader, regionale en gemeentelijke wensen en een toetsingskader voor nieuwe wegbewijzering op de wegen van het Land van Heusden en Altena. Het betreft bewegwijzering voor de modaliteiten gemotoriseerd verkeer, fietsers en voetgangers met een zakelijk, sociaal of recreatief motief. In een later stadium dient het beleidskader uitgewerkt te kunnen worden tot een concreet bewegwijzeringsplan.

Paragraaf 1.3 Onderzoeksmodel

Het proces van de totstandkoming van het beleidskader is gevisualiseerd in het onderstaande onderzoeksmodel. Gedurende het traject heeft op verschillende momenten overleg plaats gevonden met de betrokken beleidsmedewerkers verkeer en vervoer van de drie gemeenten (de werkgroep) en beleidsmedewerkers recreatie en toerisme van de drie gemeenten.

afbeelding binnen de regeling

Paragraaf 1.4 Opbouw rapport

De opbouw van deze rapportage is als volgt. Hoofdstuk 2 bevat het kader voor de bewegwijzering: de landelijke richtlijnen. Om tot een wensbeeld voor de bewegwijzering te komen is vervolgens eerst stil gestaan bij de ervaringen met de huidige bewegwijzering. De ervaringen met de huidige bewegwijzering zijn in hoofdstuk 3 beschreven. Hoofdstuk 4 gaat in op het wensbeeld van de drie gemeente voor de bewegwijzering. In hoofdstuk 5 worden de richtlijnen en het wensbeeld samengevat tot een overzichtelijk toetsingskader met het beleid voor bewegwijzering in de gemeenten Werkendam, Aalbrug en Woudrichem. Tot slotte zijn in hoofdstuk 6 aanbevelingen opgenomen.

Hoofdstuk 2 Kader voor Bewegwijzering

In dit hoofdstuk worden de landelijke richtlijnen voor bewegwijzering beschreven. Hierbij zijn de volgende bronnen gebruikt: - Richtlijn bewegwijzering, CROW publicatie 222, Ede 2005. - Richtlijn toeristische bewegwijzering, CROW publicatie 262, Ede 2008.

Dit hoofdstuk gaat in paragraaf 2.1 in op de belangrijkste uitgangspunten voor bewegwijzering. Bewegwijzering hangt met name samen met de verschillende wegcategorieën en de verschillende vervoerswijzen waarvoor de bewegwijzering dient. Paragraaf 2.2 gaat in op de categorisering en paragraaf 2.3 op de verschillende vervoerswijzen. Aangezien toerisme belangrijk is voor het Land van Heusden en Altena, wordt in paragraaf 2.4 uitgebreid op toeristische bewegwijzering ingegaan.

Paragraaf 2.1 Uitgangspunten

2.2Om het verkeer met een zo groot mogelijke zekerheid en verkeersveiligheid te laten doorstromen, moet de bewegwijzering zo zijn uitgevoerd dat de weggebruiker zonder snelheid te minderen de informatie kan lezen en verwerken. Daarom is uniformiteit, continuïteit, leesbaarheid en begrijpelijkheid van zeer groot belang. Bewegwijzering dient dan ook aan deze hoofdeisen te voldoen.

UniformiteitUniformiteit houdt in dat de bewegwijzering in het hele land hetzelfde eruit ziet en daardoor herkenbaar is voor de weggebruiker. Het gebruik van de kleuren, het lettertype, de plaatsing en het symboolgebruik dient dus uniform te zijn.

ContinuïteitWanneer een doel eenmaal is verwezen, dient deze verwijzing voortgezet te worden tot het doel bereikt is. Afstemming met omliggende gemeenten en/of andere wegbeheerders kan in beide gevallen nodig zijn. De wegbeheerder is zelf verantwoordelijk voor de continuïteit.

LeesbaarheidVoor Nederland is op basis van onderzoek naar contrasterende kleuren en internationaal overleg gekozen voor borden met een blauwe achtergrond en witte letters. Voor tijdelijke bewegwijzering worden zwarte letters op een gele achtergrond toegepast. Aan de hand van het type weg wordt de grootte van de letters afbeelding binnen de regeling

In figuur 2.1 is het systeem van kleuren opgenomen.

BegrijpelijkheidAls aanduidingen niet begrijpelijk zijn wordt er verwarring en onvoorspelbaar gedrag gecreëerd. Aanduidingen moeten dus bekend zijn bij de weggebruiker. Behalve de plaatsnamen wordt aanbevolen routenummers toe te passen en objecten te voorzien van pictogrammen. De routenummers worden ook op informatieborden aangegeven, zodat ook niet bewegwijzerde doelen vindbaar zijn.

Paragraaf 2.2 Categorisering

Conform de richtlijnen van Duurzaam Veilig is het Nederlandse wegennet gecategoriseerd in stroomwegen (120 km/h en 100 km/h buiten bebouwde kom), gebiedsontsluitingswegen (80 km/h buiten bebouwde kom, 70 km/h en 50 km/h binnen bebouwde kom) en erftoegangswegen (60 km/h buiten bebouwde kom en 30 km/h binnen bebouwde kom). De wijze van bewegwijzering en de continuïteit in de geleiding van het verkeer hangen samen met de categorisering van het wegennet. De verschillende wegcategorieën behoren tot verschillende beheerders. Het aanduidingenbeleid van rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen dient op elkaar afgestemd te zijn. In deze paragraaf wordt dit toegelicht.

StroomwegenDe functie van stroomwegen is het afwikkelen van lang afstandsverkeer. Deze wegen zijn als het ware de hoofdverbindingen tussen de belangrijke steden, landsdelen en landen. In deze categorie vallen de autosnelwegen (nationaal) en autowegen (regionaal). Normaliter worden autosnelwegen door Rijkswaterstaat beheerd. De autowegen worden beheerd door de provincies.Langs stroomwegen worden in principe alleen namen van de (nabije) hoofddoelen (grote plaatsen) aangeduid. Wanneer de weggebruiker de stroomweg verlaat, kunnen ook extra doelen van regionaal belang worden vermeld. In tabel 2.1 is een overzicht opgenomen van de manier van verwijzen langs gebiedsontsluitingswegen op kruispunten/ aansluitingen met stroomwegen. afbeelding binnen de regeling

Tabel 2.1: Verwijzingen langs gebiedsontsluitingswegen op kruispunten/ aansluitingen met stroomwegen [Bron: Richtlijn bewegwijzering, CROW, publicatie 222]

GebiedsontsluitingswegenGebiedsontsluitingswegen zijn de verbindingsschakels tussen stroomwegen en erftoegangswegen. Langs gebiedsontsluitingswegen worden hoofddoelen en, wanneer er ruimte voor is, ook minder dominante doelen opgenomen in de bewegwijzering. Verkeer dat gebruik maakt van een gebiedsontsluitingsweg moet zo snel mogelijk verwezen worden naar stroomwegen. Gebiedsontsluitingswegen worden voornamelijk door de provincie en de gemeenten beheerd. Het kan ook voorkomen dat een waterschap de wegbeheerder is. In tabel 2.2 is een overzicht opgenomen van de manier van verwijzen langs gebiedsontsluitingswegen op kruispunten met gebiedsontsluitingswegen.afbeelding binnen de regeling

Tabel 2.2: Verwijzingen langs gebiedsontsluitingswegen op kruispunten met andere gebiedsontsluitingswegen [Bron: Richtlijn bewegwijzering, CROW, publicatie 222]

ErftoegangswegenErftoegangswegen hebben een verblijfsfunctie. Op erftoegangswegen bevindt zich in principe geen doorgaand verkeer. Doorgaand verkeer is hier niet wenselijk. Verkeer dat zich op een erftoegangsweg bevindt, moet zo snel mogelijk verwezen worden naar wegen van een hogere categorie. De geplaatste bewegwijzering langs erftoegangswegen zal specifiek zijn voor het doel. Verwijzingen langs erftoegangswegen dienen te worden voortgezet totdat het doel bereikt is. Deze categorie wordt door de gemeenten en waterschappen beheerd. In tabel 2.3 is een overzicht opgenomen van de manier van verwijzen langs erftoegangswegen op kruispunten met gebiedsontsluitingswegen.afbeelding binnen de regeling

Tabel 2.3: Verwijzingen langs erftoegangswegen op kruispunten met gebiedsontsluitingswegen [Bron: Richtlijn bewegwijzering, CROW, publicatie 222]

Paragraaf 2.3 Vervoerswijzen

Voor verschillende vervoerswijzen bestaat onderscheid in de bewegwijzering. Voor fietsers gelden andere uitgangspunten dan gemotoriseerd verkeer, bijvoorbeeld ten aanzien van de leesbaarheid. In deze paragraaf wordt specifiek ingegaan op aspecten die samenhangen met de bewegwijzering voor de verschillenden voertuigcategorieën.

Sub-paragraaf 2.3.1 Gemotoriseerd verkeer

Interlokale bewegwijzeringBewegwijzering naar geografische doelen (plaatsnamen), ook wel interlokale bewegwijzering genoemd, geleidt verkeer naar steden en dorpen. Via interlokale bewegwijzering vindt men de weg naar en tussen de bebouwde kommen. Wanneer men zich langs stroom- en gebiedsontsluitingswegen verplaatst, worden in de doorgaande routes de hoofddoelen aangegeven. Op stroomwegen staat ook in de doorgaande richting het einddoel aangegeven. In tabel 2.4 is een overzicht weergegeven van het maximale aantal bestemmingen op borden per wegtype buiten de bebouwde kom.Op het interlokale wegennet wordt in Nederland voor routenummering de volgende systematiek gebruikt:- stroomwegen die deel uitmaken van het Europese net E-nummering;- nationale stroomwegen A-nummering;- regionale en gebiedsontsluitingswegen N-nummering.afbeelding binnen de regeling

Tabel 2.4: Maximaal aantal bestemmingen op borden per wegtype buiten de bebouwde kom [Bron: Richtlijn bewegwijzering, CROW, publicatie 222]

Lokale bewegwijzeringLokale bewegwijzering is de bewegwijzering naar doelen binnen de bebouwde kom en eventueel weer terug naar het interlokale wegennet. De lokale bewegwijzering naar een object begint vanaf het punt waar een lokale hoofdweg moet worden verlaten. Hierbij kunnen uitzonderingen worden gemaakt voor bijvoorbeeld grote sportcomplexen, industrieterreinen en het centrum van de plaats. Lokale bewegwijzering is een gesloten systeem. Elk verwezen doel moet op ieder beslispunt opnieuw herhaald worden tot de bestemming bereikt is. Per dwarsdoorsnede mogen er maximaal acht opschriften worden gehanteerd. Wanneer er eventuele parkeerverwijssystemen aanwezig zijn, moeten deze goed afgestemd worden op de lokale bewegwijzering.

