Regeling vervallen per 25-12-2014

Verordening Aansluitvoorwaarden Riolering Aalsmeer 2011

Geldend van 01-07-2011 t/m 24-12-2014

Intitulé

Verordening Aansluitvoorwaarden Riolering Aalsmeer 2011

De raad van de gemeente Aalsmeer;

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders met registratienummer 2010/12617;

overwegende dat:

De raad een verordende bevoegdheid heeft;

De bestaande vergunning geen wettelijke basis heeft;

Het vanuit beheersoogpunt gewenst is om een vergunningstelsel te hanteren;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 10.33 van de wet Milieubeheer;

besluit:

1. De Verordening Aansluitvoorwaarden Riolering Aalsmeer 2011 vast te stellen;

Afdeling I Begripsomschrijving

Artikel 1 begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Aansluitleiding: het particulier riool, het aansluitpunt en de perceelaansluitleiding tezamen.

  • b.

    Aansluitpunt:

    • 1.

      bij gemengde en gescheiden rioolstelsels het punt waar het particulier riool op de perceelaansluitleiding wordt aangesloten. Dit punt bevindt zich op het aan te sluiten perceel, binnen een afstand van maximaal 0,5 meter van de kadastrale eigendomsgrens, dan wel op de kadastrale eigendomsgrens van het aan te sluiten perceel.

    • 2.

      bij een drukriool het punt waar het particulier riool wordt aangesloten op de pompput.

  • c.

    Afvalwater: verzamelnaam voor al het water dat van een perceel wordt afgevoerd. Hieronder valt huishoudelijk en bedrijfsmatig afvalwater, hemel- en grondwater.

  • d.

    Bronneringswater: grondwater, onttrokken ten behoeve van tijdelijke verlaging van de grondwaterstand.

  • e.

    Bedrijfsafvalwater: al het afvalwater niet afkomstig uit particuliere huishoudens.

  • f.

    Controlestuk: Een tussenstuk in een rioolleiding dat dient voor de controle en eventueel het ontstoppen van een rioolleiding.

  • g.

    Drainagewater: grondwater, ingezameld door een ingegraven doorlatend buizensysteem.

  • h.

    Droogweerafvoer: afvalwater tijdens droogweersituatie, dus uitgezonderd neerslagwater.

  • i.

    Drukriool: het openbaar riool, voor de afvoer van afvalwater, exclusief hemel- en/of drainagewater, waarbij het transport door het riool plaatsvindt door middel van met pompinstallaties veroorzaakte druk.

  • j.

    Gebruiker: de perceeleigenaar, de zakelijk gerechtigde van het perceel of de huurder van het perceel die gebruik maakt van de aansluiting op het openbaar riool.

  • k.

    Gemeente: de gemeente Aalsmeer.

  • I.

    Gemengd stelsel: het openbaar riool voor de afvoer van afvalwater, inclusief hemelwater. In uitzonderlijke gevallen kan er ook grondwater op geloosd worden.

  • m.

    Gescheiden stelsel: het openbaar riool met een buizenstelsel voor de afvoer van hemel- of drainagewater en een buizenstelsel voor de afvoer van het huishoudelijke- of bedrijfsmatige afvalwater

  • n.

    Grondwater: al het water dat zich onder het bodemoppervlak in de verzadigde zone bevindt en dat in direct contact met bodem of ondergrond staat.

  • o.

    Hemelwaterriool: riool alleen voor inzameling en transport van neerslag.

  • p.

    Huisaansluiting: De aansluiting tussen de woning en het gemeentelijk hoofdriool.

  • q.

    Huishoudelijk afvalwater: afvalwater afkomstig van particuliere huishoudens.

  • r.

    Keerklep: Een klep die voorkomt dat (afval)water naar de oorsprong (zoals de pompput) kan terugstromen.

  • s.

    IBA (-systeem): Systeem voor Individuele Behandeling van huishoudelijk of bedrijfsmatig Afvalwater.

  • t.

    Minigemaal: Een pompinstallatie om huishoudelijk afvalwater weg te pompen over een drukriolering.

  • u.

    Ontstoppingsstuk: Een tussenstuk in een rioolleiding dat dient als ontstoppingsvoorziening.

  • v.

    Ontstoppingsvoorziening: voorziening in aansluitleiding voor inspectie en onderhoud van de leiding.

  • w.

