Beleidsregel amateurkunst

1

• a.

  Amateurkunst: activiteiten gericht op het in groepsverband door amateurs beoefenen van een vorm van kunst;

• b.

  Lid: een natuurlijk persoon woonachtig in de gemeente Aalburg die een instrument bespeelt en of actief deelneemt aan zang-, toneel-, dansoefeningen, repetities, trainingen en uitvoeringen of activiteiten in verenigingsverband en die contributie betaald voor het lidmaatschap;

• c.

  Instelling: een stichting of vereniging die volgens de statuten zich richt op het in groepsverband door amateurs beoefenen van een vorm van amateurkunst.

• d.

  Afdeling: als afdeling wordt gezien een brassband, slagwerk, fanfare of opleidingsorkest.

• e.

  Jeugdlid: een natuurlijk persoon, lid van de vereniging die op 1 januari van het subsidiejaar jonger is dan 18 jaar.

1 Het stimuleren van de gemeenschapszin door het bevorderen van deelname aan activiteiten op het gebied van amateurkunst in georganiseerd- en groepsverband daar waar mogelijk onder deskundige leiding waardoor een bijdrage wordt geleverd aan de vorming / ontplooiing van inwoners.

1 Het gemeentelijk beleid richt zich in beginsel op alle inwoners van de gemeente Aalburg.Daarnaast levert het aanbod van uitvoeringen van amateurkunst door inwoners een bijdrage aan het culturele aanbod binnen de gemeente Aalburg welke tevens open staat voor niet-inwoners.

1 Om in aanmerking te komen voor subsidie moet de instelling naast de bepalingen in de Algemene Subsidieverordening gemeente Aalburg voldoen aan de volgende voorwaarden:

• a.

  De activiteiten moeten zijn gericht op een van de onder genoemde onderdelen: Zang, Volksdans, Harmonieën en fanfares, Brassbands, Tamboerkorpsen, Slagwerk, Toneelverenigingen

• b.

  Een minimum aantal leden hebben uit de gemeente Aalburg zoals hierna is bepaald: 20 voor zang- en volksdansverenigingen, harmonieën, fanfares en brassbands; 10 voor toneelverenigingen, tamboerkorpsen en slagwerk.

• c.

  Indien bij een vereniging die al meerdere jaren een subsidie heeft ontvangen het ledenaantal onder de minimum norm komt, wordt nog gedurende één jaar een subsidie verstrekt. Na dit jaar dient het ledenaantal weer uit het minimum aantal te bestaan.

1

• a.

  Bij de aanvraag moeten de stukken op basis van de Algemene Subsidieverordening gemeente Aalburg 2008 worden aangeleverd.

• b.

  Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren.

6.1 Algemeen:

• a.

  De instellingen die onder deze beleidsregel vallen komen in aanmerking voor een waarderingssubsidie.

• b.

  De subsidie kan in één keer voor 2 jaren worden aangevraagd.

• c.

  Het college bepaalt of een subsidie wordt toegekend voor één of meerdere jaren.

6.2 Specifiek zangverenigingen:

• a.

  Zangverenigingen ontvangen een basisbedrag van € 250,- per vereniging per jaar.

• b.

  Zangverenigingen komen in aanmerking voor een bedrag van € 150,- per jaar voor de aanschaf van bladmuziek.

• c.

  Zangverenigingen komen in aanmerking voor een bijdrage van € 400,- per jaar voor de salariskosten van de dirigent.

• d.

  Zangverenigingen komen in aanmerking voor een bijdrage van € 50,- voor een optreden in de gemeente met een maximum van 2 optredens per jaar.

• e.

  Zangverenigingen dienen minstens 2 optredens per jaar binnen de gemeente Aalburg uit te voeren.

6.3 Specifiek volksdansverenigingen:

• a.

  Volksdansverenigingen ontvangen een basisbedrag van € 250,- per jaar per vereniging.

• b.

  Volksdansverenigingen komen in aanmerking voor een bedrag van € 150,- per jaar voor dekosten van een instructeur.

• c.

  Volksdansverenigingen komen in aanmerking voor een bijdrage van € 50,- voor een optreden in de gemeente met een maximum van 2 optredens per jaar.

• d.

  Volksdansverenigingen dienen minstens 2 optredens per jaar binnen de gemeente Aalburg uit te voeren.

6.4 Specifiek toneelverenigingen:

• a.

  Toneelverenigingen ontvangen een basisbedrag van € 250,- per jaar per vereniging.

• b.

  Toneelverenigingen komen in aanmerking voor een bijdrage van € 150- per jaar voor een regisseur.

• c.

  Toneelverenigingen komen in aanmerking voor een bijdrage van € 50,- voor een optreden in de gemeente met een maximum van 2 optredens per jaar.

• d.

  Toneelverenigingen dienen minstens 2 optredens per jaar binnen de gemeente Aalburg uit te voeren.

6.5 Specifiek harmonieën, fanfares, brassbands, tamboerkorpsen:

• a.

  Harmonieën, fanfares, brassbands, tamboerkorpsen en slagwerk ontvangen een basisbedrag van € 250,- per jaar per vereniging.

• b.

  De te subsidiëren afdelingen van verenigingen zijn: Slagwerk, brassband, fanfare en of jeugd/opleidingsorkest. Onder 4 b is het aantal leden voor deze afdelingen bepaald, met uitzondering van een jeugd/opleidingsorkest. Deze dient uit minimaal 10 leden te bestaan. Als grond voor de bepaling van de subsidie wordt gehanteerd een subsidiebedrag per afdeling van € 1920 waarbij geldt:1 afdeling: 1 x € 1920 = € 19202 afdeling: 1,6 x € 1920 = € 30723 afdelingen: 2,0 x € 1920 = € 38404 of meer afdelingen: 2,4 x € 1920 = € 4608 De toe te kennen subsidiebedragen berekend op basis van 6.5 b zijn bestemd voor aanschaf en of onderhoud instrumenten, uniformen, dirigents- en docentkosten, accommodatiekosten of huisvestingskosten. Een subsidie voor een nieuwe afdeling kan slechts worden aangevraagd na voorafgaande toestemming van het college.

• c.

  Per jeugdlid tot 18 jaar wordt een subsidie toegekend van € 80,00 per lid uit de gemeente Aalburg, met als peildatum 1 januari van het subsidiejaar voor het geven van lessen.

• d.

  Deze instellingen ontvangen voor een bijdrage in de kosten voor deelneming aan maximaal twee concoursen zoals reiskosten, extra kosten dirigent, kosten muziekwerken, enz. per jaar € 100,- per vereniging.

• e.

  Deze verenigingen dienen minstens 2 optredens per jaar binnen de gemeente Aalburg uit te voeren.

1 Alle ingeschreven deelnemers bij de genoemde instellingen moeten een bijdrage (contributie) betalen. 

1 Niet van toepassing.

1 Op grond van artikel 11 lid 3 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Aalburg 2008 bepaalt het college dat de subsidieaanvragen voor de activiteiten uit deze beleidsregel zonder voorafgaande subsidieverlening worden vastgesteld.

1 Door de raad wordt in de begroting het subsidieplafond vastgesteld. Daarbij bepaalt de raad de hoogte van de indexering.

1 Deze beleidsregel wordt aangehaald als: “Beleidsregel Amateurkunst”.

Deze beleidsregel treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 mei 2010.