EntreepuntenWanneer een weggebruiker via stroom- en gebiedsontsluitingswegen in de richting van de bebouwde kom rijdt moet hier voor de eerste kruising of splitsing een entreepunt zijn. Dit entreepunt is een plattegrondkast met een straatnamenregister, lijst van alle bewegwijzerde objecten, etc. Vanaf dit punt dient verwezen te worden naar verschillende wijken en delen in het dorp of de stad.

Uitgaande bewegwijzeringVerkeer wat het doel bereikt of bezocht heeft, moet snel weer terug. Een bewegwijzeringssysteem dient daarom rekening te houden met een goede verwijzing vanuit de bebouwde kom naar doelen die buiten de bebouwde kom liggen. Deze bewegwijzering wordt uitgaande bewegwijzering genoemd.

Bewegwijzering naar specifieke doelen en gebiedenHet kan (wanneer het de verkeersveiligheid en de doorstroming verbetert) nuttig zijn specifieke doelen en gebieden te bewegwijzeren. Het stroomschema in bijlage 1 geeft voor specifieke doelen en gebieden de criteria per wegtype aan.

Bewegwijzering op bedrijventerreinenEr zijn verschillende systemen voor de bewegwijzering van bedrijven [Bron: Leidraad duurzaam veilige inrichting van bedrijventerreinen. CROW, publicatie 192]. Deze worden hierna toegelicht.

• Bewegwijzering zones industriegebiedDit is een nummersysteem met cijfers zoals 8000-9000. Ieder bedrijf heeft zijn eigen volgnummer. Deze volgnummers worden aan de leveranciers bekend gemaakt. Dit systeem is gericht op onbekend vrachtverkeer zoals buitenlandse chauffeurs.

• Bewegwijzering bedrijven en stratenDit systeem bestaat al een tijd. Bedrijven worden individueel aangegeven en gesorteerd op straatnamen. Dit systeem kan is nuttig op kleine bedrijventerreinen. Bij grote bedrijventerreinen verliest het zijn overzichtelijkheid.

• Informatiepaneel Een informatiepaneel bij de ingang van een bedrijventerrein geeft het bestemmingensverkeer een overzichtelijk beeld van het bedrijventerrein. Op deze manier krijgt men een goed beeld van zijn te volgen route. Dit systeem werkt bij kleine bedrijventerreinen.

• InformatiepuntEen informatiebord op een informatiepunt waar gratis een plattegrond met de route naar de bestemmingen kan worden uitgeprint is een systeem wat wordt toegepast in Nijmegen. Men kan hier gratis de route uitprinten naar hun bestemming.

WijkverwijzingenVerwijzingen naar wijken kan op twee manieren; verwijzing met wijknummers of met wijknamen. In de lokale bewegwijzering vervult de wijk een belangrijke rol.

ParkerenWanneer een parkeerplaats de eindbestemming is en niet het object zelf, wordt naar deze parkeerterreinen verwezen. Op beslispunten nabij het object dient apart verwezen te worden naar het parkeerterrein. Bewegwijzering van parkeerplaatsen vindt voornamelijk plaats op gebiedsontsluitingswegen.Een goed functionerend parkeersysteem leidt verkeer direct naar een parkeerplaats. Daarbij zorgt een goed parkeersysteem voor een goede verdeling van het verkeer over de parkeervoorzieningen. Gekozen kan worden voor een statisch, een dynamisch of geen parkeerverwijssysteem.

TransferiaEen transferium ligt altijd op een goed te bereiken locatie, vaak langs een snelweg en bij een knooppunt waar verschillende modaliteiten samen komen op weg naar hetzelfde reisdoel. Een transferium wordt aangeduid met de P+R aanduiding of als transferium met de naam ervan.

Toeristische bewegwijzeringOm wildgroei aan toeristische bewegwijzering tegen te gaan, moet binnen de bebouwde kom terughoudend worden opgetreden. Wanneer een concentratie aan objecten aanwezig is, is het voor de overzichtelijkheid beter plattegrondkasten te plaatsen. Deze panelen kunnen door een symbool worden verwezen.

InformatiepanelenWeggebruikers hebben behoefte aan meer informatie dan de wegwijzers aangeven. Om de weggebruikers extra informatie te bieden kunnen informatiepanelen worden geplaatst. Een informatiepaneel is een kast met een plattegrond van de regio, de agglomeratie of de stad en met informatie over het betreffende gebied. Verwezen doelen en objecten moeten terug komen op de plattegronden. Eventueel is reclame mogelijk als deze niet strijdig is met de verordeningen.

Langs stroomwegen staan de informatiepanelen op verzorgingsplaatsen. Langs gebiedontsluitingswegen en eventueel erftoegangswegen worden informatiepanelen ingericht naast de weg op speciaal daartoe aangelegde opstelruimten. Op belangrijke invalswegen van bebouwde kommen moeten ook informatiepanelen staan. Met het symbool 'i' wordt naar een informatiepaneel verwezen.

Informatie punten zijn te delen in drie typen:- stads- of agglomeratie-informatiepunten;- wijkinformatiepunten;- regionale informatiepunten.

Sub-paragraaf 2.3.2 Fietsverkeer

Fietsers hebben een andere aanduidingbehoefte dan het autoverkeer. Fietsers hebben een lagere snelheid en rijden relatief minder kilometers dan het autoverkeer. Fietsers hebben daarbij ook vaak andere routes dan het autoverkeer.

De functie van fietsbewegwijzering is de fietser via de kortste route geleiden naar zijn doel. Vooral voor de onbekende fietser is dit van belang. Door het aanbrengen van aparte bewegwijzering, genummerde fietsroutes en alternatieve routes kan de fietser worden geleid.

De fietsbewegwijzering kent zijn eigen systematiek en kleurenstelling. Er wordt gebruik gemaakt van witte borden omringd door een rode rand, met rode symbolen en rode letters. Het bewegwijzeringssysteem dient gesloten te zijn. Een eenmaal vermelde bestemming dient te worden herhaald totdat deze bestemming is bereikt. Achter de naam van het doel wordt de afstand in kilometers vermeld. Aantrekkelijke alternatieve toeristische routes hebben groene opschriften op een witte achtergrond.

De richtlijnen hebben twee systemen ter beschikking. Het eerste systeem is de fietsverwijzingen integreren in de algemene bewegwijzering. Het tweede systeem is het plaatsen van een specifieke fietswegwijzer. Er zijn twee typen fietswegwijzers; fietshandwijzers en fietsborden.

Bromfietsers volgen de aanduidingen van de wegen waarop zij horen te rijden. Wanneer bromfietsers moeten veranderen van rijbaan naar bijvoorbeeld een bromfietspad, kan dit aangegeven worden met aanvullende bebording.

Sub-paragraaf 2.3.3 Voetgangers

Bewoners, ondernemers, bezoekers en toeristen kunnen behoefte aan voetgangersbewegwijzering hebben. Voetgangersbewegwijzering heeft zin wanneer er regelmatig voetvangers zijn die de weg niet weten, als er objecten of bestemmingen zijn die relatief veel mensen trekken en als deze bestemmingen of objecten op loopafstand liggen van het punt waar deze mensen hun vervoermiddel achterlaten.

Landelijke uniformiteit bij voetgangersbewegwijzering is minder van belang. Wanneer in een bepaald gebied voetgangersbewegwijzering is toegepast, is het wel van belang deze consequent te blijven gebruiken, zodat de gebruikers de bewegwijzering herkenen en begrijpen.

De voorkeur voor de vorm van voetgangersbewegwijzering gaat uit naar eenzelfde lay-out als die van de fietsbewegwijzering. Om leesbaarheid te garanderen worden de kleurencombinaties van witte of gele letters met een groene of bruine achtergrond aanbevolen. Voor de duidelijkheid wordt een pictogram van een voetganger ook aangeraden.

Paragraaf 2.4 Toeristische bewegwijzering

Door de groeiende vrijetijdssector (wat een positieve bijdrage levert aan de werkgelegenheid) wordt toerisme en recreatie steeds belangrijker. Dit is ook het geval voor het Land van Heusden en Altena, dat een breed scala aan recreatieve en toeristische mogelijkheden biedt. De ontwikkeling van de groeiende vrijetijdssector in het Land van Heusden en Altena levert een sterke bijdrage aan de regionale ontwikkeling.

Voor de vrijetijdssector is het evenals voor de andere sectoren van groot belang om de weggebruikers vlot en doeltreffend naar hun bestemming te verwijzen en daarmee zoekgedrag te voorkomen. Ook voor toerisme en recreatie vervult bewegwijzering dus een essentiële rol.

In het kader van toeristische bewegwijzering dient onderscheid gemaakt te worden in twee vormen van bewegwijzering. Deze paragraaf beschrijft eerst de bewegwijzering naar toeristisch-recreatieve objecten en vervolgens de bewegwijzering van toeristische routes.

Sub-paragraaf 2.4.1 Toeristische-recreatieve objecten

DoelHet primaire doel van toeristische bewegwijzering is de weggebruiker geleiden naar toeristische accommodaties en gebieden. De routekeuze wordt echter zodanig beïnvloed dat de weggebruiker de meest geschikte en/ of toeristische attractieve route kiest.

UitgangspuntenHet belangrijkste uitgangspunt is de weggebruiker zo lang mogelijk de verwijzingen te laten volgen naar de naam van de vestigingsplaats of plaats waarmee de toeristische accommodatie wordt geassocieerd. Wanneer de route van het object afwijkt van de plaats, start de speciale herkenbare toeristische bewegwijzering.