    Openbaar riool: het gedeelte van de riolering dat bij de gemeente in eigendom en beheer is voor inzameling en transport van afvalwater, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, persleidingen en werken en installaties van overeenkomstige aard, met uitzondering van de aansluitleidingen.

  • x.

    Particulier riool: de binnen de kadastrale eigendomsgrenzen van het aan te sluiten perceel gelegen binnen, buiten- of terreinrioolleidingen tot aan het aansluitpunt.

  • y.

    Perceelaansluitleiding: het riool en voorzieningen die deel uit maken van dit riool, tussen het openbaar riool en tot het aansluitpunt (ontstoppingsvoorziening of erfgrens), in beheer bij de gemeente.

  • z.

    Pompput: Een betonnen put als behuizing van een minigemaal.

    • aa.

      Rechthebbende:

      • 1.

        de eigenaar of zakelijk gerechtigde van het perceel ten behoeve waarvan de aansluiting op het openbaar riool wordt gerealiseerd en in stand gehouden.

      • 2.

        de rechtverkrijgende onder algemene of bijzondere titel van de onder 1. bedoelde personen.

      • 3.

        de vereniging van eigenaren in geval een appartementencomplex één aansluitleiding heeft, in welk geval de vereniging van eigenaren de melder wordt.

    • bb.

      Spiegelpeil: niveau van het afvalwater in de rioolbuis, gelegen tussen het hoogste en laagste punt in de rioolbuis;

    • cc.

      Verbeterd gescheiden stelsel: het openbaar riool met een buizenstelsel voor de afvoer van hemelwater (HWA) en een buizenstelsel voor de afvoer van het overige afvalwater (DWA).

    • Tussen beide stelsels is een verbinding gemaakt, waardoor de eerste hoeveelheid neerslag, die het meest vervuild is, in het DWA stelsel terecht komt.

    • dd.

      Verhang: Een relatief hoogteverschil.

    • ee.

      Vrij verval: Riolering dat afvalwater afvloeit door stroming welke ontstaat door de riolering onder verhang aan te brengen.

    • ff.

      Vuilwaterriool: riool alleen voor inzameling en transport van droogweerafvoer en verontreinigd neerslagwater.

Afdeling II De melding

Artikel 2 Meldingsplicht

  • 1.

    Het is verboden zonder een melding een aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand te brengen ofte wijzigen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders vereisen een melding voor het tot stand brengen, houden en wijzigen van een aansluiting tussen het particulier riool en het hoofdriool:

    • a

      voor de afvoer van afvalwater zonder hemel- en/of drainagewater naar het daarvoor bedoelde buizenstelsel;

    • b

      voor de afvoer van hemel- en/of drainagewater naar het daarvoor bedoelde buizenstelsel;

    • c

      voor de afvoer van afvalwater zonder hemel- en/of drainagewater indien ter plaatse riolering onder over- en/of onderdruk aanwezig is;

    • d

      voor de afvoer van afvalwater zonder hemel- en/of drainagewater, indien ter plaatse dient te worden voorzien in een systeem voor individuele behandeling van afvalwater (IBA).

  • 3.

    Indien meer dan één aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand dient te worden gebracht, alsmede wanneer meer dan één aansluiting dient te worden gewijzigd, is het eerste lid voor iedere aansluiting of wijziging afzonderlijk van toepassing.

  • 4.

    In de melding kunnen voorschriften worden opgenomen met betrekking tot:

    • a

      het tot stand brengen van de aansluiting;

    • b

      de technische eisen aan de aansluiting;

    • c

      het aantal aansluitingen en de locaties van de aansluitingen;

    • d

      het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de perceelaansluitleiding;

    • e

      sloopwerkzaamheden op het perceel van de rechthebbende;

    • f

      de periode waarvoor de melding wordt geaccepteerd indien de aansluiting is bedoeld voor de afvoer van bronneringswater of indien het een tijdelijke aansluiting betreft.

    • g

      de pompcapaciteit van de pomp in het gemaal als voor het aansluitpunt een gemaal is opgenomen om het afvalwater te kunnen lozen in de openbare riolering.

Artikel 3 De melding

  • 1.

    De melding wordt schriftelijk met behulp van een daartoe bestemd formulier, middels een aangetekende brief bij burgemeester en wethouders ingediend door de rechthebbende van het aan te sluiten perceel.

  • 2.

