Regeling vervallen per 30-04-2020

Verordening Subsidie Individueel Muziekonderwijs

Geldend van 01-01-2010 t/m 29-04-2020

Intitulé

Verordening Subsidie Individueel Muziekonderwijs

Artikel 1 Doel en reikwijdte

  • 1. Deze verordening beoogt regels te geven ten aanzien van het verlenen van subsidie voor het individueel volgen van muziekonderwijs door muziekleerlingen.

Artikel 2 Begripsbepalingen

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

       Muziekleerlingen: amateurs die muziekonderwijs volgen, op 1 augustus van het cursusjaar jonger zijn dan 18 jaar en  ingeschreven staan in de basisadministratie van de gemeente Aalburg;

    • b.

      Cursusjaar: het cursusjaar loopt van 1 augustus tot en met 31 juli;

    • c.

      Muziekonderwijs: onderwijs gevolgd bij een erkende docent  Muziek of een erkende muziekschool gericht op instrumentaal of vocaal onderwijs;

    • d.

      Erkende muziekschool: een instelling  voor  muziekonderwijs  die  voldoet  aan het Kwaliteitskader Kunsteducatie & Amateurkunst;

    • e.

      Erkende docent Muziek: een docent  bevoegd  voor  het  geven  van lessen voor instrumentaal en of vocaal  onderwijs  die  voldoet aan de eisen die zijn gesteld in de "Uitvoeringsregeling benoembaarheidseisen" conform de CAO Kunstzinnige vorming.

Artikel 3 Onderwerp subsidie

  • 1. Op basis van deze verordening kunnen aanvragen worden ingediend voor de toekenning van een subsidie aan muziekleerlingen voor het volgen van muziekonderwijs aan een erkende muziekschool dan wel bij een erkende docent Muziek;

  • 2. Aan een muziekleerling kan per cursusjaar een subsidie worden toegekend voor het volgen van muziekonderwijs bij één instelling of één docent voor ten hoogste één instrument of het individueel volgen van vocaal muziekonderwijs;

  • 3. Op basis van deze verordening komen de kosten van het muziekonderwijs dat wordt gegeven door een onderwijsinstelling of een onderwijsdocent niet voor subsidie in aanmerking. Ook komen de kosten voor het geven van muziekles ten behoeve van of door een muziekvereniging niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 4 Aanvraag voor subsidie

  • 1. De aanvraag wordt ingediend op een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier;

  • 2. De volledig ingevulde aanvraag kan worden ingediend tussen 1 september en 1 november van het dan lopende cursusjaar;

  • 3. De aanvraag voor subsidie wordt ondertekend door de ouders of verzorgers van de muziekleerling.

Artikel 5 Te overleggen gegevens

  • 1 Bij de aanvraag voor subsidie moeten de volgende gegevens worden overlegd

  • 1. Gegevens waaruit blijkt dat de muziekleerling les volgt bij een erkende muziekschool dan wel van een erkende docent Muziek;

  • 2. Een factuur op naam van de aanvrager waarop tevens is vermeld op welke periode de rekening betrekking heeft;

  • 3. Een bewijs van betaling waaruit de betaling van de factuur aan de muziekinstelling of docent blijkt.

Artikel 6 Maximaal toe te kennen subsidiebedrag en subsidieplafond

  • 1. Het toe te kennen subsidiebedrag wordt vastgesteld op 50% van het lesgeld voor muziekonderwijs tot een maximum van € 275,00.

  • 2. De raad stelt jaarlijks bij de vaststelling van de begroting voor muziekonderwijs het maximaal te besteden subsidiebedrag (subsidieplafond) vast. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.

Artikel 7 Volgorde van afhandeling, beslissing op subsidieaanvraag en uitbetaling

  • 1. Bij het toekennen van subsidie wordt de onderstaande volgorde aangehouden:

    • a.

      Muziekleerlingen die in het jaar voorafgaand aan het cursusjaar een subsidie ontvingen op basis van deze regeling;

    • b.

      Muziekleerlingen waarvoor voor het eerst een aanvraag wordt ingediend;

    • c.

      Voor beide groepen wordt de volgorde van binnenkomst aangehouden.

  • 2. Burgemeester en wethouders beslissen op de aanvraag vóór 1 januari van het lopende cursusjaar; 

  • 3. De subsidie wordt voor maximaal één cursusjaar verleend door middel van een beschikking tot subsidievaststelling;

  • 4. Uitbetaling geschiedt in één termijn, binnen 4 weken nadat het besluit bekend is gemaakt;

Artikel 8 Afwijking van de leeftijdseis: 18 tot 21 jarigen

  • 1. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat, in afwijking van artikel 2 lid a, muziekleerlingen die op 1 augustus van het cursusjaar ouder zijn dan 18 jaar maar jonger dan 21 jaar en die om financiële redenen geen muziekonderwijs zouden kunnen volgen, in aanmerking komen voor subsidie op basis van deze verordening;

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen welke gegevens noodzakelijk zijn om een aanvraag, die wordt ingediend op basis van lid 1 van dit artikel te beoordelen;

  • 3. Op de aanvraag van muziekleerlingen zoals bedoeld in dit artikel zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9 Afwijking verordening

  • 1. In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders;

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen in individuele gevallen van een of meer verplichtingen van deze verordening ontheffing verlenen.

Artikel 10 Citeerartikel

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening subsidie individueel muziekonderwijs”

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010.

  • 2. Met ingang van deze datum wordt de Verordening subsidie muziekonderwijs d.d. 31 maart 2008 ingetrokken.

Toelichting 1 Verordening subsidie individueel muziekonderwijs (toelichting)

Vastgesteld door de gemeenteraad op 13 juli 2010

(onder de tenaamstelling: Toelichting Subsidieverordening Individueel Muziekonderwijs 2010)

1. Inleiding:

Tot en met mei 2007 heeft de gemeente Aalburg muziekonderwijs gesubsidieerd door het toekennen van een subsidie aan een muziekonderwijsinstelling. Door het failliet gaan van de Muziekschool Land van Heusden en Altena is gekozen voor een andere subsidiesystematiek.

Op 29 mei 2007 is door de raad de deelverordening Muziekonderwijs gemeente Aalburg 2007 vastgesteld. De deelverordening “hangt” vanaf dat moment onder de Algemene Aanvullende Subsidieverordening Welzijn gemeente Aalburg 2001. Het individueel subsidiëren van personen wordt hierdoor mogelijk. Als gevolg van het herzien van het subsidiebeleid, worden alle deelverordeningen, waaronder de deelverordening Muziekonderwijs gemeente Aalburg 2007, ingetrokken omdat gekozen is voor een andere opzet van het gemeentelijke subsidiebeleid. Deze keuze heeft tot gevolg gehad dat er voor het volgen van muziekles een nieuwe verordening moest worden vastgesteld, namelijk de Subsidieverordening muziekonderwijs gemeente Aalburg 2008.

In 2009 is het beleid voor het Muziekonderwijs geëvalueerd. Bij het opstellen van nieuw beleid is gebruik gemaakt van de gegevens van de evaluatie. Tevens is meer aansluiting gezocht bij het beleid voor muziekonderwijs in de regio in het kader van de niet vrijblijvende samenwerking. In de verordening is onder andere de doelgroep aangepast. Tevens is het maximaal uit te keren subsidiebedrag aangepast.

2. Karakter van de tegemoetkoming

De tegemoetkoming is een subsidie in de zin van artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), te weten: een aanspraak op financiële middelen door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op een bepaalde activiteit van een aanvrager. Dit betekent dat de regels die de Awb stelt over subsidies van toepassing zijn op de tegemoetkomingen. De bepalingen in de Algemene Subsidieverordening Welzijn 2008 (ASV) zijn niet van toepassing op de Verordening Subsidie Individueel Muziekonderwijs gemeente Aalburg 2010 omdat deze verordening een geheel zelfstandig karakter heeft als gevolg van het individueel subsidiëren van natuurlijke personen. De bepalingen in de Algemene Subsidieverordening Welzijn 2008 zijn gericht op rechtspersonen.

3. Doelgroepen:

In de Verordening Muziekonderwijs gemeente Aalburg 2008 is de doelgroep opgenomen waaraan subsidie kan worden verstrekt. Op basis van de nieuwe verordening komen alleen leerlingen tot 18 jaar met een uitwijkmogelijkheid tot 21 jaar, indien er bijzondere omstandigheden zijn, voor subsidie in aanmerking. Het doel van de verordening Muziekonderwijs is er voor te zorgen dat zoveel mogelijk leerlingen binnen de gestelde leeftijdsgroep (genoemd in artikel 2 a) in aanraking kunnen komen met muziek of zang buiten het onderwijs of muziekverenigingsleven om.

 

Voor verdere informatie over de doelgroep en de prioritering wordt verwezen naar de toelichting bij artikel 3 en 7.

In specifieke gevallen kan worden teruggevallen op de Nota Armoedebeleid op basis waarvan het voor de minima mogelijk is om een tegemoetkoming te vragen voor het volgen van muziekonderwijs en of deelnamen aan een muziekvereniging.

4. Wijzigingen ten opzichte van de Subsidieverordening muziekonderwijs gemeente Aalburg 2008.

In de Verordening Subsidie Individueel Muziekonderwijs gemeente Aalburg 2010 zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van de Subsidieverordening muziekonderwijs gemeente Aalburg 2008. De artikelen die zijn gewijzigd zijn in de toelichting cursief weergegeven.

 

4. Artikelsgewijze toelichting:

 

Artikel 1 Doel en reikwijdte:

De Muziekverordening gemeente Aalburg 2008 moet worden gezien als een zelfstandige verordening die zich richt op het individueel subsidiëren van leerlingen (die niet verbonden zijn aan een onderwijsinstelling, of muziekverenigingen waar de muzieklessen zouden kunnen worden gevolgd). Dit in tegenstelling tot de Algemene Subsidieverordening gemeente Aalburg 2008 die zich richt op het subsidiëren van rechtspersonen zoals b.v. (muziek)verenigingen.

Artikel 2 Begripsbepalingen:

In dit artikel wordt beschreven wat de inhoud is van de begrippen die in de verordening worden gebruikt.

Artikel 2 d:

Het kwaliteitskader voor muziekinstellingen is conform de laatste ontwikkelingen op dit gebied opgenomen. De erkenningsregeling eerstelijns kunstzinnige vorming en amateurkunst is door het ministerie van OC&W ter uitvoering overgedragen aan Kunstconnectie. Deze instantie heeft het nu geldende Kwaliteitskader Kunsteducatie & Amateurkunst ontwikkeld, samen met de VNG en het IPO (interprovinciaal overleg). Muziekinstellingen die aan de eisen voldoen komen in aanmerking voor een keurmerk. Voor de kwaliteitseisen voor muziekdocenten wordt aangesloten bij de uitvoeringsregeling benoembaarheidseisen bijbehorend bij de CAO Kunstzinnige Vorming. Op basis van deze regeling kunnen de docenten aantonen waaronder zij vallen.

Artikel 2 e:

In dit artikel is de omschrijving van Docent Muziek nader omschreven in relatie tot het geven van instrumentaal of vocaal muziekonderwijs.

Artikel 3 Onderwerp subsidie:

Lid 1 spreekt voor zich.

Lid 2:

De formulering van dit lid heeft tot doel om te voorkomen dat er door één muziekleerling, c.q. ouders van een muziekleerling meerdere subsidieaanvragen worden ingediend waardoor er voor andere muziekleerlingen minder kansen zijn op het toekennen van een subsidie.

Ook het individueel volgen van zangles is in het artikel opgenomen. Het vocale muziekonderwijs vormt een onderdeel van het totaal aan muziekonderwijs. Daarnaast is zang nauw verbonden aan het maken van instrumentele muziek. Vanuit dit oogpunt is het volgen van zangles toegevoegd.  

In lid 3 wordt beschreven aan welke groepen personen subsidie kan worden toegekend. Van subsidie zijn uitgesloten o.a. leerlingen die les volgen bij een onderwijsinstelling of onderwijsdocent en leerlingen verbonden aan een muziekvereniging die les volgen ten behoeve van deze vereniging. Deze lessen worden in de praktijk gegeven door een docent verbonden aan de muziekvereniging. Jonge leden kwamen en komen daar in aanraking met muziek. De muziekverenigingen ontvangen via de subsidie-beleisregel Amateurkunst een bijdrage in de lsekosten voor jongeren tot 18 jaar. Jongeren worden gestimuleerd via het muziekonderwijs op de basisscholen om deel te nemen aan een muziekvereniging.

