Regeling vervallen per 01-01-2012

Gemeentelijke rekenkamercommissie

Geldend van 01-10-2009 t/m 31-12-2011

Intitulé

Gemeentelijke rekenkamercommissie

Vastgesteld door de gemeenteraad op 29 september 2009

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      wet: Gemeentewet;

    • b.

      commissie: rekenkamercommissie;

    • c.

      voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

    • d.

      college: het college van burgemeester en wethouders;

    • e.

      rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Aalburg

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie

  • 2. De rekenkamercommissie bestaat uit vijf leden.

Artikel 3 Benoeming voorzitter en leden

  • 1. De raad benoemt 2 leden van de commissie uit zijn midden en 3 externe leden waaronder de voorzitter.

  • 2. De externe leden van de commissie worden voor 3 jaar benoemd.

  • 3. De interne leden worden benoemd voor de zittingsperiode als raadslid.

  • 4. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat.

  • 5. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.

  • 6. In vergaderingen van de commissie wordt besloten bij meerderheid

  • 7. Besluiten kunnen niet worden genomen tenzij een meerderheid van de leden van de commissie bij de vergadering aanwezig is.

Artikel 4 Eed

  • 1 Ten aanzien van de externe leden zoals bedoeld in het vorige artikel is art 81g van overeenkomstige wet van toepassing, met dien verstande dat het woord rekenkamer wordt vervangen door rekenkamercommissie.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het lidmaatschap van een raadslid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    • c.

      na het verstrijken van de zittingsperiode als raadslid;

    • d.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie als lid van de commissie te vervullen.

  • 3. Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie analoog aan artikel 81 f van voornoemde wet, met dien verstande dat het woord rekenkamer wordt vervangen door rekenkamercommissie.

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft gekregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      indien hij naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen;

    • f.

      bij het verstrijken van de in artikel 3 lid 2 bedoelde periode en het lid heeft aangegeven NIET voor herbenoeming in aanmerking te komen.

  • 4. De externe leden van de commissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte, gebreken of ongeschiktheid niet in staat zijn hun functie naar behoren te vervullen.

Artikel 6 Herbenoeming van de externe leden

  • 1. De externe leden worden als lid van de Rekenkamercommissie bij toerbeurt herbenoemd volgens een vooraf vastgesteld schema.

  • 2. Vanaf 1 oktober 2009 wordt de voorzitter voor drie jaren (her)benoemd en de overige twee leden (in overeenstemming met het raadsvoorstel ) voor twee, respectievelijk één jaar.

Artikel 7 Verboden betrekkingen en verboden handelingen

  • 1. Een lid van de rekenkamercommissie kan in ieder geval niet tevens een betrekking vervullen als bedoeld in artikel 13, eerste lid onder a. tot en met h. van de Gemeentewet. De uitzonderingen als bedoeld in het tweede lid van dat artikel zijn van toepassing.

  • 2. De externe leden overleggen aan de raad halfjaarlijks een lijst met daarin opgenomen de nevenfuncties die zij op dat moment vervullen.

Artikel 8 Vergoeding voor werkzaamheden van de leden van de commissie

  • 1. De voorzitter en de externe leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie.

  • 2. Deze vergoeding is gelijk aan de vergoeding voor de vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften.

  • 3. De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de commissie.

Artikel 9 Ambtelijk secretaris en onderzoeksmedewerkers

  • 1. De ambtelijke secretaris

    • a.

      De raad benoemt de ambtelijke secretaris in overleg met de commissie.

    • b.

      De ambtelijke secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

    • c.

      De ambtelijke secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

    • d.

      De ambtelijke secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

  • 2. Onderzoeksmedewerkers

    • a.

      De rekenkamercommissie is bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 12 (tijdelijk) onderzoeksmedewerkers aan te stellen.

    • b.

      Onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de commissie in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de commissie.

    • c.

      De commissie is tevens bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 12 externe deskundigen in te schakelen. Het hiervoor onder b. gestelde is op de externe deskundigen dienovereenkomstig van toepassing.

Artikel 10 Reglement van orde

  • 1 De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 11 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3. De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

  • 4. De volgende criteria dienen door de commissie te worden gehanteerd bij de selectie van de te onderzoeken onderwerpen:

    • a.

      Het moet betrekking hebben op de doelmatigheid, doeltreffendheid of rechtmatigheid van het beleid

    • b.

      Er moet sprake zijn van een substantieel belang

    • c.

      Het moet door de gemeente te beïnvloeden beleid betreffen

    • d.

      Er moet sprake zijn van enige evenwichtige spreiding over de gemeentelijke beleidsterreinen in de opvolgende onderzoeken

    • e.

      De resultaten moeten communiceerbaar zijn naar de bevolking

    • f.

      De commissie beargumenteert de te onderzoeken onderwerpen op basis van deze criteria.

Artikel 12 Werkwijze

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren

  • 3. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren van de gemeente Aalburg mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente Aalburg zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar vast te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. De commissie bepaalt wie als betrokkenen worden aangemerkt. In ieder geval worden degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest als betrokkenen aangemerkt.

  • 9. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 13 Budget

  • 1. De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen van de leden;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      interne onderzoeksmedewerkers;

    • d.

      externe deskundigen;

    • e.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefeningen van haar taak.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2009.

Artikel 15 Citeertitel

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie.