Regeling vervallen per 01-01-2021

Auditcommissie

Geldend van 11-03-2010 t/m 31-12-2020

Intitulé

Auditcommissie

Vastgesteld door de gemeenteraad op 22 december 2009

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      commissie: de auditcommissie zoals bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

    • b.

      lid: lid van de auditcommissie;

    • c.

      voorzitter: de voorzitter van de auditcommissie;

    • d.

      vaste adviseur: het hoofd sector middelen;

    • e.

      accountant: de door de raad, op grond van artikel 213 lid 2 van de Gemeentewet aangewezen accountant;

    • f.

      Rekenkamercommissie: de door de gemeenteraad op grond van artikel 81o Gemeentewet ingestelde Rekenkamercommissie;

    • g.

      de burgemeester: de voorzitter van de gemeenteraad;

    • h.

      het college: het college van burgemeester en wethouders;

    • i.

      de raad: de gemeenteraad van de gemeente Aalburg.

Artikel 2 Samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit vier raadsleden die door de raad uit zijn midden worden benoemd. Het hoofd sector middelen neemt als vaste adviseur deel aan de vergaderingen.

  • 2. De benoeming van raadsleden in de commissie geldt voor de lopende zittingsperiode van de gemeenteraad.

  • 3. De raad benoemt één van de leden tot voorzitter.

  • 4. De commissie wijst uit haar midden een plaatsvervangende voorzitter aan.

  • 5. Het lidmaatschap van de commissie vervalt door het verlies van de hoedanigheid als raadslid, door ontslagname of door een met reden omkleed besluit van de raad.

  • 6. De burgemeester is te allen tijde bevoegd de vergadering van de commissie, als voorzitter van de raad, bij te wonen en deel te nemen aan de beraadslagingen.

Artikel 3 Secretaris

  • 1 De griffier is de secretaris van de commissie.

Artikel 4 Taken

  • 1 De commissie is als adviescommissie aan de raad belast met de voorbereiding, advisering, informeren en coördinatie van de besluitvorming van de raad betreffende de volgende onderwerpen:

    • a.

      de aanwijzing en het zonodig beëindigen van de relatie met de accountant;

    • b.

      het vaststellen van het jaarlijkse controleprotocol;

    • c.

      het afstemmen van de onderzoeksplannen die worden opgesteld in het kader van rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid;

    • d.

      uitoefenen van toezicht op de uitvoering en de voortgang van onderzoeken;

    • e.

      een standpunt bepalen over tussentijdse rapportages en andere verslagen van de accountant en verslagen van periodieke onderzoeken van het college op grond van artikel 213a Gemeentewet;

    • f.

      het tijdig en periodiek informeren over de genoemde taken.

Artikel 5 Vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert minimaal 2 keer per jaar of zo dikwijls als de voorzitter of ten minste 2 leden onder opgave van redenen dit de voorzitter vragen.

  • 2. De voorzitter belegt de vergaderingen. Hij draagt er zorg voor dat de uitnodigingen, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste twee weken voor de vergadering aan de leden wordt toegezonden.

  • 3. De uitnodigingen vermelden datum, tijd, plaats en de te behandelen onderwerpen.

  • 4. Als minder dan drie leden bij een vergadering aanwezig zijn, wordt de vergadering niet gehouden en wordt zo spoedig mogelijk een nieuwe vergadering belegd.

  • 5. De vergaderingen van de commissie vinden in beslotenheid plaats.

  • 6. De uitnodiging van vergaderingen van de commissie worden tegelijkertijd gestuurd naar de burgemeester en de vaste adviseur.

Artikel 6 Besluitvorming over adviezen, coördinatie en voorbereiding

  • 1. Besluiten van de commissie worden genomen bij meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen.

  • 2. De commissie kan slechts beraadslagen en besluiten, wanneer meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 3. Indien door geen van de leden een stemming over een voorstel wordt verlangd, is het voorstel aangenomen.