    Bij het doen van een melding dienen de volgende gegevens in ieder geval door de rechthebbende te worden verstrekt:

    • a

      de naam en het adres van de rechthebbende;

    • b

      de dagtekening;

    • c

      de aanduiding dat het een melding betreft;

    • d

      de ligging van de aan te sluiten woning aan de hand van straat en huisnummer of, indien nog geen huisnummer is toegekend, aan de hand van het kadastraal nummer van het betreffende perceel aangegeven op een situatieschets 1:500 of grotere schaal.

    • e

      voor zover het lozing van bedrijfsafvalwater betreft, de aard en de hoeveelheid van de af te voeren vloeistoffen, waarbij dient te worden aangegeven of niet verontreinigd water, zoals regen- of koelwater, en/of verontreinigd water, zoals huishoudelijk of industrieel afvalwater, zal worden afgevoerd;

    • f

      voor zover het enkel lozing van huishoudelijk afvalwater betreft, of er huishoudelijk afvalwater of hemel- en/of drainagewater zal worden afgevoerd;

    • g

      een tekening op schaal 1:200 van het aan te sluiten of te wijzigen particulier riool met ten minste de volgende gegevens:

      • het leidingverloop;

      • te gebruiken materialen en dimensionering

      • de hoogteligging;

      • maatvoering ten opzichte van een hoek van de voorgevel van de woning

      • dwars- en lengtedoorsnede ter plaatse van een eventuele riolering met de hoogteligging van het terrein, het riool de watergang/sloot, het trottoir en/ of de openbare weg, schaal 1:100.

      • een duidelijk verschil in kleur tussen de droogweer- en hemelwaterafvoerleidingen (bruin voor dwa en grijs voor rwa);

      • de wijze waarop de functies van de verschillende leidingen van het particulier riool ter plaatse van het aansluitpunt zullen worden gemarkeerd.

      • Een maatvoering in meters.

    • h

      als het afvalwater via een gemaal wordt geloosd op het gemeentelijk stelsel tenminste de volgende gegevens:

      • de capaciteit van de pomp(en) in het gemaal dat op het gemeentelijk stelsel loost;

      • als hemelwater wordt geloosd, de hoeveelheid verhard oppervlak dat loost via het gemaal;

      • als het een tijdelijke lozing betreft van een bronnering de volgende gegevens:

      • het debiet van de lozing in m3/h;

      • de start- en einddatum van de lozing;

  • 3.

    Indien de gegevens bedoeld in het tweede lid, reeds zijn vastgelegd in de voor het perceel afgegeven bouwvergunning of een vergunning op grond van de Wet milieubeheer, kan bij doen van de melding voor dit perceel worden volstaan met het overleggen van een kopie van de gegevens uit deze vergunning.

  • 4.

    De melding wordt slechts geaccepteerd nadat bij de melding alle in het tweede lid vermelde gegevens zijn verstrekt. Bij het ontbreken van gegevens wordt de rechthebbende daarover geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld deze gegevens binnen twee weken na kennisgeving daarvan alsnog aan te vullen.

  • 5.

    De melding dient uiterlijk 6 weken voor uitvoering gedaan te worden.

Artikel 4 Afwijzing van een melding

  • 1.

    Een melding kan slechts worden afgewezen indien aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting vanwege technische, juridische of milieuhygiënische redenen bezwaarlijk is.

  • 2.

    Aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting is in ieder geval bezwaarlijk indien:

    • a

      de hoogteligging van het aansluitpunt (binnenonderkant buis) lager ligt dan de bovenzijde van het openbaar riool, vermeerderd met 200 mm plus de benodigde hoogte voor het afschot van de aansluitleiding;

    • b

      de bovenzijde van een lozingtoestel lager is gelegen dan 150 mm boven de kruin van de straat, tenzij via een pompinstallatie voorzien van terugslagklep wordt aangesloten;

    • c

      de gevraagde aansluiting een samengevoegde voorziening betreft;

    • d

      de gevraagde aansluiting een lozing voor afvalwater en/of bronneringswater betreft, waarvoor krachtens de geldende milieuwetgeving een vergunning of een ontheffing benodigd is, maar niet is verleend, of niet aan de geldende algemene regels is voldaan;

    • e

      het openbaar riool ter plaatse van de aansluitleiding niet over voldoende capaciteit beschikt om de hoeveelheid te lozen vloeistoffen te kunnen afvoeren;