• CriteriaEr zijn die soorten toeristische-recreatieve objecten. Er zijn objecten met een (inter)nationaal karakter (zoals Efteling), objecten met een bovenlokaal karakter (zoals dierentuinen) en objecten met een lokaal karakter (zoals verblijfsaccommodaties). (Inter)nationale of bovenlokale objecten worden geïntegreerd in de algemene bewegwijzering volgens de richtlijnen van het CROW publicatie 222. Naar objecten met een lokaal karakter wordt verwezen op een solitair systeem. Het lokale beleid bepaalt of er verwezen wordt naar dergelijke lokale objecten.

• VoorzieningenAan de hand van de aard, omvang en wijze van beheer wordt bepaald of een object als voorziening gekenmerkt kan worden. Om in aanmerking te komen voor permanente verwijzing moet de voorziening minimaal 6 maanden per jaar open zijn. Ook moet het een begrensd gebied zijn met een beperkt aantal ingangen of toegangen.

• OpvallendheidWanneer toeristische-recreatieve bewegwijzering en lokale bewegwijzering naast elkaar voorkomen, mogen de aanduidingen op dezelfde drager gecombineerd worden. De systemen houden wel hun eigen kleuren. Toeristische-recreatieve objectbewijzering is uitgevoerd in witte teksten met een bruine achtergrond. Lokale objectbewegwijzering is uitgevoerd in zwarte teksten en symbolen in een wit veld op een blauwe achtergrond.Voor de bewegwijzering van toeristische objecten en terreinen zijn (inter)nationale symbolen ontwikkeld. In bijlage 2 is een overzicht van symbolen opgenomen.

AanduidingenHieronder worden de meest gebruikte aanduidingen voor toeristische voorzieningen genoemd en toegelicht.

• InformatiepanelenInformatiepanelen vervullen een belangrijke functie in de lokale en de toeristische bewegwijzering binnen de regio, agglomeratie, gemeente, stad of dorp. In figuur 2.2 is een voorbeeld van een toeristisch informatiepaneel opgenomen.

Figuur 2.2: Voorbeeld informatiepaneel [Bron: Richtlijn toeristische bewegwijzering, CROW, publicatie 262]

• Verwijzingen naar informatiepanelenHet is voor de weggebruikers belangrijk hen tijdig te informeren over de aanwezigheid van deze informatiepanelen. Door middel van voorwegwijzers en besliswijzers worden weggebruikers hiervoor geïnformeerd en verwezen naar de informatiepanelen.

• ObjectwegwijzersSpecifieke wegwijzers worden toegepast om naar objecten te verwijzen. Een strokenbord (uitwisselbaar type wegwijzer) wordt gebruikt om te verwijzen naar objecten. Ieder object wordt met een bijbehorend richtingpeil op een apart strokenbord vermeld. Het wordt aanbevolen strokenborden te groeperen naar categorie of naar richting. Groeperen per richting levert een overzichtelijk beeld op voor de weggebruiker.

• Routenummerverwijzing voor recreatieve routesRoutenummerverwijzing wordt geïntegreerd in de algemene/ interlokale bewegwijzering. Wanneer routenummer verwijzing noodzakelijk is en ontbreekt worden de routenummers op strokenborden aangebracht en gecombineerd met objectverwijzing ter plaatse.

• GebiedsaanduidingsbordenDeze borden vormen een referentiepunt voor de weggebruiker die op weg is naar zijn bestemming. Nationale landschappen, nationale parken, Unescogebieden en aaneengesloten kerngebieden van de Ecologische Hoofdstructuur worden aangeduid op gebiedsaanduidingsborden. Op het bord kunnen namen worden vermeld en symbolen worden toegevoegd.

Verder worden streekgrensborden, provincie- en gemeentegrensborden en riviernaamborden gebruikt om toeristische-recreatieve voorzieningen aan te duiden.

Tabel 2.5 bevat een overzicht met plaatsingsmogelijkheden voor toeristische-recreatieve aanduidingen.afbeelding binnen de regeling

Tabel 2.5: Plaatsingsmogelijkheden voor toeristische-recreatieve aanduidingen [Bron: Richtlijn toeristische bewegwijzering, CROW, publicatie 262]

AanpakDe gemeente kan met het aanbrengen/ herzien van bewegwijzering projectmatig te werk gaan. Objecten die in aanmerking komen voor verwijzing moeten worden geïnventariseerd. In tabel 2.6 staan potentiële objecten. De objecten uit categorie 1 komen eerder in aanmerking voor verwijzing dan bestemmingen uit categorie 2. Bij deze afweging spelen ook feitelijke omstandigheden een belangrijke rol. De objecten in tabel 2.6 worden in wit op bruin aangegeven conform de richtlijnen.afbeelding binnen de regeling

Tabel 2.6: Overzicht toeristische-recreatieve objectverwijzingen [Bron: Richtlijn toeristische bewegwijzering, CROW, publicatie 262]

Verwijzingen naar lokale objecten worden in zwart op wit weergegeven in een blauwe achtergrond. De genoemde verwijzingen in tabel 2.7 worden in deze kleuren weergegeven. Ook voor deze objecten geldt dat de objecten uit categorie 1 eerder in aanmerking komen voor verwijzing dan bestemmingen uit categorie 2. Feitelijke omstandigheden spelen ook hier een belangrijke rol bij de afweging.afbeelding binnen de regeling

Tabel 2.7: Overzicht lokale objectverwijzingen [Bron: Richtlijn toeristische bewegwijzering, CROW, publicatie 262]

Combinatie toeristische en lokale objectverwijzingenToeristische-recreatieve bewegwijzering kan bij ruimtegebrek gecombineerd worden met de lokale bewegwijzering binnen een gemeente of gebied. Beide hebben een eigen systeem. De voorkeur gaat ernaar uit deze gescheiden te plaatsen. Het lokale systeem staat bovenaan. Figuur 2.4 is een voorbeeld van een gecombineerde objectbewegwijzering opgenomen.

Figuur 2.4: Voorbeeld gecombineerde objectbewegwijzering [Bron: Richtlijn toeristische bewegwijzering, CROW, publicatie 262]afbeelding binnen de regeling

Sub-paragraaf 2.4.2 Toeristische routes

Een gebied kan door middel van het uitzetten van toeristische routes aantrekkelijker worden voor toeristen. Op basis van routebeschrijvingen en/of kaartmateriaal kunnen toeristische routes worden gevolgd. Steeds vaker worden toeristische routes zodanig bewegwijzerd, dat ze door middel van (uitsluitend) wegwijzers, routeborden, informatiepanelen en dergelijke zijn te volgen.

Soorten routesVoor autoroutes, fietsroutes, wandelroutes en kanoroutes zijn specifieke, gestandaardiseerde bewegwijzeringssystemen beschikbaar.Daarnaast bestaan er ook skateroutes, skeelerroutes, mountainbikeroutes en ruiterroutes. Voor deze routes bestaat geen gestandaardiseerde bewegwijzering. Wanneer een route ook geschikt is voor gehandicapten wordt dit door middel van het internationale toegankelijkheidsymbool voor gehandicapten aangegeven.

• AutoroutesIn Nederland zijn er 40 toeristische autoroutes. De maximale lengte van de routes is 100 km. De routes zijn in één richting bewegwijzerd en lopen langs bezienswaardigheden en voorzieningen om te wandelen. De borden van autoroutes zijn zeskantig. Wanneer er een uitstapmogelijkheid is wordt dit met een apart onderstaand bordje aangegeven. Figuur 2.5 is hier een voorbeeld van.

Figuur 2.5: Voorbeeld gecombineerde objectbewegwijzering [Bron: Richtlijn toeristische bewegwijzering, CROW, publicatie 262]

• FietsroutesTer bevordering van toerisme en recreatie worden toeristische routes uitgezet. Er zijn drie soorten fietsroutes: - lokale/regionale rondrijroutes: dit zijn gesloten routes, die in één richting worden bewegwijzerd, aangegeven met zeshoekige borden;- landelijke doorgaande routes (LF-route): deze routes lopen niet rond (niet hetzelfde begin- als eindpunt), maar vormen een traject, aangegeven met rechthoekige borden;- knooppunt netwerken: deze zijn nieuw en succesvol en zijn specifiek gericht op toeristische- recreatieve ontwikkeling van een streek en voor mensen die lokaal een rondje willen fietsen, aangegeven met rechthoekige borden.

• WandelroutesEr zijn twee soorten wandelroutes. Rondgaande wandelroutes en doorgaande langeafstandswandelroutes. Rondgaande wandelroutes hebben meestal een thema zoals een route waarbij een gebied onder aandacht wordt gebracht. Rondgaande wandelroutes zijn in één richting bewegwijzerd en uitgevoerd met zeshoekige routeborden. Het startpunt is meestal voorzien van een informatiepaneel over de route van het desbetreffende gebied. De lengte van rondgaande wandelroutes varieert van 2 tot 10 kilometer. Doorgaande langeafstandswandelroutes worden bij voorkeur aangeduid met rood-witte stickers of verfstrepen.

• KanoroutesTer bescherming van de natuur kan het wenselijk zijn de kanoërs een bepaalde route aan te bieden. Ook deze routes worden met zeshoekige routeborden bewegwijzerd. Toeristische kanoroutes hebben het karakter van een rondvaartroute en worden dus ook in één richting bewegwijzerd.

Hoofdstuk 3 Huidige bewegwijzering

Om tot een wensbeeld te komen is eerst kort stil gestaan bij de huidige bewegwijzering.De huidige situatie is beschreven aan de hand van een overleg met de betrokken beleidsmedewerkers verkeer en vervoer van de drie gemeenten. In dit beleidskader is geen koppeling gemaakt met de daadwerkelijke aanwezige bewegwijzering in de drie gemeenten; de aanwezige bewegwijzering is niet geïnventariseerd.