  • 4. Bij het staken van stemmen wordt de besluitvorming over het onderwerp uitgesteld tot de eerstvolgende vergadering. Staken de stemmen ook in de eerstvolgende vergadering dan beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 7 Bevoegdheden

  • 1. De commissie is bevoegd de raad over de in artikel 4 genoemde onderwerpen adviezen uit te brengen voorzien van een ontwerp van de door de raad te nemen besluiten.

  • 2. In het kader van de uitoefening van haar in artikel 4 genoemde taken is de commissie bevoegd informatie in te winnen bij en te overleggen met het college, de rekenkamercommissie en de accountant zoals genoemd in artikel 1.

  • 3. De commissie is bevoegd te adviseren dat de gemeente een externe deskundige opdraagt de commissie van advies te dienen.

  • 4. De commissie is bevoegd voor haar ondersteuning een beroep te doen op de Verordening voor ambtelijke bijstand en fractieondersteuning.

Artikel 8 Financiën

  • 1 Alle werkzaamheden die door de commissie worden verricht passen binnen de diverse budgetten zoals deze jaarlijks in de gemeentelijke begroting zijn opgenomen.

Artikel 9 Uitnodigingen bijwonen vergaderingen

  • 1. De commissie is bevoegd om leden van het college, leden van de rekenkamercommissie, de accountant, raadsleden, de gemeentesecretaris, overige ambtenaren en andere deskundigen uit te nodigen voor het verschaffen van inlichtingen of het deelnemen aan de beraadslagingen.

  • 2. Indien de commissie ambtenaren uitnodigt informeert zij het college hierover.

Artikel 10 Geheimhouding

  • 1. De commissie kan op grond van een belang genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, over het in de vergadering behandelde en over het in de vergadering aan de leden overgelegde stukken geheimhouding opleggen.

  • 2. De geheimhouding wordt door iedereen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen tot het moment dat de commissie de geheimhouding opheft.

  • 3. Indien de commissie zich van het behandelde waarvoor geheimhouding is opgelegd tot de raad heeft gericht, wordt de geheimhouding in acht genomen totdat de raad haar opheft.

  • 4. In het belang van het bepaalde in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de geheimhouding ook worden opgelegd door de voorzitter van een commissie, het college en de burgemeester, ieder ten aanzien van de stukken die hij aan de commissie overlegt. Op de stukken wordt daarvan melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat haar heeft opgelegd dan wel de gemeenteraad haar opheft.

  • 5. De commissie kan op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur geheimhouding opleggen ten aanzien van stukken die zij aan het college, aan de raad of de leden van de raad overlegt. Het bepaalde in de artikelen 25 en 55 van de Gemeentewet is hierop van toepassing.

  • 6. Stukken die zijn gericht aan de commissie en hierop geheimhouding is opgelegd, blijven onder de berusting van de secretaris van de commissie. De secretaris verleent inzage aan de leden van de commissie als ook aan andere personen voor zover aan hen kennisgeving onder geheimhouding is toegestaan.

Artikel 11 Informatie

  • 1. Ten minste eenmaal per jaar informeert de commissie de raad over de voortgang van haar werkzaamheden.

  • 2. De commissie zendt het verslag van haar vergaderingen ter informatie aan de gemeenteraad.

  • 3. De raad of leden van de raad kunnen op verzoek te allen tijde de nodige informatie omtrent het functioneren van de commissie en de voortgang van de werkzaamheden informatie opvragen.

Artikel 12 Slotbepalingen

  • 1. Bij twijfel over de betekenis of toepassing van de in deze verordening opgenomen bepalingen en in gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist de commissie.

  • 2. Eens per twee jaar evalueert de raad het functioneren van de commissie.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking, nadat deze op de gebruikelijke wijze is bekend gemaakt, op 11 maart 2010.

Artikel 14 Citeertitel

  • 1 De verordening kan worden aangehaald als: Verordening auditcommissie.