    • f

      de gevraagde aansluiting een afvoerleiding voor niet verontreinigd bronneringswater betreft, die zonder bezwaar op het oppervlaktewater kan worden aangesloten of middels retourbemaling kan worden afgevoerd;

    • g

      de gevraagde aansluiting een afvoerleiding voor bronneringswater betreft die in nabijheid van een overstort moet worden aangesloten;

    • h

      de gevraagde aansluiting een afvoerleiding voor niet verontreinigd hemel- en/of drainagewater betreft, terwijl er een openbaar hemelwaterriool aanwezig is of die zonder bezwaar op het oppervlaktewater kan worden aangesloten;

    • i

      een bouwvergunning voor het aan te sluiten perceel is geweigerd;

    • j

      de lozing van het afvalwater de doelmatige werking van de openbare riolering en de RWZI belemmert;

    • k

      bij nieuwbouw de gevraagde aansluiting een gecombineerde aansluiting is van meer dan één woning of bedrijf, tenzij het pand dezelfde gebruiksfunctie heeft en zich recht boven elkaar bevindt.

  • 3.

    Een afwijzing van een melding is met redenen omkleed, waarbij burgemeester en wethouders de nadere eisen aangeven waaraan het particulier riool dient te voldoen om voor acceptatie in aanmerking te komen.

Artikel 5 Acceptatie van een melding

  • 1.

    Burgemeester en wethouders besluiten binnen 4 weken na ontvangst op de aanvraag.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid houden burgemeester en wethouders de beslissing omtrent een melding aan indien er geen reden is de melding af te wijzen:

  • 3.

    Rechthebbende wordt zo spoedig mogelijk van de aanhouding op de hoogte gesteld.

  • 4.

    Na verlening van de in lid 2 onder sub a en b bedoelde vergunningen en ontheffing, nemen burgemeester en wethouders alsnog binnen 6 weken een besluit op de melding.

Artikel 6 Intrekken, wijzigen of vervallen van de melding

  • 1.

    De melding kan door burgemeester en wethouders worden ingetrokken of gewijzigd, indien:

    • a

      ter verkrijging van onjuiste en/of onvolledige gegevens zijn verstrekt, dan wel blijkt dat het gebruik van de aansluiting door rechthebbende niet overeenkomstig de bij de melding verstrekte gegevens is;

    • b

      na het doen van de melding, op grond van een wijziging van de omstandigheden of inzichten, door de gemeente wordt aangenomen dat een intrekking of wijziging noodzakelijk is geworden voor de bescherming van de kwaliteit van het rioolslib, van de riolering, en de goede werking daarvan;

    • c

      de bepalingen van deze verordening en/of de aan de meldingsplicht verbonden nadere voorwaarden niet zijn of worden nagekomen;

    • d

      rechthebbende dit verzoekt.

  • 2.

    Indien de rechthebbende binnen één maand na het doen van een melding bepaalde voorzieningen en/of maatregelen, waarop de melding betrekking heeft, niet heeft gerealiseerd, vervalt de melding van rechtswege.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen van de bepalingen in afdeling II afwijken voor zover toepassing, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Afdeling III De Aansluiting

Artikel 8 Kosten van de aansluiting

  • 1.

    Burgemeester en wethouders brengen geen kosten in rekening voor de behandeling van een melding.

  • 2.

    De aanvrager is verantwoordelijk voor de kosten van het realiseren van een aansluiting op het hoofdriool.

  • 3.

    Mocht het hoofdriool aangepast moeten worden om de aansluiting te kunnen realiseren, zijn de kosten van de aanpassingen aan het hoofdriool voor rekening van de aanvrager.

  • 4.

    Het doen van een melding geeft geen ontheffing van het aanvragen van andere vergunningen, benodigd voor het realiseren van een rioolaansluiting.

  • 5.

    Het doen van een melding geeft geen ontheffing voor de kosten van andere vergunningen, benodigd voor het realiseren van een rioolaansluiting.

  • 6.

    De kosten voor aanleg, wijziging of verwijdering van het particulier riool zijn altijd voor rekening van rechthebbende. De gemeente voert geen werkzaamheden uit aan het particulier riool.

Artikel 9 Uitvoering

  • 1.

    De door de gemeente aan te geven (druk)hoogte moet worden bereikt, hetzij middels een vrijverval-leiding, hetzij middels een pompput met keerklep.

  • 2.