In dit hoofdstuk wordt in paragraaf 3.1 allereerst ingegaan op de belanghebbenden, beheerders en de categorie-indeling van de wegen. In paragraaf 3.2 komt vervolgens de bewegwijzering per vervoerswijze aan bod. Paragraaf 3.3 gaat specifiek in op de toeristische bewegwijzering en in paragraaf 3.4 is ten slotte stil gestaan bij het beheer, onderhoud en aanschaf.

Paragraaf 3.1 Belanghebbenden, beheerders en categorie-indeling

De wegbeheerders, de bewoners, de ondernemers en de weggebruikers zijn de belanghebbenden voor een goed functionerend wegennet.

Het wegennet in het Land van Heusden en Altena wordt beheerd door het Rijk, de provincie Noord-Brabant en de gemeenten Werkendam, Aalburg en Woudrichem.De stroomweg die onder het beheer van het Rijk valt is de A27 (120 km/h en 100 km/h). De N283, N267 en de N322 zijn gebiedsontsluitingswegen (80 km/h en 50 km/h). Deze worden beheerd door de provincie Noord-Brabant. De overige wegen vallen onder het beheer van de drie gemeenten. Dit zijn gebiedsontsluitingswegen (80 km/h, 60 km/h en 50 km/h) en erftoegangswegen (30 km/h) binnen het grensgebied van het Land van Heusden en Altena. In figuur 3.1 is de indeling van het wegennet van het Land van Heusden en Altena weergegeven (rood staat voor 120 km/h, paars voor 10 km/h, bruin voor 80 km/h, geel voor 60 km/h en 50 km/h en blauw voor 30 km/h). afbeelding binnen de regeling

Figuur 3.1: Indeling wegennet [Bron: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, http://www.maximumsnelheden.nl/]

De rijks- en provinciale wegen vallen niet onder het beheer van de gemeenten Werkendam, Aalburg en Woudrichem. De rijks- en provinciale wegen worden in dit beleidskader dan ook niet meegenomen. Wel moet de bewegwijzering binnen deze gemeenten voldoen aan de randvoorwaarden die gelden voor de overgang naar een weg die onder hun beheer valt.

Paragraaf 3.2 Bewegwijzering per vervoerswijze

In deze paragraaf is eerst de huidige bewegwijzering voor gemotoriseerd verkeer beschreven en vervolgens voor langzaam verkeer.

Sub-paragraaf 3.2.1 Bewegwijzering gemotoriseerd verkeer

Interlokale bewegwijzeringDe bewegwijzering naar geografische doelen (plaatsnamen), ook wel interlokale bewegwijzering genoemd, is buiten de bebouwde kom aanwezig. De doorgaande routes en knooppunten zijn voorzien van bewegwijzering met een systeem.

Lokale bewegwijzeringBinnen de bebouwde kom is de aanwezige bewegwijzering niet volledig consistent. Het onderhoudsniveau van de bewegwijzering in de drie gemeenten is niet optimaal. Het is voor de gemeenten niet duidelijk wat wel of niet bewegwijzerd wordt en zou moeten worden. De gemeenten maken allen gebruik van verschillende systemen en materialen. De bewegwijzering binnen en tussen de kernen is niet volledig samenhangend. Ook is er geen duidelijke regeling voor het beheren, onderhouden en aanschaffen van bewegwijzering.

EntreepuntenBij binnenkomst van een dorp zijn informatieborden aanwezig. Veel van deze borden zijn niet meer volledig actueel.afbeelding binnen de regeling

Figuur 3.2: Informatiebord bij binnenkomst Hank.

Bewegwijzering naar specifieke doelen en gebiedenHet is niet duidelijk of er een consistente bewegwijzering is naar specifieke doelen en gebieden, zoals bedrijventerreinen. Wel is er een wildgroei aan bebording. Deze borden zijn geplaatst door bedrijven met als doel het bedrijf te promoten en de vindbaarheid ervan te verbeteren. Bewegwijzering van parkeerroutesBij de Vesting in Woudrichem wordt verwezen naar parkeergebieden. De bewegwijzering naar de parkeergebieden vind met een statisch parkeerverwijssysteem plaats. De gemeenten Werkendam en Aalburg hebben geen parkeerroutes bewegwijzerd.

Bewegwijzering naar objectenBinnen de gemeenten is bewegwijzering naar diverse objecten zoals campings, sportvelden en recreatie aanwezig. Of deze objecten bewegwijzerd worden ligt onder andere aan het aantal bezoekers/ beoefenaars. De huidige criteria die momenteel hiervoor gehanteerd worden, zijn niet duidelijk.

Sub-paragraaf 3.2.2 Bewegwijzering voor langzaam verkeer

FietsbewegwijzeringFietsbewegwijzering is in het Land van Heusden en Altena zowel binnen als buiten de bebouwde kom aanwezig. In totaal zijn er 19 fietsroutes door het Land van Heusden en Altena. De bewegwijzering langs deze fietswegen is geplaatst door de ANWB. Uit een eerder onderzoek is het volgende gebleken [bron: Routegebonden recreatie in het Land van Heusden en Altena, 2008]: - Er is veel informatie en er zijn veel routes.- Routes kunnen beter worden gepromoot.- Routes in het wandelknooppunten systeem ontbreken. Meer ruiterroutes enthemaroutes zijn wenslijk.- Er zijn weinig horecavoorzieningen of overnachtingsmogelijkheden voor de 'route- recreant'.- Routes zijn nog niet altijd even goed gekoppeld aan bewegwijzering.

Bewegwijzering voor voetgangersEr zijn diverse wandelprojecten in ontwikkeling. Er zijn 16 wandelroutes in het Land van Heusden en Altena. Voor de bewegwijzering van de wandelroutes gelden dezelfde conclusies als voor fietsbewegwijzering [bron: Routegebonden recreatie in het Land van Heusden en Altena, april 2008].

Paragraaf 3.3 Toeristische bewegwijzering

Toeristische bewegwijzering algemeenDe huidige toeristische bewegwijzering komt overeen met de lokale bewegwijzering, zoals beschreven in paragraaf 3.2.1. Hierop is de volgende aanvulling van toepassing.Het dorp Hank heeft een ondernemersvereniging. Lidmaatschap van deze vereniging is vereist om tegen betaling in aanmerking te komen voor een bewegwijzeringsbord. In de gemeente Woudrichem zijn vergelijkbare ondernemersverenigingen opgericht. De bewegwijzering in het Land van Heusden en Altena is erg variabel, veel ondernemers hebben naast de gemeentelijke bebording en borden van de ondernemersverenigingen zelf borden geplaatst.

Fiets- en wandelroutesZoals bij bewegwijzering voor langzaam verkeer geschreven, bevat het Land van Heusden en Altena 19 recreatieve fietsroutes en 16 wandelroutes [bron: Routegebonden recreatie in het Land van Heusden en Altena, april 2008].

Kano- en vaarroutesIn het Land van Heusden en Altena zijn een aantal kano- en vaarroutes. Verhuur van kano's en boten is mogelijk bij onder andere Fort Altena, Jachthaven Oversteeg en bezoekerscentrum Drimmelen. Vanaf het Biesboschmuseum en het bezoekerscentrum in Drimmelen en Dordrecht zijn rondvaarten mogelijk. [Bron: Routegebonden recreatie in het Land van Heusden en Altena, april 2008].

RuiterroutesEr zijn plannen voor het realiseren van ruiterroutes. Hiertoe is de werkgroep ruiterroutes opgericht. Doelstelling van deze werkgroep is de realisatie van circa 40 km ruiterroutes. In week 41 is er een ruiterroute in Woudrichem geopend. Borden verwijzen ruiters naar het startpunt van deze route. [Bron: 'Routegebonden recreatie in het Land van Heusden en Altena, april 2008'). Internet: http/www.ad.nl/rotterdam/rivierenland/2640741/ Eerste_ruiterroute_in_Land_Heusden_en_Altena.html].

Paragraaf 3.4 Beheer, onderhoud en aanschaf

De regeling voor het beheer, onderhoud en de aanschaf is voor verbetering vatbaar. De huidige bewegwijzering wordt voornamelijk door de ANWB onderhouden. De drie gemeenten hebben geen beleidskader of toetsingskader voor opname van nieuwe bewegwijzering op de (verharde) wegen van het Land van Heusden en Altena.

Hoofdstuk 4 Wensbeeld

Om te komen tot een wenselijk en effectief beleidskader voor het Land van Heusden en Altena, dient dit aan te sluiten op het ambitieniveau van de drie gemeenten. Dit hoofdstuk gaat in op het wensbeeld voor bewegwijzering in het Land van Heusden en Altena. Het wensbeeld is in een workshop met de gemeenten bepaald aan de hand van de huidige bewegwijzering in het Land van Heusden en Altena.

In dit hoofdstuk is in paragraaf 4.1 het wensbeeld voor bewegwijzering in het algemeen opgenomen en in paragraaf 4.2 specifiek voor toeristisch recreatieve bewegwijzering.

Paragraaf 4.1 Wensbeeld algemene bewegwijzering

In deze paragraaf is voor verschillende onderwerpen het wensbeeld van de gemeenten beschreven. Ondanks de ontwikkelingen op het gebied van navigatie, wensen de gemeenten Werkendam, Aalbrug en Woudrichem doelen, gebieden en objecten te bewegwijzeren. Dit willen zij doen conform de richtlijnen voor bewegwijzering van het CROW. Het betreft richtlijnen uit de CROW publicatie 222, Bewegwijzering en Toeristische bewegwijzering, CROW publicatie 262. Waar de richtlijnen keuzes open laten, is in overleg met de gemeenten bepaald hoe hiermee om te gaan.

Bewegwijzering naar bedrijventerreinen in het Land van Heusden en AltenaDe gemeenten hebben er voor gekozen om de bewegwijzering naar bedrijventerreinen volgens de richtlijnen van het CROW 'Richtlijn bewegwijzering', publicatie 222 uit te voeren. De bedrijventerreinen in het Land van Heusden en Altena komen volgens de richtlijnen van het CROW vanwege de beperkte oppervlakte niet in aanmerking om buiten de bebouwde kom naar verwezen te worden. Wanneer door bewegwijzering van de bedrijventerreinen zoekend vrachtverkeer voorkomen kan worden, zijn verwijzingen naar bedrijven ook buiten de bebouwde kom gewenst. Dit is momenteel niet het geval. Binnen de bebouwde kom wordt wel naar de bedrijventerreinen verwezen.