 

Opgemerkt wordt dat in het kader van de niet vrijblijvende samenwerking dat er een stukje harmonisering tussen het beleid van de gemeente Werkendam en Aalburg heeft plaatsgevonden. Ook binnen het beleid van de gemeente Werkendam zijn de groepen genoemd in lid 3 uitgesloten van subsidie.

 

In 2009/2010 zijn er in samenwerking met de basisscholen afsrpaken gemaakt over het inplementeren van Algemeen Muzikale Vorming (AMV) op de basisscholen. Door deze samenwerking kan in 2010 AMV tijdens en aansluitend aan schooltijd worden georganiseerd. Tijdens de AMV-lessen kunnen de kinderen worden geënthousiasmeerd voor muziek waardoor zij een bewuste(re) keuze kunnen maken voor het individuele muziekonderwijs en het deelnemen aan een muziekvereniging. Ook muziekverenigingen nemen deel aan de aan de AMV-lessen. Daarmee is AMV gelijk een kweekvijver voor de muziekverenigingen.

 

Artikel 4 Aanvraag voor subsidie:

Lid 1 spreekt voor zich.

Lid 2 laat een afwijkende datum van indiening zien ten opzichte van de ASV. Bij het vaststellen van deze datum is aangesloten bij de loop van het schooljaar. Dit heeft te maken met het feit dat deelnemers vaak niet een jaar van te voren weten wat zij in een volgend schooljaar willen gaan doen.

Deze periode ligt in het begin van het schooljaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd en sluit tevens beter aan bij de datum waarvoor de gemeente de aanvragen afhandelt (voor 1 januari). Het verlenen van subsidie kan dan plaatsvinden voor het einde van het dan lopende boekjaar.

Subsidieaanvrager zijn zelf verplicht te zorgen voor het tijdig indienen van de aanvragen. Dit kan ook d.m.v. het deponeren van de aanvraag in de brievenbus van het gemeentehuis. Een poststempel is in dat geval niet aanwezig.

Lid 3 spreekt voor zich.

Artikel 5 Te overleggen gegevens:

Voor het verkrijgen van een subsidie moeten gegevens worden overlegd. Deze bepaling zorgen voor een stukje controle op de rechtmatige toekenning van subsidie aan de aanvrager.

Ter voorkoming van veel administratieve rompslomp is er voor gekozen om de controle te beperken tot de genoemde stukken. Gegevens kunnen vergeleken worden met de gemeentelijke basisadministratie. In geval van twijfel kunnen gegevens opgevraagd worden bij de betreffende muziekschool of docent.

Artikel 6 Maximaal toe te kennen subsidiebedrag en subsidieplafond:

Lid 1 spreekt voor zich.

Lid 2 bepaalt dat door het instellen van een subsidieplafond wordt voorkomen dat er door een onverwachte toeloop de gemeente voor financiële verrassingen komt te staan.

Artikel 7 Volgorde van afhandeling, beslissing op subsidieaanvraag en uitbetaling:

In lid 1 wordt de volgorde van toekennen van subsidie weergegeven. Bepaald is dat aan leerlingen die ook in het vorig cursusjaar muziekles hebben gevolgd, en daarvoor subsidie hebben ontvangen, als eerste in aanmerking komen voor subsidie. Hierdoor worden deze leerlingen gestimuleerd om de muzieklessen te vervolgen.

Lid 2 bepaalt dat een beslissing op de aanvraag wordt genomen voor 1 januari van het lopende cursusjaar. Indiening van de aanvraag moet gebeuren tussen 1 september en 1 november van het lopende cursusjaar. Het is niet mogelijk een aanvraag in te dienen voor een cursusjaar volgend daarop. Dat dient te gebeuren in een volgend jaar.

In lid 3 is opgenomen dat de subsidieverlening en vaststelling ineen geschiedt. Dit beperkt voor de beide partijen, aanvrager en gemeente, de administratieve last.

Lid 4 spreekt voor zich.

Artikel 8 Afwijking van de leeftijdeis: 18 tot 21 jarigen:

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 9 Afwijking van de verordening:

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 10 Citeertitel:

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding:

Dit artikel spreekt voor zich.