    Op maximaal 50 cm binnen de eigendomsgrens van het aan te sluiten perceel moet een ontstoppingsstuk c.q. controleput aanwezig zijn, tenzij dit niet mogelijk is doordat de gevel van het gebouw op de eigendomsgrens staat. In dat geval, zie punt 3.

  • 3.

    Indien de gevel op de eigendomsgrens staat, dient het ontstoppingsstuk c.q. controleput direct buiten de gevel op openbaar terrein geplaatst te worden. De kosten voor de plaatsing zijn voor rekening van de aanvrager.

  • 4.

    Het ontstoppingsstuk c.q. controleput aan de koppelingszijde van het aansluitriool moet geschikt zijn voor de aansluiting van een buis met een inwendige diameter van 125 mm, tenzij de capaciteit van het hoofdriool een grotere diameter toelaat en de af te voeren hoeveelheid rioolwater dit noodzakelijk maakt.

  • 5.

    Bij vrij verval riolering dient voor de vuilwaterafvoer een bruine leiding gebruikt te worden en voor de regenwaterafvoer een grijze leiding.

  • 6.

    Indien gebruik wordt gemaakt van drukriolering, dient de moederkast van het minigemaal voorzien te zijn van telemetrie middels een GSM verbinding.

  • 7.

    Hemelwater en vuilwater dienen apart aangeboden te worden bij het hoofdriool. Indien bij het perceel alleen een gemengd hoofdriool aanwezig is, dienen evengoed aparte hemelwater- en vuilwaterleidingen gebruikt te worden. Als aangrenzend aan het perceel oppervlaktewater aanwezig is, dient het hemelwater direct afgekoppeld te worden op het oppervlaktewater.

  • 8.

    Een week voor aanvang van de werkzaamheden dient contact opgenomen te worden met de toezichthouder riolering van de gemeente. Na uitvoering van de werkzaamheden inspecteert en keurt een vertegenwoordiger van de gemeente de aansluiting voordat de graafsleuf dichtgegooid kan worden.

  • 9.

    Na inspectie komt de huisaansluiting in beheer van de gemeente. Zonder inspectie en goedkeuring van de huisaansluiting door de gemeente blijft een huisaansluiting de verantwoordelijkheid van de bewoner.

Afdeling IV Onderhoud

Artikel 10 Beheer, Onderhoud, Renovatie en Vervanging

  • 1.

    Het beheer en onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van de vrij verval huisaansluiting tot de perceelgrens wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende onderhouds- dan wel herstelwerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van een particulier riool, in welke de kosten voor rekening van de rechthebbende zijn.

  • 2.

    Het beheer en onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van drukriolering (zowel de leiding als het minigemaal op privaat terrein) wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende onderhoudsdan wel herstelwerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van een particulier riool, in welke de kosten voor rekening van de rechthebbende zijn.

  • 3.

    Onder onjuist gebruik wordt in ieder geval begrepen:

    • a.

      Het via deze aansluiting lozen van stoffen die, vanwege hun aard en samenstelling, verstoppingen in de aansluitleiding of de openbare riolering veroorzaken.

    • b.

      Het via deze aansluiting lozen van stoffen die, door hun aard of concentratie de constructie van de aansluitleiding of de openbare riolering aantasten.

    • c.

      Onjuiste lozingen op een niet daarvoor bedoeld stelsel.

  • 4.

    de kosten voor het onderhoud van het particulier riool komen voor rekening van de rechthebbende, tenzij het aannemelijk is dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt door het niet goed functioneren van de openbare riolering. Bij aansluitingen die beneden het zogenoemde spiegelpeil liggen, zijn kosten genoemd in dit lid voor rekening van de rechthebbende.

  • 5.

    Onder renovatie wordt tevens begrepen het aanpassen van de aansluitleiding ten gevolge van een wijziging van de openbare riolering.

  • 6.

    De gemeente neemt de verantwoordelijkheid van een rioolaansluiting op zich na inspectie door de toezichthouder riolering. De afspraak dient 2 weken voor uitvoering telefonisch gedaan te worden middels de servicelijn van de gemeente Aalsmeer.

Artikel 11 Calamiteiten

  • 1.

    Bij een verstopping of een andere storing in het particulier riool onderzoekt de rechthebbende of gebruiker, dan wel laat hij onderzoeken, of het een verstopping of een storing betreft in het particulier riool of in de aansluitleiding.

  • 2.

    Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek wordt vermoed dat sprake is van een verstopping of storing in de aansluitleiding, van een verstopping of storing als gevolg van inspoeling vanuit het openbaar riool, of een verstopping of storing aan de bij de gemeente in beheer zijnde installaties, neemt de rechthebbende of gebruiker contact op met de opzichter van de gemeente voor het verrichten van de noodzakelijke werkzaamheden. De rechthebbende of gebruiker dient er zorg voor te dragen dat de ontstoppingsvoorziening zonder graafwerk toegankelijk is voor de gemeente.

  • 3.

    Indien door of namens de rechthebbende of gebruiker, zonder expliciete voorafgaande toestemming van de gemeente werkzaamheden worden verricht, zijn de kosten daarvan voor rekening van de rechthebbende of gebruiker.

  • 4.

    Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek blijkt dat er sprake is van een verstopping of storing in het particulier riool, dient de rechthebbende deze verstopping of storing voor eigen rekening zelf te (laten) verhelpen.

  • 5.

    Indien de door de gemeente te verrichten werkzaamheden als gevolg van de in lid 2 bedoelde oorzaken te wijten zijn aan een onjuist gebruik of verzakking van het particulier riool, kunnen de kosten alsnog voor rekening komen van de rechthebbende.

Afdeling V Verwijdering aansluiting, sloop

Artikel 12 Zorgplicht

  • 1.

    Bij sloopwerkzaamheden of andere werkzaamheden op een op de openbare riolering aangesloten perceel, moeten door de rechthebbende zodanige voorzieningen aan het particulier riool worden getroffen dat verzanding van de openbare riolering en de aansluitleiding wordt voorkomen.

  • 2.

    Indien de rechthebbende bij sloopwerkzaamheden niet voldoet aan de in het eerste lid omschreven zorgplicht, heeft de gemeente de bevoegdheid de aansluiting op het openbaar riool af te sluiten en de hieraan verbonden kosten te verhalen op de rechthebbende.

  • 3.

    Indien het gebruik van een aansluitleiding en/of voorziening definitief wordt beëindigd is de rechthebbende verplicht de gemeente hiervan in kennis te stellen.

  • 4.

    Indien het gebruik van een aansluitleiding en/of voorziening definitief wordt beëindigd, wordt de op de aansluitleiding betrekking hebbende melding achteraf afgewezen, waarna de aansluitleiding en/of voorziening op kosten van de rechthebbende door de gemeente wordt verwijderd.

  • 5.

    In het geval van sloop en herbouw is de melding niet overdraagbaar indien bij herbouw het pand van rechthebbende of van functie verandert.

Afdeling VI Sancties

Artikel 13

  • 1.

    Het niet doen van een melding heeft als gevolg dat de rechthebbende verantwoordelijk blijft voor de aansluiting. Dit betekent dat de rechthebbende ook verantwoordelijk is voor de gevolgen die de aansluiting kan hebben op het gemeentelijk rioleringsstelsel.

  • 2.

    Als de toezichthouder riolering geen gelegenheid krijgt om een revisie van de rioolaansluiting te maken, blijft de rechthebbende ook verantwoordelijk voor de aansluiting.

  • 3.

    Indien de aansluiting niet conform ontwerp of van onvoldoende kwaliteit is, krijgt de rechthebbende de gelegenheid dit te corrigeren. Mocht hier geen overstemming bereikt worden met de toezichthouder riolering, kan de toezichthouder riolering besluiten geen revisie op te maken van de aansluiting. In dit geval blijft de rechthebbende verantwoordelijk voor de aansluiting.

Afdeling VII Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 14 Overgangsrecht

  • 1.

    De aanvragen tot aansluiting of wijziging van een aansluiting, die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend, en waarop op dat moment nog niet is besloten, vallen onder de bepalingen van deze verordening.

  • 2.

    Op aansluitingen die op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening krachtens de tot dan geldende wetgeving en voorschriften tot stand zijn gebracht, zijn de bepalingen van afdeling IV en afdeling V van deze verordening rechtstreeks van toepassing.

  • 3.

    Bij strijd van deze verordening met bepalingen in overeenkomsten gesloten tussen de gemeente en de rechthebbende, prevaleert het bepaalde in deze overeenkomsten.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de 1e van de maand, volgend op het genomen raadsbesluit.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Aansluitvoorwaarden Riolering Aalsmeer 2011.

Ondertekening

Aldus besloten irrae openbare vergadering van 23 juni 2011.
voorzitter
, griffier