Bewegwijzering op bedrijventerreinenVoor de bewegwijzering op bedrijventerreinen bestaan verschillende systemen, zoals ook bij 'bewegwijzering op bedrijventerreinen' in paragraaf 2.3.1 is beschreven. In het Land van Heusden en Altena kan bij entreepunten van de bedrijventerreinen een bord worden geplaatst met een overzicht van alle bedrijven per straat. Deze bewegwijzering wordt in samenspraak met de ondernemers afgestemd. In figuur 4.1 is een voorbeeld van dit systeem opgenomen.

Stimuleren doorgaande route vrachtverkeerBewegwijzering voor doorgaand vrachtverkeer heeft nut voor onbekende of buitenlandse chauffeurs. Bekende chauffeurs laten zich hierdoor niet leiden. Handhaving hierop is niet mogelijk. Door een vrachtverbod in te stellen kan een vrachtverkeerroute gestimuleerd worden. De gemeenten hebben niet gekozen om een route voor doorgaand vrachtverkeer te stimuleren door bewegwijzering. De bewegwijzering naar bedrijventerreinen voldoet om vrachtverkeer de juiste weg op het op het wegennet te laten vinden.

OndernemersAls een ondernemer of bedrijf een wens voor bewegwijzering heeft, is de reikwijdte voor bewegwijzering het bedrijventerrein, niet daar buiten. De gemeenten willen uniformiteit en accepteren geen eigen borden van ondernemers.

Organisaties en instantiesDe bewegwijzering van organisaties en instanties gaat in principe conform de richtlijnen. Bestemmingen die niet in aanmerking komen bewegwijzerd te worden, komen conform de richtlijnen wel op de informatieborden. De gemeenten wensen dan ook dat deze informatieborden vernieuwd worden.

RoutesParkeerroutesEr bestaan drie typen parkeerverwijssystemen. Wanneer er weinig parkeerverkeer is, parkeervakken verspreid zijn over de gemeente en er sprake is van duidelijke herkenbare parkeerterreinen kan gekozen worden om geen parkeerverwijssysteem in het gebied toe te passen. Wanneer afzonderlijke, moeilijk toegankelijke parkeerterreinen niet (volledig) worden benut, wordt een statisch parkeerverwijssysteem door het CROW aanbevolen. Naast statische parkeerverwijssystemen bestaan dynamische parkeersystemen. Deze wordt door het CROW geadviseerd wanneer de capaciteit van een afzonderlijk parkeerterrein regelmatig bereikt wordt maar de totale capaciteit in het gebied niet.In de gemeente Aalburg is een parkeerverwijssysteem niet nodig. De gemeenten Werkendam en Woudrichem hebben wel de wens naar een parkeerverwijssysteem. De gemeente Werkendam geeft de voorkeur voor een statisch parkeerverwijssysteem in het centrum. De gemeente Woudrichem kiest voor de Vesting ook voor een statisch parkeerverwijssysteem.

Lokale bestemmingenTabel 2.7 in hoofdstuk 2.5 is een overzicht van lokale bestemmingen die volgens de richtlijnen uit de CROW publicatie 262 in aanmerking komen voor opname in de bewegwijzering. De bestemmingen zijn in twee categorieën verdeeld. De bestemmingen in categorie 1 komen volgens het CROW eerder in aanmerking voor bewegwijzering dan de bestemmingen in categorie 2. Wens van de drie gemeenten is zowel de bestemmingen in categorie 1 als in categorie 2 te bewegwijzeren. Op basis van overleg met de beleidsmedewerkers toerisme en recreatie zijn voorzieningen aangevuld. De aanvullende voorzieningen zijn speeltuinen, bibliotheek, veerponten, visvijvers en stranden.

Wijken en buurtenWijken en buurten kunnen conform de 'Richtlijn bewegwijzering' van de CROW worden opgenomen in de bewegwijzering, zie hoofdstuk 2.4.1 'wijkverwijzingen'.Vanwege de geringe grootte van de wijken en buurten in het Land van Heusden en Altena hebben de gemeenten besloten dat bewegwijzering voor wijken en buurten in het Land van Heusden en Altena niet wenselijk is. In plaats van wijkverwijzingen kan gebruik worden gemaakt van plattegrondkasten op strategische locaties. Ook kan besloten worden een wijknaambord te plaatsen bij de entree van een wijk. De gemeente hebben besloten wijken en buurten alleen op plattegronden aan te duiden. De aan te duiden wijken en buurten wordt met maatwerk per gemeente bepaald.

FietsverkeerDe gemeenten vinden het bewegwijzeren van de kortste fietsroute belangrijk en nodig. De richtlijnen van het CROW geven het integreren van fietsbewegwijzering in de algemene bewegwijzering als uitgangspunt. Ook kan er volgens het CROW voor een specifieke fietsbewegwijzering gekozen worden. De voorkeur van de drie gemeenten gaat uit naar een volledige fietsbewegwijzering volgens de richtlijnen.

VoetgangersBij de bewegwijzering voor voetgangers kan gedacht worden aan bewijzering vanaf een parkeervoorziening tot het doel. Ook kan men toeristische wandelroutes bewegwijzeren. De gemeenten Werkendam, Aalburg en Woudrichem wensen in het Land van Heusden en Altena de wandelroutes tot een volledig wandelknooppuntensysteem te ontwikkelen.Voetgangersbewegwijzering vanaf pIn deze paragraaf is voor verschillende onderwerpen het wensbeeld van de gemeenten beschreven. Ondanks de ontwikkelingen op het gebied van navigatie, wensen de gemeenten Werkendam, Aalbrug en Woudrichem doelen, gebieden en objecten te bewegwijzeren. Dit willen zij doen conform de richtlijnen voor bewegwijzering van het CROW. Het betreft richtlijnen uit de CROW publicatie 222, Bewegwijzering en Toeristische bewegwijzering, CROW publicatie 262. Waar de richtlijnen keuzes open laten, is in overleg met de gemeenten bepaald hoe hiermee om te gaan.

Bewegwijzering naar bedrijventerreinen in het Land van Heusden en AltenaDe gemeenten hebben er voor gekozen om de bewegwijzering naar bedrijventerreinen volgens de richtlijnen van het CROW 'Richtlijn bewegwijzering', publicatie 222 uit te voeren. De bedrijventerreinen in het Land van Heusden en Altena komen volgens de richtlijnen van het CROW vanwege de beperkte oppervlakte niet in aanmerking om buiten de bebouwde kom naar verwezen te worden. Wanneer door bewegwijzering van de bedrijventerreinen zoekend vrachtverkeer voorkomen kan worden, zijn verwijzingen naar bedrijven ook buiten de bebouwde kom gewenst. Dit is momenteel niet het geval. Binnen de bebouwde kom wordt wel naar de bedrijventerreinen verwezen.

Bewegwijzering op bedrijventerreinenVoor de bewegwijzering op bedrijventerreinen bestaan verschillende systemen, zoals ook bij 'bewegwijzering op bedrijventerreinen' in paragraaf 2.3.1 is beschreven. In het Land van Heusden en Altena kan bij entreepunten van de bedrijventerreinen een bord worden geplaatst met een overzicht van alle bedrijven per straat. Deze bewegwijzering wordt in samenspraak met de ondernemers afgestemd. In figuur 4.1 is een voorbeeld van dit systeem opgenomen.

Stimuleren doorgaande route vrachtverkeerBewegwijzering voor doorgaand vrachtverkeer heeft nut voor onbekende of buitenlandse chauffeurs. Bekende chauffeurs laten zich hierdoor niet leiden. Handhaving hierop is niet mogelijk. Door een vrachtverbod in te stellen kan een vrachtverkeerroute gestimuleerd worden. De gemeenten hebben niet gekozen om een route voor doorgaand vrachtverkeer te stimuleren door bewegwijzering. De bewegwijzering naar bedrijventerreinen voldoet om vrachtverkeer de juiste weg op het op het wegennet te laten vinden.

OndernemersAls een ondernemer of bedrijf een wens voor bewegwijzering heeft, is de reikwijdte voor bewegwijzering het bedrijventerrein, niet daar buiten. De gemeenten willen uniformiteit en accepteren geen eigen borden van ondernemers.

Organisaties en instantiesDe bewegwijzering van organisaties en instanties gaat in principe conform de richtlijnen. Bestemmingen die niet in aanmerking komen bewegwijzerd te worden, komen conform de richtlijnen wel op de informatieborden. De gemeenten wensen dan ook dat deze informatieborden vernieuwd worden.

RoutesParkeerroutesEr bestaan drie typen parkeerverwijssystemen. Wanneer er weinig parkeerverkeer is, parkeervakken verspreid zijn over de gemeente en er sprake is van duidelijke herkenbare parkeerterreinen kan gekozen worden om geen parkeerverwijssysteem in het gebied toe te passen. Wanneer afzonderlijke, moeilijk toegankelijke parkeerterreinen niet (volledig) worden benut, wordt een statisch parkeerverwijssysteem door het CROW aanbevolen. Naast statische parkeerverwijssystemen bestaan dynamische parkeersystemen. Deze wordt door het CROW geadviseerd wanneer de capaciteit van een afzonderlijk parkeerterrein regelmatig bereikt wordt maar de totale capaciteit in het gebied niet.In de gemeente Aalburg is een parkeerverwijssysteem niet nodig. De gemeenten Werkendam en Woudrichem hebben wel de wens naar een parkeerverwijssysteem. De gemeente Werkendam geeft de voorkeur voor een statisch parkeerverwijssysteem in het centrum. De gemeente Woudrichem kiest voor de Vesting ook voor een statisch parkeerverwijssysteem.

Lokale bestemmingenTabel 2.7 in hoofdstuk 2.5 is een overzicht van lokale bestemmingen die volgens de richtlijnen uit de CROW publicatie 262 in aanmerking komen voor opname in de bewegwijzering. De bestemmingen zijn in twee categorieën verdeeld. De bestemmingen in categorie 1 komen volgens het CROW eerder in aanmerking voor bewegwijzering dan de bestemmingen in categorie 2. Wens van de drie gemeenten is zowel de bestemmingen in categorie 1 als in categorie 2 te bewegwijzeren. Op basis van overleg met de beleidsmedewerkers toerisme en recreatie zijn voorzieningen aangevuld. De aanvullende voorzieningen zijn speeltuinen, bibliotheek, veerponten, visvijvers en stranden.

Wijken en buurtenWijken en buurten kunnen conform de 'Richtlijn bewegwijzering' van de CROW worden opgenomen in de bewegwijzering, zie hoofdstuk 2.4.1 'wijkverwijzingen'.Vanwege de geringe grootte van de wijken en buurten in het Land van Heusden en Altena hebben de gemeenten besloten dat bewegwijzering voor wijken en buurten in het Land van Heusden en Altena niet wenselijk is. In plaats van wijkverwijzingen kan gebruik worden gemaakt van plattegrondkasten op strategische locaties. Ook kan besloten worden een wijknaambord te plaatsen bij de entree van een wijk. De gemeente hebben besloten wijken en buurten alleen op plattegronden aan te duiden. De aan te duiden wijken en buurten wordt met maatwerk per gemeente bepaald.

FietsverkeerDe gemeenten vinden het bewegwijzeren van de kortste fietsroute belangrijk en nodig. De richtlijnen van het CROW geven het integreren van fietsbewegwijzering in de algemene bewegwijzering als uitgangspunt. Ook kan er volgens het CROW voor een specifieke fietsbewegwijzering gekozen worden. De voorkeur van de drie gemeenten gaat uit naar een volledige fietsbewegwijzering volgens de richtlijnen.

VoetgangersBij de bewegwijzering voor voetgangers kan gedacht worden aan bewijzering vanaf een parkeervoorziening tot het doel. Ook kan men toeristische wandelroutes bewegwijzeren. De gemeenten Werkendam, Aalburg en Woudrichem wensen in het Land van Heusden en Altena de wandelroutes tot een volledig wandelknooppuntensysteem te ontwikkelen.Voetgangersbewegwijzering vanaf parkeervoorzieningen naar doelen is in de gemeente Werkendam en Aalburg niet gewenst. In de gemeente Woudrichem is vanaf de parkeervoorzieningen voetgangersbewegwijzering wenselijk naar de Vesting.Deze voetgangersbewegwijzering vindt plaats conform de richtlijnen.arkeervoorzieningen naar doelen is in de gemeente Werkendam en Aalburg niet gewenst. In de gemeente Woudrichem is vanaf de parkeervoorzieningen voetgangersbewegwijzering wenselijk naar de Vesting.Deze voetgangersbewegwijzering vindt plaats conform de richtlijnen.

Paragraaf 4.2 Wensbeeld toeristisch recreatieve bewegwijzering

Toerisme en recreatie is belangrijk in het Land van Heusden en Altena. De gemeenten wensen de uitvoering conform de richtlijnen toeristische bewegwijzering van het CROW, publicatie 262. Ook voor toeristisch-recreatieve bestemmingen bieden de richtlijnen een onderscheid in categorie 1 bestemmingen en categorie 2 bestemmingen. De gemeenten willen de bestemmingen uit beide categorieën bewegwijzeren. Op basis van overleg met de werkgroep en beleidsmedewerkers toerisme en recreatie zijn enkele aanvullende bestemmingen aangeduid. Ook is op het vlak van recreatie en toerisme bepaald hoe om te gaan met punten waar de richtlijnen keuzes openlaten.

BestemmingenDe aanvullende toeristisch recreatieve bestemmingen zijn veerponten, stranden en visvijvers.

Routes met gestandaardiseerd systeemVoor fiets- en wandelroutes is bewegwijzering op het start- en het eindpunt van de routes gewenst. Autoroutes worden niet bewegwijzerd, omdat deze modaliteit stimuleren bij voorkeur niet wenselijk wordt geacht.

Bij kanoroutes worden de op- en afstappunten aangeduid. Verder worden de kanoërs niet verwezen met behulp van aanduidingen in de vorm van bewijzering. Bij de verhuurders en de op- en afstappunten zijn kaarten en plattegronden beschikbaar die de kanoërs kunnen aanschaffen of inzien. Op deze mannier kunnen de kanoërs hun route uitzetten.

Routes zonder gestandaardiseerd systeemSkate-, skeeler-, en mountainbikeroutes worden niet bewegwijzerd. In verband met de ontwikkelingen ruiterroutes in het Land van Heusden en Altena willen de gemeenten, wanneer hier initiatieven voor zijn en het gemeentegrens overschrijdend is, gestandaardiseerde bewegwijzering van deze routes stimuleren. Hierbij wordt naar het begin- en eindpunt van ruiterroutes verwezen. Het doel van de verwijzing naar de ruiterroutes is de ruiters naar het nabij gelegen parkeerterreinen geleiden waar zij de mogelijkheid hebben hun auto en trailer te parkeren. De ruiterroutes zelf worden niet bewegwijzerd. De route bewijzering wordt door de organisatie van de ruiterroutes zelf gerealiseerd. De gemeenten overwegen eventueel open te staan voor een subsidie met als voorwaarde dat de route bewijzering volgens de algemene uitgangspunten van de richtlijnen van het CROW wordt uitgevoerd. Denk hierbij aan de algemene uitgangspunten: uniformiteit, continuïteit, leesbaarheid en begrijpelijkheid.

Hoofdstuk 5 Toetsingskader

In dit hoofdstuk is de koppeling gemaakt tussen de richtlijnen en het wensbeeld van de gemeenten Werkendam, Aalburg en Woudrichem. Op basis van de richtlijnen en het wensbeeld is in dit hoofdstuk een toetsingskader opgenomen.

De opbouw van dit hoofdstuk is als volgt. In paragraaf 4.1 worden allereerst de functies/ doelen van het toetsingskader toegelicht. De richtlijnen en wensen zijn allereerst vertaald in een algemeen toetsingskader voor het Land van Heusden en Altena. Het algemene toetsingskader is opgenomen in paragraaf 4.2. Vervolgens zijn voor de drie gemeenten aparte toetsingskaders opgesteld, waar de specifieke doelen in zijn opgenomen. Voor de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg zijn de toetsingskaders achtereenvolgens in paragraaf 4.3, 4.4 en 4.5 opgenomen.

Paragraaf 5.1 Functies toetsingskader

Het toetsingskader heeft drie functies/ doelen:- Een overzicht van het beleid voor bewegwijzering in het Land van Heusden en Altena. - Een beoordelingskader voor nieuwe aanvragen voor opname in de bewegwijzering. - De basis voor uitwerking tot een uniform bewegwijzeringsplan. De functies/ doelen worden hierna toegelicht.

Een overzicht van het beleid voor bewegwijzering in het Land van Heusden en AltenaDe richtlijnen en het wensbeeld, of te wel het beleid van het Land van Heusden en Altena, zijn in één algemeen toetsingskader voor het Land van Heusden en Altena weergegeven. Daarmee is het algemene toetsingskader een overzicht/ samenvatting van de hoofdstukken hiervoor.

Het beleid is per gemeente uitgewerkt in een apart toetsingskader met daarin opgenomen de specifieke bestemmingen van de betreffende gemeente.

Een beoordelingskader voor nieuwe aanvragen voor bewegwijzeringAan de hand van het algemene toetsingskader van het Land van Heusden en Altena, kan getoetst worden of aanvragen van bestemmingen in aanmerking komen voor opname in de bewegwijzering. Hieronder is een leeswijzer opgenomen om de werkwijze bij aanvragen voor opname in de bewegwijzering duidelijk te maken.

Stap 1: Wanneer een aanvraag binnenkomt, dient allereerst het algemene toetsingskader erbij gepakt te worden.

Stap 2: De toetser dient eerst de bestemming bij het juiste soort doel in te delen. De doelen staan in de eerste kolom met de getallen 1 t/m 7 aangegeven.

Stap 3: Vervolgens wordt de bestemming in een subdoel geplaatst. Deze staan ook in de eerste kolom met de letters a, b, c… aangegeven.

Stap 4: In kolom 2 worden eventuele 'toelichtingen' gegeven.

Stap 5: Vervolgens geeft kolom 3 'bewegwijzeren' met 'ja of nee' aan voor welke vervoerswijze de bestemming wordt bewegwijzerd.

Stap 6: In kolom 4 zijn de criteria opgenomen voor bewegwijzering van het betreffende doel op een bepaalde wegcategorie. Met X is aangegeven of het doel op een bepaalde wegcategorie voor gemotoriseerd verkeer bewegwijzerd dient te worden. Hetzelfde geldt voor fietsers met een F en voetgangers met een V en toeristisch verkeer met T(x, f of v). Met tekst zijn overige criteria beschreven.Indien het doel buiten de bebouwde kom ligt gelden alleen de criteria voor dewegcategorieën in de kolom buiten de bebouwde kom. Indien het doel binnen debebouwde kom ligt gelden de opgenomen criteria voor zowel buiten de bebouwde als binnen de bebouwde kom.In het algemeen gelden voor bewegwijzering op een bepaalde wegcategorie altijd de criteria uit de rij 'algemeen', bovenaan opgenomen in het kader.

Tot slotte dient opgemerkt te worden dat de toetsing van doelen voor opname in de bewegwijzering maatwerk blijft.

Ter illustratie is onderstaand een voorbeeld opgenomen waarbij een nieuwe aanvraag voor opname in de bewegwijzering met het algemene toetsingskader wordt getoetst.

Voorbeeld: In een kern binnen het Land van Heusden en Altena wordt over 6 maanden een nieuw zwembad geopend. De directie van het betreffende zwembad heeft de betreffende gemeente benaderd om opgenomen te worden in de bewegwijzering binnen het Land van Heusden en Altena.

De werkwijze om de aanvraag te toetsen is als volgt.

Stap 1: Pak het beleidskader bewegwijzering van het Land van Heusden enAltena en raadpleeg het algemene toetsingskader Land van Heusden en Altena.

Stap 2: Achterhaal aan de hand van het algemene toetsingskader tot welk doel debestemming hoort. In het geval van het zwembad is dit 'toeristische-recreatieve bestemmingen' (kolom 1, doel 5).

Stap 3: Deel de bestemmingen vervolgens toe aan een subcategorie. In het geval van het zwembad is deze toe te delen in de subcategorie 'sportvoorziening' (doel 5d).

Stap 4: Bij twijfel kan zoals bij de 'toelichtingen' (kolom 2, doel 5) aangegeven, bijlage 4 worden geraadpleegd. Bijlage 4 bevat een overzicht van alle toeristische-recreatieve bestemmingen die in aanmerking komen naar verwezen te worden.

Stap 5: In kolom 3 geeft het algemene toetsingskader met 'ja' of 'nee' aan voor welke vervoerwijzen de bestemming wordt bewegwijzerd. In deze case betreft dat wel voor gemotoriseerd verkeer en niet voor fietsers en voetgangers (kolom 3, doel 5d).Stap 6: De gemeente moet achterhalen of de bestemming binnen of buiten de bebouwde kom is gelegen. Bij een ligging binnen de bebouwde kom gelden zowel de criteria voor de wegen binnen de bebouwde kom als buiten de bebouwde kom, bij een ligging buiten de bebouwde kom geldt alleen de criteria voor buiten de bebouwde kom. In de case ligt het zwembad in een kern. Te zien is Tx op een erftoegangsweg buiten de bebouwde kom, op een gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom en op een erftoegangsweg binnen de bebouwde kom. In het algemeen geldt dat verwijzingen zo lang mogelijk via gebiedsontsluitingswegen dient plaats te vinden. Het is daarmee waarschijnlijk dat buiten de bebouwde kom geen bewegwijzering nodig is, om dat daar via gebiedsontsluitingswegen gereden wordt. Binnen de bebouwde kom komt het zwembad wel in aanmerking voor bewegwijzering voor toeristisch gemotoriseerd verkeer.Conclusie: Het zwembad komt in aanmerking om opgenomen te worden in de bewegwijzering. Het zwembad wordt bewegwijzerd binnen de bebouwde kom op gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen voor toeristisch gemotoriseerd verkeer.

De basis voor uitwerking tot een bewegwijzeringsplanDe toetsingskaders van de drie gemeenten vormen de basis voor uitwerking tot een bewegwijzerings- en uitvoeringsplan. Wanneer dit op de toetsingskaders gebaseerd wordt leidt dat tot een eenduidige en uniforme bewegwijzering, doordat deze voor het gehele Land van Heusden en Altena op dezelfde principes gebaseerd zijn.

Om te komen tot een uitvoeringsplan dienen de volgende stappen gevolgd te worden.

Stap 1: Gewenste bewegwijzering in kaart brengen. Met behulp van de toetsingskaders van de gemeenten kan in kaart gebracht worden wat de gewenste bewegwijzering is.

Stap 2: Inventarisatie huidige bewegwijzering. Voor een goed beeld van de huidige bewegwijzering in het Land van Heusden en Altena dient de huidige bewegwijzering geïnventariseerd te worden en in kaart te worden gebracht.

Stap 3: De verschillen inzichtelijk maken. Door de gewenste bewegwijzering met de huidige bewegwijzering te vergelijken kan worden opgemaakt wat wel- en niet aangepast moet worden om tot de wenselijke bewegwijzering te komen.

Stap 4: Prioriteiten stellen.Bepalen wat wenselijk om het eerst aan te pakken. Dit kunnen quick wins zijn, maar ook aspecten die momenteel als de grootste knelpunten worden ervaren.

Stap 5: Fasering/ planning. De prioriteiten worden vertaald in een planning voor de uitvoering.

Stap 6: Kostenraming. Aan de hand van de geprioriteerde werkzaamheden en de planning worden de kosten per jaar geraamd.

Paragraaf 5.2 Algemeen toetsingskader

Deze paragraaf bevat het algemene toetsingskader voor het Land van Heusden en Altena. Het algemene toetsingskader gaat in algemene zin in op de wijze waarop de bewegwijzering tot stand dient te komen: de richtlijnen en algemene punten uit het wensbeeld van de drie gemeenten. In het toetsingskader zijn typen bestemmingen/ doelen opgenomen. Tot de verschillende typen bestemmingen behoren geografische doelen en specifieke doelen, zoals bedrijventerreinen, routes, lokale bestemmingen, toeristische-recreatieve bestemmingen, en toeristische routes, die binnen het gebied van het Land van Heusden en Altena vallen. Per doel is aangegeven of deze verwezen dient te worden en zo ja voor welke modaliteit en op welke wegcategorie.

Aan de hand van het algemene toetsingskader kan bepaald worden of nieuwe aanvragen opgenomen worden in de bewegwijzering. De werkwijze hierbij is opgenomen in paragraaf 5.1 ('Een beoordelingskader voor nieuwe aanvragen voor bewegwijzering').

Bij het algemene toetsingskader dienen de volgende aanvullende opmerkingen geplaatst te worden:• WinkelcentraWinkelcentra van de dorpen in het Land van Heusden en Altena worden opgenomen in de bewegwijzering, wanneer deze veel (vracht)verkeer trekken. • Nationaal parkVanwege het internationale belang van de Biesbosch wordt deze opgenomen in de bewegwijzering. De bewegwijzering volgt de route naar het bezoekerscentrum. Opgemerkt dient te worden dat momenteel in groter verband richtlijnen voor de bewegwijzering van de Biesbosch worden opgesteld. Wanneer deze in werking treden dient de bewegwijzering in het Land van Heusden en Altena hierop aan te sluiten. • Route De parkeerroute wordt aangegeven op alle beslispunten. De naam van het parkeerterrein wordt aangegeven bij de afslag van het parkeerterrein. Op de overige punten wordt volstaan met de aanduiding 'P-route'.• Fietsverkeer Fietsers kunnen gebruik maken van de algemene bewegwijzering. Op punten waar de fietsers de bewegwijzerde route niet kunnen volgen omdat deze verboden is of wanneer er sprake is van solitaire fietspaden wordt speciale fietsbewegwijzering geplaatst op primaire fietsverbindingen.• Toeristische routes Toeristische routes worden niet doorgaand (in één richting) bewegwijzerd. Het start- en eindpunt worden wel aangeduid. Toeristische fiets- en wandelroutes worden uitgevoerd in routeknooppuntennetwerk.Voor ruiters wordt naar het beginpunt van de ruiterroutes verwezen. Het doel van de verwijzing naar de ruiterroutes is de ruiters naar het nabij gelegen parkeerterrein geleiden waar zij de mogelijkheid hebben hun auto en trailer te parkeren. De ruiterroutes zelf worden niet bewegwijzerd. • Plaatsing van toeristische recreatieve aanduidingen In tabel 2.5 hoofdstuk 2.5 wordt een overzicht gegeven van de plaatsingsmogelijkheden voor toeristische-recreatieve aanduidingen. De aanduidingen zijn niet in het algemene toetsingskader opgenomen, omdat deze aanduidingen niet onder bewegwijzering vallen maar onder bebording.

De voorgestelde bewegwijzering is aan het einde van deze paragraaf in een overzichtelijke tabel op A3 formaat weergegeven. In de tabel wordt met X voor gemotoriseerd verkeer, F voor fietsers, V voor voetgangers en T(x, f of v) voor toeristisch verkeer in één van de voorgaande modaliteiten aangeduid of bewegwijzering op de betreffende wegcategorie dient te komen. Tekstueel zijn aanvullende criteria opgenomen.afbeelding binnen de regeling

Paragraaf 5.3 Toetsingskader gemeente Werkendam

Deze paragraaf bevat het toetsingskader voor de gemeente Werkendam. Dit toetsingskader is een uitwerking van het algemene toetsingskader, waarbij de bestemmingen van gemeente Werkendam zijn opgenomen en de richtlijnen en het wensbeeld hiermee voor Werkendam zijn toegepast. Het kader vormt de basis voor een uitwerking tot bewegwijzering in gemeente Werkendam.

Het kader bevat de momenteel aanwezige bestemmingen in de gemeente Werkendam. Indien door ontwikkelingen andere bestemmingen in de gemeente komen, wordt voor de bewegwijzering naar het algemene toetsingskader verwezen.

Bij het toetsingskader dienen de volgende aanvullende opmerkingen geplaatst te worden:• WinkelcentraHet centrum van de gemeente Werkendam wordt opgenomen in de bewegwijzering, omdat het centrum van Werkendam veel onbekend (vracht)verkeer trekt.• Nationaal parkVanwege het internationale belang van de Biesbosch wordt deze opgenomen in de bewegwijzering. De bewegwijzering volgt de route naar het bezoekerscentrum. Opgemerkt dient te worden dat momenteel in groter verband richtlijnen voor de bewegwijzering van de Biesbosch worden opgesteld. Wanneer deze in werking treden dient de bewegwijzering in het Land van Heusden en Altena hierop aan te sluiten. • RouteIn de gemeente Werkendam worden parkeerterreinen nabij het centrum opgenomen in de bewegwijzering. De parkeerterreinen worden door middel van een statisch parkeerverwijssysteem verwezen.

De voorgestelde bewegwijzering is aan het einde van deze paragraaf in een overzichtelijke tabel op A3 formaat weergegeven. In de tabel wordt met X voor gemotoriseerd verkeer, F voor fietsers, V voor voetgangers en T(x, f of v) voor toeristisch verkeer in één van de voorgaande modaliteiten aangeduid of bewegwijzering op de betreffende wegcategorie dient te komen. Voor een algemene toelichting op de bewegwijzering van een hoofddoel wordt verwezen naar het algemene toetsingskader. afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Paragraaf 5.4 Toetsingskader gemeente Aalburg

Deze paragraaf bevat het toetsingskader voor de gemeente Aalburg. Dit toetsingskader is een uitwerking van het algemene toetsingskader, waarbij de bestemmingen van de gemeente Aalburg zijn opgenomen en de richtlijnen en het wensbeeld hiermee voor gemeente Aalburg zijn toegepast. Het kader vormt de basis voor een uitwerking tot bewegwijzering in gemeente Aalburg.

Het kader bevat de momenteel aanwezige bestemmingen in de gemeente Aalburg. Indien door ontwikkelingen andere bestemmingen in de gemeente komen, wordt voor de bewegwijzering naar het algemene toetsingskader verwezen.

De voorgestelde bewegwijzering is aan het einde van deze paragraaf in een overzichtelijke tabel op A3 formaat weergegeven. In de tabel wordt met X voor gemotoriseerd verkeer, F voor fietsers, V voor voetgangers en T(x, f of v) voor toeristisch verkeer in één van de voorgaande modaliteiten aangeduid of bewegwijzering op de betreffende wegcategorie dient te komen. Voor een algemene toelichting op de bewegwijzering van een hoofddoel wordt verwezen naar het algemene toetsingskader.afbeelding binnen de regeling

Paragraaf 5.5 Toetsingskader gemeente Woudrichem

Deze paragraaf bevat het toetsingskader voor de gemeente Woudrichem. Dit toetsingskader is een uitwerking van het algemene toetsingskader, waarbij de bestemmingen van de gemeente Woudrichem zijn opgenomen en de richtlijnen en het wensbeeld hiermee voor gemeente Woudrichem zijn toegepast. Het kader vormt de basis voor een uitwerking tot bewegwijzering in gemeente Woudrichem.

Het kader bevat de momenteel aanwezige bestemmingen in de gemeente Woudrichem. Indien door ontwikkelingen andere bestemmingen in de gemeente komen, wordt voor de bewegwijzering naar het algemene toetsingskader verwezen.

Bij het toetsingskader dienen de volgende aanvullende opmerkingen geplaatst te worden:• Bewegwijzering voor voetgangersDe Vesting en het voetveer van de gemeente Woudrichem kunnen opgenomen worden in de bewegwijzering voor voetgangers. De bewegwijzering naar de Vesting en voetveer start vanaf het parkeerterrein naar de Vesting met een maximale afstand van 1500 meter.• RouteIn de gemeente Woudrichem worden parkeerterreinen nabij de Vesting opgenomen in de bewegwijzering. De parkeerterreinen worden door middel van een statisch parkeerverwijssysteem verwezen.

De voorgestelde bewegwijzering is aan het einde van deze paragraaf in een overzichtelijke tabel op A3 formaat weergegeven. In de tabel wordt met X voor gemotoriseerd verkeer, F voor fietsers, V voor voetgangers en T(x, f of v) voor toeristisch wordt verkeer in één van de voorgaande modaliteiten aangeduid of bewegwijzering op de betreffende wegcategorie dient te komen. Voor een algemene toelichting op de bewegwijzering van een hoofddoel wordt verwezen naar het algemene toetsingskader.afbeelding binnen de regeling

Hoofdstuk 6 Aanbevelingen

Dit hoofdstuk bevat een aantal aanbevelingen.

• Voor een nieuwe uniforme bewegwijzering dat aansluit op de richtlijnen en wensen van gemeenten wordt aanbevolen de toetsingskaders uit te werken tot bewegwijzerings- en uitvoeringsplan. Hierbij wordt de volgende werkwijze aanbevolen:Stap 1: Gewenste bewegwijzering in kaart brengenStap 2: Inventarisatie huidige bewegwijzering Stap 3: De verschillen inzichtelijk makenStap 4: Prioriteiten stellenStap 5: Fasering/ planning Stap 6: Kostenraming

• Aanbevolen wordt bij nieuwe aanvragen voor opname in de bewegwijzering het toetsingskader te hanteren.

• Om daadwerkelijk tot een uniforme bewegwijzering te komen wordt aanbevolen de bewegwijzering en bebording die door ondernemers en bedrijven geplaatst is te verwijderen of gelijkwaardig te maken.

• Om te voorkomen dat bedrijven en instanties zelf borden gaan plaatsen wordt aanbevolen bedrijven en instanties te stimuleren in het aanvragen van bewegwijzering.

• De gemeenten zijn op zoek naar een nieuwe regeling voor beheer, onderhoud en aanschaf van bewegwijzeringsborden. Aanbevolen wordt een samenhangende regeling te treffen.

Bronnenlijst

Literatuur: Koster, I.W. (2005). Richtlijn bewegwijzering, publicatie 222. Ede: C.R.O.W.

 Koster, I.W. (2008). Richtlijn toeristische bewegwijzering, publicatie 262. Ede: C.R.O.W.

 Koster, I.W. (2003). Leidraad duurzaam veilige inrichting van bedrijventerreinen, publicatie 192. EDE C.R.O.W.

 Janssen, D. (2007). Zakelijke communicatie deel 2. Groningen/Houten, The Netherlands: Wolters-Noordhof BV.

 Verhoeven, N. ((2007). Wat is onderzoek? Boom onderwijs.

 Hogeweg, R. (2004). Een goed rapport. Utrecht/zutphen: ThiemeMeulenhoff

 Studenten handleiding.

Onderzoeken: Coffeng, R.F. (Advies- en ingenieursbureau Oranjewoud BV) (2002). Bewegwijzeringsplan Venray, beleid. Oosterhout.

 Maronier V. (Advies- en ingenieursbureau Oranjewoud BV) (April 2008).Routegebonden recreatie in het Land van Heusden en Altena. Oosterhout.

Interviews: Overleg opdrachtgever gemeente Werkendam: onderwerp; globaal beeld eindproduct. Datum 3 september 2008, Oosterhout.

 Bijeenkomst NHTV (internationale hogeschool Breda): onderwerp; bespreken feedback op Plan van Aanpak. Datum 8 september 2008, Breda.

 Overleg werkgroep: onderwerp; huidige bewegwijzering. Datum 15 september 2008, Werkendam.

 Overleg werkgroep & beleidsmedewerkers toerisme en recreatie: onderwerp; wensbeeld. Datum 29 september 2008, Werkendam.

 Overleg stage begeleidster NHTV (internationale hogeschool Breda): onderwerp; concept rapportage. Datum 8 oktober 2008, Oosterhout.

 Bijeenkomst NHTV (internationale hogeschool Breda): onderwerp; bespreken concept rapport 2. Datum 22 oktober 2008, Breda.

 Bijeenkomst NHTV (internationale hogeschool Breda): onderwerp; bespreken feedback op concept eindrapportage. Datum 17 november 2008, Breda.

 Overleg werkgroep & beleidsmedewerkers toerisme en recreatie: onderwerp bespreking concept eindrapport. Datum 19 november 2008, Wijk en Aalburg.

Internetsites: Provincie Noord-Brabant, beleidsnota. Geraadpleegd op 1 september 2008, http://brabant.regelingenbank.eu/regeling/298-beleidsnota-wegenbeheer-module-b4-bewegwijzering

 Gemeente werkendam, informatie bewoners over cijfers en feiten. Geraadpleegd op 2 september 2008, http://www.werkendam.nl/

 Gemeente Aalburg, informatie bewoners over cijfers en feiten. Geraadpleegd op 2 september 2008, http://www.aalburg.nl/

 Gemeente Woudrichem, informatie bewoners over cijfers en feiten. Geraadpleegd op 2 september 2008, http://www.woudrichem.nl/

 WikipediA, de vrije encyclopedie. Geraadpleegd van 2 september, http://nl.wikipedia.org/wiki/Land_van_Altena

 Land van Heusden en Altena, kaart gemeenten. Geraadpleegd van 2 september, http://www.altena.nu/

 Ministerie van Verkeer en Waterstaat, actueel overzicht van het wegennet en de maximumsnelheden in Nederland. Geraadpleegd op 16 september 2008, http://www.maximumsnelheden.nl/

 Altena Biesbosch, toerisme & recreatie. Geraadpleegd op 18 september, http://www.altenabiesbosch.nl

 Brabant aan de Biesbosch. Geraadpleegd op 25 september, http://www.brabantaandebiesbosch.nl/index.php?view=index

 Bewijzering op bedrijventerreinen. Geraadpleegd op 28 oktober,http://www.nieuwsbank.nl/inp/2000/03/0330M055.htm

Stroomschema specifieke doelen en gebieden 1

Het kan (wanneer het de verkeersveiligheid en de doorstroming verbetert) nuttig zijn specifieke doelen en gebieden te bewegwijzeren. Het stroomschema in figuur B1.1 geeft de criteria per wegtype aan.

afbeelding binnen de regeling

Symbolen voor lokale en toeristische-recreatieve objecten 2

Voor de bewegwijzering van toeristische objecten en terreinen zijn (inter)nationale symbolen ontwikkeld. In figuur B2.1 is een overzicht van symbolen opgenomen.

afbeelding binnen de regeling

Overzicht van lokale objectverwijzingen 3

In tabel B3.1 is een overzicht opgenomen van lokale objecten met daarbij aangegeven de overweging om wel of niet te bewegwijzeren.

Tabel B3.1: Overzicht lokale objectverwijzingen [Bron: Richtlijn Toeristische bewegwijzering, CROW publicaties, 262]

afbeelding binnen de regeling

Tabel B3.2 bevat een overzicht van lokale voorzieningen ingedeeld naar twee categorieën. Het wensbeeld van de gemeenten van het land van Heusden en Altena is de voorzieningen in beide categorieën te bewegwijzeren.

Tabel B3.2: Overzicht lokale voorzieningen [Bron: Richtlijn Toeristische bewegwijzering, CROW publicaties, 262]afbeelding binnen de regeling

Overzicht van toeristisch-recreatieve objectverwijzingen 4

Tabel B4.1 bevat een overzicht van toeristisch-recreatieve objectverwijzingen ingedeeld naar twee categorieën. Het wensbeeld van de gemeenten van het land van Heusden en Altena is de voorzieningen in beide categorieën te bewegwijzeren.

Tabel B4.1: Overzicht toeristisch-recreatieve objectverwijzingen [Bron: Richtlijn Toeristische bewegwijzering, CROW publicatie 262]afbeelding binnen de regeling